JOOP
ZOETEMELK
dienaar
van de
wieler
sport
7
finale
Scheids
'CöidócSoutmit
Steenpuist
Rentree
Doping
Vanagt
Proces
ZATERDAG 31 OKTOBER m
door Frank Werkman
Paul Breilner, de Duitse ex-
international, orakelde vorige week dcP(
oud-profs na hun carrière zouden moet.
worden ingeschakeld als scheidsrechter
Voormalige voetballers beoordelen
bepaalde situaties beter dan de -•
tegenwoordige fluitisten, was de
strekking van zijn betoog.
Breitners theorie klopt niet helemaal.
Want net zoals de huidige arbiters f
mentaal, qua overwicht en uitstraling
verschillen en slechts zijn te herkennen^
aan hun oogkleppen onderscheiden
vroegere beroepsspelers zich van el kaai)
Zo zal een gepensioneerde doelman b\t\
een botsing tussen een collega-keeper <fli
een aanvaller toch vooral uitgaan van
zijn eigen belevenissen. En omgekeerdi
zal de oud-spits geneigd zijn op grond\
van zijn ervaring een oordeel te vellen.i
Daar beginnen de problemen dus al.
door Breitner veronderstelde, grotere
duidelijkheid zal een illusie blijken,
zal slechts worden gediend bij het
afschaffen van de buitenspelregel.
Er zijn meer minpunten. Van
tegenwoordige fluitisten mag op grom
van UEFA en FIFA-voorschriften een r
bepaalde lichamelijke fitheid worden 1
geëist. En wat die - in veler ogen
minimale - eisen al voor obstakels fi
opwerpen voor de doorsnee arbiter is aie
het begin van dit seizoen in Nederland[e
gebleken. Een topper als Jan Keizer it'
moest een herexamen doen en een ie
modale blazer als Egbert Mulder moet
zelfs drie weken zijn auto laten staan (li
de test met goed gevolg te doorstaan, 'i
Conclusie: een scheidsrechter moet eertj
beetje conditie hebben.
Daar wringt nu de schoen. Want n
aftrainen mag dan in de sportwereld
inmiddels een ingeburgerd begrip zijnj
voetballers lijken daar geen boodschap
aan te hebben. Een uitzondering
daargelaten storten ze zich na hun c
afscheid op de geneugten van het leven*
en het liefst een trainersbaantje. En d&;
lichaamsomvang is dan binnen de k
kortste keren omgekeerd evenredig aai
hun fysieke staat. j.,
Willem van Hanegem verklaarde al
jaren vóór hij zijn voetbalplunje vervir
door een lange duffelse jas dat hij de
conditie had van een wijkagent. Dat
bezorgde de tegenwoordig als praatpai
in de Galgenwaard actieve oud
middenvelder naast veel kritiek van de
dienaren van de Hermandad ook voorfe
eeuwig een etiket. Met het gros van zij
betaalde collega's was Van Hanegem
vanaf dat moment een sportman met
matige fysieke staat en daarmee volled
ongeschikt als kandidaat-scheidsrechte
Want wijkagenten hebben zoals beken
een nóg mindere conditie dan een i<
afdelings-scheidsrechter. ji
Van Hanegem heeft de uiterlijkheden
van lichamelijk verval nog redelijk
binnen de perken kunnen houden.
Misschien ziet De Kromme kans dankx
zij zijn karakteristieke houding een
eventuele uitholling rond het middenm
camoufleren. Daarin zal zijn ex- |l
Feyenoordcollega Wim Jansen nimmer
meer slagen. De tegenwoordig bij v
Lokeren als trainer actieve oud-
middenvelder is sinds hij met topvoetoL
is gestopt dermate uitgedijd dat hij bij\
een wandelend exemplaar van een
Mona-toetje is geworden.
Paul Breitner, in West-Duitsland nog
immer als een soort voetbalgoeroe
beschouwd maar even veelvuldig
versleten voor salon-socialist pur sang,
heeft meer zaken over het hoofd gezien
De vroegere vedette van Bayern
München. wiens linkse sympathieën inJ
de praktijk doorgaans slechts waren
terug te vinden in zijn veldpositie als
vleugelverdediger en middenvelder, gaiij
ook voorbij aan het leeftijdsprobleem, j
In het betaalde voetbal is de laatste jarl
een tendens waar te nemen dat de pron
steeds langer actief zijn. Arnold Mühra
(36), Willy van de Kerkhof (36) Frans s
Thijssen (35) en Martin Haar (36) zijn]
de levende bewijzen voor die trend,
waarvoor mannen als Jan Jongbloed r
(gestopt als 41-jarige), Chris Dekker (i\
en Louis van Gaal (36) de bouwstenen j
legden.
Wil Breitner nu dat dit soort
voetbalbeiaarden voor jong bloed zorgt]
de scheiasrechters-aderen? De gewezenI
linksback, die in bierstad München ooi
zijn imago van excentriekeling in stam
hield met een glas goede wijn en j
Davidoff-sigaren, doelt wellicht op joni
stoppende profs. Maar dat zijn nu juisll
vaak de mindere spelers, die het niveau
der fluitisten nauwelijks zullen doen
stijgen. Ach, voormalig enfant terrible j
Breitner zaLwel verlegen hebben gezetj
om een onderwerp voor zijn column in\
Bildzeiting.
Om zijn suggestie nog enigszins van ek
doordenksausje te voorzien, hield J
Breitner zijn eigen voorstel nog wel te&
het licht. En Breitner zou Breitner niell
zijn als daarbij het financiële aspect m
vergeten. Scheidsrechters krijgen, vindll
Breitner, een te lage vergoeding om heli
fluiten aantrekkelijk te maken voor oui
profvoetballers. Bovendien moeten ze tl
laag beginnen en daartoe zijn oud-
toppers natuurlijk niet bereid.
Overigens nog los van deze bezwaren, ij
zie figuren als Pattinama, Loggie en J
Kraay (jr) nog geen kaart trekken. Ze
hebben er zelf te veel voorgehouden
gekregen. En verzamelaars zijn geen j
uitdelers tenslotte.
En Breitner zelf? Die wordt hierbij
slechts teruggefloten.
Of om in zijn politieke termen te
spreken: rood voor Breitner.
DEN HAAG - Gerardus Joseph
Zoetemelk (40) was in zijn wieler
leven vooral dienaar van de sport
en de Tour de France in het bij
zonder. Hij fietste met liefde, an
ders had hij het harde leven op
twee wielen nooit vijfentwintig jaar
volgehouden. Morgen rijdt hij in
Tilburg zijn laatste koers op de
weg. Aan een half miljoen kilome
ters voegt Joop er nog tachtig toe.
Mogelijk volgt er nog één overwin
ning, nog één boeket, nog één hul
diging en dan is het afgelopen.
Wat begon als training voor schaatsen
was al snel het clubkampioenschap wiel
rennen van Nederland met Swift Leiden.
Nog eerder was de Nederlandse titel vel
drijden bij de nieuwelingen de inleiding
voor de imposante erelijst van Neder
lands beste wielrenner aller tijden. Joop
Zoetemelk was olympisch kampioen,
won de Tour de l'Avenir, zegevierde in
Parijs-Nice en vele andere etappekoer
sen, eigende zich de Tour de France en
de Vuelta d'F.spagne toe, pakte vier klas
siekers en veroverde tenslotte ook de
wereldtitel.
Spitsmuis, wieltjeszuiger, eeuwige twee
de en Poupou van Nederland, profiteur,
pakker, stinkerd, voorbeeld, meester, lie
veling, voortrekker, grootste, Jopie-Jopie
en tenslotte eenvoudig en krachtig: Joop.
Weinig sportlieden mochten zich in zo]n
populariteit verheugen als Zoetemelk in
de jaren tachtig. De massa koesterde het
idool, vergaf hem onmiddellijk zijn fou
ten. Ómdat hij altijd kwam opdagen, al
tijd zijn best deed, zelden anderen na
wees en zijn talenten cultiveerde met
een ongeëvenaarde beroepsernst.
Achttien jaar was Joop professional. Hij
had de pech de overstap van amateur
naar prof te maken op het hoogtepunt
van het „Merckxisme", de periode van
de in die tijd ongenaakbare Belg Eddy
Merckx. Vrijwel direct daarna kwam de
„Hinausse", de periode van de niet min
der sterke Bernard Hinault. Deze ver
schijnselen legden een schaduw over
Zoetemelks erelijst. Zes keer tweede in
de Tour. Twee jaar na zijn debuut als
beroeps werd hem eens gevraagd, waar
om hij Merckx nooit eens aanviel. Zijn
droge antwoord luidde: „Je kunt als Daf
je nooit een Ferrari voorbij".
Joop Zoetemelk zocht voorzichtig zijn
weg in het métier onder het mom: „Eens
komt mijn tijd". Hij klampte zich vast
aan een voorspelling van dokter John
Rolink. Als 18-jarige amateur liet hij
zich keuren door de clubarts van Ajax.
„Je hebt het lichaam voor een lange car
rière", stelde Rolink, „maar je moet zui
nig met je lijf omspringen".
Die raad nam hij ter harte. Desondanks
kreeg Joop tijdens de Tour de France
van 1973 last van een steenpuist op zijn
billen. Hij weigerde af te stappen. De
pijn werd verzacht met een paardemid-
del. Zijn schoonvader Jacques Duchaus-
soy kocht elke ochtend in alle vroegte bij
de lokale slager een kalfsbiefstuk of een
entrecote van de hoogste kwaliteit. Het
rauwe vlees werd in de koersbroek van
Joop gelegd. Een week lang was aan het
einde van de etappe de eerste vraag van
Nederlandse journalisten: „Heb je hem
nog Joop?". „Ja", bromde hij dan. Wie
het niet geloofde mocht het voelen.
Voor de bewijsvoering draaide Joop zich
om en ging een beetje krom staan.
In 1974 leek Zoetemelk persoonlijk een
einde te maken aan Merckx' kannibalis
me. De „Zwarte van Tervuren" kreeg
grijze haren van de nederlagen in het
voorjaar. In Parijs-Nice, de Catalaanse
Week en de Ronde van Romandiè was
de Nederlander bergop en in de tijdrit
ten grootmeesterlijk. Het doorstoten in
de Tour was een kwestie van tijd. Op
het ogenblik dat Jacques Goddet de
startvlag liet zakken, lag Zoetemelk voor
dood in het ziekenhuis. Op 22 mei bot
ste hij in het Zuidfranse Valras-Plage in
volle sprint op het autootje van een En
gelse toeriste. Met een euforistisch ge:
voel van ononverwinnelijkheid had hij
zich gemengd in een massasprint aan het
eind van de eerste etappe van de Midi
Libre. Met de neus op het stuur stormde
hij op de finish af. Plotseling stond daar
die Mini. Tien renners kwakten op een
hoop. Zoetemelk was zwaar gewond met
een breuk van het rotsbeen. Na een fou
tieve diagnose in het ziekenhuis van Bé-
ziers vocht hij in Suresnes bij Parijs da
genlang tegen de dood. Om de dne uur
werd hem penicilline toegediend. Na een
week zei de dokter tegen Joops vrouw
Francoise: „Zijn leven is gered, maar hij
zal nooit meer iets op de racefiets te zoe
ken hebben".
In maart van 1975 won Zoetemelk op
nieuw Parijs-Nice. Het was een overwin
X.t*
ning op de medici en op zichzelf. Ander
maal maande een medicus hem tot
voorzichtigheid. Zijn vriend en lijfarts
dokter Fuchs zei: „Denk niet dat je snel
tot de wereldtop behoort. Door de mil
joenen eenheden penicilline beschik je
pas over vijf jaar weer over je volledige
fysieke mogelijkheden". Zijn rentree in
de Tour was daarom slechts gedeeltelijk
succesvol. Hij won een etappe, maar
toonde te weinig regelmaat voor de
strijd om de gele trui.
In het wereldkampioenschap van dat
jaar had Zoetemelk een superdag. Als
die titelstrijd niet in België was geweest,
had hij, in plaats van Hennie Kuiper, de
titel kunnen winnen. In Yvoir begon de
hetze tegen de „wieltjeszuiger" al met
een (vals) bomalarm in het hotel. Waar
Joop Zoetemelk kwam klonk boegeroep
van Merckx-supporters, sommigen lan
ceerden een fluim in zijn richting. Velen
hadden stenen klaarliggen voor het geval
Zoetemelk op de wereldtitel mocht af
gaan. Later gnuifde Zoetemelk: „Ik heb
er best wel plezier om dat juist in Yvoir
een Hollander wereldkampioen werd".
Zijn impopulariteit in België deed Zoete
melk wel wat. Hij liet het nooit zo mer
ken, maar onder zijn uiterlijke kalmte
ging in de eerste jaren hypernervositeit
schuil. Zijn persoonlijke genoegdoening
kwam in het voorjaar van 1976. Vijftig
kilometer voor het einde van de Waalse
Pijl, op Merckx' lievelings-Arden Stoc-
keu, demarreerde Zoetemelk uit de kop
groep bestaande uit het Belgische super
trio Verbeeck-Maertens-Merckx. Zoete
melk was die dag niet te houden en ging
Spitsmuis,
wieltjes
zuiger,
eeuwige
tweede,
profiteur,
voorbeeld
en Jopie-
Jopie
met een minuut voorsprong onder de
rode driehoek, die de laatste kilometer
aangaf, door. Vijfhonderd meter voor de
streep leidde een politieman Zoetemelk
zomaar van het parkoers af. Joop be
merkte de „vergissing" tijdig, draaide
om en ging toch nog als winnaar over de
streep. Het was die dag aan de finish
doodstil
Dat jaar liet Zoetemelk de overwinning
in de Tour liggen. Hij won op Alpe-
d'Huez, Montgenèvre en de Puy de
Dome, maar liet Lucien van Impe ont
snappen op weg naar Pla-d'Adet. Zoete
melk had weer last van een steenpuist.
Voordat dit bekend werd was de beslis
sing al gevallen, op de Pyr'enée Portillon.
„Als je niet onmiddellijk demarreert,
ben je ontslagen Lucien", bralde ploeg
leider Cyrille Guimard tegen Van Impe.
De kleine Belg vertrok. „Zou je niet ach
ter Van Impe aangaan, Joop?", vroeg
ploegleider Louis Caput Zoetemelk.
„Het is nog vroeg, hè", antwoordde
deze. Het was echter te laat.
In 1977 werd Zoetemelk in de Tour op
doping betrapt. „Ik ben geflikt", veron
derstelde hij. Mogelijk was hij slachtof
fer van een complot rond Bernard The-
venet, die inderdaad ging winnen. De
Fransman bekende later zelf zo vol
drugs te hebben gezeten, dat hij het jaar
erna niet vooruit te branden was. In
1979 bleek Zoetemelk andermaal posi
tief. Zijn lijfarts dr. Fuchs had hem een
kunstmatig aangemaakt hormoonprepa
raat gegeven tegen de vermagering. De
zenuwslopende duels tegen Bernard Hi
nault knaagden aan zijn fysieke weer
stand. Joop zat in Les Menuires vier kilo
onder zijn vorm gewicht. Aan de doping
controles in die Tour zat een luchtje.
Verschillende urinestalen raakten zoek
bij het transport naar het laboratorium.
De Nederlander revancheerde zich beide
keren n\et overwinningen in de najaars-
klassieker Grote Herfstprijs.
Zoetemelks populariteit werd enorm
vergroot toen hij voor 1980 de aanbie
ding van Peter Post accepteerde. De
Amstelveense ploegleider had intussen
een van de sterkste formaties opge
bouwd, maar miste nog een kandidaat-
Tourwinnaar. Premier van Agt voorspel
de het hardop in de ministerraad: „Dit
jaar wint onze Joop de Tour". Post ver
baasde zich over Zoetemelks beroeps
ernst én diens „windvermogen". In „In
de hoofdrol" van Mies Bouwman vertel
de Post voor televisie: „Joop kan win
den laten enorm".
In noodweer tijdens de vlakke aanloop
naar de bergen werd in de Tour van '80
door de ploeg zo'n moordend tempo
aangehouden dat de knie van Hinault
het begaf. Zoetemelk nam de trui over,
won twee tijdritten en zegevierde met
overmacht. Zijn plezier werd vergald
toen de oude Tour-baas Goddet in
Saint-Etienne een lelijk stukje over hem
schreef. „Allez les vers" (Vooruit wor
men) was de kop van het artikel, waarin
Goddet verwees naar de laboratoria die
het plasje van de gele-truidrager nog
moesten goedkeuren. Bij de huldiging in
Parijs gaf Joop een harde klets tegen de
uitgestoken hand van Goddet.
Bij zijn tiende start won Zoetemelk ein
delijk zijn wedstrijd, de Tour. Eerder al
had hij voor 1982 zijn afscheid voor
zien. In 1981 was daar alle reden toe. In
de Dauphiné Libére fietste hij met de
bezemwagen op zijn hielen de Mont
Ventoux op. Deze vernederende erva
ring was, naar later bleek, een gevolg
van een lange rustperiode volgend op de
turbulente periode na zijn Tourzege.
Zoetemelk lag er trouwens niet van wak
ker. Hij leefde al lang volgens een stel
ling van de Britse schrijver Rudyard
Kippling, winnaar van de Nobelprijs
Letterkunde in 1907: „Iemand is pas een
man als hij de nederlaag net zo ervaart
als de overwinning". Zoetemelk vulde
het zo in: „Ik ga elke dag om tien uur
naar bed, om vijf over tien slaap ik," of
ik nu gewonnen heb of verloren".
wubbo
Hoe meer 1982 naderde, hoe minder
Joop Zoetemelk trek had in stoppen. De
vorm kwam terug. „Ik kan nog goed
meekomen, dus waarom zou ik?". Het
doorgaan tot en met zijn veertigste le
verde hem nog aanzien, geld, een klas
sieker en de wereldtitel op. Zijn optre
den deed de wielersport veel goed. De
verfranste Nederlander deed weliswaar
zelden gespierde uitspraken al waS hij
soms erg komisch. In 1985 werd hem ge
vraagd of hij zin had in een televisiepro
gramma samen met ruimtevaarder
Wubbo Ockels. „Wubbo wie?", vroeg hij
droog.
De man die zich alleen om zijn fiets leek
te bekommeren was ook een tijger met
scherpe klauwen als het om aangedaan
onrecht ging. Zijn klacht tegen het zie
kenhuis in Béziers werd na vier en een
half jaar niet ontvankelijk verklaard,
omdat medici verwezen naar nieuwe
wielersuccessen. Het proces tegen de So-
ciété du Tour de France en de Wereld-
wielrenunie na een dopingaffaire in de
Tour van 1983 won hij in hoger beroep.
Het gevolg was dat drie jaar lang in de
Tour geen enkele coureur meer op do
ping werd betrapt.
Jekiel, secretaris-generaal van de UCI,
moest bijna overgeven toen hij Zoete
melk in Italië wereldkampioen zag
worden. De Pool stelde voor hem de
regenboogtrui niet te geven. „Dat is toch
die kerel die tegen ons procedeert?".
Hein Verbruggen, de Nederlandse voor
zitter van de profsectie, stelde Joop voor
het proces in te trekken, omdat het een
goed moment was. „Nooit", sprak Joop
.gedecideerd. „Ik sta in mijn recht".
Dit doorzetten kostte hem dit jaar bijna
de start in het wereldkampioenschap.
Met zijn advocaat behaalde hij ook die
overwinning. Zonder de pet van de vak
bondsman te dragen deed Zoetemelk
veel vdor andere coureurs. Mede daar
om werd hem in het vooijaar de over
winning in de Amstel Goldrace van har
te gegund. Zijn eerste reactie was stan-.
daard: „PfïF'.
LEO VAN DE RUIT