\J 'v m Beetje autogek Bedevaart 58 Maïtresse Bibliotheek ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1987 na e BRUSSEL - Op de keper beschouwd is het maar toeval dat het land met de breedste en best verlichte autowe gen, ook het op één ia grootste automu seum ter wereld binnen zijn grenzen heeft. Als in 1944 per ongeluk Mahy senior tegen die oude T-Ford was aangelopen, als Wet eenzelfde auto- het eerste fa- ie voertuig van Mahy's was ge- ~st, als niet daar na de Mahy's en hun helpers als een gek oveijarige au to's waren blijven restaureren, was er nu van een „Auto- world" geen sprake geweest. Auto-world, met als embleem een rode oldtimer tegen de achtergrond van de grijze triomfboog De oudste gerestaureerde wagen uit de collectie is een 640 cc Leon Bollec uit 1896; was. Daarna is hij steeds vervoerd in au to's van anderen". Overigens hebben de meeste auto's geen beroemde eigenaar of chauffeur nodig om de aandacht te trekken. Types als de nog op drie wielen rijdende Leon Bollée uit 1896, nog altijd twee jaar jonger dan het werkelijk alleroudste model, een Ro- 'iet Schneider uit 1894, vertellen hun ..verhaal. En zeker is waar - omdat :lse automuseum types van ihele wereld heeft - dat de ont- "jan de autogeschiedenis in [WorUrbeter te reconstrueren is dan nden musea zoals die van lercedes of Bugatti bestaan, zeker de Bugatti, vindt Ivan ik nog eens sterk overgewaar- „Omdat ze vaak koersen won- ir dat was alleen een gevolg van Mee in de race. Auto's als de T- en de 2 PK Citroén zijn ir de öntwikkeling van de auto stuk voortstak veel belangrijker. Zij hebben :t dat de auto nu voor Jan en alle- lan bereikbaar is en op een veilige en economische manier kan worden gebruikt". die Belgiè's onafhankelijkheid symboli seert, staat voor een uitgelezen collectie voertuigen, die sinds eind vorig jaar wordt tentoongesteld op historische grond - namelijk in het Jubelpark, waar tot 1930 de beroemde jaarlijkse autosa lons van Brussel werden ingericht. Intussen melden al ongeveer twaalfhon derd bezoekers per dag er zich aan om de ontwikkeling van het „voiture", van eind vorige eeuw tot nu toe, stap voor j stap aan zich voorbij te zien trekken; een ontwikkeling met inbegrip van al die j uitwassen waaraan vooral boven-modale autofanaten zich in de loop van die ruim negentig jaar te buiten zijn gegaan. Ivan Mahy, conservator-beheerder van Auto-world en al van jongsaf vast met gezel op de strooptochten van zijn va der, vertelt enthousiast over de inrich ting en opzet van het museum, de kroon op het werk van Mahy senior, die nu - 79 jaar oud - in een onverwarmde ga rage in Gent nog stééds oldtimers restau reert. „Vader is een beetje autogek en dat is hij eigenlijk altijd wel geweest", geeft Mahy junior toe. „En zeker is het altijd meer dan zijn beroep geweest. Toen hij nog geen geld had om een auto te kopen, heeft hij er zelf een gebouwd, met een oude motor en een zelf-gecon- strueerde carrosserie. Die heeft hij na derhand voor zevenduizend frank ver kocht, wat heel veel was als u weet dat een nieuwe T-Ford toen twaalf en een half duizend frank kostte". Voor de re kenaars: een Belgische frank is iets meer dan een stuiver waard. Toch was het maar toeval dat Mahy se nior, die in 1932 zijn autohandel begon en de eerste was in België die auto's zon der chauffeur verhuurde, ook aan de res tauratie van oldtimers begon. „Dat was in Gent, toen iemand begon zijn schuur op te kuisen. In een box die leeggeruimd moest worden stond een oude T-Ford, op platte banden en onder de rommel. Maar vader wilde hem graag hebben. Omdat het de eerste familie-auto was, maar óók omdat de T-Ford - deze was van 1921 - een heel bijzondere versnel lingsbak heeft, met planetaire tandwie len. Dat geeft een bijzondere constructie, maar ook een bijzondere manier van rij den: het pedaal intrappen is de eerste versnelling, hetzelfde pedaal weer losla ten de tweede". Vader Mahy bevredigde zijn nieuwsgie righeid en knapte en passant het hele wagentje op, waarna zowel hij als zoon Ivan de smaak te pakken hadden. Ge tweeën trokken ze naar Oostenrijk en Zwitserland, later ook naar Frankrijk, om oude auto's van de schroothoop te redden. Het was de aanzet tot 's werelds grootste en wellicht ook gaafste verza meling, want bijna alle inmiddels geres taureerde auto's rijden nog en staan in hun eerste laklaag. Ivan Mahy: „Vader noch ik hadden in die tijd een verzame ling op het oog. Wel was het vaders ide aal om ooit nog een Belgische auto te vinden van vóór 1900, maar ook dat is pas later gelukt". Veel makkelijker dan aan originele Bel gische wagens, konden de Mahy's in de naoorlogse jaren aan oude types van be kende Franse merken komen. Van de ruim duizend voertuigen die van de col- lectie-Mahy deel uitmaken, zijn er dan ook ruim tweehonderd van Franse ma kelij. „Veel later dan België en ook Neder land", verklaart Ivan Mahy, „is Frank rijk de verwoestingen van de oorlog te boven gekomen. Het duurde tot in de ja ren vijftig voor men daar begon met we- V <SK genbouw en het opruimen van terreinen. Toen kwam in '54 en '55 de Korea-oor- log, met als gevolg dat de metaalprijzen sterk stegen en veel auto's werden ge sloopt om aluminium en brons te her winnen. Het was op dat moment dat mijn vader vaststelde dat het hoogste tijd was om op prospectie te gaan - op bedevaart, noemden wij dat - en al in 1958 hadden wij rond honderdvijftig au to's gekocht, zowel in goede als in slech te staat. Want vader stelde één voor waarde: het mocht niet te veel geld kos ten. Zodra de prijs beduidend boven de waarde van het oud ijzer kwam deed hij het niet, want dan kwam de verkoper toch wel terug. En zo is hij blijven wer ken: de Rolls Royce die hij in '46 of '47 voor 25.000 frank had gekocht - de ei genaar moest hem kwijt omdat hij te duur was in gebruik - was tot ver in de jaren zestig onze duurste aankoop". Pas later, toen de Amerikaanse dollar zijn onstuitbare val begon, breidden de Mahy's hun actieterrein ook uit tot de VS, waar ze voorheen alleen op onder- delenjacht waren geweest. Amerikaanse merken vormen nu een kwart van de to tale verzameling, met als blikvangers drie gigantische Cadillacs, waarvan de oudste - een 341 uit 1928 - de lieve lingsauto van Al Capone was en de twee recentere - uit 1938 en 1956 - hebben toebehoord aan vier Amerikaanse presi denten, namelijk Franklin D. Roosevelt, Harry S. Truman, Dwight D. Eisenho wer en John F. Kennedy. Van de auto van Roosevelt en Truman, onder meer herkenbaar aan de opstapjes en handvatten voor de G-men (FBI- agenten) die staande mee moesten kun nen rijden, zijn maar twee exemplaren gebouwd. Maar in de verzameling van de Mahy's is dat niet uitzonderlijk. „We hebben meer auto's die de laatst overge bleven exemplaren van dat merk zijn; 7W ii i rf'/l'f k P - De heer Ivan Mahy voor een Delaunay-Belleville uit 1911, de uitverkoren wagen van de laatste Russische tsaar. een enkele wagen is zelfs de enige die ooit van zo'n merk is gebouwd. Om nog maar niet te praten over onze unieke verzameling Minerva's, in totaal zesen twintig; terwijl toch Minerva één van de zeven wereldmerken is", vult Ivan Mahy niet zonder trots aan. In het Brusselse automuseum bevinden zich verschillende auto's die met beken de namen kunnen worden geassocieerd en die daardoor extra de aandacht trek ken. Dat geldt bijvoorbeeld voor de 6600 cc Delauney-Belleville, die als meest luxe Franse wagen van voor de Eerste Wereldoorlog de favoriet was van de laatste Russische tsaar. Maar het geldt ook voor de van een ra diator met automatische thermostaat- kleppen voorziene Hudson, waarmee de Amerikaanse generaal Pershing zich in 1917 naar het Franse front liet rijden. In de collectie voorts enkele Minerva's die aan prins Albert hebben toebehoord, verscheidene Daimlers - waarvan één van binnen met slangehuid bekleed - die bij het Britse Hof dienst deden tot Buckingham Palace in 1953 op Rolls Royce overstapte, en zélfs de Vivinus 1900 waarmee de Belgische koning Leo pold II zijn maïtresse, barones De Vaug- han, zijn koninklijke achting betuigde. Een glimmende Super Clipper Custom 8 Packard uit 1946, eens toebehorend aan kardinaal Van Roey, bewijst dat ook geestelijke leiders aardse luxe niet uit de weg gaan; maar de grootste protser van al was wel de sjah van Perzië die in Bel gië een FN bestelde die compleet was in gelegd met houtsnijwerk en verzilverde ornamenten. Het onooglijke ding werd als gevolg van een ruzie tussen twee Bel gische carrosseriefamilies nooit afgele verd, waarna Mahy senior de wagen voor een prikje kon meenemen van een autokerkhof in Hoei. Volgens geruchten zou ook een van de dienstauto's van Hitler, die zich vaak in prestigieuze Mercedessen liet rondrijden, nog in Brussel zijn, maar dat is volgens de directeur-conservator niet juist. „Er zat er één in de cpllectie-De Pauw, waar van een deel in dit museum terug te vin den is, maar die is naar het buitenland verkocht. Hitier heeft trouwens alleen maar een auto gehad toen hij heel jong De ongeveer vierhonderd vijftig voertuigen die mo menteel in het Brusselse automuseum staan uitge stald lijken een tamelijk volledig beeld te geven van negentig jaar autohis torie, maar toch staat Ivan Mahy, als directeur-be heerder van Auto-world, ook de komende jaren nog veel werk te wachten. Zijn ideaal is de circa zeshon derd auto's die nu nog on- gerestaureerd in Gent staan ooit bij de museum collectie te kunnen voegen, met in het museum zelf een professionele, ver warmde restauratieruimte. Tegelijk werkt hij hard aan de opbouw van een gespe cialiseerde bibliotheek, waaruit ook moet kunnen worden geput om de be schrijvingen van de in het museum tentoongestelde auto's, die nu rommelig en vaak ook nog incompleet zijn, te kunnen verbeteren en uitbreiden. De omvang van die klus èn een chronisch gebrek aan tijd hebben dat karwei tot nu toe opgehouden, al staan er wel achttien gid sen klaar om - raison van duizend frank (ruim vijftig gulden) - op aan vraag rondleidingen van twee uur te verzorgen, waarbij allerlei anekdotes en petit-histoires de ten toonstelling nog verder verlevendigen. En tenslotte moet tussen alle andere besognes door het aankopen van nieuwe oude auto's gewoon door gaan. Want elk model dat vandaag in vele duizendtallen over de weg rijdt, kan morgen ook een zeldzame „oldtimer" zijn. FRANS BOOGAARD Auto-world". Esplanade Brussel; van 1 april tof 31 oktober dage lijks van tien tot zes uur geopend; van 1 november tot 31 maart dagelijks van tien tot vijf uur. Telefoon: 09 - 322 736 41 65. £eidóc Qowtant

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 21