Ook het „echte" Dallas was maar schijn Landhuizen Pikant Party Uit de droom Vernedering Dure les CeidócSomont Zonniger oorden Hoogtepunt RUST The Beech wood Theater Company, met onder anderen James Peabody staand tweede van links), Miss Whitfield (zittend, links), Trevor Ashley Doddington III (staand, rechts) en Winifred Crump (staand, tweede van rechts FOTO'S: JO WIJNEN nue zijn nu toeristische objecten gewor den. Voorzover de betreffende families al niet zijn uitgestorven of aan de bedel staf geraakt, moet het toegestroomde pu bliek opdraaien voor de onderhoudskos ten van al dit moois. Miss Whitfield is slechts een actrice. Dat geldt ook voor James Peabody en Trevor Ashley Dod dington. Het drietal maakt, met nog vijf andere acteurs, deel uit van de Beech- wood Theater Company, die overigens nooit op een podium en nog minder in een schouwburg verschijnt. Ze hebbea van het rondleiden van bezoekers en toeristen een vorm van theater gemaakt om huize Astor voor het totale verval te behoeden. Carol Brownell, leidster van de Compa ny zegt: „Wat wij proberen te doen is het levend houden van een leefstijl, van dat rare, excentrieke stukje van wat nu The Gilded Age, (het Vergulde Tijdperk) wordt genoemd". Caroll Brownell is er zich zeer van be wust dat de Amerikaanse geschiedenis reuzestappen heeft genomen. Ze weet dat toen de Gilded Age goed en wel tot leven was gekomen, ze alweer bijna voorbij was. Het was een kortstondige, maar daarom niet minder hevige uit spatting van plezier en verkwisting. Over wat er zich aan Newports Bellevue Avenue heeft afgespeeld, zouden vele buitengewoon dikke boekwerken kunnen worden geschreven. De bals waren luis terrijk. De maaltijden buitengewoon NEWPORT - We naderen de door zuilen geschraagde portico van hui ze Beechwood met gepaste eerbied. Het oogverblindende wit van een van de meest luisterrijke landhui zen van Amerika schittert in de zon. De warme zeewind beroert het struweel in het park dat Beech wood omringt. De in pandjesjas ge hulde butler, James Peabody, werpt een kritische blik op onze kleding - korte broek, t-shirt, gym schoenen - en merkt droogjes op dat Lady Astor, de hoofdbewoon ster van Beechwood, nimmer in ondergoed gestoken gasten ont vangt. Hij informeert voorts naar onze politie ke overtuiging en zegt dat hij de presi dentiele kandidatuur van Grover Cleve land (1829-1886) van harte ondersteunt. Bij onze binnenkomst worden we wel kom geheten door Trevor Ashley Dod dington III, een uit Sussex (Engeland) af komstige snob, lanterfanter, filantroop, sportman en polo-speler. Hij wordt op Beechwood als een intiem huisvriend beschouwd. Hij is het die ons laat ken nismaken met de eveneens uit Engeland afkomstige Miss Whitfield, een vrolijke en enigszins mollige dame van goede komaf die uit pure bewondering voor Lady Caroline Astor naar Amerika is ge komen. Ze draagt een lange, zijden jurk met een ceintuur van goudbrokaat. De hele ontvangst brengt ons enigszins van ons stuk. Trouwens, wie is Lady Astor? Caroline Astor, geb. Schermerhorn, is de echtvriendin van dé William Backhouse Astor, één van de rijkste mannen die in Amerika rondloopt. De lady heeft Willi am Astor getrouwd om de koningin te worden van wat gemeenlijk als „The Gilded Age" wordt aangeduid. Zij is het die Beechwood heeft laten bouwen op een hoog boven de Atlantische Oceaan uitstekende klif nabij Newport (Rhode Island). Haar huis ligt pal naast het nog veel grotere landhuis van de nog veel rij kere Vanderbilts. Trouwens, langs Belle vue Avenue in Newport strekt zich een lange rij van oogverblindend mooie, in neo-gotische, neo-klassieke, neo-barokke en andere neo-stijlen opgetrokken land huizen uit. Sommige ervan zijn zo groot dat ze door de bevolking van Newport als kastelen worden aangeduid. Verderop liggen Belcourt Castle van Oli ver Hazard Perry Belmont (die de ex- echtgenote van William Vanderbilt heeft getrouwd), The Breakers van Cornelius Vanderbilt, Kingscote van William Hen ry King, The Elms van Edward J. Ber- wind (geheel opgetrokken in de stijl van Chateau d'Asnieres bij Parijs), Chateau- sur-Mer van William S. Wetmore, het Samuel Whitehorne House, Rosecliff van Herman Oelrich, Ochre Court en Marble House. Nog voordat we de spraakzame en rod delzieke Miss Whitfield de hand hebben gedrukt, weten we al tal van pikante bij zonderheden over de bewoners van deze monumentale panden. Op het moment dat Miss Whitfield ons binnenvoert in de balzaal van Beechwood en demon stratief de barokke deuren openwerpt die uitzicht verschaffen op zee, voelen wij ons al enigszins thuis m de Gilded Age. Inderdaad, dit is de speelplaats van de puissant rijke Amerikanen die in de laat ste helft van de vorige eeuw leefden, die fortuinen maakten met onroerend goed, spoorwegen, staal, mijnen en banken. Zij vormden de anstrocratie van de Nieuwe Wereld en hadden slechts één ding op het oog: te verhullen dat ze eigenlijk par venu's waren. Lady Astor had een beruchte lijst aange legd waarop slechts 213 namen prijkten van nauw aan elkaar gelieerde families die deel uitmaakten van de nieuwe aris tocratie. Dat waren de families die met geld smeten, zich aan alle mogelijke ex cessen te buiten gingen, grootse en zelfs uiterst protserige huizen bouwden, scheepsladingen Europese en oriëntaalse kunst, gobelins, perzische tapijten, Fran se meubels, Chinese vazen en wat dies meer zij importeerden. Ze zogen het hoogwaardige personeel weg bij de snel verarmende Engelse adel. De leden van deze families trouwden met elkaar, hadden dubieuze relaties met elkaar en scheidden van elkaar. Hun namen vulden dag-in-dag-uit de roddel- en society-rubrieken van de gro te Amerikaanse kranten. Op hun belang rijkste speelplaats - Bellevue Avenue in Newport - was het altijd feest, vonden altijd recepties en ontvangsten plaats, bruiste altijd de champagne en verplaat ste de roddel zich met de snelheid van het licht. Maar wie niet op de lijst van Lady Astor voorkwam was persona non grata aan Bellevue Avenue. Als Miss Whitfield ons uitnodigt nog diezelfde avond een party van Lady As tor bij te wonen, geeft ze tal van nuttige wenken. Onze dames mogen niet in het rose verschijnen, want die kleur eist de Lady geheel voor zichzelf op. Er mag niet worden gepraat over Oelrichs. Dat zijn de naaste buren die het gewaagd hebben hun nieuw landgoed „Rosechf te noemen. Bellevue Avenue is de bakermat van de soap-opera. Hier is de levensstijl tot ont wikkeling gekomen waarmee de makers van zulke televisieseries als Dallas en Dynasty nu goede sier maken. Dit is het begin van de goede smaak, die al spoe dig tot totale wansmaak verviel. Hier manifesteerden zich de ongekende for tuinen, die door het nakomelingschap terstond werden verspild. Het grootse vertoon van een namaak-aristocratie, die iedere adeldom ontbeert. De lezer dient hier overigens uit de droom geholpen te worden. De schitte rende landgoederen aan Bellevue Ave- Huize Beechwood: de speelplaats van de „Gilded Age". Ze spelen slechts de kleinere goden na, de parasieten die op al die weelde afkwa men en die zich alles lieten welgevallen tegen een honorarium dat beschamend laag was. Daarmee raakt de Beechwood Theater Company waarschijnlijk het wezen van de Gilded Age. De Astors, de Vander bilts en al die anderen leefden niet zo zeer voor zichzelf, maar voor de anderen en het meest misschien nog voor de rod delrubrieken die werden verslonden door het arme en soms verpauperde voetvolk, dat uit alle delen van de we reld naar Amerika was getrokken. De Astors, de Vanderbilts, de Fricks, de Delano's, de Whitehorne's waren de tot werkelijkheid geworden dromen van miljoenen imigranten, die nooit iets an ders dan armoede en vernedering had den gekend. Zij waren naar de Nieuwe Wereld gekomen omdat daar alles moge lijk was. Zij zagen in de manifestaties van de nieuwe aristocratie het bewijs dat Amerika geen enkele beperking kende. Als zodanig vormden de tweehonderd rond Lady Astor gegroepeerde families het lichtend voorbeeld voor het legioen der honderdduizenden, dat het slechts met door roddelrubrieken opgeroepen dagdromen moest doen. In dat opzicht vervulde de nieuwe Ame rikaanse aristocratie de rol die nu de hel den van Dallas en Dynasty vervullen. Zegt Caroll Brownell: „Het is niet de werkelijkheid, maar de droom die de mensen op de been houdt. Zonder een droom, zonder iets waarvan ze zeker we ten dat ze het nooit zullen bereiken, konden de mensen toen al niet leven, laat staan nu. De mensen spiegelen zich niet aan hun lotgenoten, maar aan diege nen die ver boven hen staan. En diege nen die ver boven hen staan, mogen al les. doen alles en kunnen alles wat voor de gewone mens niet is weggelegd. De mens leeft nu eenmaal van illusies". Winfred Crump, een van lady Astors diensters, serveert ons een kop rozebot- telthee in de keuken van Beechwood en werkt ons daarna met zachte drang naar buiten. In de verte ruist de zee. Aan de noordelijke horizon is de landtong van Cape Cod zichtbaar: een haarscherpe streep die net boven de schuimkoppen van de oceaan uit komt. Wat gebeurde er met Lady Caroline As tor? Zegt Carole Brownell: „Die trok zich in 1906 terug uit het sociale leven. Het is nooit duidelijk geworden waar om". Tot haar dood in 1908 amuseerde Caro line Astor-Schermerhorn alleen nog maar mensen die in haar verbeelding be stonden. Een generatie nieuwe rijken kwam op. Dat was een generatie die zich niet meer te buiten ging aan de uitspat tingen van de Gilded Age. De vertegen woordigers van die groep vonden dat met geld niet mocht worden gesmeten, dat met een fortuin nuttige dingen moes ten worden gedaan. Lady Astors luister rijke verleden was nog tijdens haar leven een droom geworden. En mogelijk zelfs de nachtmerrie van de society-vorstin die, net als „haar tijdperk", langzaam maar onverbiddelijk wegkwijnde. Haar droom wordt evenwel nog steeds gedroomd. De soap-opera die ze van haar schitterende leven maakte, is tot op de dag van vandaag geprolongeerd. De illusies die ze opriep zijn het meest cou rante artikel van het televisie-tijdperk geworden. Lady Astor heeft de toon ge zet waarop de makers van Dallas en Dy nasty eindeloos variëren. Ze heeft Ame rika - en de rest van de wereld - de dure les geleerd dat het inderdaad slechts illusies zijn, die de mens op de been houden. JO WIJNEN overvloedig en kostelijk. De genoemde families trachtten elkaar in alle opzich ten te overtreffen. Er werden zelfs maal tijden geserveerd die alleen te paard ge nuttigd konden worden. Toen de in 1908 overleden Lady Astor zelf niets meer kon verzinnen, nam ze een zekere Ward McAllister in dienst. McAllister stond al spoedig bekend als de beste organisator van feesten. Hij wist beter dan wie ook, dat aan Bellevue Avenue geld en liefde een zeer overspeli ge relatie met elkaar onderhielden. McAllister prees ziin broodheren, maak te uit wie van de clan der groten deel uit mocht maken en bepaalde voor een deel de smaak van de dame bij wie hij in dienst was. Caroll Brownell zegt dat zich in New port slechts een deel van het grote leven afspeelde. De Astors en de Vanderbilts verbleven er hooguit vijftien weken per jaar. Zodra het Atlantische klimaat on aangename trekjes begon te vertonen, reisden de families, met medeneming van hun garderobes, kostbaarheden, rij tuigen, paarden en personeel naar zonni ger oorden af. In de wintermaanden verbleven ze ge woonlijk in hun herenhuizen in de stad. Bijna allemaal hielden ze verblijf in New York, Boston of Philadelphia. De vier erfgenamen van de grote Cornelius Van derbilt (die overigens van Nederlandse komaf was en die met gepaste eerbied „The Commodore" werd genoemd) be schikten over talloze paleisachtige „mansions". Zo liet Frederick Vander bilt een paleis bouwen in Hyde Park, in het dal van de Hudson. Dat landhuis wordt nog steeds als een van de meest schitterende bouwwerken van de Nieu we Wereld beschouwd. Het wordt in schoonheid en rijkdom slechts overtroffen door het Biltmore Es tate in Ashville (North Carolina). Hier nam George W. Vanderbilt zijn intrek. Biltmore Estate is in feite een.in Franse stijl opgetrokken kasteel. De trappen bij de ingang zijn een getrouwe copie van de beroemde trappen van het kasteel van Blois. George Vanderbilt reisde vele malen naar Europa om ongekende hoe veelheden kunstschatten, alsmede hele interieurs, complete plafonds, lambrize- ringen, bibliotheken, wandpanelen en de meest exquise meubelen te kopen. Hij betaalde elke prijs. Iedere kamer kreeg een andere stijl. George Vanderbilt was een van de eersten die, ofschoon de twintigste eeuw nog niet was begonnen, over een geheel overdekt en verwarmd zwembad beschikte. Biltmore Estate ligt in een park van 65.000 ha. dat even schitterend is aangelegd als het estate is gebouwd. In de jaren negentig van de vorige eeuw bereikte de Gilded Age haar hoogtepunt. De meeste huizen aan Bellevue Avenue in Newport waren toen al gebouwd. On der leiding van Lady Astor - die intus sen de ongekroonde koningin van de High Society was geworden - werd een verwoede aanval ondernomen op het grootste gevaar dat haar groep bedreigde: de verveling. Het werd een hopeloos en uitputtend gevecht dat enorme fortuinen verslond en tenslotte tot de sociale en fi nanciële aftocht van Lady Astor c.s. leid de. „Toch is het een belangrijk stuk van de Amerikaanse geschiedenis. We proberen dat tot leven te wekken, zichtbaar te ma ken. We proberen de mensen een idee te geven van de grootse stijl waarin die tweehonderd families toen leefden", zegt Caroll Brownell. Wie de volkomen gespeelde rondleiding achter de rug heeft, weet inderdaad hoe het er in die tijd aan is toegedaan. De acteurs van Caroll Brownell vermijden daarbij één fout met nadruk: ze kruipen niet in de huid van de Astors en hun hooggeplaatste vrienden en familieleden. ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1987^ door Piet Snoeren De aansluiting van het Nederlandse wegennet op ae Autobahn A61 richting Mönchengladbach dient achterwege te blijven. Waarom? Omdat deze voorziening met zijn vier rijbanen zoveel geluidshinder zal veroorzaken dat men elkaar niet eens meer kan horen zwijgen. Hier is iets vreemds aan de hand. Snelwegen met een dusdanige produktie van decibellen dai horen en zien ie vergaan, die kennen we en daar heoben we de geluidswal oj gevonden, een soort bermen, maar dan verticaal. Het wachten is op de eerste geluidswaltoeristen die als drietenige luiaards in de verticale bermen hangen. Maar een snelweg waarvan je het zwijgen vergaat, dat is nieuw en vergt nadere uitleg. De feiten. Ambtenaren van de Europese commissie van transportministers hebben geadviseerd bedoelde aansluiting pal langs de poon van de trappistenabdij in Tegelen te leiden. Hiertegen hebben de paters en broeders die er in een geur van heiligheid hun leven slijten, overwegende bezwaren. Vader-abt A mandus Prick: „Zo'n snelweg betekent de doodsteek voor onze abdij omdat het dan voorgoed gedaan is mei de rust die we noodzakelijk achten om ons, overeenkomstig de regel van Sint Benedictus, te kunnen toeleggen op stilzwijgen. Ik zal dan ook geen juridisch middel schuwen om het onheil af te wenden". Hoe vreemd. Protesten tegen een snelweg langs het vormingscentrum Drieklank- Vredeveld in Zeegse te midden van de Drentse landouwen of langs de werkplaats 'It Flinkeboske te Hemelum in net lommer van Gaasterland, die zouden te begrijpen zijn. Daar immers woeden dynamische weken van mensen die op weg zijn naar hun eigen groeiproces. Daar vlammen discussies over het samengaan van het vrouwelijke en hel mannelijke in jezelf. Daar worden pijnpunten in de groep gegooid en groepen van hun anker geslagen. Zozeer roezemoezen daar de stemmi dat ze nauwelijks uitkomen boven zichzelf en elkaar. Zouden ze dan ook nog een keer het geraas van langsdenderend snelverkeer moeten zien te overstemmen? Het zich toeleggen op stilzwijgen echter kan alleen maar gebaat zijn bij enig lawaai, is de leek geneigd te denken. En zeker het type stilzwijgen waarop de trappisten zich toeleggen, een stilzwijgen als middel tot zelfverloochening en onthechting, een ascetisch stilzwijgen. De geloften van gehoorzaamheid, armoede en kuisheid zijn de trappisten niet genoeg. Zij doen er nog het schepje van het permanent stilzwijgen, een vocaal vasten tot aan de laatste snik, bovenop. Elke keer dal ze bij het langsdenderen van de zoveelste tankwagen van alweer 36 ton Nederlands cement een hartgrondig „verdulleme" inslikken, schuiven ze een plaatsje omhoog in de hemel, zou vader-abt A mandus Prick zijn kudde moeten voorhouden. De trappisten, die vertegenwoordigen toch de stroming van de Strenge Onderhouding binnen het monnikendom der cisterciënzers? Een afscheidingsbeweging uit 1686 als protest tegen ae slapjanussen van de Gewone Onderhouding? Nou dan. Goed beschouwd hebben deze trappisten het niet eens zo verschrikkelijk slecht. Er zijn tijden geweest dat er onder ascese wel iets anders verstaan werd dan mondje toe. De eeuwige zaligheid meenden sommigen toen, viel slechts te verwerven door in de woestijn te gaan zitten vegeteren op een zuil, zonder beschutting tegen de brandende zon, of juist door zich in te laten metselen in een muur zonder, de troost van het minste zonnestraaltje. Ascese dat was de eigen lendenen kastijden met prikkeldraad, de vuisten aldoor zo stiif fesloten houden dat de nagels door ae andpalmen groeiden. Schalen met pus leegdrinken die was opgevangen uit de wonden van lijders aan de builenpest. Maar ook tegenwoordig nog. In Zambia, in een plaats met de onwaarschijnlijke naam Chililabombwe, ooit een Nederlandse missiepater ontmoet die werkte onder de leprozen. Geen onverdeelde pret, verzekerde hij. Een zacht eitje echter, vergeleken bij de lijd dat hij was toegetreden tot de orde der kartuizers. Deze monniken leven zo streng dat er ter wereld maar negentien kloosters van zijn. Zelf had nij helemaal naar het Italiaans Calci moeten reizen om zijn roeping te kunnen volgen. Daar kreeg hij een pij te dragen, ruw als schuurpapier en op de blote huid, want ondergoed mocht niet. Zijn tanden moest hij poetsen met dezelfde groene zeep waarmee hij zich waste. De dagen werden gesleten in een isoleercel, ae nachtelijke slaap werd om de twee uur onderbroken voor een koorgebed in een ijskoude kapel. Hij had het niet kunnen bolwerken. Geef mij de melaatsen van Chililabombwe maar, zei hij. De trappisten daarentegenDie i hemels brouwen hemels bier dat ze vervolgens zelf nog mogen drinken ook, zij het stilzwijgend. Waar, oh waar moet het heen met een natie als ook zij. trappisten beginnen te zeuren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 22