„Landbouworganisaties
luisteren niet naar ons"
Polen stevent af
op ecologische ramp
|,,Als de droogte heerst kunnen we alleen op God vertrouwen"
El
NENLAND/BUITENLAND
te"2LWS- KRITISCHE BOERIN MINY WOLTERINK:
VERVUILING NEEMT SCHRIKBARENDE VORMEN AAN
)CUMENTAIRE OVER VOEDSELHULP „ONGEWENST ACTUEEL
CfiidócSouoafit
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1987 PAGINA 9
i> uur)
«630
103.70
175.30
46.20
148.10
58.40
82 30
120.50
141.00
121.00
62.70
59.50
835.50
61.00
57.20
47 30
7380
46.40
64.50
66.50
51.80
61.20
60.20
71.70
61.00
69.20
35.00
2600
Ö.704
54.10
>0.60
19.80
De roep om verandering in de land
bouw van de groep Landelijke Boe
rinnen Belangen (LBB) klinkt
steeds luider. Het (nog?) niet zo
hecht georganiseerde gezelschap
van zo'n honderd emancipatorische
vrouwen-van-het-platteland is tot
de conclusie gekomen dat het huidi
ge landbouwbeleid van Brussel en
Den Haag schreeuwt om een reactie
in de vorm van een Kritisch Land-
bouwberaad. Aanvankelijk was het
de bedoeling er naar het globale
voorbeeld van het IKV een inter
kerkelijk geheel van te maken,
maar tijdens een bespreking met de
Raad van Kerken, waarbij ook een
plan voor een SOS-lijn voor boeren
en boerinnen-in-nood aan de orde
kwam, groeide de overtuiging dat
het beraad een bredere, ook niet-
kerkgebonden basis moest krijgen.
Zo zou er bijvoorbeeld ook plaats
moeten zijn voor milieu-organisaties
die een ander landbouwbeleid voor
staan.
lis van de groep-Lande-
ke Boerinnen Belangen
3B) blijkt buitenshuis te
erken. Een mevrouw
et een kantoorbaan als
««■trekster van de kriti-
he boerinnen? Het lijkt
eemd, maar zo is het
et. Want Miny Wolte-
ik-Ten Den verpersoon-
jkt wel degelijk de toe-
ind waarin een belang-
k deel van de boeren-
md zich bevindt en
aartegen zij en haar me-
jstandsters in opstand
gekomen.
k geen boerin?", klinkt het
igal felle antwoord op de uit-
igende vraag. „Ik heb hier
n deeltijdbaan terwille van
t voortbestaan van het boe-
ibedrijf waar mijn man
ihtig uur per week druk
>e is, zonder dat het vol
lende inkomen oplevert. Ik
n een boerendochter en heb
tijd in het bedrijf meege-
ict. Man, ik ben boerin in
en nieren",
ir de LBB-woordvoerster,
en vol vuur, maar op
tijd ook ontspannen goed-
:hs. is de huidige situatie op
el boerenbedrijven geen stu-
erkamerproject maar de al-
iaagse werkelijkheid. En die
haar en haar „soortgenotes"
n gruwel. „Als LBB zijn we
itisch, zowel naar ons eigen
nctioneren als naar het be-
d waar we afhankelijk van
Wij willen niet blijven
oduceren op de manier
aartoe we tot nu toe gedwon-
n worden. Er is nooit sprake
weest van een vrije keuze,
moet, je wordt gedwongen,
ij van de LBB zouden heel
aag milieuvriendelijk willen
oduceren, maar er is een
onomische noodzaak om
igen te doen die je eigenlijk
wilt".
5.008
2.00
7.00
7.50
2.00
5.20
7.40
5.50
5.50
1.00
1.80
r.30
leen keus
boer heeft geen keus.
4aar de boerin heeft dat nog
inder. Zij trouwt niet alleen
de boer, maar óok met
I bedrijf. Zij is geen eige-
ir van de zaak, maar wordt
1 gedwongen onbetaald mee
verken aan een systeem dat
dig is voor haarzelf, haar
tin, de consument „en de
Wereld", zegt de LBB-
•genwoordigster, in hoop-
olle verwachting dat de stem
an de kritische groep wordt
40 ihoord, na jarenlang tever-
efs een roepende ten platte
nde te zijn geweest.
t boerinnen van onze groep
i bijna allemaal aangesloten
één van de landbouworga-
saties. Binnen die verbanden
katholieke KNBTB, de
ristelijke CBTB en de neu
rale KNLG) hebben we jaren-
ons geluid laten horen,
ir er is niet naar ons geluis-
L Daarom hebben wij de
pen bij elkaar gestoken en
Ie groep-LBB opgericht",
'erduidelijkt Miny Wolterink,
j lie zelf actief was in een agra-
10 ische commissie van een plat
's lelandsorganisatie, maar zich
6 laar na verloop van tijd niet
neer thuis voelde. „Bij de
'rouwenorganisaties in de
6 landbouw was het taboe om
wat te zeggen van het land-
iwbeleid. En daar had ik
iite mee".
„Het persoonlijke gevecht om
emancipatie in het gezin kan
nog net, maar de heersende
systemen mogen niet aange
vochten worden, politieke
consequenties mogen niet aan
bod komen".
Miny Wolterink heeft er geen
moeite mee daar een verkla
ring voor te vinden. „De
KNBTB. CB1B en KNLG
hebben de vrouwenorganisa
ties opgericht en financieren
ze voor een belangrijk deel.
Daardoor verkeren de boerin
nen in een afhankelijke posi
tie. Zij mogen borduren en een
cursus „Ken uw Koe" volgen
omdat dat in het belang van
het bedrijf èn van de man is.
Maar maak hen alstjeblieft
niet bewust en laat ze niet pra
ten over landbouwbeleid, want
dat is een mannenzaak",
schampert Miny Wolterink.
Regels
„De vrouw moet passen in het
bedrijf. Als dat alleen een
kwestie van het gezin zou zijn,
zouden er in veel gevallen
geen problemen zijn. Maar de
werkelijkheid is dat je te ma
ken hebt met regels van ban
ken en van de overheid. Zo
komt het inkomen ten goede
aan het bedrijf en niet aan het
boerengezin. En bij de bepa
ling van het inkomen van het
zelfstandige gezinsbedrijf telt
het LEI (Landbouw Econo
misch Instituut) studietoelagen
en kinderbijslag mee. Zo ont
staat naar buiten toe een veel
te rooskleurig beeld".
En dat terwijl de LEI-cijfers
over 1985 op zichzelf ronduit
somber zijn: 22 procent van de
boeren lijdt verlies en „eet het
eigen bedrijf op", terwijl acht
tien procent minder dan 20.000
gulden verdient. Ergo: veertig
procent van de boeren zit be
neden het bestaansminimum.
„Maar", haast de LBB-woord
voerster zich er aan toe te voe
gen, „er is ook tien procent die
een winst van meer dan een
ton boekt. Om die categorie
draait hét en die is dan ook
een soort vijand van de andere
boeren. Het ministerie spreekt
dan wel van dè landbouw,
maar die bestaat niet, want er
zijn grote onderlinge verschil
len. Als ik hoor dat ze het over
dè landbouw hebben, denk ik
aan de grote zuivel- en voe-
derfabrieken en de multinatio
nals."
Nood
De nood onder de boerenbe
volking wordt miskend, is de
overtuiging van Miny Wolte
rink. De SOS-lijn, waarvoor
het initiatief is genomen door
de groep-LBB en waarvoor de
Raad van Kerken fondsen
gaat zoeken, zal dan ook veel
vuldig gebruikt worden, ver
wacht ze.
„De teneur van telefoontjes is
meestal dat we toch vooral
moeten doorgaan. Er zitten
heel schrijnende gevallen bij.
Een voorbeeld: een collega in
de polder kreeg 's nachts een
telefoontje van een boerin.
Haar man schaamde zich zo
dat hij te weinig verdiende,
dat hij de hele dag in bed bleef
liggen. Al het werk kwam dus
op h&ar schouders terecht.
Vertwijfeld vroeg ze zich af
wat ze moest doen. En toen zei
ze: „Was hij maar dood... dan
had ik een weduwen-uitkering
en redde ik het wel met de
jongens..."
Niet zelden mondt de rade
loosheid uit in zelfmoord. Er
zijn geen cijfers voorhanden
en die zullen er met het oog op
de bescherming van de priva
cy op het toch al aan scherpe
sociale controle onderhevige
platteland ook wel niet komen
maar betrouwbare gegevens
over de Amerikaanse situatie
leren dat het aantal gevallen
van suïcide onder boeren daar
twee keer zo hoog is als onder
de rest van de beroepsbevol
king. „Maar ook hier zitten
sommigen letterlijk met hun
nek in de strop", verzekert de
Haarlese.
Milieu
De LBB-vrouwen zijn er van
zijn
overtuigd dat niet alleen (veel)
Miny
Wolterink-Ten
Den: „De boer
heeft geen
keus. Maar de
boerin heeft
dat nog
minder. Zij
trouwt niet
alleen met de
boer, maar óók
met zijn
bedrijf".
producenten-boeren het
slachtoffer zijn van het land
bouwbeleid. „De consument is
dat ook. Een voorbeeld: op
elke liter melk die naar een
land buiten de EG wordt geëx
porteerd, betaalt de Europese
consument ongeveer twee
kwartjes subsidie. Indirect ko
men daar dan nog de milieu
lasten bij".
Andere slachtoffers zijn in de
ogen van de LBB de Derde
Wereld („Die wordt leegge
plunderd"), en het milieu met
al zijn natuurlijke levensvor
men.
En over het mestoverschot:
„Ik kan zo kwaad worden als
ik alleen maar over een mesto
verschot hoor praten. Want
het probleem is dat er te veel
dieren worden gehouden die
die mest produceren".
Misschien kan het Kritisch
Landbouwberaad een kente
ring ten goede teweeg bren
gen. „Op zeer korte termijn
gaan we overleggen met ande
re instanties die op dezelfde
lijn zitten. Maar het zal niet de
studie- of debatteerkant uit
gaan. Op dat terrein is er al
genoeg gedaan. Het komt nu
aan op het in de praktijk bren
gen van onze ideeën. Daar is
politieke macht voor nodig.
Met een breed opgezette bewe
ging moeten we die kunnen
krijgen".
HARRY BRINK
Staalfabriek bij Krakow. Slechts tien procent van de Poolse zware industrie heeft een zuiveringsin
stallatie.
FOTO: SP
KRAKOW/KATOWICE
De luchtverontreini
ging en watervervuiling
in Polen hebben de afge
lopen jaren dusdanige
vormen aangenomen, dat
het land „regelrecht afste
vent op een ecologische
ramp", zoals de Poolse mi
lieubeweging het uit
drukt. De volksgezond
heid heeft zwaar te liiden
onder de onaanvaardbare
belasting van het milieu.
De bossen en het cultuur
bezit dreigen voorgoed
verloren te gaan. Minister
Nijpels, die deze week po
len bezoekt, valt van de
ene verbazing in de ande
re.
Uit een recent rapport van de
Poolse regering en een her
nieuwd overzicht van de onaf
hankelijke Poolse milieubewe
ging Polski Klub Ekologicz
(PKE) blijkt dat Polen één van
de meest vervuilde landen ter
wereld is. Silezië, het indus
triële hart van het land, wordt
het zwaarst getroffen.
Maar tien procent van de ruim
duizend meestal sterk verou
derde fabrieken, beschikt over
zuiveringsinstallaties.
Niettemin worden voorname
lijk zeer zwavelrijke steenkool
en bruinkool verstookt; jaar
lijks ruim 115 miljoen ton. De
belasting van het milieu met
zwaveldioxide, S02 en zware
metalen is bijgevolg gigan
tisch. Zo wordt de vastgestelde
norm van 250 ton vervuilende
stoffen per vierkante kilome
ter op verschillende plaatsen
vele malen overschreden. In
Katowice bleek de belasting
van de lucht zes fteer hoger
dan voor de volksgezondheid
aanvaardbaar is.
Gezondheid
De klachten van de bevolking
over ademhalingsmoeilijkhe
den blijven niet uit. Zygmunt
Fura, voorzitter van de ecolo
gische beweging in Krakow,
beweert dat 70 procent van de
bevolking in dit industriege
bied schade lijdt als gevolg van
de luchtverontreiniging. „De
overheid legt de schuld bij het
roken van sigaretten, maar het
is duidelijk dat het grote aan
tal aandoeningen aan de lucht
wegen en longkanker te wij
ten zijn aan de belasting van
de lucht met allerlei vervui
lende stoffen", aldus Fura.
Volgens hem ligt het aantal
gevallen van loodvergiftiging,
kanker en ademhalingsziekten
in Krakow en omgeving res
pectievelijk 35, 30 en 47 pro
cent hoger dan het landelijk
gemiddelde.
De enorme massa vervuilende
stoffen hebben ook fatale ge
volgen voor de land- en tuin
bouw, waar de opbrengsten
van de akkers de laatste jaren
sterk teruglopen. Een vijfde
deel van alle levensmiddelen
in Polen bevat bovendien voor
een gezond lichaam te veel
lood en andere zware metalen.
Ook het water is niet meer te
vertrouwen. Drie kwart van
het vrij schaarse oppervlakte
water niet voldoet aan de nor
men voor de drinkwatervoor
ziening. De regering heeft be
rekend dat 7.000 rioolwater
zuiveringsinstallaties nodig
zijn om de kwaliteit van het
oppervlaktewater tot een aan
vaardbaar niveau op te vijze
len. Het land telt er slechts
200.
Zure regen
Als gevolg van de zure regen
zijn in het hele land de bossen
zwaar beschadigd. Bijna
400.000 hectare bos is al ten
dode opgeschreven, en rond
Krakow en Katowice is 55 tot
80 procent van het groene loof
zieltogend. Ook het cultuur
goed van Polen lijdt zwaar on
der de luchtvervuiling. In de
voormalige hoofdstad Krakow,
door de UNESCO aangewezen
als één van de belangrijkste
historische monumenten, is de
schade in elke straat zichtbaar.
De erosie van de gesteenten
gaat hier veertig keer sneller
dan normaal. Ook elders in
het land is het cultuurbezit
voor meer dan de helft ernstig
aangetast De zure neerslag
vreet in Katowice zo sterk aan
de gebouwen en monumenten,
dat ze elke vijf jaar zouden
moeten worden gerenoveerd.
De economische schade van de
milieu-aanslag loopt in de
honderden miljoenen guldens
Eer jaar. Volgens sommige re-
enkundigen bedraagt deze
zelfs vijf miljard gulden. Elke
investering in milieubescher
ming zou zich dik terugbeta
len, maar het ontbreekt het
land aan voldoende middelen
om de milieuproblemen aan te
pakken. Het gebrek aan harde
valuta maakt de aankoop van
milieutechnologie in het bui
tenland vrijwel onmogelijk.
Veel geld kon minister Nijpels
zijn Poolse collega Stefan Jar-
zebski ook niet bieden, wel
echter de Nederlandse kennis
voor het opzetten van een
goed milieubeheer en steun bij
het ontwikkelen van een eigen
milieutechnologie. De Poolse
milieuminister gaf tijdens de
bespreking te kennen een con
crete invulling te willen van
een algemene bilaterale over
eenkomst tussen Nederland en
Polen, die de bewindslieden
vandaag in Warschau onderte
kenen.
Tijdens zijn bezoek aan de
Poolse milieuorganisatie in
Krakow, hetgeen door de au
toriteiten kennelijk niet op
prijs werd gesteld, stelde mi
nister Nijpels in elk geval op
voorhand een bedrag van
50.000 gulden ter beschikking
voor de uitwisseling en contac
ten tussen de Nederlandse mi
lieubeweging en de PKE. De
Poolse milieubeweging ziet de
toemkomst echter, ondanks
toenemende steun uit het bui
tenland, somber tegemoet. De
Poolse regering liet onlangs al
weten dat de voorgenomen re
ductie van de uitstoot aan zwa
veldioxide met 30 procent in
zes jaar wegens gehaald kan
worden.
11
HLVERSUM In het
'oorjaar van 1986 begon
CRO's Dolf Reijmers aan
Ie voorbereidingen van
a .Voedselhulp is geen Aal-
A noes", een documentaire
over het Nederlandse
'oedselhulp-programma
aan de Derde Wereld. An
derhalf jaar later heeft de
loCtimentaire een onge-
ftfltse actualiteit gekre
un. Volgens schattingen
worden in India driehon-
lerd miljoen mensen
ledreigd door hongers
dood.
»rote droogte en hongerdood
n India gaven in 1966 in ons
ind de aanzet tot de actie
iVoedsel voor India", die het
ftdertijd enorme bedrag ople
efde van achttien miljoen
lulden. Nadien heeft India
Tote vorderingen gemaakt op
terrein van de voedsel
voorziening. Zozeer, dat het
jand voldoende voedsel ver
touwt om alle 750 miljoen
Wonden te voeden. India ex-
irteert zelfs voedsel, dat in
westerse wereld wordt ge
likt voor de aanmaak van
•'voer. Toch dreigen de beel-
n uit 1966 van uitgemergel-
1 kinderen en om eten sme-
•nde moeders opnieuw wer-
'lijkheid te worden in een
■Tjand, dat zich volgens premier
I Rajiv Gandhi klaar moet ma
ken voor de sprong'naar de
21e eeuw.
Het samenvallen van hongers
nood en technologische voor
uitgang is in feite de Indiase
paradox. De „Groene Revolu
tie" (nieuwe zaden, kunstmest,
irrigatie en hogere produktie)
heeft voor gezorgd dat India
statistisch gezien meer dan
voldoende voedsel verbouwt
voor de immense bevolking.
Jarenlang was de groei van de
produktie op papier ten-i
minste ook voldoende om1
de enorme bevolkingsgroei bij
te houden. De export van
landbouwprodukten was een
van de inkomstenbronnen,
waaruit de modernisering van
het land kon worden betaald.
Want India is ook een indus
triële grootmacht. Industriali
satie, kernenergie, ruimtevaart
en computers: zij vormen het
gezicht van India in Gandhi's
21e eeuw.
Er is echter ook een ander In
dia. Dat vind je niet op de uni
versiteiten, in de fabrieken of
de laboratoria, maar in de
sloppenwijken van de miljoe
nensteden en vooral op
het platteland, waar ongeveer
drie kwart van de Indiase be
volking leeft. Een deel van
hen in betrekkelijke welvaart,
een meerderheid onder het be
staansminimum als gevolg van
structurele armoede, het kas-
testelsel, de koloniale periode
èn de ontzagwekkende om
vang van land èn bevolking.
Zodoende is de Indiase para
dox vooral een kwestie van
verdeling. Dat wordt des te
duidelijker, wanneer blijkt dat
in het noorden van het land
veel voorraadschuren uitpui
len, maar dat de infrastructuur
en de transportmiddelen te
kort schieten om iedereen op
tijd te helpen. Bovendien moet
de export van landbouwpro
dukten doorgaan. Want wie
een rol in de wereldeconomie
wil spelen moet wat te bieden
hebben, ook al kun je het zelf
eigenlijk niet missen.
Niet weerloos
Die droogte van dit moment is
des te dramatischer, omdat hij
een ernstige bedreiging vormt
voor wat Dolf Reijmers in zijn
documentaire juist probeert te
laten zien: dat mensen in de
Derde Wereld niet weerloos
zijn; dat voedselhulp de motor
kan zijn voor verdere ontwik
keling.
Voedselhulp is in die context
overigens een wat beladen be
grip. Te vaak wordt daarbij
gedacht aan het klakkeloos
dumpen van Europese over
schotten op kosten van het mi
nisterie van ontwikkelingssa
menwerking. Op zo'n manier
zadel je arme landen eigenlijk
op met onze problemen. En
aangezien die hulp door het
ontvangende land politiek kan
worden misbruikt wegge
ven of heel goedkoop doorver
kopen heeft de geschiede
De droogte van dit moment treft vóór de mensen eerst het vee. Deze Indiërs in de zwaar getroffen
deelstaat Rajasthan proberen een van honger stervende heilige koe weer op de poten te helpen.
Maar complete veestapels zijn reeds verloren gegaan.
FOTO: AP
nis talrijke voorbeelden te zién
gegeven van situaties, waarin
massale voedselhulp het einde
betekende van de eigen voed
selproductie van een land.
Want waarom zou een boer
moeite doen, als zijn produk-
ten in kwalitett en prijs niet
kunnen concurreren met de
voedselhulp?
Het Voedselhulp-programma
van de Nederlandse overheid
hanteert een andere invals
hoek. Via particuliere organi
saties wordt geld beschikbaar
gesteld voor voedselhulp. Dat
voedsel kan in Europa worden
aagekocht. Maar steeds vaker
wordt getracht om in de be
trokken regio overschotten op
te kopen. Dan snijdt het mes
uiteindelijk eigenlijk aan drie
kanten. Je steunt een land dat
wèl voldoende produceert. Je
geeft de hulpbehoevende men
sen „bekend" voedsel, bijvoor
beeld sorghum en mais in
Klaats van tarwe. En dank zij
et principe van „Voedsel
voor werk" bouwen de men
sen die de hulp krijgen aan
hun eigen toekomst.
Eenvoudig
De theorie die hierachter
steekt is egenlijk kinderlijk
eenvoudig. Zolang de mensen
nog geen mogelijkheden heb
ben om op eigen kracht vol
doende te verdienen voor een
menswaardig bestaan nu èn
later, helpen zij het project op
bouwen. Als voorbeelden toont
Reijmers het aanleggen van
waterputten, het graven van
een gracht tegen olifanten en
het aanleggen van terassen op
heuvels. Voor dat werk krij
gen de mensen betaald in
voedsel. Tegelijkertijd is er
voor met name de vrouwen
voorlichting over gezondheids
zorg, geboortebeperking en
hygiëne. Het uiteindelijke doel
is dat de gemeenschap zelfver-
zorgend wordt: voldoende ver
dient om alle leden een mens
waardig bestaan te garanderen
èn geld te reserveren voor
moeilijke jaren. Zo is de dage
lijkse beker „Nederlandse"
pap voor kinderen in een slop
penwijk van Bombay geen aal
moes, maar één schakel in de
lange weg naar ontwikkeling.
Veel van dergelijke projecten
worden een succes, als het in
die moeilijke beginjaren ten
minste voldoende regent. Blijft
de moesson gedurende enkele
jaren achterwege, zoals nu in
grote delen van India gebeurt,
dan blijven miljoenen mensen
ronddraaien in een vicieuze
circel van droogte, armoede,
hongersnood en voedselhulp.
De Indiase regering heeft in
middels een omvangrijk nood-
programma opgezet van voed
selhulp, putten graven en aan
voer van drinkwater. Of dat
voldoende is valt nog te be
zien. Volgens sommige berich
ten zou India voor het eerst
sinds de jaren zeventig weer
voedel moeten importeren.
Naast alle andere problemen
waarmee hij al te kampen
heeft, zou dat een enorme klap
zijn voor het prestige van pre
mier Gandhi. Intussen hebben
de mensen op het platteland
hun twijfels, of zij ooit vol
doende geholpen worden. Zo
zei een boer in de zwaar ge
troffen deelstaat Rajasthan te
gen journalisten: „Als de
droogte heerst, kunnen we al
leen op God vertrouwen. Poli
tici zien we alleen als er ver
kiezingen zijn".
JOS TIMMERS
De KRO zendt de documentai
re „Voedsel is geen Aalmoes"
uit op zaterdag 26 september,
van 21.50 tot 22.45 uur op Ne
derland 1.