Tom van en de van de van de do Kasparov en Karpov opnieuw in de arena HIWFLDL Cetdóc Qowuvnl UTRECHT - De verovering van de Europese titel door Oranje heet te in hockeykringen een sensatie van de eerste orde. Niet minder opzienbarend was het afhaken van Tom van 't Hek. Met Ties Kruize en Paul Litjens is Tom van 't Hek jarenlang een van de gezichtsbepa- lers van het Nederlandse herenhoc- key geweest. Twee weken geleden liet hij zich in een van zijn loslippi ge buien ten overstaan van een handjevol journalisten na afloop van de topper tussen Kampong en Klein Zwitserland ontvallen zich voortaan niet meer beschikbaar te stellen voor Oranje. Het besluit van de 29-jarige aanvoerder sloeg in het doorgaans bedaarde hockey- milieu in als een bom. Bondscoach Hans Jorritsma was een van de weinigen die de bui al had zien hangen. „Ik was niet verrast. Tom speelde al enige tijd met de gedachte als international te bedanken, maar het is wel een hele aderlating. Van 't Hek heeft behalve een goede wed strijdmentaliteit het vermogen om met één briljante actie of een doelpunt een wedstrijd een andere wending te geven". Van 't Hek deed zowel tijdens als na af loop van de finale in het toernooi om de Europese titel in Moskou onlangs tegen Engeland van zich spreken. Hij maakte het enige doelpunt voor Oranje, dat via strafballen de titel veiligstelde. Hij „scoorde" na afloop opnieuw met zijn cryptische opmerking: „Het Nederlandse hockey zal met of zonder mij blijven doorgaan". Voor de buitenwacht hield hij nog een slag om de arm, maar in zijn hart had hij nauwelijks nog twijfels over hoe zijn keuze zou uitvallen. „De keus stond voor mij vrij snel na het EK vast, maar het komt na die successen bot over om bij terugkomst op Schiphol te zeg gen: „Dit was het dan'. Bovendien wilde ik eerst eens alles laten bezinken. Mis schien zou ik nog weer prikkels krijgen om door te gaan op weg naar de Olym pische Spelen, maar ik merkte al gauw dat die prikkels niet kwamen". IJzeren gordijn Zo begon en eindigde de internationale loopbaan van Tom van 't Hek aan de achterkant van het IJzeren Gordijn. In 1976 debuteerde het enfant terrible op internationaal niveau tijdens een vriend schappelijk toernooi in het Poolse Poz- nan. Thomas Maria van 't Hek, zoals de katholiek opgevoede international bij de burgerlijke stand is ingeschreven, kwam 186 keer uit voor Oranje. Het record, dat met 202 caps op naam staat van Ties Kruize, blijft voor hem dus net bui ten bereik, maar dat zal hem een zorg zijn. „Records zeggen me niets. Het is niet mijn ambitie om record-internatio nal te worden" Zonder een blad voor de mond te ne men gaat Van 't Hek in het fraaje club gebouw van „zijn" Kampong uitvoerig in op de achtergronden van zijn opzien barende besluit. De steeds verder door gevoerde professionele aanpak rond het Nederlands team blijkt het vertrek van Van 't Hek in de hand te hebben ge werkt. „De lol is er af. Dat is een belang rijker aspect dan de factor tijd. Ik zit sinds zeven maanden in militaire dienst. Als ik ben afgezwaaid zal ik nog een tot anderhalf jaar op een wachtlijst staan voor ik ergens een praktijk als arts kan beginnen. Tijd speelt dus geen rol, maar ik begon er steeds meer tegenop te zien. Nadat we- vorig jaar november zevende werden op het WK is de trainingsinten siteit drastisch opgevoerd. In een zware winterperiode zijn we naar India geweest voor een toernooi en in het voorjaar kwam daar nog het toernooi in Amstel veen bij. Al met al hebben we misschien twee weken rust gehad. Het werd mij al lemaal te veel. Jorritsma heeft misschien een prima keus gemaakt, maar ik voel me er niet happy bij. De professionele sfeer stuit me tegen de borst. Voor mijn gevoel kwam ik er bijna in om. Er is zo veel veranderd dat ik me van een andere tijd voel". Sociale gebeuren Het sociale gebeuren neemt in hockeyk ringen een belangrijke plaats in. Een he dendaagse international moet zich dat ontzeggen meent Van 't Hek. „Na afloop even een glaasje nuttigen is er niet meer ZATERDAG 10 OKTOBER 1987 „Ik ben een emotievolle speler, die vaak op mensen scheldt", zegt Van 't Hek, die weer eens een keer naast het veld is gezet na een aanvaring met een scheidsrechter Tom van 't Hek kan het niet langer opbrengen om heel intensief te trainen. FOTO: 'T STICHT bij. Ik voelde het te plichtmatig worden. Vroeger waren we in het Nederlands team een stelletje vrijbuiters. Ik houd wel van af en toe een keertje doorzak ken. Nu is alles gereguleerd. Volgens Jorritsma is dat onontbeerlijk. Ik denk daar anders over. Gelukkig is dat bij Kampong nog niet het geval. Afgelopen vrijdag is een speler van het eerste ge trouwd. We zijn er met de selectie naar toe geweest. De training is toen niet doorgegaan. En terecht. Op zo'n mo ment is het belangrijker om op die brui loft te zijn dan anderhalf uur over een hockeyveld te draven. Tijdens het Euro pese kampioenschap in Moskou is me opgevallen dat er buiten het hockey geen gelegenheid was voor ontspanning. Daar ben ik op afgeknapt. Als ik op zaterdaga vond een feestje heb. sta ik er om half tien niet bij stil dat ik de volgende mid dag om half drie op het hockeyveld moet staan". Geen kijksport De andere benadering van de hockey- sport is volgens Tom van 't Hek ook ten koste gegaan van hockey als kijksport. „Het is steeds meer een fysiek spel ge worden met een stringente mandekking. Dat is niet om aan te zien. Het haalt de jeu van het hockey af. De Westduitser Blócher is de enige waar de massa nog om kan juichen. Verder is het allemaal werkhockey volgens vaste sjablonen. Daann kan ik me niet meer vinden om dat ik in het veld het liefst mijn eigen gang ga. Mijn speelstijl is een beetje aan- rotzooien. Daar is in de nationale selec tie geen ruimte meer voor. Jorritsma heeft in een interview gezegd dat ik in het veld meer vrijheden nam dan mij werden toegestaan. Ik heb een jaar ge probeerd me in het stramien in te pas sen, maar nu is de lol er af. De hele en tourage er omheen is ook minder gewor den. Ik zie Connors liever verliezen dan Borg winnen. Wat ik er mee wil zeggen is dat ik maar weinig belev ing en emotie in het internationale hockey meer tegen kom. Ik houd niet van die "kouwe-kik- kermentaliteit. Ik ga liever slachtend het veld af dan me zonder slag of stoot ge wonnen te geven". Tom van 't Hek neemt, zoals gezegd, geen blad voor de mond. Zowel buiten als in het veld heeft hij het hart op de tong liggen. Scheidsrechters en medespe lers moeten het binnen de lijnen regel matig ontgelden. „Ik ben een emotievol le speler die veel ageert. Ik eis veel van anderen en hoop dat ik ook veel van mezelf heb geëist. Als ik „klpotzak" roep tegen een speler dan vind ik hem geen klootzak. De meeste spelers kunnen er goed tegen, maar er zijn ook mensen die er moeite mee hebben. Het heeft nu een maal te maken met mijn emotionele be leving. Ik kan ook slecht tegen mijn ver lies. Als ik verloren heb ben ik tien mi nuten boos op mezelf of op anderen. Vervolgens zet ik het helemaal van me af. Mijn nachtrust heeft er nog nooit on der geleden". Geen amerika-fan Van 't Hek heeft in zijn hockeyloopbaan tal van hoogtepunten gehad. Zijn dier baarste herinneringen heeft hij overge houden aan de Champions Trophy in 1982 in Amstelveen en met zijn club Kampong de verovering van de Europa Cup voor landskampioenen in 1986. Sportief dieptepunt was voor hem het optreden tijdens de Olympische Spelen van Los Angeles in 1984. „We zijn daar als een uitgeblust groepje zesde geworden. De Spelen op zich wa ren een onvergetelijke belevenis. In het olympisch doip heerste een soort ge meenschappelijk gevoel. Ik heb er veel menselijke contacten gelegd. Ik ben geen Amerika-fan, maar op emotioneel gebied hebben ze alle registers opengetrokken. Het doet me wat als zestigduizend men sen te keer gaan als Carl Lewis aan de start verschijnt. Chauvinisme hoort bij de sport. Ik zou het vreselijk vinden als alles neutraal was. Als ik langs het veld loop en ik zie blauwen tegen gelen spe len kies ik ergens voor. De broek van de doelman kan bepalend zijn voor die keuze". Na de Olympische Spelen raakte Van 't Hek voor twee jaar internationaal uit de roulatie na een aanvaring met de toen malige bondscoach Wim van Heumen. „Acht jaar heb ik altijd met plezier on der Van Heumen gespeeld. Ik heb ook niet juichend zijn val staan af te wach ten. Voor de buitenwereld leek hij mis schien een autoritair heerschap, maar hij was dat niet in de groep. Hij had er al leen eerder mee op moeten houden. Hij ging het negende en tiende jaar in terwijl zijn belangstelling geleidelijk minder werd. Van Heumen weigerde in te spe len op de veranderingen die zich binnen de hockey sport voltrokken, terwijl ik vond dat hij te weinig belangstelling had. Met name de jeugd heeft hij te wei nig gevolgd". Roer drastisch om Jorritsma gooide eind vorig jaar als op volger van Wim van Heumen het roer drastisch om. Hij voerde de trainingsin tensiteit op en wil de spelers voor de Olympische Spelen vier maanden vrij maken van studie en werk. Geen een voudig streven als in aanmerking wordt genomen, dat de doorsnee hockey'er een flink stuk hoger op de maatschappelijke ladder staat dan pakweg de voetballer. Zijn Jorritsma's ambitieuze plannen geen utopie? Tom van 't Hek: „Mis schien draaft hij wel wat ver door. Hij vergt veel van de mensen. Voor het olympische jaar zullen de spelers zeggen: „We doen er aan mee". Maar ik denk dat ze afhaken. Ik zou er in omkomen. Ik moet er niet aan denken dat ik na het hockeyen vier maanden lang de tijd zou moeten doden met videospelletjes en kijken naar André van Duin. Sport is leuk, maar niet belangrijk genoeg om mijn leven er op af te stemmen". Hockey-internationals trainen wekelijks tien tot vijftien uur per week. Topzwem mers investeren meer dan het dubbele aantal uren aan trainingsarbeid in hun sport. Is tophockey gelijk aan topsport? Tom van 't Hek: „Het aantal trainings uren speelt bij een teamsport een minder grote rol dan bij een sport als zwemmen. Het beste voorbeeld is het Engelse hoc- key-elftal. Dat kreeg als gevolg van de Russische boycot pas drie maanden voor de Spelen bericht dat het in Los Angeles mocht deelnemen. De Engelsen hebben drie weken gehad om zich voor te berei den, maar hebben wel brons veroverd. Het is maar een voorbeeld hoe relatief je die voorbereiding en training moet zien. Het is maar waar je de grens legt. Ik denk niet dat ik beter zou gaan hockey en als ik vijfentwintig uur per week zou trainen. Als iemand zegt dat hockey maar een derderangs sport is omdat het maar in een handjevol landen serieus wordt beoefend heb ik daar geen moeite mee. Maar als Tsheu la Ling en René van der Gijp topsporters worden ge noemd wil ik mezelf daar ook nog wel toe rekenen". Financieel nul Wat heeft elf jaar internationaal hockey Tom van 't Hek opgeleverd? „Financieel nul, maar ik heb de wereld gezien, ben met landen en culturen in aanraking ge komen. Dat beschouw ik als het grootste goed. Als ik het nog een keer zou kun nen overdoen zou ik er weer aan begin nen. Maatschappelijk gezien heeft het me niets opgeleverd. Zonder hockey zou mijn leven identiek zijn geweest. Het zou mooi zijn als ik aan de hockey sport een praktijk zou overhouden, maar zo werkt het niet. Er is niemand die zegt: „Wat een leuke goal, hier heb je een art senpraktijk". Maar dat is ook niet wat ik verlang. Kijk, ik lees alleen maar over sporters die bevoordeeld willen worden. Ik kan goed met een stick omgaan, maar vind dat ik daarvoor rijkelijk ben be loond. Ik verlang geen baan omdat ik iets voor Nederland gedaan heb. Dat ge voel heb ik niet. Daarom kan ik ook ge makkelijk bedanken". JAAP VAN BRUMMELEN SEVILLA - Gari Kasparov en Anatoli Karpov staan op het punt elkaar voor de vierde keer in een tweekamp de wereldtitel schaken te betwisten. De twee verbitterde riva len zitten vanaf aanstaande maan dag tegenover elkaar in het barok- ke theater „Lope de Vega" in Se- villa, de stad waar eens de Arabi sche cultuur in Spanje bloeide, de stad ook van de sinaasappels en de jasmijn, van de flamengo en de stierenvechters. In Sevilla hield ook een van de eerste koningen van Spanje, Alfons de Tiende, bijge- -j naamd „de wijze" zijn geschrift ten j doop over het schaken, de dobbel en bordspelen („Ajedrez, Dados y Tablas"), dat als het oudste „schaakboek" van Europa geldt. Tweeéneenhalve maand slaat Sevilla in het teken van deze strijd om de wereldti tel schaken. Vandaag staat dé loting op het programma. Dan luisteren de twee K's naar de magnifieke gitaarklanken, die Manoio Sanlucar aan zijn instru ment kan ontlokken alvorens het lot zal bepalen welke grootmeester twee dagen later de nieuwe tweekamp over 24 par tijen met wit mag inzetten. 1 De beide spelers zijn eikaars tegenpool in schaakstijl. Maar dat niet alleen, ook in levensstijl en ideologie verschillen zij hemelsbreed. Kasparov is levenslustig, haast frivool, soms onbesuisd, aanval lend; Karpov daarentegen is introvert, afwachtend, voorzichtig en sluw. Ze heb ben echter met elkaar gemeen dat ze al lebei vol goede moed zijn over de afloop van de tweekamp waarmee het tweede honderdtal van de onderlinge ontmoe tingen wordt ingezet. Afgelopen maandag hebben Kasparov en Gari Kasparov en Anatoli Karpov (links) schudden elkaar vanaf komende maandag weer zeer regelmatig de hand als ze elkaar ontmoeten in een vierde tweekamp om de wereldtitel. FOTO: AP Sevilla zal ik weer nummer één worden". Kasparov klinkt op zijn beurt niet minder arrogant: „Het is belachelijk om te twijfelen aan mijn superioriteit. Ik heb de beide laatste tweekampen gewon nen en deze keer zal driemaal scheeps recht zijn". Viktor Kortsjnoj, de afgelo pen weken actief in Tilburg, zei het on langs zo: „Ik ben er vast van overtuigd Karpov hun intrek genomen in hun ei gen villa met zwembad en tennisbaan even buiten de stad op plaatsen, die angstvallig geheim worden gehouden. Moeder kasparov Karpov zegt met grote stelligheid: „In dat Kasparov zal zegevieren zonder in de problemen te zijn gekomen". Kasparov, wederom begeleid door zijn moeder, heeft zich tot nu toe in Sevilla niet bepaald afgezonderd van de buiten wereld. Hij heeft al de nodige interviews gegeven en bezocht te voet de vele be zienswaardigheden van de oude stad. Zes uur per dag houdt de wereldkam pioen zich bezig met de voorbereiding op de tweekamp. Eén onderdeel heeft Kasparov echter uit zijn programma moeten schrappen. In een wat overmoe dige bui ging hij wedde hij met iemand er om dat hij de honderd meter binnen de twaalf seconden zou afleggen. Op aanraden van zijn beide artsen, die vre zen voor een blessure, moet Kasparov van de sprint afzien. Hij beloofde echter een poging te wagen zodra hij zijn we reldtitel heeft geprolongeerd. Voorts zal Kasparov in Sevilla zijn met Donald Trelford geschreven boek „Hoog Spel" presenteren. De veel schuwere Karpov heeft zich zo veel mogelijk onttrokken aan de publie ke belangstelling en pleegt zich met zijn echtgenote te ontspannen op de tennis baan bij zijn riante onderkomen. Wel heeft hij een stierengevecht in de arena van Sevilla „La Maestranza" bijge woond. Vanaf maandag krijgt Karpov in de schaakarena de kans de stier zelf bij de horens te pakken. Overigens lokken de winnaar van de prestigieuze twee kamp niet alleen de wereldtitel, maar te vens 230 miljoen peseta's (ongeveer 375.000 gulden). door Frank Werkman Vorig jaar of daaromtrent organiseerde de voetbalwereld de actie Het is weer fijn langs de lijn", afgekort HIWFLDL. Met een ongekend elan, op deze schaal niet meer vertoond sinds de invoering van het betaalde tegen-de-bal-getrap medio jaren vijftig zetten alle betrokkenen zich aan ae klus het „spelletje" weer populair te maken. Een onmogelijk karwei. Want hoe slaag je er in 's hemelsnaam in een Kwalitatief steeds verder verarmend produkt (Van Basten weg, Gullit weg, Rijkaard weg) en een zeldzaam eenzijdige competitie (PSV op een straatlengte) te verkopen? Nog even afgezien van de trammelant met supporters, burgemeesters, naar rood en geel hengelende spelers, onbekwame scheidsrechters en wedstrijden op vrijdag. Concreet resulteerde HIWFLDL in slechts één ding: de voetballijn. Tegen betaling van een paar bvartjes wordt de telefoneerder overspoeld met allerhande en dus ook volop nutteloze informatie over het spelletje. Een ander fenomeen, 't radioprogramma Langs de Lijn, moet daarbij ook eens onder de loep te worden genomen. LdL is namelijk in conflict geraakt met HIWFLDL, althans de mede- inrichters ervan. Er is een botsing LdL-HIWFLDL zogezegd. Want er is een categorie voetballiefhebbers bijgekomen, die het helemaal niet meer zo fijn vindt langs de lijn, de radioverslaggevers van LdL. De KNVB heeft namelijk bepaald dat de antenne-reporters niet meer op het veld mogen komen, zelfs niet meer fijn langs de lijn mogen staan. Dat is jammer, want daardoor werd het voor de luisteraars juist zo fijn, terwijl die zich verre hielden van welke lijn dan ook en zich slechts op de radiolijn richtten. Want wat is er leuker dan te horen van de spits die net zijn been heeft gebroken hoeveel pijn hij heeft; of van de doelman, die moet invallen omdat zijn collega de ene misgreep na de andere heeft begaan, dat hij net ziek is geweest. In de huiskamer werd voetbal daardoor leuker dan ooit tevoren en hield mensen thuis. Dat is de ware reden waarom de KNVB nu de radiomakers weert. Het voetbal mag niet te aantrekkelijk worden thuisgebracht. En om nu voor zo'n HIWFLDL-verslaggever ook nog eens een extra vergoeding te gaan vragen bij de NOS - dat ging zelfs de doorgewinterde heren van de KNVB kennelijk te ver. In een ander opzicht is de sportliefhebber er met LdL ook niet op vooruit gegaan. Dat kon afgelopen zondag worden vastgesteld. Toen namelijk maakte een nieuw presentatie-tweetal zijn opwachting, Kees Jansma en Jan Douwe Kroeske. Het duo Snel en Vlot zo ongeveer. Of liever: te snel en te vlot. Jansma mag dan zijn sporen in de sport inmiddels hebben verdiend, één ding heeft hij nog immer met onder de knie: verstaanbaar praten. Als een vocale versie van Ben Johnson raffelt Jansma zijn teksten af, maar slikt daarbij delen in en is door de modale man dan niet meer te volgen. Waarbij nog komt dat hij als semi-Hagenaar een Amsterdamse tongval heeft, die hij te hoorbaar probeert te verdoezelen. Kroeske voegt daar nog een element aan toe. Hij is weliswaar goed te verstaan, maar kampt weer met het euvel dat hij zich te vaak verspreekt. Wat dat betreft vult hij het beeld van supersprinter Ben Johnson prima aan, want deze Canadees stottert. LdL in nieuwe handen. Dat was ook in een ander opzicht te merken. Voetbalhumor deed zijn intrede. Hetgeen al direct bleek na het wegsterven van de begintune. Quasi onwennig liet Jansma zich horen met de opmerking „Moet ik nu wat zeggen?". Waarop de uiteraard in het spel betrokken regisseur riep: We doen het overnieuw". De tune werd teruggespoeld en ditmaal klonk Jansma correct met zijn aankondiging van LdL. Dat is voetbalhumor. Daarbij bleef het niet. Bij het oplezen van de hoeker-uitslagen presteerde discjockey jchten) „De l Voetbalhumor, opnieuw. Nóg was de pret niet voorbij. Plaatjes- uitzoeker Herman van der Velden, net zo'n omhooggevallen disc-jockey- zonder-radiostem als een zekere Piet Wielinga, had namelijk puur Hollandse, in zwarte groeven geperste onderbroekenlol klaargelegd. „Mijn hond heet Kees" van ae inmiddels behoorlijk dun gesmolten Amazing Stroopwafels en „Apen", een draak van (groot) Vader Abraham schalden door ae etner. Toen dat laatste „lied" was weggestorven heb ik de radio maar uitgezet. LdL is niet meer wat het was. Het duo Snel en Vlot kan het niet. Met weemoed moest ik denken aan de tijd van Bert Korporaal en Peter van Brakel. Of aan hun opvolgers Willem Ruis en Tom Blom. Of zelfs Koos Postema en Felix Meurders. Het is niet meer zo fijn (bij) Langs de Lijn. Oftewel HINMZFLDL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 25