Nederlandse duiven drukken stempel op internationale race ORANJE SLAAT IN BANGKOK TOE Ceidóc Goma/nt' ZATERDAG 7 NOVEMBER 1987 Het duivenhok bovenop het Asiahotel, waar het internationale gezelschap duiven elke dag met liefde en zorg omringd werd. FOTO: JAN KRUITHOF BANGKOK - De Kings Cup bleef in Thailand, maar de Nederlandse *en. postduiven sloegen tijdens de inter- 'e nationale Asia-race van Chiang s) Mai naar Bangkok (581 km) gena- n deloos toe met zeven duiven bij de eerste tien. Het was me het dagje wel op de twaalfde verdieping van het luxe Asiahotel waar de duivenhouders zich rondom het zwembad hadden verzameld om de thuiskomst van hun gevleugelde mak kers gade te slaan. Een lange, zenuwslo pende en afmattende zit. Op de dag van lossing slaagde geen en kele duif erin het eindpunt te halen. De tropische warmte, de drie bergketens, de mistvlagen waarmee de duiven onder weg geconfronteerd werden, alsmede de korte maar hevige bui op zo'n zeventig kilometer voor het verlossende einde, had te veel van de krachten van het in ternationale peloton gevergd. Het stond dan ook als een paal boven water dat de volgende dag alleen de al- lersterksten hun hok op de zeventiende etage van het Asiahotel zouden bereiken. De echte doordouwers, de karakterdui ven, de vogels met een ijzeren wil in hun lijf, de goeien dus! Want per slot van rekening waren ze alle onder dezelf de omstandigheden verzorgd, begeleid, getraind en klaargestoomd voor de vlucht van Chiang Mai naar Bangkok. Geen excuses - elke duif had gelijke kansen in deze unieke wedvlucht. Drie weken De duiven waren ongeveer drie weken oud toen zij eind maart per vliegtuig naar de hoofdstad van Thailand werden gebracht. Zevenhonderdvijftig duiven uit tien landen: Amerika, Canada, Au stralië, Japan, Engeland, Duitsland, Frankrijk, België, Nederland en gastland Thailand. Een dikke vierhonderd haal den het vertrek van de internationale race niet. Lieten hun kopje tijdens de „opleervluchten" al hangen of konden de leefomstandigheden op een hoogte van vijfenzeventig meter boven de gi gantische metropool niet bijbenen. Dat konden wèl de duiven die op de dag van lossing om 6.20 uur in het noorde lijk gelegen Chiang Mai uit de startblok ken gingen voor de race om de Kings Cup van Bhumibol Adulyadej Maharaj, die voor dit opmerkelijke initiatief z'n beurs had getrokken en een handge maakte zilveren bokaal ter waarde van tienduizend gulden voor de winnaar ter beschikking had gesteld. De optimisten hadden al vroeg post gevat bij het zwembad. Je kon nooit weten Ter wijl de koperen ploert de wachtenden teisterde, waren de speculaties niet van de trillende lucht. Op dat moment wees de thermometer 36 graden aan. „Een ge middelde van vijftig kilometer moeten ze toch kunnen halen. De winnaar zal wel op zo'n 53 km per uur uitkomen. Moet toch kunnen", vertrouwde een Ca nadees ons toe terwijl hij met forse teu gen z'n biertje naar binnen werkte. Unieke lossing Peter van Raamsdonk had via video beelden kond gedaan van een perfecte lossing in Chiang Mai. Hij was als enige buitenlander meegereisd om de unieke lossing in beeld te brengen. Had bijna vijftien uur in een auto achter de dui- venbus aangehobbeld. Dwars door het stinkende Bangkok, dat blauw staat van de uitlaatgassen en waar het verkeer zich in een bontgekleurd lint voortbeweegt. De rit naar Chiang Mai werd voor Peter van Raamsdonk een slijtageslag. Onder weg had hij zich gevoed met rijst en nog eens rijst. Het kwam hem zowat z'n neus uit. In gebroken Engels moest hij zich in het Thaise gezelschap verstaan baar maken. Z'n nachtrust duurde op de kop af drie kwartier. Om vijf uur moest hij de volgende dag weer uit de veren om zich voor te bereiden op de lossing. Overigens had in aanwezigheid van de gouverneur van Chiang Mai de lossing plaats - gelardeerd met een uitbundige ceremonie protocolair van ballonnen en spandoeken. Teleurstelling Terug naar het Asiahotel waar de span ning met de minuut toenam. Zou er nog een sensatie in de lucht hangen? Video beelden lieten zien, dat de controleurs op het dak van het hotel - vijf deelne mende landen hadden daar een verte genwoordiger - het ook niet meer zagen zitten, temeer daar de duisternis in Thailand vliegensvlug toeslaat. Om zes uur was het pikdonker. En er was nog steeds geen duif gearriveerd - tot grote teleurstelling van de organisatie, die flink aan de weg had getimmerd en er bepaald niet op zat te wachten zich in ternationaal een buil te vallen. Voor dag en dauw waren de eigenaren van de duiven de volgende dag weer pa raat. Een uurtje of vijf hadden ze gesla pen - en gedroomd van het succes dat nog steeds in de lucht hing. Wederom volgden een paar uur van spanning op die stek hoog boven Bangkok, een stad die nooit tot rust lijkt te komen en waar elke dag opnieuw voor velen een strug gle for life is. En danopeens een stip in de verte. Een duif! De spanning stijgt tot het kookpunt. Even later wordt van het dak geschreeuwd dat het een duif is die een paar weken geleden is verspeeld op de een of andere oefenvlucht. Lachen, gie ren, brullen daar bij het zwembad. Komt er eindelijk een duif en dan is het nog een „verkeerde" ook. Om achttien minuten over negen is het eindelijk zo ver. De eerste duif van de vlucht Chiang Mai - Bangkok dient zich aan. Even later wordt bekendgemaakt, dat het een Thaise is. Van ene Sommit. Insorn. De man zelf is niet aanwezig. Maar dat mag de pret niet drukken. Z'n Thaise sportmakkers lopen zo wat naast hun schoenen van trots. Een ieder moet horen dat een „Thai" de race gewonnen heeft. Camera's snorren - ook de Thaise tv is in beeld. De Nederlandse duivenmelkers moeten even slikken. De meesten waren er rots vast van overtuigd dat een van hun dui ven de afvalrace zou winnen. Het ver driet over deze deceptie sloeg even later om in de vreugdedans rond het zwem bad toen de eerste Nederlandse duif zich aanmeldde. Om exact 9.25 uur. Een vo gel van de gebroeders Jan en Toon van den Berg uit Leidschendam, die als tweede de loodzware klus klaarde. De ei genaars waren zelf niet van de partij. Dat was wel Cees Hendriks uit Oister- wijk wiens duif als derde finishte. Voor- dat-ie het wist lag lange Cees in het zwembad. „Zo, hé. Niet te geloven. Te gek!", stamelde de Oisterwijker. Twee Nederlandse duiven bij de eerste drie. Het chauvinisme kende geen grenzen. Het feest was compleet^ En werd op die bewuste morgen uitbundig gevierd. Ne derland had gigantisch uitgepakt. Was helemaal in the picture! Brummens succes Nummer vier was wederom een Dutch pigeon, eentje van Adriaan de Bruin (Nederhorst den Berg), nummer vijf een „Thai" terwijl de zesde prijs werd ge wonnen door Jan Rademakers uit Brum- men. En ook de Sallandkampioen anno '87 lag even later in het zwembad te spartelen. Z'n vrouw Hennie eveneens. „Zoiets maak je maar één keer in je le ven mee. Natuurlijk hoop je dat je bij de eersten zit. En dan dit. In het verre Bangkok. Ik heb de afgelopen nacht geen oog dicht gedaan", aldus Jan Radema kers. De reis naar het Verre Oosten was ook voor hem een afvalrace geweest. De Brummenaar was heel wat pondjes kwijtgeraakt. De tropische hitte had z'n sporen duidelijk nagelaten. Het nietige Brum men scoorde in de miljoenenstad opperbest. Met twee duiven bij de eerste tien. Op de achtste plek finishten Hans Eijerkamp en Zonen, die ook als eersten twee duiven in de klok hadden - 's we relds beste serie. De twepde klaarde het karwei als 24e. Hun derde duif werd als 34e afgevlagd. Die viel na 15.00 uur. Werd niet meer geklasseerd omdat op dat tijdstip de verkoping van de duiven op het programma stond. Peter van Breugel uit Waalre won de zevende prijs, Gijs Hartogs uit Laren de tiende. Om half twee 's middags waren er twaalf duiven thuis - om 15.00 uur had den 29 atleten hun hok bereikt. Met op de negende stek de eerste Engelsman en op de elfde plaats de eerste Belg. West- Duitsland moest genoegen nemen met de 14e plaats. Toen om 18.00 uur de ba lans werd opgemaakt waren er 48 dui ven thuis. De volgende dag druppelden er nog een twintigtal binnen. Voor een volle bak verkochten Jan Her mans in samenwerking met de een of andere .v-beroemdheid de prijswinnen de duiven. De helft van de opbrengst was bes'.emd voor de Thaise weeskinde ren, de andere helft mocht de eigenaar in z'n knip steken. De winnende duif van Sommit Insorm bracht tien mille op - die van de gebroeders Van de Berg ne gen mille terwijl de duif van Cees Hen driks bijna vijfduizend gulden in het laatje bracht. Overigens werd ook voor de vierde aankomende duif, die van Adriaan de Bruin, flink in de buidel ge tast. Zijn duif bracht vier mille op. Stralend Tijdens de feestavond, die bol stond van de heerlijke oosterse hapjes en muzikaal ondersteund werd door een prima stukje muziek, was Sommit Insorm het stralen de middelpunt. Hij kraaide van plezier. In één klap was de man een heleboel geld rijker, te weten tienduizend gulden als winnaar van de race, vijf mille voor de opbrengst van de duif, de zilveren Kings Cup die een bedrag van tiendui zend gulden vertegenwoordigde, een tic ket van Thai Airways voor twee perso nen waar dan ook naar toe, alsmede nóg een paar leuke dingen voor de mens. De bescheiden Sommit kon het allemaal niet zo snel behappen. Een treetje lager stond Peter van Raamsdonk, die Jan en Toon van de Berg vertegenwoordigde en op het onderste treetje stond Cees Hen driks, die alleen maar glunderde. Het Nederlandse tweetal kreeg respectieve lijk ook nog vier en twee duizend gulden als geldprijs mee naar huis alsmede twee fraaie zilveren bekers. Voor de winnaar was er het Thaise volkslied - voor de Nederlanders Het Wilhelmus. Dat Peter van Raamsdonk en Cees Hendriks andere verworvenhe den in huis hebben dan de tekst van ons volkslied werd spoedig duideijk. Maar gelukkig waren er Nederlanders in de feestzaal die het tweetal uit volle borst konden ondersteunden zodat ze niet he lemaal voor „Jan Doedel" stonden. Toen bekend werd dat Nederland ook nog de landenprijs had gewonnen, was het hek compleet van de dam. JAN KRUITHOF Totalen Aan de race van Chiang Mai naar Bang kok (581 km) namen in totaal 338 dui ven deel. Thailand had de meeste dui ven in de strijd, namelijk 159. Neder land was goeie tweede met 97 duiven. Engeland bracht 37 vogels aan de start, Belgie 26. West-Duitsland nam met 11 duiven deel, Amerika met vier, Japan met drie. Canada ook met drie en Au stralië met twee. Frankrijk had er maar een in de strijd. In de uitslag had Nederland tien duiven bij de eerste vijfentwintig - Thailand ook. De landenprijs was voor Oranje. Uitslag: 1. Sommit Insorm (Thailand) 2. Gebrs. Van de Berg (Nederland) 3. C. Hendriks (Nederland) 4. A. de Bruin (Nederland) 5. Nati Tuntimontri (Thailand) 6. J. Rademakers (Nederland) 7. P. van Breugel (Nederland) 8. Eijerkamp en Zonen (Nederland) 9. P. Smith (Engeland) 10. G. Hartog (Nederland) 11. Chaeravamont/Lietaer (België) 12. P. Taker (Engeland) 13. P. Poonpol (Thailand) 14. R. Hermes (West-Duitsland) 15. J. Wright (Engeland) 16. Tivaphornpat (Thailand) 17. Chuledit/Kachornsek (Thailand) 18. G. Janssen (Nederland) 19. Van Heijningen (Nederland) 20. P. Poolpol (Thailand) 21. Pornchokchai (Thailand) 22. Techavichien (Thailand) 23. Chairavanont (Thailand) 24. Eijerkamp en Zonen (Nederland) 25. Kamthornthip (Thailand) 26. Vuthipatrawat (Thailand) 27. P. van de Eijnden (Nederland) 28. Liang Tia (Thailand) 29. Lelaprachakul (Thailand) Van de lijd waarvoor ze zijn ingehuurd, geven leerkrachten slechts 30 procent les. Toch maakt de gemiddelde docent 11 procent overuren per week. Wat voert men uit in die 81 procent van de tijd dat er geen les gegeven, maar wel overgewerkt wordt? Dan wordt er vergaderd, zei een leraar in de actualiteitenrubriek op de radio die hem ondervroeg over hel onderzoeksrapport waarin deze cijfers staan. Aan het rapport is drie jaar gewerkt. Het ministerie van onderwijs had er de opdracht toe gegeven. Zulke antecedenten dwingen respect af. Misschien dat de radioverslaggevel daarom niet doorvroeg toen de leraar zei dat er behalve in vergaderen ook nog veel tijd ging zitten in buitenschoolse activiteiten als daar zijn sportdagen, vakantiekampen en - binnenkort zeer actueel - de voorbereiding van de kerstviering. Daar ligt de oorzaak van het in de rapportage vastgestelde feit dat 25 procent van onze leerkrachten afknapt. De stumpers. Heleentje, schat, ik heb toch zo 'n raar rood waas voor de ogen; ik denk dat ik morgen maar thuis blijf; die natuurwandeling met klas 3 A door het herfstbos kan ik er echt niet meer bij hebben. Dat soort klachten. In een andere actualiteitenrubriek kwam een andere leraar met een andere verklaring voor het grootschalige afknappen. Hij opperde dat de schuld wel eens gezocht zou moeten wcfrden bij het gedrag van i leerlingen. „Dit gedrag", zei hij, „bepaalt in sterke mate of leerkrachten zich al dan niet overbelast voelen". Hier werd, afgaande op eigen ervaringen, de spijker vakkundiger op de kop geraakt. Het begin van net schooljaar 1947. Klas 3 A zag op zijn lesrooster dat de leraar wiskunde een nieuwe was. Meneer P. de Bont. Hij bleek een grauwe man te zijn met holle, diepliggende ogen. Hoe dat kwam, viel al snel te vernemen via de tam-tam die in de mysterieuze jungle van de schoolgemeenschap de nieuwtjes doorseint. Meneer De Bont had gedurende de oorlog in een Duits concentratiekamp gezeten. Nu wilde het geval dat gymnasiasten A toentertijd een boel onhebbelijkheden aangeleerd kregen. De superioriteit waartoe zij geroepen waren, liet zich samenvatten in het volgende, door de leraar Grieks vaak aan klas 3 A voorgehouden zinnetje: „Een gymnasiast lacht niet, een gymnasiast glimlacht slechts". Vanuit dit type arrogantie werden door gymnasiasten A twee vakken volslagen minderwaardig geacht: lichamelijke oefeningen en wiskunde. De leraar lichamelijke oefeningen had al lang in deze situatie berust en ging tijdens zijn lesuren een potje schaken met de concierge, terwijl klas 3 A in de berm van het sportveld met rode oortjes de roman Sil de Strandjutter lag te lezen die toen nog voor jeugdige lezers verboden lectuur was omdat er een tongzoentje in voorkwam dat leidde tot een miraculeuze zwangerschap. Maar wat moest meneer De Bont die, vers uit het concentratiekamp, geacht werd klas 3 A wiskunde bij te brengen? En wat moest klas 3 A met hem? Enkele weken van terreinverkenning leidden tot de volgende strategie. Heintje van Opstal die nog geen gelijkzijdige driehoek van een logaritme wenste te kunnen onderscheiden, nam van thuis een speelgoedpistool mee. Dit richtte hij, toen het proefwerkuur was aangebroken, op meneer De Bont, terwijl hij hem als een volleerde SS'er toebfafte: „Als ik geen tien krijg, schiet ik u dood". De uitwerking was verbluffend. Meneer De Bont zeeg achter zijn lessenaar ineen, moest door de concierge die er zijn potje schaak voor onderbroken had, weggedragen worden en heeft nooit meer wiskunde onderwezen. Afgeknapt. Voetbal is oorlog, zei Rinus Mie hels. Te veel eer. Oorlog, echte oorlog, de totale oorlog, dat is de middelbare school. Bijgevolg zouden leerkrachten erop voorbereid dienen te worden zoals mariniers en commando's worden klaargedrild voor het slagveld. En wie daar, zoals die prins uil het Huis van Van Vollenhoven, niet tegen opgewassen is, die gaat maar tulpebollen pellen. Aldus gestaald, pantserplaat op de ziel, zou de leerkracht zijn natuurlijke vijand, de leerling, tegemoet dienen te treden. En de eerste woorden die hij klas 3 A bij de aanvang van het schooljaar toeblaft, zouden dienen te luiden: „Als er iemand af moet knappen, dan zijn jullie het". Waartoe het leidt wanneer deze aanpak wordt losgelaten, toont de huidige maatschappij. Leerlingen die ongestraft met propjes mogen mikken op hel afknappende hoofd van hun leerkracht, worden studenten. Propjes worden eieren of verjbommen, het hoofd zit op minister Deelman en nadat het journaal de voltreffer breed heeft uitgemeten, zie je Joop van Zijl met een besmuikt lachje van de monitor opkijken. Is het dan gek dat een zwak begaafde onderknuppel met een slechts rudimentaire gave des onderscheids, zo 'n type dal we, toen we mede voor dit doel nog koloniën bezaten, onder Van Heulz of Westerling naar Atjeh afschoven - is het dan gek dat zo'n randgroeprund uit Oss een bommetje gooit in vijandelijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 21