„Atleten
hebben
niets
aan
mooi bondsbureau"
Vierde beenbreuk
maakt echt einde
aan loopbaan
PLOEGLEIDER
HENK VAN DER WORP
NA WK IN ROME:
Miljoen
:R 198
sje
6 3
(VOLLE - Hij maakte als chef
jquipe van de Nederlandse atle-
iploeg sinds 1982 alle grote atle-
ktoernooien mee. De WK's,
A's en de Olympische Spelen van
J )84 in Los Angeles. Maar zoiets
het tweede toernooi om de we-
Idkampioenschappen atletiek in
ome beleefde Henk van der
'orp nog niet eerder. Een WK op
n Italiaans. Bijna twee weken na
Suiting daarom nog één keer
ome, het evenement dat tallozen
a de televisie in zijn ban heeft ge-
mden. Van der Worp praat over
Nederlandse prestaties, het ho
fconflict met Druppers en Coo-
ian, het jaar naar Seoul, het voet-
alpubliek en de chaos.
Robert de Wit daags voor zijn tien-
Jjmp, na het verzoek van de ploeglei-
ing om iets voedzaams mee te brengen
twintig volkorenbroden in Rome ar-
veerde had nog wel iets komisch. Maar
tel meer viel er in Rome niet te lachen.
P iiet om de omstandigheden waaronder
k |e tweede WK atletiek moesten worden
:t i gewerkt en evenmin om de prestaties
r an de Nederlandse atleten. Er was zelfs
inl. d- ren brons om toe te lachen. En dat was
ïenk van der Worp als ploegleider nog
oit overkomen. Gerard Niiboer sleep
uit Athene (EK '82) goud mee, Rob
nat
ersiif1
)ruppers nam zilver mee uit Helsinki
iVK '83), Ria Stalman kwam met goud
Nellie
tuis uit Los Angeles ('84) en
0r "Tooman en Han Kulker brachten brons
ee, mee uit Stuttgart (EK '86). De indoor-
a ocmooien (Madrid, Liévin en Indiana-
j" «lis) leverden zelfs wereld- en Europese
:cïïmPioenen °P-
it
assen
■lager, r
>pp« ■'alen
nden
f' fin een falende ploeg in Rome wil
>esli$twollenaar Van der Worp niets weten,
he kwalificatie wil hij alleen Rob Drup
iers aansmeren. En dan nog niet kei-
"lard. „Misschien had Rob hetzelfde
noeten doen als Erik de Bruin, die vond
dat hij in Rome niets te zoeken had om
dat hij niet in vorm was. Na Zürich,
raar hij door die blessure een paar da
len verloor, had Rob zich misschien ook
noeten terugtrekken. Of hij had op het
moment dat hij voelde dat het niet ging
wellicht alsnog moeten zeggen: „ik doe
iet niet". Wat nu is gebeurd is veel har
der aangekomen'. Het optreden van de
teeple-lopers Herman Hofstee en Hans
(oeleman was „tegenvallend".
De andere elf ploegleden hebben in de
ogen van Van der Worp voldaan of net
wat te weinig geluk gehad. „Maar ik
denk dat we nuchter moeten zijn. We
wisten tevoren dat het bij deze WK
moeilijker zou zijn dan ooit om in de
prijzen te lopen of zelfs voor een finale-
I plaats te lopen. In de vier jaar sinds de
I WK van Helsinki is de atletieksport
vooruit gegaan. De top is niet al
io sterker, maar vooral ook veel bre
in geworden. Kijk maar naar Nellie.
IDl was er 11.07 nodig om de finale van
lé 100 meter te bereiken. Vier jaar gele-
drn stond je met 11.15 op je sloffen in
>ost- de finale. En nu zijn er machtig veel at-
ebo- letes die elf rond in de benen hebben'.
Begrafenisstemming
Veel meer dan over de gemiste medailles
maakt Van der Worp zich zorgen over
hoe Nederland in de pas blijft bij die
Henk van der
Worp: „Na
Indianapolis
»u ik hebben
gezegd dat er
twintig atleten
naar Seoul
™nden gaan.
,wa Rome zeg
'Jf' tien".
FOTO: ANP
ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1987
ontwikkeling. „Met wie je ook praat, eF
ders zijn de faciliteiten groter en wordt
er door de overheid veel meer geld inge
stopt. Elders is er voor de atleten veelal
ook een behoorlijke vergoeding om een
gewone levenssituatie te creëren. In ons
geval rest de atleet niets anders dan eerst
werken, dan pas trainen. Alleen Elly van
Hulst, Rob Druppers en Nellie Cooman
vormen daarop een uitzondering. Er is
nog geen reden tot een begrafenisstem
ming. Met jonge atleten als Cooman,
Van Helden, Maas, Mellaard en De
Bruin is er best perspectief, maar er
moet wel iets gebeuren. Dan denk ik aan
de overheid, maar ook aan de KNAU.
Die zal ook over de brug moeten komen
met een dikke sponsor. En niet één die
alleen voor kleding zorgt, maar één waar
je ook trainingstechnisch iets mee kunt
doen en waardoor je optimhle facilitei
ten voor de atleten kunt scheppen. Er is
de laatste jaren ook veel geïnvesteerd in
het nieuwe bondsbureau. Ik denk dat het
nu tijd is van het geld van de leden iets
af te snoepen voor de werkelijke atletiek.
Een mooi bondsbureau is leuk, maar
zonder topatletiek om voor te werken
heb je er straks niets meer aan. Het is nu
tijd het licht weer op de atleet te laten
schijnen, met het geld erbij".
Van der Worp hoopt ook dat de Interna
tionale Atletiekfederatie wat van de
winst van Rome naar de Westeuropese
atletiek laat vloeien. Van het positieve
saldo na Helsinki werd een fors deel ge
bruikt voor steun aan de atletieksport in
Afrika. „De IAAF zou nu best wat aan
ontwikkelingshulp in de Westeuropese
landen mogen doen. Want wanneer de
IAAF zo doorgaat met steun aan Afrika
voorzie ik straks zelfs alleen nog maar
donker gekleurde finales".
Schijnwerpers
Tijdens het eerste weekeinde van de WK
in Rome trad Van der Worp, samen met
KNAU-coördinator Arie Kauffman zelf
in de schijnwerpers. Op straffe van uit
sluiting sommeerde de ploegleiding Rob
Druppers en Nellie Cooman terug te ke
ren in het atletenhotel, nadat het tweetal
zijn intrek had genomen in een hotel el
ders in Rome.
Over het conflict: „Waar twee kijven
hebben twee schuld. Dat durf ik nu best
te zeggen. Dan kun je zeggen: moet je al
les doen voor de topatleet? Maar als je
geen antwoord krijgt op je vragen, wordt
alles wel moeilijker. We hebben tien
keer gevraagd wat ze van plan waren.
Maar als antwoord steeds gekregen: „We
weten het nog niet". We hebben ook
nooit gehoord: „We komen niet". We
wisten niet eens waar ze zaten. En dan
gaan ook de anderen zeggen: „Waarom
moeten wij tevoren wel afspraken ma
ken en ons daaraan houden en zij niet".
Op het moment dat we hadden gezegd:
„blijf maar waar je zit", weet ik zeker
dat er ook anderen waren die hadden ge
zegd: „Dan wil ik me ook anders voor
bereiden". En ik denk dat het terecht is
wanneer de anderen dan zeggen: „We
zijn allemaal atleten en we willen alle
maal presteren". Of je dan A of B heet,
dat maakt voor mij niet uit. En de ande
re atleten zaten ook vrijwel allemaal in
het atletenhotel. Gladisch, Cram, John
son, Smith noem maar op. Alleen Carl,
Lewis was één van de weinigen die er
gens anders zat'.
V reetschuur
Dat de situatie in het atletenonderko-
men verre van geweldig was onder
schrijft Van der Worp. „De 2200 atleten
moesten drie liften delen die het even
vaak wel als niet deden. Tot de vierde
verdieping mochten de trappen worden
gebruikt. Hogerop, om een nog steeds
duistere reden, niet meer. Dat zorgde
voor minutenlange wachttijden voor de
lift, die door overbelasting ook meer dan
eens tussentijds bleef steken. De volko
renbroden van De Wit waren delicates-
ses vergeleken bij wat door de Romeinse
koks werd voorgeschoteld. Het bracht de
atleten er toe de eetzaal tot de „vreet
schuur" om te dopen".
„In de meeste gevallen", vervolgt Van
der Worp, „was het eten koud en werd
het vanachter een buffet letterüjk op je
bord gekwakt. Was het te veel dan werd
het er met een schuimspaan afgehaald
zodat de resten aan je bord bleven han
gen. Voor de tienkampers was er geen
hap meer te eten, nadat zij hun eerste
wedstrijddag in de stromende regen had
den afgesloten en om tien uur uit het
stadion terugkeerden. Ze konden met
een lege maag naar bed, of op eigen kos
ten de stad in. In Helsinki stond de at
leet in het middelpunt. Men was daar
voor de atleten. In Rome kwam eerst de
commercie en moest de atleet maar zor
gen dat hij aan de bak kwam. Neem die
recordpoging van Boebka. Op het mo
ment dat die jongen toewerkt naar een
recordsprong van 6.05 meter wordt er
een ceremonie protocolaire gestart. Een
triest voorbeeld van de situatie".
„Net zo triest als het publiek: voetbalsta-
dionpubliek, als ik het zo mag zeggen.
Van atletiek hadden ze geen barst ver
stand. Ze kwamen alleen in beweging als
er een Italiaan in actie kwam. Echt sfeer
vol was het in het stadion ook niet. In
Helsinki was er applaus waar de atleet
was. In Rome was er alleen gefluit of het
was stil. Tenzij er een Italiaan aan de
bak kwam. Dan was het een gekkenhuis.
Maar het was wel telkens een volle bak".
Gesjoemeld
Er is ook meer dan eens in Italiaans
voordeel gesjoemeld stelt Van der Worp.
De Italiaan Evangelisti sprong bij de
kwalificatie voor het verspringen veel
minder ver dan Emiel Mellaard, maar
kreeg 7.97 toegemeten en werd wel tot
de finale toegelaten. Mellaard strandde
op twee centimeter. Van der Worp durft
er om te wedden dat de Amerikaan My-
ricks in de finale verder sprong dan de
Italiaan, maar minder kreeg toebedeeld
waardoor Evangelisti zijn derde plaats
behield.
Maar de grootste kater van de WK was
dat alleen Van Hulst via Rome redelijk
dicht bij de Olympische Spelen van
Seoul is gekomen. Zij hoeft volgend sei
zoen voor uitzending naar de Spelen al
leen nog aan de B-limiet te voldoen. De
rest moet jagen op ongetwijfeld scherpe
A-limieten, afgestemd op de prestaties in
Rome. „Het grote gevaar is dat een hele
boel atleten gaan jagen op limieten,
vroeg moeten pieken en daardoor te snel
opgebrand zijn. De periodisering zal
enorm moeilijk worden volgend seizoen.
Het zal ook betekenen dat er minder at
leten aan de EK indoor zullen meedoen.
Dan zouden ze drie keer moeten pieken.
Als ze niet meedoen hebben ze gelijk.
Het zal nu voor Seoul allemaal veel
moeilijker worden. Anderzijds moeten
we niet in een grafstemming zeggen dat
er hooguit drie of vier atleten naar toe
gaan. Maar als je het vijf maanden gele
den in Indianapolis had gevraagd, had ik
gezegd: „Er gaan achttien tot twintig
man naar Seoul'. Nu zeg ik tien of
twaalf'.
RENE VAN HATTUM
OUD-PROF FC UTRECHT
JAN STREUER MOGELIJK
HOUDER VAN RECORD
AMERSFOORT - Jan Streuer
weet niet of zijn geval uniek is.
„Maar het zullen er niet veel zijn,
die vier keer een been hebben ge
broken", zegt de ex-prof van FC
Groningen, FC Utrecht, FC Twen
te, MW en Harelbeke, gelegen in
een bed van het Amersfoortse zie
kenhuis De Lichtenberg nadat hij
afgelopen zondag het kwartet breu
ken had volgemaakt. „Sinds 1981
was ik al aan het afbouwen", ver
volgt Streuer, tot afgelopen zondag
de libero van de Amersfoortse zon
dag-tweedeklasser Quick. „Ik hoop
te één ding: dat ik nooit meer een
been zou breken. Je kunt ervoor
kiezen niet meer te spelen, maar ik
vpelde me fit. Waarom zou je dan
niet gaan voetballen?"
>,Ik speelde op een gunstige positie om
schoppen te ontwijken. Ik neb steeds be
keken gevoetbald. Mijn snelheid was
minder geworden door die operaties,
mijn enkels zijn daardoor stijf geraakt,
maar daar heb ik nooit last van gehad.
In de tweede klasse kon ik het me per
mitteren rustig om me heen te kijken en
er nooit hard in te gaan. Ik speelde altijd
met scheenbeschermers, zelfs op de trai
ning en in de zaal".
Een actie van aanvaller Huug Drega van
^aestum veroorzaakte afgelopen zondag
Mreuers vierde beenbreuk. De Zeiste-
naar ontving een boeking, Streuer verliet
het veld per brancard, met een breuk in
het linkerscheenbeen. „Het was stom
van hem. Die jongen kwam „blind" in.
Dat had hij al een paar keer gedaan. Het
veld was nat, hij vond het blijkbaar lek
ker om veel slidings te maken. Ik had
hem nog gezegd dat hij moest uitkij
ken".
„Ik wist meteen dat mijn been kapot
was. Ik had niet veel pijn, die kreeg ik
pas na de operatie, maar ik wist dat het
fout zat", zegt Streuer, die bijzonder ver
gevingsgezind blijkt. „Hij zal het niet
met opzet hebben gedaan. Ze komen wel
eens harder in. Negen van de tien keer
loopt het wel goed af. Ik heb nog niets
van Drega gehoord, maar ik neem aan
dat hij nog wel contact zal zoeken".
Dokter Lindner, Streuer aanbevolen
door de bij Quick spelende huisarts Du
Boeuff, nam de voetballer afgelopen
maandag vijf kwartier onder handen.
„Omdat ik al een paar keer aan dat been
was geopereerd, heeft hij er zo min mo
gelijk aan gedaan. Hij heeft het been niet
in het gips gezet. Er zitten nu vier pen-
nen in, met een vijfde pen als een soort
spalk. Aan het einde van deze week
moet ik naar huis kunnen, zei de dokter.
Dan moet ik met krukken kunnen lo
pen. Wie weet, als ik me goed voel ga ik
zondag misschien wel kijken bij Quick".
Slijten
In 1977 raakte Streuer, destijds in dienst
van FC Utrecht, voor het eerst uit de
roulatie. „Ik kreeg echt een vreselijke
schop van Ben Gerritsen van NEC. Mijn
linkerscheenbeen was gebroken. Na de
operatie speelde ik steeds met pijn. „Dat
moet slijten", zeiden de doktoren. Eén
jaar later, in een oefenwedstrijd tegen
Willem II, ging het weer mis. Mijn been
kwam onder mijn kont terecht. Toen
was niet alleen het scheen-, maar ook
het kuitbeen gebroken. Omdat ik na die
eerste operatie zo veel pijn had gehou
den was het, denk ik, voor mijn been
niet slecht dat het weer brak".
In de vriendschappelijke wedstrijden,
die de herstellende Streuer speelde, bleek
dat ook de tweede orthopedische in
greep. waarbij een pen in het been was
gezet, niet geheel was geslaagd. „Ik bleef
pijn houden, dat ging niet weg. Dokter
Honig zei een keer tegen me: „Je loopt
meer op die pen dan op het bot". Hij
verwees me door naar dokter Strikwer-
da, die toen een extra operatie heeft uit
gevoerd. Hij haalde die pen eruit en ver
ving hem door een nieuw stuk bot en
een plaat, die daaraan werd vastge
schroefd".
Twee
jaar
Daarmee speelde Streuer twee jaar zon
der al te hevige problemen. In de zomer
van 1981 liet hij. inmiddels met een
vrije transfer verhuisd van FC Utrecht
naar Harelbeke, de metalen plaat verwij
deren. Slechts vier weken speelde hij
zonder zorgen; in oktober brak hij weer
een been. Ditmaal niet zijn linker, maar
zijn rechter.
Zijn carrière was afgelopen. Een uitke
ring wegens arbeidsongeschiktheid ont
ving Streuer niet: „Ik was niet meer ver
zekerd. Na mijn tweede beenbreuk wilde
geen enkele verzekeringsmaatschappij
dat risico meer lopen. FC Utrecht had
me een vrije transfer gegeven en bij Ha
relbeke kon ik zo'n goed contract krij
gen, dat ik daar naartoe ben gegaan. Er
zijn spelers die zo'n verzekering eisen
tijdens de contractbesprekingen, maar
dat heb ik niet gedaan".
Niet actief
Er volgden een paar seizoenen waarin
hij zelf niet actief was op het veld. Wel
had hij één jaar het C-team van FC
Utrecht onder zijn hoede („Ik deed vaak
mee tijdens de training, maar wedstrij
den speelde ik niet").
In 1984 begon Streuer, die zich inmid
dels eigenaar van een sportzaak in
Amersfoort mocht noemen, weer met
voetballen. Zijn eerste wedstrijd bij de
Amersfoortse zondagamateurs van
Quick staat hem nog goed bij: „We
speelden bij Velox in Utrecht. Die jon
gens kenden me, die wisten precies wat
mijn zwakke plek was. In het begin had
ik de bal aan mijn voet. Toen kwam de
spits van Velox in, met zo'n harde tac
kle... Gelukkig liep dat toen goed af.
Verder heb ik niet veel last gehad van
types die mij uit de wedstrijd wilden
schoppen. Het gebeurde wel eens dat er
langs de kant werd geroepen: „Pak die
ex-prof, zorg ervoor dat hij zijn been
nog een keer breekt". Ook de tegenstan
ders zeiden soms dat ze me te grazen
zouden nemen, maar ik heb daar altijd
om gelachen".
Stoppen
De nu twee weken oude voetbaljaargang
zou zijn laatste worden. „Ik heb zoiets al
eerder gezegd, maar ik had er na dit sei
zoen echt mee willen stoppen". Nu
noopt de vierde beenbreuk hem ermee
op te houden: „Als het de eerste keer
zou zijn geweest dat ik een been brak,
was ik wel doorgegaan. Nu is het echt
voorbij".
„Misschien zal ik nog wel eens tegen een
bal trappen, maar zeker niet meer in
competitieverband. Ik denk dat ik ga
tennissen en, aangezien ik het oude B-di
ploma heb, ligt het voor de hand dat ik
een club ga trainen".
Opmerkelijk is het feit dat Streuer geheel
zonder rancune terugkijkt op zijn voet
balloopbaan. „Achteraf denk je: was ik
na mijn eerste beenbreuk maar gestopt.
Maar ik heb voetballen altijd leuk ge
vonden. Ik vind ook niet dat het voetbal
te hard is geworden. Je weet dat je in
deze sport altijd het risico loopt wat te
breken".
BAS KUIT
door Frank Werkman
Oostenrijkers, Turken, Ieren en
Luxemburgers vormden eerder deze week
de indrukwekkende oppositie voor
Nederlandse voetbalclubs die graag een
staartje willen breien aan het Europese
bekersucces van Ajax van vorig seizoen.
Uiteindelijk is alles nog redelijk op zijn
pootjes terecht gekomen. Maar als
inwoners uit de landen waar
respectievelijk skiën, snorren, hurling en
grasmaaien de meest populaire sporten
zijn al een halt kunnen toeroepen aan
onze nationale voetbaltrots, was de nood
pas echt goed aan de man geweest.
Doordat Hongaren tegenwoordig ook
alleen nog maar uitblinken in het
bakken van poesta-burgers en het
ontkurken van flessen stierebloed kon
zelfs vanuit Budapest een positief
bekerverhaal worden doorgestuurd.
Straks misschien vijf Nederlandse
voetbalclubs in de tweede ronde van het
Europese beker gebeur en. Het kan
verkeren. Maar de brilstand die FC
Utrecht in Linz koesterde als een
kleinood van ongekende waarde, dient
eerst nog te worden omgebogen in de
Galgenwaard. Hetzelfde gelat voor FC
Den Haag. dat aan de boorden van de
Donau slechts één treffer om de oren
kreeg. Een vol huis hebben de Utrechtse
en Haagse FC over ruim anderhalve
week wel, hetgeen een broodnodige
aanvulling voor de clubkas zal
betekenen.
Over het spekken van de bankrekening
behoeven ook Carl Lewis en Ben
Johnson zich geen zorgen meer te
maken. Dit atletische duo, dat de
honderd meter bijna nog sneller aflegt
dan het geluid, gaat op kosten van een
televisiestation driemaal tegen elkaar
hardlopen. De snelle spurters kunnen
voor dat triootje samen een miljoen
gulden verdelen. Reden voor Lepe Carl
en Big Ben om elkaar voorlopig even niet
in wedstriidtenue tegen te komen. Want
dan zou de exclusiviteit van de drie dure
sprintjes van het donkere duo natuurlijk
geweldig op de tocht komen te staan en
geen miljoen meer waard zijn.
Met hel voorstel van de Canadese
promotor voor de drie confrontaties
tussen Lewis en Johnson is zo
langzamerhand wel de grens bereikt van
wat je als simpele ziel kunt bevatten. Dat
er in de sportwereld in sommige
disciplines veel geld omgaat is natuurlijk
bekend. Tennis, golf, boksen, de toppers
in deze takken komen aan hun trekken.
Maar als Ivan Lendl op Flushing
Meadow met een stevige poet aan de
haal gaat, heeft hij daarvoor wel veertien
dagen moeten werken. En voor zijn
cheque van pakweg een half miljoen op
zijn minst twaalf uur in touw zijn
geweest. Of de tonnen, die Bernard
Langer met zijn golfclubs bij elkaar
slaat. Dat kost hem toch drie dagen van
gemiddeld een uurtje of vier, vijf Of
Muhammad Ali, die miljoenen bij elkaar
stootte, maar voor elke knock out wel
maandenlang in de oefenring moest
staan. De partij zelf duurde dan nog
slechts drie kwartier, maar dat is
aanzienlijk langer dan de dertig
seconden die het donkere duo moet
besteden om zich semi-miljonair te
weten.
Carl Lewis en Ben Johnson zullen zich
een deuk lachen om hel plan van de
Canadees, die zijn zaakjes best voor
elkaar zal hebben. Want het blijft
natuurlijk niet bij de om en bij 9.9
seconden die de beide rivalen nodig
hebben voor hun sprintje. Dat natuurlijk
alleen maar echt geslaagd kan worden
genoemd als er wéér een wereldrecord op
de chronometer verschijnt. En dat nu is
het onzekere in de hele opzet, die op zijn
minst een reportage van een half uur op
prime-time" kan opleveren. Makers van
televisie-uitzendingen op die tijd
behoeven niet bezorgd te zijn over
inkomsten, de sponsors staan in de rij en
ook de Canadese organisator is in
recordtijd binnen.
Driehonderd meter hardlopen voor een
half miljoen gulden, het moet niet nog
gekker worden. Want krankzinnig is net
al. Big Ben weigerde eerder deze week in
Lausanne tegen Lepe Carl uit te komen.
Niemand begreep dat toen, de verklaring
kwam later. Uitgerekend in de
standplaats van het Internationaal
Olympisch Comité, de achtertuin van de
controversiële Juan Antonio Samaranch,
wordt de achtergrond bekend. De stad
waar de IOC-chef die commercie en
amateurisme uitwisselbare begrippen
vindt, vorig jaar Barcelona tot olympisch
decor bombardeerde. Twee amateurs, die
met hun sport een milioe» verdienen.
Natuurlijk, vóór Seoul vangen ze geen
sou. Daar wordt wel keurig voor gezorgd,
dat is de makelaars, promotors en
andere betrokkenen wel toevertrouwd. En
het IOC maar delibereren over de vraag
of een vroegere atleet, die uit zijn
elastische eigenschappen eindelijk eens
het nodige financiële rendement wilde
peuren, weer mag terugkeren tot de rijen
der „amateurs".
Ondertussen wordt het publiek grotelijks
belazerd. Ik weet niet of Samaranch in
Lausanne aanwezig was c r
dinsdag. Zo ja, dan zal hij het sprintduel
tussen Lepe Carl en Big Ben niet hebben
?emist. Zo'n honderd meter is voor de
paanse edelman een detail, een simpel
programma-onderdeel. Het gaat hem om
het totaal, het olympisch ideaal. En nu
de Spelen van 1992 in zijn
•eboorteplaats worden gehouden is voor
hem de kous af. Stel je voor dat hij zich
druk zou moeten maken om een miljoen
voor twee zwarte jongens. Ach, zal de
Spanjaard denken, in 1992 lopen
anderen de honderd meter in acht
komma zoveel seconden en dan kent
niemand Carl Lewis en Ben Johnson
meer. Dan zijn het misschien
Oostenrijkers, Turken, leren en
Luxemburgers die de lakens uitdelen.
CeidócGou/uvrit