Het zigeuner-
I bestaan van
John van Dreelen
^Acteur met
een licht
bekakt
Nederlands
en de wat
stijve nek
van de
betere
klasse
C«idócGomotit
Fliessend
Gesneuveld
Geen star
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1987
nale
Kasteel Keukenhof vormt het decor van
een nieuwe KRO-serie waarin John van
Dreelen een louche baron speelt die zich
financieel staande houdt met
valsemunterij.
FOTO: CEES VERKERK
Via zijn talenkennis kwam Van Dreelen
trouwens in het buitenland terecht. Hij
speelde bij het Haagse Residentietoneel,
waar zijn vader Louis Gimberg jaren
lang een van de belangrijke acteurs was
(Van Dreelen heet eigenlijk Jacques
Theodore van Drielen Gimberg). De
schrijver van het Britse blijspel „Miran
da" vond van Dreelens Engels zo goed.
„Probeer het eens bij ons", suggereerde
hij. „En ik had na die afschuwelijke oor
logstijd al het gevoel dat ik hier weg wil
de", zegt Van Dreelen. „Toen ik in En
geland eindelijk iets had, kreeg ik geen
werkvergunning. Tot Peter Finch opeens
wegviel uit een produktie en er een audi
tie was. Een stuk met Dame Edith
Evans. Auditie in het inmiddels verdwe
nen St. James' Theatre in Jermyn Street.
In de zaal mensen als Dame Sybil
Thorndyke en Laurence Olivier. Je kon
me uitwringen van de zenuwen. Olivier
komt naar me toe en zegt: „Je bent toch
niet nerveus?". Ik knikte van ja. „Oh
don't be a bore", zei hij, „wees niet ver
velend, ik word gek van al die zenuw
achtige acteurs. Neem 't op als een
grap". En zo kreeg ik die rol. We zijn
met dat stuk met een Stratocruiser in 22
uur via Shannon naar New York gevlo
gen. Daar kreeg ik goede kritieken. Ik
heb na die toernee in Parijs een immi
gratie-visum voor Amerika aangevraagd.
Inmiddels had ik met Audrey Hepburn
de film „Nous irons a Monte Carlo"
(met bandleider Ray Ventura. BJ) ge
maakt. Lachen was dat, met Nederlands
als onze geheimtaal. En daarna was ik in
Duitsland terechtgekomen - ondanks
dat ik gezworen had nooit in dat land te
zullen spelen - en met succes. De ene
film na de andere, „Kiss me Kate" in
Berlijn op het toneel, ,,Gigi" in Oosten
rijk, het debuut van Nicole Heesters, de
dochter van Jopie Heesters. En toen
kwam het bericht dat we een visum had
den. Dus Amerika. Nou, daar hadden
we dus niets de eerste maanden, maan
den en nog eens maanden. Tot mijn
agent me ging boeken voor second rate
televisie-shows".
In Amerika werd John van Dreelen met
een gecast als Duitser. Hij lacht erom.
„Ik heb het patent op Duitse officieren.
Maar, nóóit onder de rang van majoor.
Altijd Obersturmgruppenführer of gene
raal. In Amerika ben ik de schurk
- straks weer een drugssmokkelende
ambassadeur in een „pilot" voor een tv-
serie die in Nicaragua speelt. In Europa
de gentleman, de oudere „lover". In
Amerika ben ik al wat keren doodge
schoten, verdronken of ontploft. Zit ik
in „Falcon Crest", stap daar in een nieu
we Mercedes 500 en boem, ik ben er niet
meer. Heel vervelend, want dan weet je
dat je dus nooit meer in die serie terug
komt".
Pa Gimberg had hem nog zó gewaar
schuwd. Géén toneel. Maar op de twee
de rij van de Koninklijke Schouwburg in
Den Haag schrok Pa zich in 1941 een
ongeluk toen hij zijn zoon tóch ontdekte
in een rolletje in „De gele nachtegaal".
„Okee, acteur, maar dan niet in Neder
land", zei Pa vervolgens. >,want dat is in
de bus zitten tussen Groningen.en Maas
tricht". Nee, dat werd het niet. John van
Dreelen luisterde toen wel. Geen busrei
zen voor hem. Hij neemt 't vliegtuig.
Van Los Angeles naar Amsterdam bij
voorbeeld. Toch een verschil.
BERT JANSMA
„The formula".
gek dat hij bij de rentmeester informeert
of hij niet tijdelijk een paar kamers in
het kasteel kan huren. „Ik zoek een pied-
a-terre in Nederland", deelt hij mee. „En
ik houd wel van iets excentrieks". Over
zijn rol in de jeugdserie: „Ach, zo'n rol
is me op het lijf geschreven.' Ik praat al
een soort Nederlands dat geloof ik aan
het uitsterven is. Mijn moeder was een
Labouchère (eigenaresse van De Porce-
leynen Fles in Delft. BJ), dus dat heb ik
gewoon meegekregen. En als ik echt be
kakt wil doen Hij demonstreert
hoe dat gaat. maar er is nauwelijks ver
schil te ontdekken. Van Dreelen ging.als
acteur vlak na de oorlog uit Nederland
weg. Wie oude opnames van toneelspe
lers van voor de oorlog hoort, zal mer
ken dat iedereen - behalve als er volk
stypes gespeeld moesten worden - dat
overbeschaafde toen had. Van Dreelen is
weggegaan en heeft het Nederlands van
toen meegenomen om in Hollywood te
conserveren.
Talen zijn overigens een sterk verkoop
argument voor ae acteur Van Dreelen.
De Amerikaanse folder die hij me ter
hand stelt is dan wel niet up-to-date aan
gevuld met de rollen die hij de laatste ja
ren speelde, bovenaan pagina 2 prijkt
wel de aantekening: „John van Dreelen.
Speaks English fluently. Spricht fliessend
deutsch. Parle francais courramment.
Spreekt Goed Nederlands". Hij gaat met
een lichte zelfspot in z'n blauwe ogen
achterover zitten op de grafelijke bank:
„Mijn Nederlands is niet meer zo „in",
begrijp ik. Ik hoor nu om me heen vaak
iets anders. Iets van (hij demon
streert een stroom slissend-slordige, Am
sterdams aandoende klanken). „Als
mensen tegenwoordig hun mond open
doen, komt er vaak een stroom van nog
al lelijke geluiden uit. Niet alleen in Ne
derland, noor. Engelsen kunnen er ook
wat van. Ik ben daar gevoelig voor. Ik
heb eens een vriendinnetje gehad in
München, een heel mooi meisje, maar
als ze haar mond open deed, kreeg je iets
van (hij imiteert een Beiers dialect) „frè-
lich, dos kommt ja richtik 'draus". Nou,
als ik zoiets hoor is mijn erotische inte
resse opeens nul komma nul. Dat ik een
aantal talen goed spreek, komt me in dit
- V
FOTO: PR A
zigeunerbestaan goed van pas. Ik speel
rollen in het Frans, Spaans, British,
American, whatever. M'n hoofd is net
een computer. Ik switch van de ene taal
naar de andere. Soms droom ik ervan.
Ik was dit jaar in Hongkong voor opna
mes voor de tv-serie naar het boek van
James Clavell, „Noble House", daarna
op Jersey voor een Simenon-verfilming,
in België voor „Mascara", ik heb in
Spanje een gespeelde documentaire op
genomen waarin ik de Nederlandse am
bassadeur ben, daarna „Zoeken naar Ei-
leen" in Nederland, toen naar Wilming
ton, North Carolina voor de binnenop
names van „Noble House" en nu zit ik
dan in „Simon Winner" van de KRO.
Op het eiland Jersey was het even moei
lijk. Ik dacht dat het een Engelse film
zou zijn, maar er stonden opeens Duitse
producers voor me. Op Jersey sprak ik
voortdurend British English, daardoor
had ik wat moeite om bij de opnames
auf richtiges Hochdeutsch over te scha
kelen. „Aber Herr Van Dreelen", riep de
«■egisseur geschrokken. „Ja, ja, wird
schon kommen", riep ik snel. Ik weet nu
dat ik ergens twee weken van tevoren
moet neerstrijken om weer even aan de
lokale taal te wennen".
We zijn inmiddels verwend met interna
tionale rollen van acteurs als Rutger
Hauer, Monique van de Ven, Renee
Soutendijk en Jeroen Krabbé. Maar ja
renlang was John van Dreelen onze eni
ge vooruitgeschoven post in toneelspe
lend Amerika. Hij woont er officieel nog
steeds. Heeft een mooi houten huis aan
het strand van Malibu. En heeft er een
carrière opgebouwd van veel kleine rol
len op film en televisie. Hij heeft goed
geboerd, om het zo maar te noemen,
maar hij kan met uitgestreken ironie
vertellen over de mindere kanten van
het vak. „Van mijn rolletje in Hitch-
cocks „Topaz" is niet veel overgebleven.
Een heel vervelende film trouwens. In
„The money pit" had ik een erg leuke
scène, daar is aan het slot van de film nu
nog maar een piepklein stukje van te
zien. „The formula" met George C.
Scott was erg leuk, maar ook daar ben ik
voor een groot deel in de montagekamer
gesneuveld. Ik heb leuke dingen voor tv
gedaan, maar televisie-maken is in Ame
rika inmiddels nogal deprimerend ge
worden. Time and money, daar gaat het
om. Alles moet snel. Je komt 's och
tends met gekende tekst op de set en dan
moet het er allemaal zo snel mogelijk op
staan. Op een keer - ik geloof dat het in
„Falcon Crest" was, maar ik kan al die
series niet meer uit elkaar houden -
komt een regisseur naar me toe en
vraagt: „Can you tighten it up a bit?".
Natuurlijk kan ik 't sneller spelen, zeg
ik. Maar die man dénkt in die rol, die
moet je even tijd gunnen. „Wil je dat je
hele rol op de vloer van de montageka
mer eindigt?", vraagt de regisseur. Nee,
zeg ik uiteraard. „Okay, tighten it up".
Het is allemaal niet zo leuk meer. Bij de
televisie maken de bazen in New York
de dienst uit bij NBC, CBS en ABC. Za
kenmensen die de artistieke beslissingen
nemen. Voor hun ben je ,just another
actor".
„Waarom zou die dat nou doen?", vra
gen de mensen zich vaak af als ze horen
dat ik de hele wereld afreis om her en
der rolletjes te spelen. „Heeft ie 't zo
slecht in Amerika?". Nee, dat heb ik
niet. Ik wil gewoon constant bezig zijn.
Als er ergens een goede scène te spelen
is, doe ik dat graag. Het reizen, al die
verschillende mensen overal, best ver
moeiend natuurlijk, maar het houdt je
ook jong. Ik ben nu vijfenzestig, maar ik
ben me er nauwelijks van bewust. Ik
denk er niet aan. Ik zou voor mijn ge
voel net zo goed 51 of 71 kunnen zijn.
Dit zigeunerbestaan zegt me meer dan
thuis bij de telefoon blijven zitten wach
ten tot ik iets aangeboden krijg. Ik heb
jaren van grote downs gekend, van diepe
zwarte toestanden, zoals iedereen ze wel
eens heeft. Er gebeurde niets. Niet op
het gebied van werk, noch op privége-
bied. Nu zoek ik het op. En dan maak je
wel eens een slechte film. Jammer. Die
ene goede scène die je ergens speelt
houdt je op de been. En ik hou van de
mensen uit dit vak. Zolang het kan blijf
ik achter de rollen aan reizen. Vandaar
dat ik, nu ik toch in Nederland ben, die
louche baron in „Simon Winner" doe.
En als het eens ophoudt, tant pis. Kijk,
ik ben geen Star geworden. En ik ben ei
genlijk blij dat ik dat niet geworden
ben". Van Dreelen stokt in die zin en
pauzeert lang. „Nee, dat is niet helemaal
waar. Maar goed, mensen als Robert
Wagner, die ik door zijn series waarin ik
speelde goed ken, of mijn goede vriend
John Forsythe uit „Dynasty", die hele
maal, kunnen waar dan ook ter wereld
geen stap meer doen. Het geld is fantas
tisch, zeggen ze allemaal, maar verder is
't gewoon niet leuk meer. Ze kunnen
geen winkel, geen hotelhall binnenko
men, of de mensen hangen om hen
heen. Ik heb dat soms ook, maar dan
wel in kleine mate".
LISSE - John van Dreelen op de
foto voor Kasteel Keukenhof. Een
nep-baron die even mag pronken
met andermans veren. Het in de
negentiende eeuw tot een merk
waardig neo-allegaartje verbouwde
kasteel uit de zeventiende eeuw is
bezit van de Graaf van Lynden. De
graaf zelf woont in St. Michielsge
stel en de KRO mag een paar da
gen in en rond het kasteel filmen
voor een nieuwe jeugddetectivese-
rie (zes afleveringen) „Simon Win
ner", volgend jaar op het derde net
te zien. In een van de aflevering
speelt John van Dreelen een baron,
die zich met medewerking van zijn
tuinman financieel staande houdt
via valsemunterij. Pure type-cas
ting, en - pardon meneer Van
Dreelen - dan hebben we het na
tuurlijk niet over de valsemunterij.
Nee, als er iemand in Nederland
nog een baron kan neerzetten is
het John van Dreelen.
John van Dreelen. Een acteur met een
licht bekakt Nederlands van een ver
dwijnend stempel en de wat stijve nek
van de betere klasse, die het grootste
deel van zijn carrière in Amerika door
bracht. Sinds vorig jaar duikt hij weer in
Nederland op. Hij is in een aantal Ne
derlandse films te zien geweest. Een rol
letje in de Belgisch-Nederlandse co-pro-
duktie „Mascara" („een grapje", zegt hij,
„mag geen naam hebben"), een rolletje
in Pim de la Parra's „Odysee d'amour"
„een vaag scenario, maar leuk twee we
ten op Bonaire. Was ik nog nooit ge
weest"), nu een iets grotere vaderrol in
Rudolf van den Bergs „Zoeken naar Ei-
leen" (deze week in première gegaan) en
straks een rol in een nieuwe Nederlandse
film „Het Crisisteam". „Ik leid een zi
geunerbestaan", zegt hij met een wat iro
nische toon in z'n stem. We zijn door
graaf Lyndens rentmeester Hollander
naar boven in het kasteel gebracht waar
we in vergane zetels voor een uiteraard
niet-brandende open haard zitten. Op
bezoek bij de baron. „Baron" Van
Dreelen past er als nergens anders. Niet
John van Dreelen met George C. Scott in