De cultuur en de kassa
finalë
V oorouder verering
TURBO-TAAL
THE
SPIRITUAL
IN ART
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 19®
Cultuur is in wezen het
meest pure ondernemen
dat er is, wantje begint
met lucht. Een uitspraak
van Huub Kuijpers,
stafmedewerker Culturele
Projecten bij het
Koninklijk Instituut voor
de Tropen waar woensdag
30 september een
symposium wordt gewijd
aan de vraag: brengt
cultuur klinkende munt
in de la? Andere
uitspraak: de kunst is de
wegbereider voor een
gigantische stroom
consumptie-artikelen en
industriële produkten.
Zonder cultuur is het met
de economie ook gedaan.
Huub Kuypers van het Tropeninstituut: We denken dat
de Europese samenleving rationeel is. Vergeet het. Als je
een rationele samenleving wilt, krijg je een Russische
samenleving, met één soort waspoeder en één automerk".
AMSTERDAM - Loont cultuur?
Wordt er geld door in de la ge
bracht? Klinkende munt? Omdat
het symposium dat het Koninklijk
Instituut voor de Tropen te Am
sterdam op 30 september organi
seert van internationale allure is,
heeft het een Engelse titel meege
kregen. „Does Culture Pay?".
Maar in het goede Nederlands van
de koopman komt dat op boven
staande vragen neer. „Cultuur",
zegt stafmedewerker Culturele Pro
jecten Huub Kuijpers van het Tro
peninstituut, „heeft in het verband
dat wij willen leggen, een bredere
betekenis dan alleen de schone
kunsten. Het begrip omvat eigen
lijk alle ideeën, overtuigingen, nor
men en waarden die je kunt ver
zinnen op het gebied van econo
mie, politiek, religie en kunst. Dat
cultuur, opgevat in deze zin, een
belangrijke rol speelt bij het reilen
en zeilen van de wereldhuishou
ding, ligt voor de hand".
Om duidelijk te maken wat hij bedoelt
- om te illustreren ook hoe cultuur de
kassa kan doen rinkelen - voert hij dr.
Horst Avenarius op die in Amsterdam
een van de sprekers zal zijn. Avenarius
zit in de directie van BMW en hij komt
vertellen hoe het zijn Duitse concern is
gelukt de Japanse markt, vergeven van
de eigen automerken toch, voor zich in
te nemen. „Geen geringe prestatie",
prijst Kuijpers. „Een Japanner die iets
voor wil stellen, rijdt BMW. Het is een
statussymbool, ongeveer zoals de Merce
des bij ons. Hoe speel je dat klaar in een
totaal andere cultuur? Er zit, denk ik, de
volgende truc achter. BMW heeft Japan
benaderd als een markt die een mate
van afwerking vraagt, van service, van
perfectie, waar wij Europeanen al lang
niet meer aan toekomen. Ze spuiten hun
auto's bijvoorbeeld in Japan nog een
keertje over zodat er echt geen krasje of
schrammetje meer op zit. En mocht een
Japanse klant desondanks een ongerech
tigheid weten aan te wijzen, dan be
schikken ze over een zeer uitgekiend sy
steem om zich te verontschuldigen, uit
te leggen hoe het zover heeft kunnen ko
men, en met de hand op het hart te ver
zekeren dat herhaling uitgesloten is.
Heel belangrijk allemaal. Er wordt mee
ingespeeld op de cultuur van Japan waar
de klant nog veel meer koning is dan
hier, waar de hoffelijkheid als een vorm
van kunst beschouwd wordt, waar per
fectie als een levensvoorwaarde geldt en
waar men, als iets niet perfect is, die
naangaande het naadje van de kous
wenst te weten".
Cultuur loont. Bij BMW hebben ze dat
ontdekt en hetzelfde geldt voor Gruppo
GFT uit Italië dat in Amsterdam ook
met een deskundige inleider vertegen
woordigd zal zijn. „Gruppo GFT", legt
Kuijpers uit, „is de financiële koepel bo
ven een stuk of veertig modelijnen met
allemaal een heel grote naam. Zeg maar:
de belangrijkste exporteur in Europa.
Vestigingen in meer dan tachtig landen.
Welnu: bij GFT maken ze opzettelijk en
met veel nadruk gebruik van moderne
kunst. Dat is het voorfront van hun
commerciële beleid. Wanneer je op de
toonaangevende herenmodebeurs in Mi
laan komt, zie je de andere firma's alle
maal kostuums op van die paspoppen
showen. Bij de stand van GFT daarente
gen geen enkel kostuum. Daar stond dit
jaar louter één modern kunstwerk, ge
maakt door Klaas Oldenburg. En verder
absoluut niets. Dat durven ze en ze heb
ben er nog succes mee ook, gezien het
feit dat ze op het punt staan toegelaten
te worden tot de Russische markt. Het
prikkelt de mensen op een heel rare ma
nier, zo van: wat gebeurt daar nou? Het
werkt op de nieuwsgierigheid. Typisch
Italiaans. Vergelijk Philips maar met
Olivetti. Bij Philips heerst een inge
nieurscultuur. De ontwerpers vind je er
gens achteraf in een hoekje. En Olivetti?
Daar wordt alles vanuit het uiterlijk be
dacht. De ontwerpafdeling zit er meteen
onder de top. Wat het oog ziet, dat het
hart begeert, is daar de basisfilosofie.
Zulke verschillen in bedrijfscultuur kun
nen bepalend zijn voor succes of misluk
king".
Hetgeen het gesprek brengt op de spon
soring van kunst. „In Nederland een
ontwikkeling die maar traag verloopt",
stelt Kuijpers vast. „Het Nederlandse
bedrijfsleven steekt tweehonderd mil
joen gulden per jaar in sport-sponsoring
tegen slechts twintig miljoen gulden in
steun aan de kunst. Daarmee lopen we
verschrikkelijk achter. In Amerika bij
voorbeeld is het precies omgekeerd. Het
komt, denk ik, doordat wij cultuur an
ders waarderen dan de Amerikanen. Wij
redeneren: iedereen interesseert zich in
sport, maar wie heeft er nou helemaal
belangstelling voor kunst? Maar ik voor
spel een kentering. Het bedrijfsleven zal
ontdekken dat er in de sport naast win
naars ook verliezers zijn. En dat sport
kan leiden tot uitwassen als vandalisme.
Wie sport sponsort, loopt het risico dat
er een smet wordt geworpen op zijn bla
zoen. Sponsor je daarentegen moderne
kunst, zoals GFT doet, dan schap je het
beeld: wij zijn bij de tijd, wij hebben dat
vooruitstrevende, wij durven. Dat is
vaak veel doeltreffender dan een dure
reclamecampagne. Bovendien creëer je,
door kunst te sponsoren, het imago dat
de samenleving je ter harte gaat - de
kwaliteit van het bestaan. In de negen
tiende eeuw was dat heel gewoon.
:gen-
Wai
hebben de mijnen niet allemaal voor
Zuid-Limburg gedaan behalve kolen del
ven? Wat heeft de textiel niet voor
Twente gedaan? Maatschappelijke be
trokkenheid, ook een vorm van cultuur,
loont. Alleen moet je er een modus voor
zien te vinden die past bij de jaren tach
tig of negentig. En dan blijkt dat de stijl
van een bedrijf tegenwoordig uiterst be
langrijk is. Een elektronisch apparaat,
een computer, een auto van deze of van
gene firma? Technisch maakt het nauwe
lijks verschil meer. Onder zulke omstan
digheden zou best het imago van een be
drijf wel eens doorslaggevend kunnen
worden voor verkoopsuccessen".
Trekkers
Het symposium in Amsterdam maakt
deel uit van het totaalproject „Van To
tem tot Leefstijl" waarvan alleen de ten
toonstelling al meer dan honderddui
zend Nederlanders naar het Tropeninsti
tuut heeft gelokt. Uitgangspunt bij alle
manifestaties was de veronderstelling
dat er een verband bestaat tussen cul
tuur en economie. Zo bezien vormt de
internationale studiedag niet alleen een
afronding van het project maar wordt er
ook een uitroepteken mee geplaatst. De
veronderstelling blijkt waar. Cultuur en
kassa liggen in eikaars verlengde.
Huub Kuijpers kan aanstekelijk over dat
verband vertellen. Hij laat zich door het
onderwerp meeslepen of hij sleept het
onderwerp mee, welk van de twee is niet
helemaal duidelijk. Naar het midden
van de vorige eeuw gaat hij terug toen
de dageraad van de moderne kunst be
gon te gloren. Maar vooral het begin van
de twintigste eeuw huldigt hij, want toen
kwam de doorbraak. „In Duitsland de
Jugendstil, bij ons de Nieuwe Kunst",
schildert hij. „Na het jaar 1900 heeft de
moderne kunst zijn invloed ook econo
misch doen voelen en vanaf die tijd is er
geen gebruiksgoed meer op de markt dat
niet de kenmerken droeg van de kunst
stroming ervoor. De kunst is de wegbe
reider geweest voor een gigantische
stroom van consumptie-artikelen en in
dustriële produkten".
De vorige eeuw bracht de Verlichting.
De beelden en stijlen die het culturele le
ven bepaalden, werden niet langer van
hogerhand ontwikkeld (door pausen,
vorsten, regenten), maar begonnen op te
borrelen vanuit de basis, vanuit de indi
viduele mens. „Het publiek was nauwe
lijks rijp voor de nieuwe cultuur", schil
den Kuijpers. „Het heeft lang geduurd
voordat hij werd geaccepteerd. En ook
tegenwoordig nog is de aanvaarding niet
volledig. Je hebt mensen die geen mu
ziek van na Mozart willen horen en die
hun huis inrichten met antiek. Beleggers
noem ik die, de tegenvoeters van trek
kers. Maar wat de nieuwe kunst betreft,
die kreeg eigenlijk pas zijn kans toen de
industrialisatie op gang kwam. Toen
men massaproducten kon gaan maken.
Want als je iets kunt maken, wordt het
verkocht, hoor. Er is geen einde aan de
gaten in de markt. Voor een bodemloze
put staan we, als het om consumptiegoe
deren gaat. Mits we het kunnen maken".
Irrationeel
Dank zij het verstandshuwelijk tussen
moderne kunst en massaproduktie zijn
de mensen verandering leuk gaan vin
den, daar komt het volgens Kuijpers op
neer. „Dacht u dat er vóór 1850 ook elk
jaar een nieuwe mode was? Geen sprake
van. Nu is er een nieuwe mode voor elk
seizoen en het blijft niet beperkt tot de
manier waarop we ons kleden, het gaat
veel beter. Televisies, koelkasten, auto's
worden de deur uitgedaan, niet omdat ze
kapot zijn, maar omdat ze uit de mode
zijn geraakt. Vroeger gingen meubels ge
neraties mee. Tegenwoordig worden
door één generatie drie, vier ameuble
menten versleten. Niet de behoefte,
maar de cultuur bepaalt in ons tijdsge
wricht voor een groot gedeelte wat een
mens nodig heeft. Haal je die cultuur
van verandering weg, dan wordt in één
klap ook de economie om zeep gehol
pen. Alleen: we hebben het niet in de ga
ten. We vinden het maar een vreemd
idee. We denken dat de Europese sa
menleving rationeel is. Vergeet het. Als
je een rationele samenleving wilt, krijg je
een Russische samenleving, met één
soort waspoeder en één automerk. Ik
zeg: het succes van Europa is juist te
danken aan zijn enorme verscheiden
heid. Een irrationele verscheidenheid,
toegegeven, de mensheid heeft die
krankzinnige hoeveelheid automerken of
soorten waspoeders niet nodig. Maar is
cultuur ook niet iets irrationeels? Wan
neer je onder cultuur de kennis en kun
de verstaat die er vrij mogen bloeien in
een land, dan kan het niet anders of het
industriële klimaat en daarmee de eco
nomie zal in zeer grote mate door de
cultuur bepaald zijn
Sterker, wanneer de kunst en andere cul
tuuruitingen in een land plat vallen, dan
is het met de rest ook gedaan, betoogt
Kuijpers. „Dat zie je, zoals wij hier op
het Tropeninstituut heel goed kunnen
vaststellen, in bepaalde ontwikkelings
landen. Zal ik eens een voorbeeld geven,
dicht bij eigen bed, waardoor dit geïllu
streerd wordt? De gemiddelde tijd die je
in Nederland nodig hebt om een bedrijf
op te zetten, is vier en een half jaar.
Maar voor Amsterdam bedraagt het de
helft. Een kwestie van cultureel klimaat.
In Amsterdam zindert het. En je wordt
er niet - ook een kwestie van cultuur -
met de vinger nagewezen wanneer je
eens op je bek gaat, zoals in de provincie
wel gebeurt. Je krijgt een tweede kans,
een derde. Men is ruimhartig. Ik heb wel
eens de indruk dat wij Nederlanders, al
gemeen gesproken dan, sinds de jaren
zestig wat laatdunkend tegen andere cul
turen aankijken. Moet je nou eens zien
hoe die rare Amerikanen of Japanners
het doen - dat sfeertje. Ach ja, het zijn
ook maar Amerikanen. Een foute opstel
ling. We zouden terug moeten naar
vroeger en in de leer moeten gaan bij
onze voorvaderen die andere culturen
juist als een uitdaging beschouwden -
iets om op in te spelen".
Samenvattend komt Kuijpers tot een
stelling die het verdient zijn weg te vin
den naar een citaten-omnibus. „Cul
tuur", zegt hij, „is in wezen het meest
pure ondernemen wat er is, want je be
gint met lucht. Met chaos waarin je lij
nen aan wilt brengen, structuur, zodat je
er een beetje de weg in kunt vinden. Dat
gold - het thema van Van Totem tot
Leefstijl - voor de mensheid in de oer
tijd. maar het geldt evenzeer vandaag.
Wat is het monument op de Dam an
ders dan een vorm van vooroudervere
ring? We zitten veel dichter bij de primi
tieve culturen van de Derde Wereld dan
we denken. Helaas is er bedroevend wei
nig oog voor dit aspect. Er zit zo'n mas
sa stof tot bezinning in, daar kunnen we
nog wel tien jaar mee vooruit. Het sym
posium opent slechts de deur naar een
onderzoeksgebied. We zullen het er hier
op het instituut nog druk mee krijgen.
Want het gaat een soort kennis opleve
ren die iedereen nodig heeft. Ontwikke
lingswerkers, diplomaten, zendelingen,
politici, zakenlieden, iedereen. Binnen
deze context willen wij een instituut zijn
dat hardop nadenkt en de vinger op
wonde plekken legt. Een voorbeeld van
zo'n wonde plek? Niemand staat er bij
stil, maar de culturele kloof tussen Ne
derland en Frankrijk is al bijna even
breed als die tussen Nederland en India.
Culturele uitwisseling, dan denken we
aan het Concertgebouw en het Nationaal
Ballet met de koningin mee op staatsbe
zoek. Terwijl er gigantische culturele
verschillen aan het groeien zijn als je,
om iets te noemen, ziet hoe zij kernener
gie prachtig vinden tegenover de hier
geldende opvatting dat je er beter aan
zou doen alle kerncentrales af te schaf
fen. Door de technische en economische
ontwikkelingen in Amerika en Japan
wordt Europa gedwongen tot een steeds
grotere eenheid. Maar wat gebeurt er?
We scheppen steeds diepere culturele
kloven. Dat zijn bijgedachten rond zo'n
symposium die best de moeite waard
zijn".
PIET VAN DIEMEN
door Bert van Velzen
Fuckaduck, wat een fantatsy boekje is
dat. Daar ga ik van uit m'n dak, daar
stijg ik van uit m'n schoenen. Turbo
taal heet het en het is van Jan
Kuitenbrouwer, die - alles behalve een
dombo - boeiende opstellen heeft
geschreven over de snelle sector,
jongerentaal, de aflco, de verbastering,
de taal van de zachte sector en andere
aspecten van het Nederlands.
Ongelofeloos clever en zeer schappeloos
van prijs is het werkje dat Aramith te
Amsterdam het licht heeft doen zien.
Vijftien gulden, daar hoef je niet
chaggo om te worden. Bongobrains als
Cello en manageriale hippo's behoren
zich in alle onderdelen van de Turbo
taal te bekwamen tot een graad van
optimale virtuositeit. Zie hoe
problemibo het volgende gesprek is
tussen Cello en numero uno.
Mögge Cello. Ik wil je even spreken
over de toekomst.
- Perfecto. amigo.
Cello, de directie heeft je
uitgeselecteerd als kandidaat voor een
eventuele out-placement.
- Da 's breed, amigo. Te gek onwijs
gewoon. Ik wil wel weg van huis.
Kunnen we er even heen in die
hoerensloep van jou?
Nee Cello. Wat ik bedoel naar je door
te sluizen is dat we gedwongen zijn een
paar mensen los te laten.
- Gaaf.
Je begrijpt me verkeerd. We zijn
gedwongen verandering te brengen in
onze reiatie.
- Ach, doe niet zo tenenkrommend
moeilijk. We zijn toch niet ho.
Ho?
- Ja, homociool. Don 't worry amigo. Ik
schrijf af en toe een optinootje.
Cello, wij als bedrijf zullen vaarwel
tegen je moeten zeggen.
- Superbo, dat betekent dus hapmans,
drinkmans en even snuiven aan een
vrouwtje in de disco. Ik ga bijna boven
m'n wimpers, amigo,
Nee Cello. Geen hapmans, geen
drinkmans en geen snuifmans. Ik zit tt
wachten op jouw Aha Erlebnis van wat
ik naar jou toe probeer uit te dragen.
Kijk, het multisporenbeleid in de
company is spaak gelopen. Het tijdpad
naar de toekomst toe zit vol hobbels en
de vluchtstroken staan al vol oudere
jongens die geen flexibiliteit meer
hebben. Begrijp je. Cello. We willen
van je af. Geen hapmans, Cello, maar
stapmans.
- Shit. Rufio. Ik voel me depri. Zo
maar tjak-tiak turboloos
Fuckaauck! Hier word ik toch wel heel
chaggo van. Hoe kan dat nou, amigo.
De company geeft astronaulische
bedragen uit, Cello. Ik moet er, om de
gaten te dichten, dit jaar een paar ton
uit zien te fietsen. Vandaar dat ie
contract in beëindigende zin zal
worden hernieuwd. Ik heb nog een
bonus voor je uit het vuur kunnen
slepen.
- Onwijs gaaf, amigo.
Kein Punkt.
Arme Cello. Hij spreekt een redelijk
snel turbo, deze aombo, maar hij
schiet te kort in de verbale gymnastiek
van het management. Als gevolg
daarvan moet hij gaan wennen aan hel
zachtezeep-Iingo van het
welzijnsgebeuren. Dat is cruciaal. Hij
is sympa genoeg, maar hii is een
virtuele nitwit in de wonderlijke
nuances van onze taal. Vooral op het
terrein van socio-babble schiet hij te
kort. Behoorlijk rampzalig eigenlijk,
dat we hem kwijt zijn. Het is te hopen
dat hij er zo optimaal mogelijk
uitspringt.
■C&idócSouro/rit
(ADVERTENTIE)
Abstracte schilderkunst in nieuw perspectief
Leidraad voor de tentoonstelling is de idee dat mystieke bronnen
een essentiële rol hebben gespeeld bij het ontstaan en de ontwikkeling van
de abstracte schilderkunst. Spintuele ideeën brachten kunstenaars tot
verwijdering van de zichtbare werkelijkheid, op zoek naar eén steeds
abstractere vormentaal.
Indrukwekkende internationale tentoonstelling
Een opzienbarende tentoonstelling die eerder in de VS een stormachtige
belangstelling kreeg. Voor 'The Spiritual m Art' is de gehele boven
verdieping van het Berlage-gebouw vrij gemaakt.
'The Spiritual in Art' werd mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van
Sijthotf Pers, uitgeefster van de Haagschc Courant. Dagblad Het Binnenhof,
Goudsche Courant en Lcidsc Courant.
MYSTERIE VAN DE
ABSTRACTEN
1890 1985
2 SEP. - 22 NOV. 1987 HAAGS GEMEENTEMUSEUM - f\
Haags Gemeentemuseum
Stadhouderslaan 41
Den Haag
Bus-en tramlijnen: 4,10,14,65 en 88
Openingstijden:
di. t/m vrij. 10 - 17 uur
za. en zo. 12 - 17 uur
Ma. alleen voor groepen na afspraak;
inlichtingen 070-514181
(educatieve dienst)
Toegang:
t7,50 per persoon
f 6,00 jonger dan 13 jr.,
ouder dan 65 jr.
Meer dan 250 schilderijen en tekeningen van bijna 100 kunstenaars uit Europa en de Verenigde Staten, waaronder:
Jean Arp, Joseph Beuys, Theo van Doesburg, Arthur Dove, Robert Delaunay, Marcel Duchamp, Helmut Federle, Paul Gauguin, Marsden Hartley, Jacoba van Heemskerck, Jasper Johns, Wassily Kandinsky, Georgia O'Keeffe, Ellsworth Kelly, Paul Klce, Hilma af Klint, FrantiSek Kupka, Kazimir Malevich,
Franz Mare, Bricc Marden, Piet Mondriaan, Matt Mullican, Edvard Munch, Bruce Nauman, Francis Picabia, Sigmar Polke, Jackson Pollock, Mark Rothko, Kurt Schwitters,Johan Thorn Prikker, Jan Toorop, Georges Vantongerloo.