KRUISTOCHT
tegen het paranormale
Steamers
De paragnost hoedt de foto
van Gemt Jao Heijo op
zijn vingertoppen en sluit
zijp Ogen. Hij trilt een
beetje. Na een paar
minuten zegt bij; ^Niets"
Dan baalt hij een bord.
SÉ de beurt v an de letters
„D" en „ET begint te
draaien. „Het is zo klaar
als een klontje^ zegt hij en
beweegt bet boltetje naar
bet woord „Ja" aan de
zijkant >an bet bord.
de paragnost» „zit Hejjfc
bier aan de overkant". De
gesproken. Hij bestaat
echt en meent wat hij zegt
Maar is het ook waar?
Dr. C. de Jager, voorzitter
van de zojuist opgerichte
stichting Skepsis,
betwijfelt het zeer;
„Praktisch alle claims zjjn
En Walter en Ryan van der
Smitte, ex-paranormaal»
e parag
tegenstander van God;
„Hij pikt je ziel in'\
Het paranormale op de
wetenschappelijke en
religieuze korrel.
DEN «AAG/UTRECHT - „Ik be
schikte eenvoudig over een helder
ziende geest". Walter van der Smit-
te zegt het met een gezicht alsof het
een kwaadaardig gezwel betreft. En
zo beschouwt hij wijlen zijn para
normale vermogens ook; als een
gezwel, waarvan hij gelukkig is ge
nezen. Met zijn vrouw, Ryan
Groenendijk, zwaaide hij de scep
ter over het Spiritueel Centrum
Pitjen-Groenendijk in Den Haag,
een magisch brandpunt voor dui
zenden. Walter legde de tarot-kaar-
ten, Ryan magnetiseerde. Maar dat
was vroeger, toen ze nog geen
christen waren.
Walter: „Vanaf mijn vierde jaar zag ik
dingen die ik niet verklaren kon. Ik was
me er natuurlijk niet van bewust dat dat
paranormaal was; ik wist hoe bepaalde
zaken zouden aflopen en zei dat dan ge
woon. Later zocht ik het bewust op,
greep in de boekhandels naar het plankje
met de occulte boeken. Zo kwam ik in
aanraking met de tarot-kaarten en de
astrologie. Het boeide me enorm en ik
kon er direct mee aan de slag. Ik kreeg
zelfvertrouwen en legde voor .zoveel
mensen de kaarten dat het mijn vrije
tijd oversteeg; ik begon een praktijk. Sa
men met Ryan".
Ryan: „Ik woonde naast Walter en deed
allerlei cursussen met natuurgeneeskun
de. Toen ik eens m'n horoscoop liet ma
ken, gaf dat zo'n frappant beeld van wie
ik was, dat ik astrologie ging studeren.
Dat sloot mooi aan bij Walters werk. Sa
men deden we natuurgeneeskunde, din
gen als reflex-zonne-therapie - een soort
acupunctuur met de vingers - kruiden
therapie, magnetiseren, hypnotiseren,
kaartleggen en astrologie".
Walter: „Het stak me een beetje dat ik
gezien werd als een ordinaire toekomst
voorspeller, dus schreef ik een boek over
het verband tussen de tarot-kaarten en
de psychologie en filosofie. En ik begon
cursussen, want iedereen kon het leren,
dacht ik. Het ging immers om een on
derdeel van het collectief onderbewuste.
Tja, dat fungeerde als verzamelnaam
voor alles waar je verder niets van wist".
Ryan: „Het ging bijzonder goed, mag ik
wel zeggen. In onze kaartenbak zaten
1700 adressen, we dreven een schooltje,
deden een cursus in Hilversum, ik zat in
het bestuur van het genootschap voor
astrologie en schreef in allerlei bladen.
Maar het belangrijkste was de praktijk.
We genazen bijvoorbeeld baby's die
door artsen niet meer geholpen konden
worden. Onze cliénten kwamen üit alle
lagen van de bevolking, ook uit rege
ringskringen. We hebben ook wel eens
heel prettige gesprekken gehad met do
minees en voorgangers die bij ons kwa
men, dat het zo mooi was dat God door
ons heen werkte, haha".
Vertrouwen
Ryan: „Ik ben katholiek grootgebracht,
dus ik had wel een godsbesef, al kende ik
de bijbel helemaal niet. Het religieuze
sprak me erg aan. Ik begon naar pro
gramma's van de Evangelische Omroep
te kijken en die lieten me niet meer los.
Het vertrouwen dat die mensen hadden
en de blijdschap die ze uitstraalden. Ik
zei tegen Walter: moet je eens komen
kijken..."
Walter: „Ik keek ernaar en hoorde die
mensen, hoe Jezus Christus in hun leven
was gekomen en ik dacht: moet dat nu
zo? Ik vroeg me af of hun verhalen wel
echt waren. Maar het liet me niet onbe
roerd".
Ryan: „Toen begon ik voor het eerst aan
ZATERDAG 7 NOVEMBER 19
Walter en Ryan van der Smitte, ex-paranormaal, zien achter de paragnost de tegenstander van God: „Hij pikt je ziel i
FOTO: MILAN KONVALINKA
ons werk te twijfelen. We deden dan wel
niet aan zwarte magie - we riepen geen
doden op en deden niet aan hekserij -
maar we vertrouwden wel op onszelf,
niet op God".
Walter: „We waren op zoek naar God en
we konden Hem via ons werk niet berei
ken en niet naar Hem verwijzen. We
wisten dat we onze cliënten afhankelijk
maakten; ze moesten keer op keer terug
komen om te vragen hoe ze verder
moesten".
Ryan: „We kwamen via de EO in con
tact met een christelijke gemeente, waar
we goed werden ontvangen. Dat is nu
een half jaar geleden".
Walter: „Men oefende geen enkele druk
op ons uit. De voorganger zei gewoon
steeds: laten we kijken wat de bijbel er
van zegt".
Ryan: „We zijn naar huis gegaan, heb
ben gebeden en wilden het verder zelf
ontdekken. Onder geen beding wilden
we ons iets laten aanpraten. En we wil
den niet met onze twijfels naar buiten
treden, voordat we zeker wisten dat we
Gods bedoeling kenden. We wilden niet
alles wat we in tien jaar hadden opge
bouwd opgeven voor een bevlieging".
Walter: „We zijn in verschillende kerken
wezen kijken, hebben met verschillende
dominees gesproken. Dat heeft een paar
maanden geduurd; maanden vol slapelo
ze nachten en strijd. Op een vrijdag na
men we de beslissing: we begonnen ons
leven met God. We waren opgelucht,
voelden ons verlost. Ryan: „We konden
geen dag meer doorgaan met ons werk".
Walter: „Maar op maandag stonden de
mensen weer voor de deur, we hadden
een agenda vol afspraken. Ryan ontving
de mensen aan de deur en vertelde wat
er gebeurd was, ik belde de overige af
spraken af. Dat ging niet zomaar, we
hielden hele consulten. Sommige men
sen waren blij en gaven bloemen. Ja,
heel vreemd. Een astrologe zei: dat
moeten we vieren met een etentje, maar
zelf hield ze er niet mee op. Anderen wa
ren verbijsterd. Teleurgesteld. Maar als
je ervan overtuigd bent dat het niet goed
is, kun je er niet mee doorgaan. Het gaat
er tenslotte niet om wat de mensen den
ken".
Ryan: „Het klinkt misschien hard, maar
wij zijn tot de ontdekking gekomen dat
ons werk uit de Satan was, niet uit God.
Satan geneest je lichaam, maar hij pikt
je ziel in. Wij werden misleid en we mis
leidden de mensen die bij ons kwamen".
Walter: „Je kunt het in het paranormale
wereldje over God hebben, je kunt een
bijbel in je spreekkamer neerleggen en
zelfs een kruis ophangen, maar de naam
Jezus Christus roept een enorme weer
stand op. Want Hij is de enige weg naar
de Vader. Het paranormale biedt geen
oplossing. Je wordt geleefd door het me
dium dat je zelf opgeroepen hebt. Wij
bogen onszelf ook over de kaarten, ver
standig denken was er voor mij niet
meer bij".
Schade
Toen het damesblad Libelle zijn lezers
in een Utrechtse wijk liet meedraaien in
een „paranormaal" experiment, ver
spreidden christenen daar exemplaren
van „hun" Uitdaging, een krant die een
special uitbracht over (of liever: tegen)
het occultisme. Hans Pruis, hoofdredac
teur van Uitdaging: „Wij willen beslist
niet ontkennen dat er door paranormaal
begaafde mensen genezingen plaatsvin
Dr. C. de Jager, voorzitter van de zojuist opgerichte stichting Skepsis, meent:
„Praktisch alle claims zijn doorgeprikt".
FOTO: DIJKSTRA
den. Maar wij geloven dat het schade
toebrengt aan de totale mens. In de eer
ste plaats verhindert het een leven in
geestelijke harmonie, waardoor er een
dreiging van uitgaat die mensen soms
zelfs drijft tot zelfmoord. Bovendien ra
ken mensen er nog verder door verwij
derd van de liefde van God".
Pruis is meer beducht voor bewegingen
als het holisme en de New Age dan voor
de zwarte magie. De Satanskerk oefent
geen grote aantrekkingskracht uit, maar
de bewegingen die een nieuw tijdperk op
aarde beloven, bedienen zich van nogal
wervende' pseudo-christelijke termen.
„Je komt er waardevolle elementen in
tegen, zoals de zorg voor het milieu,
maar het staat op een ander fundament.
Het sluit aan bij de moderne theologi
sche trend die verwacht dat het heil hier
op aarde verwezenlijkt zal worden. In
veel kerken wordt ook ontkend dat je
verloren kunt gaan: God aanvaardt ie
dereen, zegt men en daarmee schakelt
men de tegenstander en het kwade uit.
Terwijl de bijbel toch heel duidelijk is
over de herkomst van waarzeggerij, to
venarij en dergelijke".
Stel dat de paragnost die zegt te weten
waar Heijn zich bevindt naar Pruis had
gebeld, wat had hij dan gezegd? „Ik zou
zeggen: u kunt niet bij mij terecht. Ik
zou het ontzettend moeilijk vinden, de
verleiding zou groot zijn, maar nee, ik
zou er niet op ingaan. Ook niet als het
mijn eigen dochtertje betrof. Als die
man via Satans invalshoek iets bekend
wil maken, dan vertrouw ik erop dat
God met zijn grotere macht toch een be
tere oplossing heeft. Maar ik hoop niet
dat ik ooit voor zo'n .keus geplaatst
word".
W etenschappeli jk
Verzet tegen het paranormale komt, pa
radoxaal genoeg, niet alleen van ortho
dox-christelijke zijde. Ook binnen het
Humanistisch Verbond bestaan er de
nodige reserves, al voeren die niet tot
dezelfde gloedvolle afwijzing. De huma
nisten houden het op sceptisch onder
zoek. Woordvoerster Ingrid Cramer:
„Wij zijn aangesloten bij de internatio
nale humanistische organisatie en die
heeft, via de grote Amerikaanse afdeling,
de hand gehad in de oprichting van SCI-
COP, het comité dat beweringen over
het paranormale wetenschappelijk toetst.
SCICOP kun je dus beschouwen als een
volle nicht van ons".
De betrokkenheid bij SCICOP wil echter
niet zeggen dat het humanisme per defi
nitie afwijzend tegenover het paranor
male staat. „Er zijn ook humanisten die
geloven in allerlei paranormale ver
schijnselen", zegt Cramer. „Maar dat be
tekent niet meer dan dat ze die ver
schijnselen accepteren. Daar komt niet
een heel geloof bij kijken, met seinen uit
het hiernamaals, reïncarnatie en dergelij
ke. Dat zou ook nauwelijks te combine
ren zijn met het humanisme".
Sinds verleden week is Nederland ver
rijkt met een afdeling van SCICOP, de
stichting Skepsis, die overigens niets te
maken heeft met het Humanistisch Ver
bond. Wetenschap, daar gaat het om.
Voorzitter is de emeritus hoogleraar
astronomie dr. C. de Jager. Een uiterst
beminnelijke man, woonachtig in het
oude pand van het KNMI in het cen
trum van Utrecht, naast de historische
sterrenwacht. Geen strijdlustig type.
Vriendelijk legt hij uit dat het gaat om
de toetsing van paranormale claims en
niet om een kruistocht tegen het kwade.
Niet dat hij waarzeggers, lepelbuigers,
pendelaars en andere paranormalen veel
kans geeft, maar dat persoonlijk onge
loof van hem mag niet verward worden
met wetenschappelijke onbevangenheid.
In dat kader zou hij graag eens een on
derzoek doen naar het wel heel abnor
male optreden van geesten in Utrecht
die tijdens een spiritistische seance wei
gerden tot bedaren te komen en zelfs
van de gewaarschuwde politie-agenten
niet onder de indruk kwamen.
„Vreemd", noemt De Jager dit geestes-
optreden en meer zegt hij er niet over.
Kritisch
De Jager leest het SCICOP-blad The
Skeptical Inquirer (de sceptische onder
zoeker) al jaren met plezier. „Onlangs
stond er nog het verhaal in van een Ja
panse piloot die beweerde urenlang ach
tervolgd te zijn door een UFO. Nou, dat
was dus de planeet Jupiter. Zo zie je
maar dat je ook beweringen van mensen
met een zekere autoriteit, zoals piloten,
altijd kritisch moet onderzoeken".
De oud-hoogleraar kan zich nietj herin
neren dat ooit een claim (van vliegende
schotels, buigende lepels, genezende han
den of wat dan ook) de wetenschappelij
ke toets heeft kunnen doorstaan. Alje ge
vallen die in The Skeptical Inquirer te
gen het licht werden gehouden, bleken
nep te zijn. „Praktisch alle claims zijp
doorgeprikt. Van Uri Geiler, de lepelbui-
ger, hebben we foto's gepubliceerd waar
op duidelijk te zien is dat hij niet meer
dan een handige goochelaar is; hij heeft
altijd een krom lepeltje verborgen in zijn
hand, dat in de plaats komt van het
rechte exemplaar. Tja, daar verdient hij
goed mee. En ik herinner me het geval
van een Franse astroloog die een ver
band had geconstateerd tussen de presta
ties van topsporters en hun sterrenbeeld.
Maar toen wij een soortgelijk onderzoek
uitvoerden, bleek er geen enkel verband
tussen sportprestaties en sterrenbeelden
te bestaan. De Fransman had gewoon
een te kleine groep onderzocht en werd
het slachtoffer van een statistische toe
valligheid".
Over zaken of krachten die niet waar
neembaar zijn, wil De Jager geen uit
spraak doen. Het geloof in God, Allah of
Boeddha valt niet wetenschappelijk te
toetsen. Het rondvliegen van boze gees
ten kan hij bevestigen noch ontkennen.
Maar zodra mensen beweren dat glazen
over tafels lopen ómdat de doden zich
manifesteren, komt De Jager in bewe
ging. „Kan men dat wonder nog eens
herhalen en aantonen dat het inderdaad
feesten zijn die de glazen laten lopen?
in als een beeld begint te huilen, waar
komen dan de druppels vandaan?"
Iedere paranormale mens die geen op
lichter is, kan nauwelijks bezwaar heb
ben tegen onderzoek door De Jager en
consorten. Maar erg bemoedigend zijn
zijn ervaringen niet. „Ik ben wel eens ge
beld door een of andere astroloog die
aanbood mijn horoscoop te trekken.
Dat leek me niet zo'n goed plan; een sta
tistiek van één persoon is niet al te be
trouwbaar. Daarom heb ik toen het vol
gende tegenvoorstel gedaan: ik verschaf
u de geboortedata van twintig personen
die u niet kent.
U trekt van hen de horoscoop. Vervol
gens leggen we de horoscopen voor aan
de groep van twintig met de vraag de
juiste horoscoop bij de juiste persoon te
bezorgen. De man wilde er niet op in
gaan, terwijl een groep van twintig sta
tistisch gezien eigenlijk nog veel te klein
is".
De Jager, die moeiteloos meer voorbeel
den kan geven van falende paranorma
len, gaat er van uit dat het enthousiasme
voor „het zwarte gat" voortkomt uit de
behoefte aan geheimzinnigheid en mys
tiek die bij mensen leeft. Na de aftocht
van het christendom nemen de mensen
nu hun toevlucht tot „een ander geloof',
aldus De Jager. De oud-hoogleraar gaat
daar met volle overtuiging tegenin: „Ik
wil meewerken aan een nuchterder en
juister wereldbeeld bij het grote pu
bliek".
STEVO AKKERMAN
door Bert van Velzen
LONDEN - Het wordt hier almaar
gevaarlijker. De nieuwste uit Amerika\
overgewaaide plaag krijgt een
schrikwekkend karakter. Wij bedoelen
„steaming", een terreur die van de j
verpauperde Amerikaanse
binnensteden, waar zij werd verzonnen
door werkloze zwarte jongeren, naar 1
Engeland is gekomen.
Brutale boefjes van nauwelijks twaalf
jaar overvallen nu mensen in hun
eigen huis. Benden van wel twintig
knapen bellen of kloppen bij je aan.
Open je de voordeur, dan duwen ze je,
hardhandig opzij en stormen met z'n
allen naar binnen. Enkele leden van dé,
troep houden je met akelige messen in
bedwang. Vóór je een kreet kunt
slaken, rennen al die jongens weer de
deur uit, de armen gevula met dingen
uit je huishouden die ze hebben gepikt.
Ze stelen letterlijk alles wat los ligt.
Het is zó gebeurd. De deur slaat dicht
en daar sta je dan, een stuk armer en
met de daver op het lijf. Je zegt tegen
je vrouw: „Gelukkig leven we nog en
hebben ze ons niet gemarteld".
Sommige indringers snijden met hun
messen een van je oren, een vinger of\
een van je tenen af Wat baat het de
politie erbij te roepen, want die staat
toch machteloos! De macht van
„steamers" schuilt in hun getalssterkte.
Tegen hun numerieke overwicht kun je
niets beginnen. Eens de misdaad
gepleegd, doen ze hun buit zo snel
mogelijk van de hand, waarna de
opbrengst .eerlijk" wordt gedeeld.
De benaming „steaming" is afgeleid
van „to steam in", een volkse
uitdrukking die geregeld wordt
gebruikt in Oost-Londen en net zoals j
deze terreur uit Amerika komt. Ze
betekent: erop afstormen - vroeger om
een partijtje te knokken, vandaag de
dag om mensen te beroven, op straat,
in hun eigen huis, in winkels.
Woningen worden gesteamd in de late\
avond. De slachtoffers zijn meestal
bejaarden of alleenstaanden in buurten
met verwaarloosde gemeentewoningen.
De roversbenden dragen zonderlinge
namen, zoals Killermen (De Doders)
en Sharptooth (Scherpe Tand). Hun
leden zijn meestal niet jonger dan
veertien maar ook niet ouaer dan
achttien jaar.
Tot nu toe doet het verschijnsel
„steaming" zich vrijwel alleen voor in
Zuid- en Oost-Londen, waar dergelijke
benden hele buurten terroriseren. Maar
Scotland Yard vreest dat de plaag zich1
zal uitbreiden tot andere delen van
Groot Londen.
Kortgeleden werd aan boord van een
late metrotrein in West-Londen een
aantal mannen en vrouwen door
steamers beroofd van geld en juwelen.
De jeugdige rovers kwamen van
concerten die in de zaal Odeon van
Hammersmith waren gegeven door
„rapper" L.L. Cool J., een grote ster
uit de wereld van de Amerikaanse
popmuziek. Zij renden door de
rijdende trein en in 't voorbijgaan
rukten zij halssnoeren af en eisten
portefeuilles, portemonnees, ringen en
horloges op. Vermoed wordt dat een
van de daders nauwelijks twaalf jaar
was, maar de slachtoffers konden niets
doen.
Superintendent Tony Stopari van het
speciale politiekorps van het Britse
openbare vervoer geeft trouwens
iedereen de raad in een dergelijk geval
geen weerstand te bieden en vooral niet
aan de noodrem te trekken, want dan
komt de trein tot stilstand in een van
de nauwe tunnels en wordt het nog
erger.
„Geef hen je geld maar", zegt Stopari,
„en kijk goea uit je doppen, want na
een dergelijke overval hebben wij
dringend behoefte aan haarscherpe
signalementen". Sommige steamers
deinzen er niet voor terug hun
slachtoffers te lijf te gaan in Londense
metrostations. Terwijl deze reizigers
zich niets vermoedend op het hoogste
punt van de roltrap bevinden, schoppen
zij hen onverwacht naar beneden. Daar
staan enkele handlangers klaar om
hen vast te grijpen en te beroven.
Dit soort incidenten doet zich
tegenwoordig vrij geregeld voor in het
West End dat door bijna alle
buitenlandse bezoekers als het enige
ware Londen wordt beschouwd. Een
metroreiziger die daar in de klauwen
van vijftien streamers belandde, kreeg
een goed pak slaag en werd beroofd
van vijftien pond, al het geld dat hij op
zak had.
Met bebloed gezicht sukkelde deze
man naar een ziekenhuis om zich te
laten verzorgen. Dichtbij de ingang
werd hij opnieuw overvallen door een
andere jeugdige bende, die hem
snijwonden toebracht met een
vlijmscherp Stanley-mes.
'CcidócSouAOtit'