Zachte toerist* een strohalir voor de Alpe: II inal b foidóeSouAOfit Ondermijnd Buiten pistes Zacht ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1987 Maar er zijn bedreigende tendensen die door de zogenaamde trendsetters in het nieuws worden gebracht en waarop men vervolgens ter plaatse inspringt omdat men een gat in de markt vermoedt. Het skién buiten de piste, daar doen al grote aantallen toeristen aan mee. En dan be doel ik niet het tourskiën, want dat be staat al van oudsher en wordt beoefend door mensen die bereid zijn zelf de no dige inspanning te leveren. Nee, ik be doel toeristen die zich per lift en tegen woordig ook per helicopter naar boven laten brengen en dan dwars door de vrije natuur een spoor naar beneden trekken. Deze vorm van skiën zie je overal waar grote concentraties liften zijn. Het neemt echt schrikbarende vor men aan". Met alle gevolgen van dien. Zwaarwe gende gevolgen, vreest Viëtor. „Wij als Stichting Nederlandse Milieugroep Al pen hebben er zeer sterke bezwaren te gen. Eerst is de natuur opgeofferd voor de aanleg van skipistes. Bossen zijn ge rooid, hellingen glad geschoven. En nu worden de tussenliggende gebieden ook nog eens uitgeleverd aan de skiërs. Juist het zeer kwetsbare hellingbos waarvan de vitaliteit ernstig in gevaar is, ziet zich aangetast door mensen die zomaar door de jonge aanplant mogen razen. Dat jon ge bos, geplant om de hellingen te be schermen, wordt nu ook al weer be dreigd. De scherpe skilatten verdichten de bodem en maken bij weinig sneeuw de planten kapot. Laat ik hier volledig heidshalve aan toevoegen dat er ook overheden bestaan die hun best doen. Ze zijn niet allemaal slecht. Zo heeft het provinciaal bestuur in Salzburg onlangs verhinderd dat een aantal ski-gebieden met een keten van liften en pistes aan el kaar gekoppeld werd. Het besefte bijtijds dat hiermee een verkeerde weg werd in geslagen. Maar elders betekent de mode van het skiën in de diepe sneeuw buiten de officiële pistes een toenemende be Acht jaar geleden zorgde de Nij meegse prof. dr. W.G. Hennig voor een smakelijke rel. In die jaren kon je geen krant openslaan of je las een uitgeplozen stuk over de geva ren van een nieuwe techniek, DNA recombinatie geheten, die het mo gelijk zou maken de erfelijke eigen schappen van mens en dier te ma nipuleren. „Kritische wetenschappers" liepen te hoop, de Kamer vergaderde, de Neder landse Academie van Wetenschappen schreef een geleerd rapport, maar Hen nig vond al die drukte maar onzin. Zijn vak manipuleerde niet, nee, dat deden de media door het verstrekken van „in formatie van lage kwaliteit". En: „Beïn vloeding van menselijke erfelijkheid is volstrekt ondenkbaar". Hoe vliedt de tijd. In wetenschappelijke topbladen als Nature en, vooruit, het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskun de, struikel je de laatste jaren over arti kelen waarin wordt uitgelegd hoe je menselijke erfelijke eigenschappen kunt beïnvloeden. Dat kan met gen-therapie: het behandelen van erfelijke afwijkingen door het veranderen van erfelijke eigen schappen. Bij mensen lukt dat nog niet. Maar bij muizen lukt het wel, apen zijn met gen-therapie behandeld zij het met kort resultaat, en in Amerika is juli jongstleden vergunning aangevraagd om proeven op mensen te doen. Hoog tijd om u van enige informatie van lage kwa liteit te voorzien. Heel lang geleden, toen we nog maar een bevruchte eicel groot waren, bestonden we uit niet meer dan een receptenboek met ongeveer honderdduizend recepten. Dat receptenboek hebben we van vader en moeder geërfd en zit gecodeerd in een enorm DNA-molecuul in elke lichaams cel. Elk recept beschrijft een erfelijke ei genschap en heet een gen. Als je van va der, van moeder of van allebei, een gen- recept met alleen maar onzin hebt ge ërfd, dan gaat het lichaam later onzm- produkten maken. Dan heb je een erfe lijke afwijking. Nu is het al een jaar of tien mogelijk om voor primitieve we zens als bacteriën nieuwe gen-recepten te schrijven, bijvoorbeeld het recept „maak insuline" of „maak groeihormoon", en die bacteriën maken deze stoffen dan aan in onbekrompen hoeveelheden, tot heil van de mensheid. Welnu. Als dat met bacteriën lukt, dan moet dat in principe ook met menselijke cellen lukken. Dan zou je een onzin-gen die een erfelijke afwijking veroorzaakt door het aanmaken van onzinproduk- ten, kunnen herschrijven. Maar helaas, „tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren". Het is binnen afzienbare tijd bijvoorbeeld niet mogelijk een onzin-gen te vervangen, men kan hooguit een zinnig gen aan het receptenboek van de lichaamscellen toe voegen. Helaas wederom. Sommige on- zin-genen zijn zo dominant, dat ze zin nige genen overschreeuwen. Toevoegen van een zinnig gen heeft dan geen nut. Dat beperkt het aantal erfelijke afwijkin gen waarbij een gen-therapie zou kunnen helpen tot de niet dominante erfelijke af wijkingen. En daarvan komen weer al leen die afwijkingen in aanmerking die berusten op een enkele tikfout in het gen-recept. Goed, ook dan blijven er een flink aan tal afwijkingen over die in aanmerking komen voor gen-therapie. Heel soms worden er bijvoorbeeld kinderen gebo ren die door een erfelijke afwijking niet in staat zijn het stofje adenosine-desami- nase (ADA) te maken en daardoor tegen geen enkele ziektekiem bestand zijn. Een beroemd patiëntje was het Amerikaanse jongetje David („the bubble boy"), dat jarenlang in een soort ruimtepak leefde en in 1985 overleed. Op zulke kinderen zal waarschijnlijk de eerste gen-therapie worden toegepast. Hoe gaat dat? Óp de eerste plaats moet men weten hoe het gen-recept voor dat stofje ADA eruit ziet. Dat is bekend. Vervolgens moet dat recept in voldoende mate kunnen worden aangemaakt. Dat kan men nu ook. Volgende probleem: hoe krijg je dat nieuwe recept in de lichaamscellen inge bouwd? Daar is het volgende op gevon den. Het ADA-recept wordt ingebouwd in een kreupel gemaakt retro-virus, ver volgens haalt men wat beenmerg uit het patiëntje en besmet dat met dat virus. Retro-virussen hebben de eigenaardig heid dat ze bij besmetting hun eigen er felijk materiaal toevoegen aan het erfe lijk materiaal van de besmette cel, in dit geval samen met het juiste recept voor de produktie van ADA. Als je dan de besmette bloedcellen weer in het li chaam van het patiëntje terug zet, dan is het voorzien van het juiste recept van ADA en mag je hopen dat het lichaam inderdaad die stof gaat aanmaken. Dat laatste blijkt nu het grote struikel blok te zijn voor het slagen van de gen therapie. Het juiste ADA-recept komt wel in het receptenboek van het been merg te staan, maar dat wil niet zeggen dat het ook wordt afgelezen. Dat is niet zo verwonderlijk. Alle lichaamscellen zijn in het bezit van het volledige DNA- receptenboek, maar lezen daar alleen maar bepaalde bladzijden uit. Spuugcel- len slaan dat boek alleen open op de pa gina „hoe spuug te bereiden" en lever cellen lezen voornamelijk de pagina over het maken van gal. Er kan wel een nieuw recept worden toegevoegd, maar men kan met voorspellen waar, het kan net zo goed op een ongelezen pagina ko men te staan. Dat is nog niet alles. Het is ook mogelijk dat het nieuwe gen een ander nuttig gen wegdrukt, ofwel aanzet tot een kanker verwekkende opstand. Bovendien heeft het transportmiddel, dat retro-virus, een slechte naam als kankerverwekker en ook als taaie rakker. Zelfs als het kreupel is gemaakt, dan acht men het nog in staat om een succesvol huwelijk aan te gaan met erfelijk materiaal in de cel zo dat het weer infectueus wordt en andere lichaamscellen besmet. Zaad- of eicellen bijvoorbeeld. Als dat gebeurt wordt een tot op heden heilige ethische wet over treden die zegt dat nieuw ingebrachte ei genschappen nooit erfelijk mogen zijn. Hoe ver is men nu? Van een aantal erfe lijke ziekten is precies de schrijffout in de erfelijke code bekend. Men kent ook de juiste code en is in staat om die in de lichaamscellen in te voeren. Het voor naamste technische probleem is de li chaamscel die juiste code te laten afle zen. Gen-therapie leverde bij apen een tijdelijk succes op en in Amerika is een vergunning voor proeven op mensen aangevraagd. Ik houd u op de hoogte. Het kon niet uitblijven. De internationale kalender is aangevuld met een Wereldbergendag. Want als de huidige ontwikkelingen doorgaan, zullen de 1 miljoen Nederlanders die jaarlijks een wintersportvakantie wensen, straks hun Alpen onbewoonbaar vinden. Door natuurrampen gesloopt. Een gesprek daarover met voorzitter Viëtor van de milieugroep Alpen, nadat die zich ter plekke op de hoogte heeft gesteld. In het gebied van de Gotthard 450 horeca ondernemers failliet. Alleen eigenbelang al dient een drijfveer te worden om de Alpen in bescherming te nemen. LEIDERDORP - De Internationale Fe deratie van Alpenverenigingen heeft de g van vandaag, zaterdag 26 september, uitgeroepen tot Wereldbergendag. In streken waarvan het silhouet beheerst wordt door massieven vol eeuwige sneeuw, betekent dit bijvoorbeeld dat ploegen vrijwilligers erop uit trekken om toppen en dalen te kuisen. Aangezien Nederland echter niets hogers schoon te maken heeft dan het Drielandenpunt, blijven de activiteiten hier noodgedwon gen beperkt tot studeren en waarschu wen. Daarvoor bestaat de Milieugroep Alpen, een samenwerkingsverband van de Ko ninklijke Nederlandse Alpen Vereniging en de Nederlandse Bergsport Vereniging. Voorzitter is Mamix Viëtor, 32 jaar oud en 29 jaar daarvan vertrouwd met het hooggebergte, want zijn ouders plachten hem als kleuter al mee te nemen op hun zwerftochten van hut naar hut. „Ik ben een bergbeklimmer van origine. Mijn grootste wapenfeiten? Matterhom. Mont Blanc. Ambities voor een expedi tie naar de Himalaya of de Andes heb ik niet. Ik houd het op de Alpen. Daar is nog genoeg te ontdekken. Wat ik zoek in de bergen? Actief bezig zijn temidden van een heel imposante natuur. De bele ving van het landschap, van de rust, de verhevenheid. Prestaties komen voor mij op de tweede plaats". Wereldbergendag. Toevallig viel het uit roepen daarvan samen met de aankondi ging van de ANWB dat er de komende maanden een record aantal van mis schien wel 1 miljoen Nederlanders met wintersportvakantie zal gaan. Heeft men dan niets geleerd van de rampen die de afgelopen zomer het Alpengebied heb ben geteisterd en waarvan het massatoe- nsme de voornaamste oorzaak zou zijn? Moeten er slagbomen komen op de we gen die naar de skipistes leiden? Hekken rond de hellingen? Voor de milieu-ijver- aar die hij is, klinkt het antwoord van Viëtor verrassend genuanceerd. „Die miljoen Nederlanders mogen gaan", stemt hij in. „Maar wel zou ik tegen ze willen zeggen: u moet zich realiseren dat er veranderingen nodig zijn in de manier waarop u gaat. Want hoe gaan ze? Het liefst laden ze de auto vol, rijden ergens heen waar het mooi is en klagen daar: waarom is er geen disco, geen sauna?". Ze willen, klaagt Viëtor van zijn kant, op elke plaats en op elk tijdstip de be schikbaarheid van alle denkbare toeristi sche voorzieningen. „Ik daarentegen zeg: realiseer u dat er juist voor u, toeristen, een belangrijke taak is weggelegd bij de bescherming van wat er in de Alpen nog resteert aan ongerepte natuur. Plannen voor de uitbreiding van toeristische voorzieningen als pistes en liften worden door de uitbaters ter plaatse mede geba seerd op het gebruik dat de toeristen van het al bestaande aanbod maken. Door deze voorzieningen zo weinig mogelijk te benutten, kan iedereen meehelpen te voorkomen dat er steeds maar nieuwe banen, liften, bergrestaurants en dergelij ke worden aangelegd. Voor het overle ven van de Alpen - zowel uit het oog punt van de natuur als uit dat van de re creatie - is het uiterst belangrijk dat ie dereen gaat inzien: de kleine economi sche voordelen die het ontsluiten van nieuwe toeristische gebieden met zich meebrengt, wegen in de verste verte niet op tegen de gigantische nadelen voor het milieu. Breekt dit inzicht geen baan, dan zullen rampen zoals we die de afgelopen zomer hebben beleefd, een jaarlijks te rugkerend fenomeen worden. Zo'n on voorstelbare schade zullen ze aanrichten dat grote delen van de Alpen onbewoon baar raken en dus ook voor het toerisme verloren zijn. Die dreiging staat heel duidelijk voor de deur. We hebben het deze zomer kunnen zien. Wat er nu in Italië is gebeurd, kan even goed in Beie ren of Oostenrijk gebeuren". De sinds enkele jaren bestaande Stich ting Nederlandse Milieugroep Alpen is zo willen het de statuten - een orga nisatie die zich, in nauwe samenwerking met de beide Nederlandse Alpenvereni- jingen ten doel stelt bij te dragen tot het >ehoud van natuur, milieu en landschap Voorzitter Viëtor van de milieugroep Alpen. FOTO: CEES VERKERK in de Alpen en in andere berggebieden. Men tracht dit doel met name te realise ren door het bevorderen van milieu vriendelijk vakantiegedrag in de ruimste ■zin bij Nederlandse toeristen die de Al pen bezoeken, en door beïnvloeding van het toeristisch beleid in de Alpen zelf. Toen de buitensporige regenval van deze barre zomer de ene ramp na de andere begon te ontketenen, werd voorzitter Mamix Viëtor door de media uiteraard ondervraagd over de mogelijke oorza ken, en hij antwoordde naar eer en ge weten. Maar zelf was hij nog niet ter plaatse geweest. „De samenhangen wa ren mij bijgevolg onduidelijk", bekent hij. Sindsdien echter heeft hij sommige van de getroffen gebieden intensief be zocht. Hoewel ze voor het toerisme ge sloten waren, mocht hij er qualitate qua naar binnen en kon hij zijn licht opste ken bij de plaatselijke deskundigen. Wat hij zag en hoorde, verbijsterde hem, zegt hij. Met name het Gotthardgebied bezocht hij waar als gevolg van aardverschuivin gen en overstromingen dit seizoen 450 horeca-ondememers failliet zijn gegaan, hetgeen aardig illustreert hoezeer alleen eigenbelang al een drijfveer moet worden om de Alpen in bescherming te nemen. Hij sprak er met vertegenwoor digers van het Kantonnale Staatsbosbe heer over de samenhangende oorzaken. Daarbij werd verwezen naar het jaar 1970 toen zich in Centraal-Zwitserland een vergelijkbare ramp voltrok waarvan het Schachental veel te lijden kreeg. Uit onderzoeken bleek dat er in het Scha chental een heel duidelijk verband be stond tussen een veranderd gebruik van de weidegronden en de veranderde wate rafvoer. De oorzaak lag dus bij de boe ren. „Inderdaad kun je niet zeggen dat alleen het toerisme de grote boosdoener is", zwakt Viëtor dan ook de gangbare mening af. Hij noemt het voorbeeld van Andermatt waar eveneens overstromin gen en aardverschuivingen zijn opgetre den. „Op de hellingen staat daar hele maal geen bos meer; alles is in de loop van de eeuwen door de plaatselijke be volking gekapt ten behoeve van woning bouw of verwarming. Het smelt- en re genwater kan er ongeremd van de hellin gen naar beneden storten. Bossen wer ken namelijk als een spons. Ze zuigen de neerslag soms wel voor honderd procent op en geven hem via verdamping terug aan de lucht. Weidegronden daarentegen absorberen slechts vijf tot tien procent van het hemelwater; de rest baant zich een weg naar de dalen". Wat was het geval in het Schachental? Daar gingen de boeren op de weidegron den met hun slechte sponswerking bo vendien kunstmest gebruiken. Het ge volg was dat de verscheidenheid aan plantensoorten sterk terug liep en dat het toch al geringe absorberende vermo gen nog kleiner werd. De hellingen raak ten door het water ondermijnd en een ramp kon niet uitblijven. „De conclusie van de deskundigen luidde", zegt Viëtor schamper, „dat ze honderd miljoen francs moesten uittrekken om beken te kanaliseren en dammen aan te leggen. Maar daarmee beperkten ze zich louter tot symptoombestrijding. Dergelijke maatregelen zijn in het gebied van de Gotthard ook getroffen en toch was er opeens die ramp. Men is dus bezig het probleem op de verkeerde plaatsen aan te pakken". Het volslagen uit de hand gelopen autoverkeer beteugelen, dat zou volgens Viëtor deel van een zinnige aan pak zijn. Zestig tot zeventig procent van de hellingbossen die het internationale trein- en wegvervoer mogelijk maken omdat ze lawines en aardverschuivingen tegenhouden, is aangetast door de lucht verontreiniging van datzelfde verkeer, en kan zijn beschermende functie niet meer uitoefenen. „Wat er moet gebeuren", zegt Viëtor, „is de luchtverontreiniging bestrijden bij de bron. Alle auto's die gebruik maken van de Gotthard, dienen op de kortst moge lijke termijn uitgerust te zijn met kataly satoren. En in elk geval moet er worden afgezien van de bouw van een tweede Gotthardtunnel. Schakel van weg- maar over op railtransport; dat kan daar heel makkelijk. Wat ik zeg over het gebied van de Gotthard, geldt trouwens voor alle gebieden in de Alpen waar de mens op verschillende manieren in het land schap ingegrepen heeft. Wegen aanleggen betekent dat je delen van de Alpen vol stort met tientallen hectaren beton die geen water opnemen. Ze veroorzaken een versnelde afstroom van het water naar beneden waar zich aan de rand van de delta's een geweldige stuwing ontwik kelt, waardoor complete dorpen onderlo pen. Zoveel mogelijk achterwege laten dus. Daarnaast is het dringend nodig dat er programma's komen voor de herbe bossing van de Alpenhellingen en dat er maatregelen getroffen worden ter be scherming van het jonge bos. Waarmee we weer terug zijn bij de toerist als boos doener. Wanneer het massa-toerisme zich blijft bewegen in de richting waarin het zich beweegt, krijgen de jonge bossen weinig kans, vrees ik". Vanuit Nederland reizen er jaarlijks, zo mer en winter bij elkaar, twee miljoen vakantiegangers naar het Alpengebied. In totaal staat het dak van Europa echter onder de niet geringe druk van veertig tot zestig miljoen toeristen per jaar. „Voor het gros daarvan vormen de na tuur en het landschap nog steeds de be langrijkste drijfveer", zegt Viëtor. „Dat wijzen onderzoeken steeds weer uit. dreiging voor natuurgebieden die nog ongerept zijn. Om over het helikopter skiën nog maar te zwijgen. Dat is na tuurlijk helemaal een afschuwelijke uit was". Gezien de rampen van de afgelopen zo mer bepleit Viëtor een rigoureuze om buiging. Geen nieuwe voorzieningen meer ten behoeve van het massatoeris me. Houdt het geconcentreerd in gebie den die er al voor zijn ontwikkeld: Zer- matt, Verbiers, Bad Hofgastein, La Plag- ne, men kent ze wel. En mochten er ge bieden zijn die zich desondanks willen ontwikkelen, onderwerp die dan aan de voorwaarden van het zogenaamde zach te toerisme. „Wat dat is? Wij verstaan er initiatieven onder die zijn afgestemd op de draagkracht van de natuur en het landschap ter plaatse. Uitgaande van reeds aanwezige voorzieningen en te be happen door de bevolking zelf, betaal baar met lokaal kapitaal zodat er geen projectontwikkelaars van buiten in de arm genomen hoeven te worden. Zacht toerisme, daaronder verstaan we een toerisme dat kan bestaan zonder de bouw van hotelcomplexen en bungalow parken, gebaseerd op de kleinschalige dorpen zoals die er nu zijn, en organisch groeiend in samenhang met de dorpsge meenschap. Volgens de vermaarde be dwinger van bergtoppen Reinhold Mes- sner is de bouw van hutten een van de grootste fouten geweest waaraan men zich in de Alpen schuldig heeft gemaakt. Daardoor is de grote stroom toeristen naar de bergen ontstaan, hetgeen weer nieuwe ontsluitingen tot gevolg had, en is er een vicieuze cirkel van voorzienin gen - meer toeristen, meer voorzienin gen - op gang gekomen. Het wordt de allerhoogste tijd dat we die cirkel eens durven doorbreken". PIET SNOEREN Eerst is de natuur opgeofferd voor de aanleg van skipistes. Bossen zijn gerooid, hellingen glad geschoven. En nu worden de tussenliggende gebieden ook nog eens uitgeleverd aan de skiërs. FOTO: PR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 23