1
1
II
mal
Ie
A
Juul Ellerman
nieuwe kasmagneet
van Sparta?
Egbert
Post
aast
op
asfalt-
kroon
Niet bijster
Goede
Driejaar
Lange weg
Vastberaden
DINGETJE
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1
DORDRECHT - Even een stukje voorgeschiedenis. Bij de poging om een afspraak voor
een interview te maken met Juul Ellerman, de speler van Sparta die de laatste weken furore
maakt in de eredivisie, stuit de verslaggever op een weigering van Ger Lagendijk. Deze ook
van overheidswege gesanctioneerde bemiddelaar c.q. voetbal(lers)makelaar treedt sinds kort
op als zaakwaarnemer van de 21-jarige Ellerman. En Lagendijk, ook ooit werkzaam bij de
spelersvakbond WCS, achtte het raadzaam de Spartaan even van de publiciteit af te scher
men. „Hij moet even rust hebben", aldus de plaatsgenoot van de voetballer. „Hij moet zich
even alleen maar op het voetbal richten. Anders gaat het ten koste van zijn vorm en dat is
wel het laatste waar hij behoefte aan heeft".
Juul Ellerman schikte zich volledig in
het hem opgedragen lot. „Ik laat het aan
Lagendijk over", had hij eerder ver
klaard. De bemiddelaar, die dezer dagen
Sonny Silooy van Ajax bij Racing de Pa
ris onderbracht, was echter bevattelijk
voor het argument dat Sparta het wel
eens wat minder plezierig zou kunnen
vinden als zijn meest aansprekende
speler van dit moment buiten de publi
citeit zou worden gehouden. Zeker met
het oog op de westrijd van morgen tegen
Feyenoord, een Rotterdamse derby
waarvoor de Kasteelclub best wat recla
me kon gebruiken.
Vandaar dat het geen verbazing wekte
dat kort na de weigering van Lagendijk
de permissie alsnog afkwam voor een ge
sprek. Waar de voetballer in kwestie, zo
blijkt enige dagen later, geen enkele
moeite mee blijkt te hebben. Hij heeft er
in elk geval volop de tijd voor. „Want",
zegt hij tijdens de inleidende schermut
seling, „ik ben één van de weinige spe
lers van Sparta, die niet werkt naast het
voetbal. Ik heb elke ochtend vrij. Het
enige dat ik aan mijn hoofd heb is een
cursus voor het praktijkdiploma boek
houden. Daar ben ik aan begonnen met
het oog op later. Voor een kantoorbaan
tje of zo iets".
Lijken de ambities van Juul Ellerman
wat betreft een maatschappelijke positie
niet bijster hoog te liggen, zijn verwach
tingspatroon over zijn sportieve toe
komst ligt aanzienlijk hoger. „Ik wil
over twee jaar bij een topclub spelen",
zegt de bescheiden ogende en zich verre
van vrijpostig gedragende Dordtenaar.
„Wat ik onder een topclub versta? Wel,
één van de drie in ons land, Ajax, PSV
of Feyenoord".
Ellerman beaamt trouwens direct dat de
aanduiding topclub voor wat betreft
twee van de drie eerder betrekking heeft
op de reputatie dan op de prestatie.
„Toch zou ik best graag bij Feyenoord
hebben willen spelen op dit moment.
Hoewel het misschien voor mijn ontwik
keling als voetballer beter is dat ik nog
even bij Sparta blijf. Daar krijg je toch
op een rustiger manier de gelegenheid
ervaring op te doen, te groeien. Als ik nu
al bij Ajax zou zitten, is daar minder
kans op. Als je daar een paar wedstrij
den slecht presteert sta je er gewoon
naast".
Juul Ellerman maakt er geen geheim van
dat zijn hart het meest naar de hoofd
stad trekt waar het gaat om een voor
keur voor een nationale topclub. „Al
van jongsafaan ben ik een Ajax-supor-
ter", vertelt hij met enthousiasme in zijn
stem en een lichte flikkering in de ogen.
„Vorig jaar nog heb ik bijna alle Europa
Cupwedstrijden van Ajax in Amsterdam
bezocht. Ik herinner me ook nog goed
toen ik een paar jaar geleden voor het
eerst met Sparta tegen Ajax speelde. En
ik voor het eerst tegenover mannen als
Rijkaard en Van Basten kwam te staan.
Spelers, tegen wie ik toch een hele tijd
behoorlijk had opgekeken. Het geeft dan
toch een goed gevoel dat ik nu op basis
van gelijkwaardigheid tegen ze speel".
gevoel
Dat goede gevoel wordt niet in de laatste
plaats ingegeven doordat Juul Ellerman
tot dusver zeer opvallend presteert. De
Spartaan staat op dit moment aan de
kop van de topscorerslij st met zeven
treffers, waaraan het trio doelpunten van
de eerste competitieronde tegen FC
Utrecht niet vreemd is. Die koppositie is
des te meer opvallend, omdat Ellerman
van alle trefzekere spelers op de lijst niet
behoort tot de specifieke spitsen. Lin-
ford, Meijer, Lipponen en Kieft, die ook
hoog staan geklasseerd, zijn dat wel. Er
is één uitzondering: de op de tweede
plaats staande Frank Arnesen, die tot
dusver vijfmaal doeltreffend uithaalde.
Het toeval wil dat Juul Ellerman juist in
de Deense international zijn voorbeeld
ziet. „De manier waarop hij speelt
spreekt me het meeste aan", aldus de
Spartaan. „Kort achter de pitsen spelen,
zo doelgericht mogelijk, dat is ook mijn
speelstijl. Daar voel ik me het lekkerst
bij". En het productiefst, zo blijkt uit
zijn optreden tot dusver.
Juul Ellerman beseft dat hij het niveau
van de ook internationaal over een repu
tatie beschikkende Arnesen nog lang niet
heeft bereikt. „Techniek, snelheid en
overzicht", noemt de meest bewierookte
Spartaan van dit moment zonder valse
bescheidenheid zijn sterkste punten. Die
op een iets hoger niveau de eigenschap
pen vormen om van een doorsnee-voet
baller een topper te maken. De Dordte
naar realiseert zich echter tegelijkertijd
dat op andere onderdelen van zijn spel
nog wel wat valt te verbeteren. „Mijn
loop- en koptechniek en fysieke moge
lijkheden zouden nog verder kunnen
worden verbeterd. Ik zie mezelf wel eens
op videobeelden voetballen en dan zie ik
ook hoe slecht ik loop. Hoeveel kracht
me dat kost. Maar veel valt daar niet
aan te verbeteren, vrees ik".
„Vorig seizoen", vervolgt hij, „heb ik
met de fysiotherapeut bij Sparta gespro
ken over krachttraining om lichamelijk
wat sterker te worden en over oefenin
gen om de looptechniek te verbeteren. Ik
ben daar allebei nog niet aan begonnen.
Dat is niet zo vreemd. Want nu gaat het
tenslotte goed. Het enige waar ik over
loop te denken is bij Hughes om extra
trainingen te vragen. Nu loop ik 's och
tends niks te doen, terwijl andere spelers
van Sparta aan het werk zijn. Ik kan na
tuurlijk best in die tijd extra arbeid ver
richten. Nee, voor mezelf lopen zie ik
niet zo zitten. Daar moet je een bepaal
de instelling voor hebben. Toch zou
meer training heel nuttig kunnen zijn.
Nu gebeurt het nog dat ik in een wed
strijd kapot kom te zitten. Ook in door
snee duels. En dat mag natuurlijk niet.
Dan schort er toch nog iets aan".
Drie jaar geleden werd MAVO-leerling
Juul Ellerman
vlak voor de
Kiltunnel in
Dordrecht, die
hij moet
passeren op
weg naar
Rotterdam,
waar hij speelt
bij Sparta,
maar liever
voor Feyenoord
zou uitkomen.
Ellerman, slechts 1,75 meter lang, door
Sparta weggeplukt bij de Dordts» ama
teurclub EBOH. Dat speelde in dezelfde
competitie-poule als de amateurs van
Sparta. Maar waar grote talenten als Van
der Gijp en Valke in het verleden elders
werden weggehaald door chief-scout
Hans Sonneveld, werd Juul Ellerman
door een andere talentenzoeker ontdekt.
„Meneer Sonneveld zag het, zo hoorde
ik later, niet in mij zitten", vertelt Spar
ta's laatste eventuele kasmagneet met
een veelbetekenende grijns op het smalle
gezicht, waarboven tegenwoordig een
keurige korte coiffure is aangebracht.
„Nee, ik heb er met hem nooit meer
over gesproken. Hoeft ook niet. Als ik
voor mezelf maar het gevoel heb dat het
lekker gaat. Wat anderen daar dan van
denken vind ik niet zo interessant".
Juul Ellerman beseft dat hij nog een lan
ge weg heeft te gaan. Talent heeft hij
voldoende in huis, ook zijn zelfvertrou
wen laat op dit moment weinig te wen
sen over. Wat de kleine Spartaan nog
verder moet ontwikkelen is zijn leiding
gevende kwaliteiten. „Nu al krijg ik
soms opwellingen om meer te gaan pra
ten in het veld", onthult de Spartaan.
„Maar om je zo te gaan gedragen, daar
heb je gewoon even tijd voor nodig.
Kijk, zoals Louis van Gaal in het verle
den bij Sparta dirigeerde en rust bracht
als dat nodig was, zo dominerend aan
wezig zijn zal me misschien nooit luk
ken. Maar ik kan wel proberen me wat
nadrukkelijker te gedragen".
De eerstvolgende mogelijkheid daarvoor
heeft Juul Ellerman morgen op Spangen
in het duel met Feyenoord. „Sparta heeft
de laatste jaren ondanks soms goede
wedstrijden steeds verloren van Feye
noord", vertelt de Dordtenaar. „Ik denk
dat het nu wel een gelijkspel zal worden.
Daarvoor draait Sparta op dit moment
goed genoeg en schijnt Feyenoord het
toch nog niet zo best te doen. 3-3? Met
drie doelpunten van mij? Als dat zou
kunnen".
FRANK WERKMAN
GRONINGEN - Deze winter wil
hij zich nadrukkelijk manifesteren
in het marathon-circuit, maar een
vroegtijdige hoofdprijs in de vorm
van een Nederlandse skeeler-titel is
Egbert Post ook buitengewoon wel
kom. Een week later wacht Post
weer een belangrijk evenement.
Voor het eerst in de geschiedenis
van deze nog jonge sport is er dan
een skeelermarathon in het Haagse
Zuiderpark. Het gaat dan om de fi
nale van de competitie met als in
zet de Gouden Skeeler.
De 29-jarige Groninger verdedigt van
daag in Nunspeet zijn vorig jaar in Hat-
tem veroverde kampioenstrui. En be
schouwt zichzelf als één van de vier be
langrijkste gegadigden voor de derde of
ficiële asfalt-kroon. „Dirk Maarsen,
Evert van Benthem, Jan-Eise Krom
kamp en, zonder opschepperig te klin
ken, mijn persoontje zijn in Nunspeet de
te kloppen mensen", geeft Egbert Post in
willekeurige volgorde zijn lijstje met fa
vorieten prijs. Goed gerangschikt voert
zijn Wehkamp-ploeggenoot Kromkamp
met afstand het kwartet titel-pretenden-
ten aan. Geen verrassing, want de poli-
tie-agent uit Oldeholtpade heeft dit sei
zoen reeds 23 wedstrijden gewonnen en
was oppermachtig in de strijd om de
Tijl-cup en de Wehkamp-trophy. En
Kromkamp is er op gebrand Egbert Post
te onttronen in Nunspeet, weet het ex-
kernploeglid uit de eerste hand. „Jan-
Eise wil zo die 23 overwinningen inleve
ren voor de nationale titel. Dat is ten
minste een prestatie, die echt telt en aan
slaat. Kromkamp weet ook, dat de men
sen die andere zeges binnen de kortste
Ex-kernploeglid favoriet voor skeelertitel
keren vergeten zijn. Maar van een skeel
er-kampioenschap pluk je een jaar lang
de vruchten. „Nederlands kampioen Eg-
bert Post, hoe vaak is dat dit seizoen wel
niet gezegd tijdens een wedstrijd? Daar
om heeft die titel wel degelijk erg veel
waarde voor ons. Want een jaar lang
gratis publiciteit is natuurlijk altijd mooi
meegenomen".
Ondanks het feit, dat Kromkamp en
Post (dit seizoen goed voor vier over
winningen) dezelfde sponsor dienen, zul
len er volgens de lange Groninger in
Nunspeet geen cadeautjes worden weg
gegeven. „Zo werkt dat niet in onze
ploeg. We hebben nog niet over de te
volgen tactiek gesproken, maar ik ver
wacht dat Kromkamp en ik als be
schermde renners van start gaan. Maar
Egbert Post is dit weekeinde één van de
favorieten voor de nationale skeelertitel,
een tak van sport die elders in het land
voortdurend aan populariteit wint.
FOTO: Harry Cock
ook dat is bij ons in de praktijk heel be
trekkelijk. Misschien rijdt Dick Hoeve
tijdens het NK wel de sterren van de he
mel. Dan houdt hij echt geen rekening
met mijn kansen en zal hij ongetwijfeld
alles op alles zetten om de titel te vero
veren. En zo hoort het ook. Als iemand
van onze ploeg zich goed voelt, dan rijdt
hij voor de overwinning. Daar maak ik
geen enkel probleem van. Het enige wat
we in Nunspeet niet zullen doen, is ga
ten dichtrijden voor andere ploegen. Als
iemand van ons tenminste in de kop
groep zit. Maar dat lijkt me nogal lo
gisch. Voor de rest zullen er geen bin
dende afspraken worden gemaakt. Zal
ook moeilijk gaan, want iedereen wil
dolgraag Nederlands kampioen worden.
Ik ook".
Na de wedstrijd Den Haag gaat Egbert
Post zich intensief voorbereiden op het
schaatsseizoen, dat zaterdag 24 oktober
traditioneel van start gaat met de mara
thon van Assen. De komende winter is
de 29-jarige timmerman er alles aan ge
legen om te bewijzen, dat hij wel dege
lijk een rol van betekenis kan spelen in
het peloton der kilometervreters. Want
het debuut van Post in het marathon
circuit verliep vorig seizoen verre van
vlekkeloos. Door gebrek aan trainingsar-
beid (het gevolg van drukke werkzaam
heden bij zijn baas in de zomer) kwam
hij de eerste wedstrijden nauwelijks in
het stuk voor. Gaandeweg vertoonde de
prestatie-curve van de Groninger even
wel een opgaande lijn. Tot die voor hem
fatale Tweede Kerstdag. Post liep toen
op de kunstijsbaan in zijn woonplaats
bij een valpartij een gecompliceerde en
kelbreuk op en kon onmiddellijk de rest
van het seizoen afschrijven. Een bittere
teleurstelling voor de inmiddels geheel
genezen ex-pupil van coach Henk Gem-
ser.
„Ik begon net lekker een beetje in vorm
te komen en toen kreeg ik dus dat ge
donder met die poot. Heel vervelend,
want daardoor miste ik al die wedstrij
den op natuurijs. Daar zat ik dan thuis
te balen voor de televisie. Vooral tijdens
het Nederlands kampioenschap op na
tuurijs in Eernewoude was ik niet te ge
nieten. Die dag had ik volgens mij mijn
slag kunnen slaan. Schitterend ijs, niet al
te veel wind, kortom ideale omstandig
heden voor mij. Samen met Dries van
Wijhe in de kopgroep had ik misschien
voor een aardige stunt kunnen zorgen.
Nu moest Dries het in zijn eentje opne
men tegen Hilbert van der Duim. Onbe
gonnen werk natuurlijk. Maar met z'n
tweeën hadden we een goede kans ge
maakt. Dries demarreren, ik demarre
ren, we zouden het Van der Duim knap
lastig hebben gemaakt. Ik durf zelfs te
stellen, dat we met een fitte ploeg vorig
seizoen onverslaanbaar zouden zijn ge
weest op natuurijs. Maar ik brak dus
mijn enkel en Herbert Dijkstra kwam er
door ziekte ook niet aan te pas. Dood
zonde, want het had zo mooi kunnen
zijn".
Deze winter hoopt Post alsnog het gelijk
van zijn woorden te kunnen aantonen.
Het wordt tevens het seizoen van de
waarheid voor hem. „Deze winter moet
het gebeuren", meldt de Groninger vast
beraden. „De voorbereiding in de zomer
is goed geweest en van die enkel heb ik
geen last meer. En ik heb er alle vertrou
wen in, dat het nu wel goed gaat in de
marathons. Ik ben gewoon een te goede
schaatser om in volstrekte anonimiteit
mijn rondjes te draaien. Maar het is en
blijft een handicap, dat ik tijdens een
wedstrijd nooit optimaal van mijn tech
niek gebruik kan maken. Zeker niet als
je op een gegeven moment door uitge
trapte bochten moet rijden. Dat vergt
nog steeds enige aanpassing. Uitgetrapte
bochten, ik heb er eigenlijk een ver
schrikkelijk hekel aan. Want als lid van
de kernploeg heb ik jarenlang op het
mooiste ijs van de wereld geschaatst.
Voor de rest heeft de overgang naar het
marathon-schaatsen mij geen enkele
moeite gekost. Het is een gewoon een
prachtige sport. Iedereen kent elkaar en
gaat op een vriendschappelijke manier
met elkaar om. En In een wedstrijd rijdt
iedereen zich op een verantwoorde ma
nier volledig leeg. Pure topsport dus".
GERT VAN DIJK
door Frank Werkman
Kent u het koperen dingetje? Neen? Dan
behoort u tot groep gelukkigen, die én
geen abonnement heeft op nel grootste
landelijke ochtendblad en geen lid is vac
een voetbalclub. Die laatste categorie
heeft namelijk vorige en deze maand een
blad in de brievenbus gekregen. Een
voetbalblad om precies te zijn. In de
laatste uitgave introduceert
hoofdredacteur Jan de Deugd een nieuvt
begrip, „het koperen dingetje".
Wie bij die aanduiding denkt aan iets
heel kleins komt bedrogen uit. Want
zelden of nooit zal een verkleinwoord
misleidender zijn gebezigd dan in dit
verband. Want wat wil het geval? Ooit
betitelde een vroegere international de
inzet van de Derby der Lage Landen ah
zodanig. En zowel bovengenoemd
ochtendblad als het eerder aangeduide
periodiek introduceerde deze week de
term „het koperen dingetje" weer in eer,
even wanhopige als tot mislukken
gedoemde poging Nederland-België weer
iets van zijn vroegere glans te geven.
Maar kun je een koperen dingetje
opwrijven tot het weer blinkt als een echi
ding, een jaren geleden in de vergaarbak
gedeponeerd sportgebeuren nieuw leven
inblazen is iets heel anders. Dat is
afgelopen woensdag in Rotterdam wel
gebleken. Daar bleek de verwording van
een Derby der Lage Landen tot een Duel
der Lange Leegte. Waar zelfs een gouden
ding geen goed aan had kunnen doen.
Uit het feit dat Nederland-België
afgelopen woensdagavond rechtstreeks o;
televisie was te zien kon weer eens goed
worden afgeleid waar ons kleine volk
froot in kan zijn. Zodra de grootste
rant en de grootste bond van Nederland
de handen ineen slaan gaan er deuren
open die voor anderen gesloten blijven.
Het genoemde duo slaagt er zelfs in oni
open deuren in te trappen. En dat alles
onder het motto: leve de commercie.
Dat is tevens de reden waarom de laatste
maanden de voetbalbladen als
paddestoelen uit de grond schieten. Naast
het trendsettende Voetbal International
dat al vanaf medio jaren zestig
verschijnt, kan de liefhebber
tegenwoordig ook smullen van de nieuw
përiodieken „Voetbal" en „Voetbal
magazine". Die denken het gat in de
markt te hebben gevonden. Een gat, dat
in het verleden uitgaven als Kick, Goal,
1-0 en Elf meenden te kunnen opvullen
Maar met uitzondering van Elf zijn al
die bladen ter ziele. Hetgeen het aes te
raadselachtiger maakt dat juist nu worè
begonnen met twee nieuwe
maandbladen.
Deskundologen hebben becijferd dat het
'lum
H°gi
met de publieke belangstelling voor het
betaalde voetbal goed gaat. Er zouden
jaar meer toeschouwers de tribune
beklimmen dan in het recente verleden.
In de hoop en verwachting eindelijk weer
eens waar voor het geld te krijgen en
geen steen op het hoofd.
Echter, als er dan ineens een koperen
dingetje ten tonele wordt gevoerd en in
de praktijk blijkt dat slechts een blikken
frutseltje te zijn dan ebt de belangstelling
wel weer pijlsnel weg. Voetbal" en
„Voetbal Totaal", het bondsorgaan,
hebben de Derby der Lage Landen
geweldig gepusht. Maar net tenslotte voor
het voetlicht gebrachte geheel was van
een povere kwaliteit. Te vrezen valt dat
potentiële tribuneklanten hun plannen
voor dit weekeinde pijlsnel hebben
gewijzigd en hebben gekozen voor de sta
caravan of de ligplaats, van de boot.
Hoe een slimme reclame-stunt zich kan
transformeren tot. een anti-advertentie.
Dat zal de auto-gigant, die zich garant
heeft gesteld voor driemaal twee keer een
duel om het koperen dingetje zich
waarschijnlijk niet goed nebben
ferealiseera. Daar heeft men slechts
likken kadetjes als warme broodjes over
de toonbank zien gaan en men meent nu
dat dit een gevolg is van de sponsoring
van een voetbalploeg. Welk een
misvatting. Denken dat de gemiddelde
leeftijd van de koper van het bewuste
automobiel nog verder omlaag gaat als je
maar reclame gaat maken bij voetbal
getuigt van een automatisme dat nergens
op is gestoeld.
De geldschieter zal trouwens pas echt
tevreden zijn als er volgend jaar weer om
het koperen dingetje wordt gespeeld en
het parkeerterrein rond de Kuip zwart
ziet van de auto's van zijn merk. Ik moet
er niet aan denken. De wegen lijken nu
soms al verstopt met Corsa s en Omega's
om over Kadetts nog maar te zwijgen.
Misschien, bedacht ik me, is dat de reden
waarom de betrokken auto-gigant niet
veel meer afzet dan hij nu afzet. En wat
dat bejaarden-imago van de bewuste
vehikels betreft, daar kan slechts de
ontwerpafdeling van de fabriek in kwestie
wat aan doen. Het feit, dat de sponsor
van het-koperen dingetje verheugd roept
dat de gemiddelde leeftijd van ae koper
van zijn best lopende vierwieler
inmiddels 38 jaar is en daarmee in
pakweg vijf jaar met zes jaar is gedaald,
is naar mijn smaak slechts een pluim op
de hoed van de tekenaar.
Die misschien dan nu kan worden
gevraagd om zijn geest eens vaardig te
laten worden over de vraag of er
misschien iets kan worden ontworpen ah
inzet voor volgende Duels der Lage
Landen. Want spelen om een koperen
dingetje is natuurlijk op voorhand al eer.
getuigenis van een droef uitgangspunt die
zijn gelijke niet kent.
Waarom gaan de Belgen en de
Nederlanders niet spelen om een gouden
kadet? Of een zilveren zak patat? Een
mogelijkheid is ook alle oranjespelers op
voorhand een Alfa aan te bieden.
Misschien lopen ze daarvoor harder dan
voor een Omega.
£eidóc0omo4it