De robotisering van het melken „This is your captain speaking, bliep!" Computers rukken op in de cockpit SV. a-*' NIEUW VENNEP „Guus kom naar huus, want de koeien staan op springen", zong Alexander Cur ly jaren geleden. Duidelijker kon de zanger het dwangmatige bestaan van de melkveehouder niet om schrijven. Nog steeds moet de boer dag in, dag uit, zeven dagen per week, ten minste tweemaal per dag zijn koeien bevrijden van hun melklast. Toch gauw een dagelijkse klus van zo'n drie vier uur. Meni ge boer zou liever een „normaal" bestaan leiden met minder dwin gende tijden in zijn toch al zestig tot zeventig uur durende werk week. En zie, het Nieuwvennepse bedrijf Vicon, dat al jaren High Tech Farm-produkten op de markt brengt, werkt aan een oplossing. Na de voerautomaat, die de eerste stap naar de volledig geautomati seerde stal werd genoemd, is het op stapel staande Automatische Melk Systeem (AMS) van Vicon het logische vervolg op deze ontwikke ling. Onderdeel van deze vinding is de melkrobot, die de boer de han den vrij laat voor andere bezighe den. De micro-elektronica in op mars op de boerderij. Wie een kant-en-klaar prototype van het Automatisch Melk Systeem in vol bedrijf in Nieuw Vennep ver wacht, komt bedrogen uit. Er is nog niets te zien. De Vicon-mede- werkers Bram van Hanegem, lid van het project-managementteam, Jeroen Verbrugge, projectleider mechanica, en Erik Aurik, project leider elektronica, antwoorden na enig doorvragen dat het toch meer dan een idee is. „We hebben alle delen al in huis", zegt Erik Aurik. Bram van Hanegem voegt eraan toe: „We zijn op het moment zeer intensief aan het testen, maar we lopen er nog niet mee te koop". Er blijken zo'n vijfentwintig mensen bezig te zijn met dit project. Als al les goed gaat, zijn volgend jaar al volledige testmodellen beschik baar, waarna in 1989 de eerste produktieserie van de geautomati seerde melkstal op de markt ver schijnt. Maar hoe weinig tastbaar deze „revolutie van het melken" op dit ogenblik ook is, de drie van Vicon durven nu al te melden dat „het melkproces in de komende ja ren grote veranderingen zal onder gaan en dat de totale organisatie op de boerderij tengevolge daar van gaat veranderen". Het Automatisch Melk Systeem berust op twee basisprincipes: de koe die meestal op springen staat, vindt het fijn om gemolken te worden en daarnaast is zij dol op een bepaald soort krachtvoer. In de praktijk is al ruimschoots bewe zen dat de koeien in de stal waar de voerautomaat wordt gebruikt perfect de weg naar hun maaltijd weten te vinden. Via een ontvan- gertje in de halsband van Klara 164 en haar „vriendinnen" wordt in de gaten gehouden hoe vaak zij die dag al een maaltje krachtvoer hebben verorberd. Bij het AMS komt er nu dan bij dat volautoma tisch wordt geregistreerd wanneer en hoe vaak de robot in actie is geweest om een bepaalde koe een melkbeurt te geven. „Met dit sy steem", zegt Bram van Hanegem, „geef je de koe de vrijheid om zelf te kiezen wanneer ze gemolken wil In de stal met de voerautomaat kunnen de koeien nu al vrij rondscharrelen. Met deze vinding en de melk robot worden de dieren eigenlijk scharrelkoeien. FOTO'S: PR worden. Dat kan vier keer per dag zijn, of zeven keer. Dat is net zo'n natuurlijke situatie als wanneer een kalf bij de koe zoogt. Dat kalfje be slist wanneer ie wil drinken. Dat twee keer per dag melken, zoals nu nog gebeurt, is eigenlijk een verzinsel van de mens". Jeroen Verbrugge: „Meer malen melken per dag is niet alleen goed voor de produktieverhoging, maar is ook veel gezonder voor de koe. Koeien worden almaar opgefokt om meer melk te geven. Die twee dagelijkse melkcyclus is al jaren aan de gang. Ten opzichte van zo'n vijftien jaar geleden geeft zo'n beest al veertig procent meer melk. Dat moet diezelfde uier maar steeds weer opbrengen. Nu komt met ons systeem de mogelijkheid dat dier veel minder te belasten, terwijl het toch vijftien procent meer melk zal opbrengen. Door het vaker melken voorkom je bijvoor beeld ook mastitis, uierontste king". BOERVRIENDELIJK Jeroen Verbrugge vertelt in het kort hoe de gang van zaken in de volautomatische melkstal zal zijn. „De zender om de nek van de koe bevat tal van gegevens. Het dier komt in een voorsorteerbox, waar wordt bepaald of ze al dan niet wordt toegelaten. Dit is het zoge noemde elektronische koeherken ningssysteem. Is ze eenmaal door de poort, dan loopt ze naar een vrije box, waar het voer wacht. De robot weet de speencoördinaten van elke koe afzonderlijk en het melken kan beginnen. Als dat klaar is, kan de koe de stal weer in om te herkauwen. De gezondheidsregi stratie is ook veel sneller. Via het meten van de geleidbaarheid van de melk kunnen bijvoorbeeld uier ontstekingen of andere ziekten eerder worden gesignaleerd dan In de melkstal van de toekomst is de rol van de boer meer die van supervisor. Op deze tekening zit hij achter een beeldscherm. Vi con wil dit toch liever eenvoudi ger maken. de boer het zou kunnen. We zijn in staat om goede melk van slechte te scheiden. De spenen en de mel- kapparatuur worden ook automa tisch gereinigd. En dat alles dank zij de micro-elektronica". Volgens de Viconners zijn de voor delen legio: met minder koeien meer melkproduktie, er is minder land nodig, minder duur krachtvoer en er is sprake van minder mest- vorming. De mensen achter het AMS spreken tegen dat het con tact tussen boer en beest door dit systeem zal verslechteren. „Inte gendeel", zegt Bram van Hane gem, „de boer is in staat meer aandacht aan zijn dieren te ge ven". Met een investering van zo'n 250.000 gulden kan de boer zich eigenaar van de gerobotiseerde melkstal noemen. Met het oog op het economisch rendement hiervan heeft hij dat geld er in drie jaar weer uit, is het verkoopargument van de Vicon-medewerkers. En angst voor onbegrijpelijke bedie ningstechnieken hoeft de boer niet te hebben, voegen ze eraan toe. Erik Aurik: „Het systeem is niet al leen dier-, maar ook boervriende- lijk. Het is gemakkelijk te begrij pen, er komt geen poespas aan te pas, geen handboeken, toetsen borden en beeldschermen. We denken aan een simpel bedie ningspaneel met symbolen. Eén druk op de knop is genoeg. Er kan wel veel micro-elektronica achter zitten, maar dat hoeft de boer niet te weten. Bij je televisie sta je daar toch ook niet bij stil". TOM VAN RIJSWIJK T*m DELFT Even een blik in de toe komst. Het is het begin van het va kantieseizoen 2010 en vanaf Schip hol is zojuist een hypersonisch ver keersvliegtuig opgestegen, met als bestemming Nieuwzeeland. De reis zal slechts zes uur duren en de passagiers maken het zich gemak kelijk in hun comfortabele stoelen. Dan klinkt de vertrouwde stem van de gezagvoerder. „Welkom aan boord! Onze maatschappij is ver heugd u te kunnen meedelen dat wij straks de eerste geheel geauto matiseerde vlucht gaan maken. Drie moderne computers hebben alle taken van de piloot overgeno men. Maakt u zich niet ongerust. Er kan niets mis gaan, mis gaan, mis gaan, mis gaan, mis gaan". Professor ir. F. Abbink van de Technische Universiteit in Delft komt altijd graag met deze grap op de proppen als zijn studenten be leefd informeren naar de (on)moge- lijkheden van de ontwikkelingen in de luchtvaart. En een van de meest prikkelende vragen die daarbij re gelmatig opkomt is of het ooit mo gelijk wordt zonder piloot in de cockpit te vliegen. Dat is niet eens zo'n gekke gedachte, als men zich realiseert dat de cockpitbemanning van grote verkeersvliegtuigen de laatste twintig jaar al is terugge bracht van vijf naar naar slechts twee mensen. Abbink: „Een vlucht maken zonder dat de piloot één vinger uitsteekt is in feite nu al mogelijk. In de nieuw ste toestellen, zoals de Airbus A- 320 en de Fokker-100 kan de piloot in principe al volstaan met het in toetsen van zijn bestemming. Voor opgesteld dat de luchtverkeerslei ding geen roet in het eten gooit, kunnen boordcomputers en auto matische besturings- en navigatie systemen het toestel vele duizen den kilometers verderop tot op de meter nauwkeurig aan de grond zetten. Zelfs het uitrollen op de lan dingsbaan en het taxiën naar een van de luchthavenpieren kan door computers overgenomen worden". De passagiers die bij een veilige landing in zwaar weer nog wel eens dankbaar willen applaudisseren voor de verrichte stuurmanskunst, zouden in zo'n geval geen hulde brengen aan de piloot, maar aan de computer REVOLUTIE Professor Abbink, hoogleraar vlieg tuiginstrumentatie, kan bijzonder enthousiast vertellen over wat hij de „snelle evolutie" in de cockpit zou willen noemen. Een evolutie die voor het grote publiek redelijk on opgemerkt is gebleven, want afge zien van de enkele nieuwsgierige passagier die weieens een kijkje durft te nemen in het „sanctum sanctorum" van de hedendaagse luchtvaart, blijft de cockpit voor de meeste mensen verborgen terrein. Maar wie, met enkele oude cockpit foto's op het netvlies, wél een be zoek brengt aan de hedendaagse „brains" van een vliegtuig, kan voor vreemde verrassingen komen te staan. Zo is de hele santekraam van vele honderden mechanische klokken inmiddels vervangen door slechts enkele fris ogende compu terbeeldschermpjes. In sommige vliegtuigen is ook de vertrouwde stuurknuppel - in feiten een groot stuurwiel tussen de knieën van de piloot - geheel verdwenen en ver vangen door een handzame „joy stick" aan de zijkant van zijn stoel. Achter die uiterlijke vernieuwingen gaat een macht aan elektronica schuil. De computers aan boord van het vliegtuig zijn zo krachtig geworden, dat ze steeds meer „ei- Nóg een stap verder zou zijn de sy stemen in het vliegtuig samen te la ten werken met computersystemen op de grond of in de ruimte. Zo wil len de VS achttien speciale naviga- tiesatellieten in de ruimte brengen voor de regeling van het internatio nale luchtverkeer. Vanaf 1990 moet het dan mogelijk zijn overal op aar de tot op honderd meter nauwkeu rig positie te bepalen. De verkeers leiding zou aan de hand van de sa tellietinformatie zeer nauwkeurige routes voor de vliegtuigen kunnen uitzetten. gen verantwoordelijkheid" hebben gekregen. De piloot heeft het al lang niet meer alléén voor het zeg gen maar moet ernstig rekening houden met behoorlijk eigenwijze „intelligente systemen". Haalt een vlieger het bijvoorbeeld in zijn hoofd met een moderne A-320 een kamikazeduik te maken, dan wordt hij door de vluchtcomputer vanzelf tot de orde geroepen. De al te ge waagde stuurbewegingen worden door de computer gewoon gene geerd. Abbink: „De moderne boordcom puters bepalen ook welke informa tie wél en welke informatie niet in teressant is voor de piloot. Om te voorkomen dat de piloot over spoeld wordt met gegevens, wordt een zekere selectie aangebracht. Pas als de man zélf moet ingrijpen, presenteren de computers de infor matie en adviezen die op dat mo ment relevant zijn. Vliegt bij een start bijvoorbeeld een motor in de brand en valt tegelijk ergens het licht uit, dan krijgt de piloot eerst alle gegevens over de motor. Het licht komt pas aan bod als het mo torprobleem verholpen is. Boven dien vertelt de computer precies wat de piloot kan doen om het pro bleem te verhelpen. Hij hoeft dus de driekwart meter brede rij in structieboeken in de cockpit zelden meer te raadplegen". INSPRAAK Het automatische landingssysteem aan boord van moderne vliegtuigen is een schoolvoorbeeld van elektro nische inspraak. Bij het landen komt het erg op nauwkeurigheid aan en de computersystemen kun nen zich dan ook geen fouten ver oorloven. Om dat risico te beper ken is een systeem ontwikkeld waarbij doorgaans drie computers elk één stem in het kapittel heb ben. Stemt één computer tegen een bepaalde manoeuvre dan moeten de overige twee nog één keer beslissen. Zijn deze twee het in tweede instantie niet met elkaar eens, dan wordt het roer uit han den gegeven en mag de piloot het overnemen. Abbink: „Het automa tische landingssysteem is in feite het eerste automatische systeem in de luchtvaart dat bij een grove fout tot een fataal ongeluk met het toe stel kan leiden. Maar de kans daar op is zo klein, dat de veiligheid toch niet in het geding komt". Ook op het punt van de navigatie hebben nieuwe systemen veel ta ken van de piloot overgenomen. Omdat het in de gaten houden van de vele navigatie-instrumenten een vrij zware belasting betekende, zijn in de modernste vliegtuigen deze gegevens op één elektronisch scherm samengebracht. En daar mee kan de piloot meer dan alleen de koers bepalen. Zo is op de elek tronische kaart in een oogopslag te zien welke koers gevlogen wordt (veel nauwkeuriger dan voorheen), waar het vliegtuig zich bevindt, uit welke hoek de wind waait en waar op de route slecht weer is te ver wachten. De „weerkaart" wordt ge woon over de routekaart heen ge projecteerd. Als de navigatiecom- puter en automatische piloot beide zijn ingeschakeld, wordt het moge lijk de meest efficiënte route te vol gen, rekening houdend bijvoor beeld met de heersende windrich ting en onweersstoringen. De inge wikkelde calculaties die nodig zijn om „op de minuut" op de bestem ming aan te kunnen komen, slechts enkele fris ogende computerbeeldschermpjes. Abbink: „De vraag is nog of de pi loot op zijn beeldscherm een soort tunnel te zien krijgt waar hij door heen moet vliegen, of een andere koersindicatie". In principe, aldus Abbink, wordt het mogelijk dat zeer krachtige computers van de verkeersleiding op de grond de be sturing van het vliegtuig geheel gaan overnemen. De piloot zou in dat geval thuis kunnen blijven. Ab bink: „Nog afgezien van het onveili ge gevoel dat de meeste passa giers zullen krijgen, is het de vraag of zoiets economisch haalbaar is. Je zou namelijk een permanente satellietverbinding met zo'n vlieg tuig moeten hebben en dat kost een hoop geld. Bovendien moet je een man op de grond hebben die de zaak toch in de gaten houdt. Nee, dat zie ik dus niet snel gebeu ren. Maar technisch is het zeker niet uitgesloten". PAUL KOOPMAN worden door beide systemen in een flits uitgevoerd. FOKKER-100 Volgens Fokker, die deze „dis plays" in haar nieuwe parade paardje Fokker-100 heeft inge bouwd, is de kans op het uitvallen van de elektronische schermen kleiner dan één op tien miljard vlieguren. Mochten de systemen in derdaad falen, dan heeft de piloot altijd nog enkele ouderwetse maar degelijke reserve-klokken tot zijn beschikking, zoals en „kunstmatige horizon" en kompas. Maar de ontwikkelingen gaan in hoog tempo verder. De vliegtuig bouwer Lockheed experimenteert al met een systeem dat reageert op de menselijke stem en de vluchtge- gevens driedimensionaal op oog hoogte presenteert. De piloot kan de boordcomputers eenvoudig in strueren door met zijn vingertop zaken op het scherm aan te wijzen of commando's te roepen zoals „Dalen! Draaien naar rechts! Stij gen!". Een stuurhut van de Boeing 747 van de KLM waarin al die mechani sche klokken nog aanwezig zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 34