Sovjet-economie van NEP tot perestroika
finale'
Verouderd
Sovjet-
management
moet wijken
voor
efficiency
Gorbatsjov
kan op
vakbonden
rekenen
'£eictöe Qowuvnt
19 8 5
NOG TOT 22 NOVEMBER HAAGS GEMEENTEMUSEUM
ZATERDAG 31 OKTOBER 1987
Dezer dagen is het
zeventig jaar geleden
dat in Rusland de
Oktoberrevolutie
uitbrak. In een serie
artikelen gaat
verslaggever Leo van
Vlijmen na wat er
van de
verwachtingen van
toen is uitgekomen
en hoe de Sovjetunie
dezer dagen met de
problemen omgaat.
n j| ÏOSKOU - Aan het jammerlijke
or, ianbod in de winkels is perestroika
'lm et zo min af te lezen als aan de
:jn og steeds lange wachttijden op de
liegvelden of de onbeschoftheid
vfl^aarmee Moskouse taxichauffeurs
un passagiers behandelen. De
ombouw" blijft echter niet alleen
en oor buitenlanders verborgen. Ook
e arbeiders van de Zil-autofabriek
onden enkele maanden geleden
ij een bezoek van de Moskouse
partijsecretaris Boris Jeltsin slechts
?e/i lelden dat zij van perestroika nog
de/liet veel gemerkt hadden.
|oe moet je je trouwens een „herstruc-
orering" voorstellen in het grootste land
;r wereld waar je tien vlieguren met een
iermotorige jet nodig hebt om van de
•^fcstgrens naar de oostgrens te komen?
%n land met meer dan honderd volke
en en evenzovele talen en tradities. Een
n ind. dat niet alleen in het Aziatische ge-
tü«elte, maar ook in de Europese steden,
it in Moskou toe, op bepaalde punten
h nog altijd een onderontwikkelde in-
k maakt.
daarover begint dan al direct het
inflict met Vladimir Kwint, een van de
einen achter perestroika op het Econo
misch Instituut van de Academie van
'etenschappen. Kwint noemt het idee
it de Sovjetunie met een nationaal pro-
jkt van ruim zevenhonderd miljard
iptLebel (een roebel is 3,30 gulden) een
Intwikkelingsland zou zijn ridicuul. „De
n loodzaak voor onze perestroika ligt er-
riis anders". En dan rekent hij op een
lein stukje papier voor: „In het verle-
sn namen we genoegen met een jaar-
jkse groei van drie procent. Dat bete
nt dat we 13,5 miljard roebel meer te
steden hebben. Onze bevolking neemt
arlijks met twee miljoen toe. Daarvoor
loeten we vier miljard roebel uittrek-
:n. Blijft over 9,5 miljard. Laten we nu
ns een probleem nemen als de noodza-
lijke hervorming van het middelbaar
iderwijs. Dat zou ons vier miljard kos-
v, blijft er nog 5,5 miljard over. En
in willen we bijvoorbeeld nog iets doen
lor de gepensioneerden. Daar hebben
er 55 miljoen van in de.Sovjetunie,
meesten van hen hebben vanwege de
irgeroorlog en de moeilijke periode
arna geen behoorlijke opleiding gehad,
inden daarom alleen maar eenvoudig
'fljerk doen, kregen dus een laag loon en
rijgen nu een laag pensioen. Als we ze
ien roebel per maand meer geven - en
lat is echt niet overdreven veel - dan
lebben we aan onze 5,5 miljard roebel
ie liet eens genoeg",
fladimir Kwint kijkt triomfantelijk op
an zijn papiertje en constateert: „Wij
MOSKOU - Na de Burgeroorlog waren de Bolsjewieken heer
en meester in een verwoest land. De industriële produktie be
droeg nog maar een achtste van voor de oorlog, de opbrengst
in de landbouwsector was met dertig procent gedaald. Op 16
maart 1921 waren het de matrozen van de Oostzeevloot, door
Trotskij „de trots van de revolutie" genoemd, die in opstand
kwamen. Zij eisten de terugkeer naar de idealen van de revo
lutie. Voor Lenin was dit een duidelijk signaal dat het land
het oorlogscommunisme beu was. Voor een herstel van de
economie en om de Russische boeren tevreden te stellen was
een gedeeltelijke terugkeer naar het kapitalistische stelsel
noodzakelijk. De Nieuwe Economische Politiek (NEP) die in
maart 1921 van kracht werd gaf de boeren de noodzakelijke
prikkel om de produktie op te voeren en .de basis te leggen
voor een snelle ontwikkeling van de landbouw. Deze moest de
grondslag vormen voor de industriële groei. Om de overwin
ning van het socialisme te verzekeren leerden de communis
ten handel te drijven en op bekwame wijze leiding te geven
aan de economie. Een ambitieus plan voor de elektrificatie
van geheel Rusland schiep de voorwaarde voor de ontwikke
ling van de industrie.
De NEP begon echter met een zware tegenslag: de zomer van
1921 was uitzonderlijk droog, de oogst mislukte en het gevolg
was een hongersnood die zeker een miljoen slachtoffers maak
te. Maar tegen 1926 was het economische herstel voor het
grootste deel voltooid.
Het partijcongres dat in december 1927 - bijna vier jaar na
Lenins dood - gehouden werd maakte echter een einde aan
de NEP en kondigde een nieuw „socialistisch offensief' aan.
Het daarop volgende Stalin-tijdperk zou het leven van de
Russen totaal veranderen: collectieve landbouw, industrialisa
hebben perestroika dus niet nodig omdat
we onderontwikkeld zijn, maar omdat
we anders de economische, educatieve
en sociale problemen niet kunnen oplos
sen. Daarom moeten wij onze produktie
drastisch verhogen. Maar er is nog een
ander probleem. In het Europese deel
van ons land beginnen de delfstoffen op
te raken. Nu al halen we ruim vijfenze
ventig procent van onze olie en minera
len uit Siberië. Ons grote arbeidspoten
tieel bevindt zich echter in Centraal-Azié
en de fabrieken die de delfstoffen kun
nen verwerken liggen in het Europese
deel. Welnu, die twee problemen, verho
ging van de produktie en de organisatie
van het werk over reusachtige afstanden
stellen enorme eisen aan een hoog ont
wikkeld management. En helaas hebben
we moeten constateren dat het daaraan
ontbreekt. Perestroika is dus in eerste in
stantie: ontwikkeling van het manage
ment, bevordering van de efficiency".
sovnarchoz
Maar hoe komt het dan dat het manage
ment niet met zijn tijd is meegegaan?
Kwint legt uit: „Het managementsy
steem dat we tot nu toe kenden stamt
nog uit de jaren dertig. Dat was een bu
reaucratisch systeem met als kenmerk de
grote macht van de ministeries. Zo'n sy
steem kan heel goed functioneren in oor
logstijd, maar we leven nu in vrede en
bovendien in een nieuw tijdperk met als
kenmerk de grootschaligheid en dan
werkt een zuiver administratief manage
ment natuurlijk niet. We hebben nu een
flexibel management nodig dat niet van
uit een centrum, het ministerie, tot in
details alles krijgt voorgeschreven, maar
dat ter plekke zelf beslissingen kan ne
men. Welnu, dat is perestroika".
Wat Vladimir Kwint heeft uitgedokterd
zal hem door de ministers en het perso
neel op de ministeries niet in dank zijn
afgenomen. „We moeten in twee richtin
gen werken. Van de ene kant gaan we
het aantal ministeries drastisch vermin
deren en het personeel op de resterende
ministeries nog eens flink inkrimpen.
Dat is een forse operatie, want we heb
ben meer dan honderd unie-ministeries
en nog eens ruim achthonderd ministe
ries in de afzonderlijke Sovjet-republie
ken. En van de andere kant grijpen we
terug naar een idee dat Lenin indertijd
lanceerde: de sovnarchoz. Dat waren re
gionale raden voor de economie die ten
tijde van de NEP uitstekend functio
neerden. Dergelijke organen zijn veel be
ter in staat tot coördinatie omdat zij
dichter bij de bedrijven staan".
Machtsverlies
De Sovjetunie kent officieel geen werk
loosheid. Kwint ontkent dat ten gevolge
van de afslanking van de ministeries
tienduizenden ambtenaren op straat ko
men te staan. „We kunnen die mensen
allemaal gelijkwaardig werk op een ge
lijkwaardig niveau geven, al gaat het dan
natuurlijk wel om andere verantwoorde
lijkheden. We hebben bijvoorbeeld in de
afzonderlijke republieken veertien mi
nisteries voor archeologie gewoon geslo
ten en alle ambtenaren, inclusief de mi
nisters zelf zijn goed onder dak geko-
tie in een versneld tempo, dwangarbeid op grote schaal, zuive
ringen, uitroeiing van elke politieke oppositie, de opbouw van
een autoritair overheidsapparaat.
Na de dood van Stalin probeerde Chroesjtsjov de Sovjet-eco
nomie te decentraliseren. Hij bleek echter niet opgewassen te
gen het vastgeroeste bureaucratische apparaat en kon de le
vensgrote problemen van gebrek aan efficiency, produktie en
arbeidsmoraal niet oplossen. Toen hij in 1964 werd afgezet
was het spoedig ook met zijn bescheiden hervormingen ge
daan. Onder zijn opvolger Brezjnev brak voor de Sovjetbur
gers een bijna vijftien jaar durende periode van stagnatie aan.
Daaraan wil de nieuwe partijleider Michail Gorbatsjov nu een
einde maken. Hij lijkt de draad op te nemen van de jaren
twintig. Wat toen NEP heette noemt hij nu perestroika (om
bouw).
denken dat te kunnen bereiken door re
organisatie en uitbreiding van de be
staande bedrijven. En natuurlijk door
invoering van moderne technologieën".
Versobering
Dat is allemaal goed en wel, maar hoe
denken ze de arbeiders efficiënt aan het
werk te krijgen? Daar is toch een stimu
lans voor nodig. En heeft Gorbatsjov tij
dens de zomervergadering van het Cen
trale Comité niet gezegd, dat de vruch
ten van perestroika pas na 1990 geplukt
zullen kunnen worden. Bovendien heeft
hij toch tegelijkertijd aangekondigd dat
per 1 januan aanstaande een aantal
staatssubsidies op bijvoorbeeld brood,
melk en vlees, maar ook op het open
baar vervoer zullen komen te vervallen.
Met andere woorden het leven wordt
duurder en de mensen zouden ondanks
een versobering ook nog harder moeten
werken.
Kwint: „Maar de lonen gaan ook om
hoog, kunnen althans dank zij het nieu
we systeem van zelf-financiering om
hoog gaan. We hebben bijvoorbeeld een
proef gedaan met een ingenieurscollec
tief in Leningrad. De meeste leden van
dat collectief wilden harder en efficiënter
gaan werken. Enkelen vielen af. Maar de
produktie steeg en het collectief had de
beschikking over dezelfde loonsom als
voorheen toen de afvallers er nog bij
hoorden. Iedereen die lid was gebleven
van het collectief kreeg nu dus meer
loon. En per 1 januan 1988 zal zestig
procent van alle ondernemingen in de
Sovjetunie volgens het systeem van zelf
financiering kunnen opereren. Dat wil
zeggen dat zij, al naar gelang de produk-
tiviteit stijgt, over een grotere loonsom
kunnen beschikken. Daar komt dan nog
bij dat we ook bezig zijn om het systeem
van de verdeling van de loonsom te her
zien. Maar dat proces is natuurlijk nog
ingewikkelder".
Kwint en Toesjoenov zijn beiden opti
mistisch over de kansen van perestroika.
In het lopende en het volgende vijfjaren
plan moet de herstructurering haar be
slag krijgen. En de vorming van een
nieuw management moet in het jaar
2000 gerealiseerd zijn. Het klinkt erg op
timistisch.
Het verwijt dat perestroika ideologisch
niet helemaal zuiver op de graat is kun
nen zij in elk geval met een beroep op
Gorbatsjov rustig naast zich neerleggen.
Diens argument luidt immers: wanneer
de Sovjetunie in wetenschappelijk, tech
nisch en economisch opzicht achterblijft
zal zij ook haar rol als supermacht ver
liezen. En die duidelijke taal kunnen
zelfs ideologen begrijpen.
LEO VAN VLIJMEN
Hetgeen natuurlijk niet wegneemt dat ze
hun macht kwijt zijn en dus toch alle re
den hebben zich tegen perestroika te ver
zetten. Kwint heeft de opmerking blijk
baar niet gehoord, want hij gaat onver
stoorbaar verder: „Het wezenlijke van
perestroika is dat de ondernemingen een
echte onafhankelijkheid krijgen, niet al
leen op papier. En de ministeries hebben
een remmende werking op dit proces.
We zien de eerste vruchten waar we al
ministeries hebben geliquideerd of heb
ben samengevoegd, bijvoorbeeld in de
machinebouw".
Een efficiënt management is natuurlijk
al heel wat, maar hoe moet dat manage
ment de arbeiders efficiënt aan het werk
krijgen? Want absentie (vanwege ver
knochtheid aan de fles), ongeïnteres
seerdheid en slordig werk zijn toch im
mers de belangrijkste oorzaken van de te
lage produktiviteit? Dat is het terrein
van Kwints collega Joerij Toesjoenov.
Hij vertelt dat in 1995 de arbeidspro-
duktiviteit in vergelijking met 1985 on
geveer twee en een half maal zo groot
moet zijn. „We willen daarvoor geen
nieuwe ondernemingen oprichten, maar
MOSKOU - „Hoe realiseer je een
gedifferentieerd loonstelsel?". Karl
Marx zou zich omdraaien in zijn
graf als hij die vraag uit de mond
van een communistische vak
bondsman zou horen. Toch is dit
momenteel het belangrijkste pro
bleem waarmee de vakbonden
(profsojoezy) in de Sovjetunie
moeten worstelen.
Men kan natuurlijk twisten over het nut
van vakbonden in een staat die volgens
artikel 1 van de Grondwet de belangen
van de arbeiders behartigt. Niettemin
tellen de profsojoezy momenteel hon
derdveertig miljoen leden. De Sovjetrus-
sische vakbeweging is met dat aantal
niet alleen de sterkste ter wereld, maar
zij is ook de grootste massa-organisatie
in de Sovjetunie zelf.
Omdat bij de eerste fases van perestroi
ka al 75 miljoen arbeiders (vrijwel alle
maal vakbondsleden) betrokken zijn, is
het tamelijk logisch dat Nikolaj Karpoe-
chin (algemeen adviseur) en Tatjana Ro-
gova (adviseuse voor problemen van de
werkende vrouw) zich momenteel het
hoofd breken over de vraag wat socialis
tische loondifferentiatie is.
Karpoechin: „In de industrie, in de
bouwsector en in het transportwezen
zullen de lonen in het kader van de her
vormingen tot dertig procent kunnen
stijgen. Dat „meer" moet overigens door
de ondernemingen zelf verdiend
worden. Maar dat is ons probleem niet.
Het is de taak van de vakbonden er voor
te zorgen dat iedereen het loon krijgt dat
bij zijn werk past. En dat geeft natuurlijk
conflicten".
Dit is echter niet de enige bemoeienis
van de vakbonden. „Perestroika berust
op het beginsel van de prikkel. Nu is
loon natuurlijk niet de enige stimulans.
Het scheppen van goede woongelegen
heid is bijvoorbeeld ook een manier om
de arbeiders te enthousiasmeren. Het re
geringsplan voor de woningbouw strekt
zich uit tot het jaar 2000. Wij vinden
dat te lang en hebben concrete voorstel
len ingediend om het bouwprogramma
te versnellen. Dat moet kunnen in het
kader van perestroika. Kortom, waar het
de bonden om gaat is de herstructure
ring voor de meesten zo aantrekkelijk
mogelijk en voor een aantal mensen niet
al te pijnlijk te maken". Minister De
Koning zou het gezegd kunnen hebben.
Nikolaj Karpoechin heeft dan ook onder
meer in Nederland rondgekeken hoe bij
voorbeeld loondifferentiatie in zijn werk
Democratisering
Over het welslagen van perestroika be
staat in vakbondskringen blijkbaar geen
twijfel. Nogmaals Kaïpoechin: „Wij
hebben de afgelopen twintig jaar onder
zeer moeilijke omstandigheden het eco
nomische potentieel van ons land ver
dubbeld. Wij hebben dus wel enige erva
ring om in betrekkelijk korte tijd iets
omvangrijks te realiseren".
Tatjana Rogova tempert het optimisme
een beetje en zegt bedachtzaam: „Het
gaat natuurlijk eigenlijk om een evolutie
van het denken; dat is een proces dat
zich op alle niveaus moet afspelen en
dat kost tijd". Een soort ethisch revival?
„Ja of nee, geen revival, maar eerder
een vernieuwing. Perestroika is alleen
maar mogelijk als zij gepaard gaat met
enige democratisering. We moeten de
mensen leren gebruik te maken van hun
rechten en van hun macht. We moeten
ze leren die macht goed te gebruiken, zo
dat ze bijvoorbeeld niet de verkeerde
mensen in de fabrieksraden kiezen".
Waarop Karpoechin: „Maar u moet het
niet vergelijken met een democratie vol
gens westers model. Wij blijven binnen
het kader van het marxisme-leninisme,
dat wil zeggen dat de produktiemiddelen
eigendom zijn van het volk en dat ar
beid de wezenlijke bron van inkomsten
En perestroika is dan zoiets als socialis
me op een hoger plan? Karpoechin: „Zo
zou je het kunnen noemen, maar het
gaat niet alleen om de theorie, maar ook
om de praktijk. Hoe wordt het gereali
seerd? En hoe beter het gerealiseerd
wordt hoe hoger het niveau van het soci
alisme is. Dat is voor ons het enige crite
rium. Daar wijzen we de mensen ook
op. Perestroika is iets. van henzelf. Een
directeur van een onderneming vroeg
me laatst: „Wanneer komt die perestroi
ka nou? Ik zit er al een hele tijd op te
wachten". Ik heb tegen hem gezegd: „Pe
restroika komt niet naar jou toe. maar
moet van jou uitgaan". Kijk, dat be
wustmaken bij de mensen, dat is ook
een belangrijke taak van de vakbond".
(ADVERTENTIE)
THE
I R I T U A L
IN ART
18 9 0
HET
MYSTERIE VAN DE
ABSTRACTEN
Nederland zo'n indrukwekkende verzameling moderne schilderkunst te zien geweest, alleen La Grande Parade is vergeli|kbaar'
'In het Haags Gemeentemuseum is iets bijzonders aan de hand'
'Je kunt je volledig laten overdonderen door wat je ziet'
'Een verpletterende expositie, hoe je het ook bekijkt'
'Af Klint legt haar bovenaardse inspiratie er duimendik bovenop'
'Oe wereld is er ondanks hun werk niet beter op geworden'
'Een gemakkelijke tentoonstelling is het niet'
'Wat stoort, is de bekeringsijver'
'Het spirituele is te lang onder de tafel gestopt'
Tatjana
Rogova en
Nikolaj
,nïarpoechin,
stafleden
van de
„grootste
'akbond ter
ir. wereld".
rjna alle abstracte kunstenaars kregen een veeg uit de spiritistische pan'
Het geheim van de abstracte kunst eigenzinnig onthuld'
Heel wat schilderijen die boven de context uitstijgen'
Het mysterie van de abstracten blijft onopgehelderd'
Ik denk dat sommige bezoekers bang zullen worden'
fladruk op occulte geeft The Spiritual in Art klef karakter'
the Spiritual in Art haalt veel overhoop'
p hangt binnen de tentoonstelling iets in de lucht'
pen vraatzuchtig idee'
ic Spiritual in Art' werd mede mogelijk gemaakt
>r een bijdrage van Sijthoft" Pers,