Dood aan batterijkip, leve de fladderhen! Hier en daar een bui 'ÊcidóG Soutcwit' BEEKBERGEN - Niet alle dieren van Het Spelderholt slijten hun le ven achter tralies. In het Engelse parklandschap, rond de laatste eeuwwisseling aangelegd en betaald uit het spaarvarken van de bankier Teixeira de Mattos, scharrelen zo waar wat kippen en ganzen rond. Kakelt en gakt hier het geweten van de wetenschappers? Zover wil de zeer dienstvaardige voorlichter Gerard Teunis niet gaan. „Die beesten vormen wel een aardig te genwicht", lacht hij. Om er aan toe te voegen dat de vrijheid van de scharrelaars op zijn instituut ook maar betrekkelijk is. Zo nu en dan treft men een hoopje veren aan, wat erop duidt dat een „wilde" vos uit de bossen rondom op bezoek geweest is. Wat gebeurt er allemaal achter de coulissen van dat fraaie landgoed? „Niets dat het daglicht niet kan ve len", klinkt het overtuigend uit Teunis' mond. „Iedereen mag hier alles zien, we houden niets verbor gen". Dat de kooien met nertsen en vossen elektronisch bewaakt worden heeft daar niets mee te ma ken. Dat is een kwestie van wijs be leid nadat een actiegroep onver hoeds de deurtjes had geopend. Kiplekker. Een graad van welzijn die vloekt met de toestand waarin het gros van het vaderlandse pluimvee zich be vindt. Dat beseffen ze op Het Spelder holt verdraaid goed. Lekker Dier en het Dierenbevrijdingsfront zijn dit door overheid en bedrijfsleven gefinancierde onderzoekscentrum niet voorbij gegaan. De experimenten zijn de laatste jaren duidelijk kip vriendelijker (je kunt ook zeggen „menswaardiger"). Toch zal het nog even duren voordat ze op Het Spel derholt durven roepen: „De batterijkip is dood, leve de scharrelkip". Niettemin, de fladderhen (een soort overgangskip) is in aantocht. De nieuw ste proeven beloven veel voor het toe komstige kippeleven. Onderzoeker Dou- we Ehlhardt bijvoorbeeld geeft zijn hen nen in het zogenaamde drie-dimensio- naalsysteem de ruimte om zich te bewe gen. Ze kunnen in hun 3-D-hok de vleu gels uitslaan, vliegen zelfs, nadat ze daar als kuiken met behulp van klimrekken in getraind zijn. Machientjes Gerard Teunis is graag bereid de nieuw ste ontwikkeling te tonen. Maar voor het contrast gaan we eerst naar de hokken met batterij hennen, waarmee terwille van het bedrijfsleven nog volop proeven worden gedaan. We gaan per auto, want de stallen zijn ruim gespreid over het dertig hectare grote landgoed. Het ritje lijkt op een excursie van Staatsbosbe heer. Zelfs bij de klinisch aandoende proefhokken. weggestopt achter houtwal len, heerst de stilte van de natuur-in-rus- te. Die wordt rauw stuk gekakeld zodra ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1987 Teunis het stallicht ontsteekt („ze kun nen met vier uur licht toe, te verdelen over veertien uur"). Daar staan ze, de slachtoffers van onze goedkope vraat zucht, vier aan vier in naast en op elkaar gestapelde, gazen kooien met een totaal vloeroppervlak van 40 bij 50 centimeter. Een foliovelletje per kip. Daar staan ze, met hun trilkoppen, stapelgek te wezen. Her en der rollen eieren van de iets hel lende vloer op een stilstaande lopende- band. Bijna elke dag een ei hoort er bij. Leggen is het enige dat ze kunnen, wat door sommige domkoppen als een teken van welbevinden wordt beschouwd. Ge rard Teunis en met hem heel Het Spel derholt weet wel beter. „Het zijn net ma chientjes", typeert hij zonder tevreden heid. „Je stopt er voer in en er rolt een ei uit". Als ze dat niet langer meer kun nen ophouden, had hij er aan toe kun nen voegen. De hennen zijn volkomen gestressed, gefrustreerd in hun natuurlij ke behoeften, niet zoals de mens in staat tot sublimeren. Om de produktieschade van hun onderlinge pikorde (vluchten kan niet meer) te beperken zijn de sna vels in hun kuikenleven reeds stomp ge brand. Veertien maanden duurt dat bat- terijbestaan. Dan gaan ze de soep in. Nederland telt bijna vierduizend bedrij ven met meer dan vijfduizend leghen nen elk. Op 120 bedrijven (dat aantal groeit jaarlijks) hield men er vorig jaar meer dan vijftigduizend, tezamen een derde van de landelijke eierproduktie voor hun rekening nemend. Bij het verlaten van het hok wijst voor lichter Gerard op de mest die door het gaas op een transportband valt. „Daar wordt lucht overheen geblazen, zodat er een korstje om de uitwerpselen komt. Wat betekent dat de ammoniak er in blijft. Heel belangrijk tegen de zure re gen". Hemelse sferen Op naar het 3-D-hok waar de kip in he melse sferen moet verkeren. Teunis: „Ja, dat is echt veelbelovend. De hennen fladderen daar vrij rond. De hokruimte wordt driedimensionaal benut. Ze zitten niet meer in kooien, maar op open eta ges waar transportbanden voor de mest onderdoor lopen. Leggen doen ze in leg- nesten aan de buitenkant. En helemaal bovenin hebben ze zitstokken. Ze kun nen scharrelen op de grond". Fladderen? Dat kost energie en dus voer en dus geld. „Klopt, ze eten vier tot vijf gram per dier per dag méér. En dat tikt aan, want het voer maakt zeventig pro cent van de produktiekosten uit. Daar staat tegenover dat er minder eierverlies optreedt dan op een batterij waar buur vrouw kip nog wel eens op een ei gaat staan. Wij kwamen in ons experiment uit op een 0,7 cent hogere kostprijs per ei, maar we denken dat dit is weg te stre pen tegen een hogere ei-opbrengst". Het eerste wat opvalt bij het betreden van de proefschuur met enkele honder den „vlieghennen" is hun getok. Het klinkt tevreden. Herwonnen zelfrespect? Zonder aandrang gaan ze geen stap op zij. Brutaal pikken ze in onze laarzen en een paar etages hoger doet een enkeling schijnaanvallen op onze ogen. Ze laten zich rustig over de veren strijken. Teunis wijst op de leghokken opzij die hier en daar bevolkt zijn en op de goed bezette zitstokken in de nok. Het lijkt sterk op de hanebalk-romantiek van weleer, zij het nogal krap bemeten allemaal. Zal de praktijk dit werkelijk overnemen? „Dat kun je nu nog niet zeggen. We gaan de tekentafelberekeningen eerst nog toetsen in de praktijk. Over enkele maanden komt een nieuw hok klaar voor veertienduizend dieren. Daarvan stoppen we de ene helft in batterijen en de andere helft in dit nieuwe systeem. Genetisch precies dezelfde dieren. Ze krijgen allemaal hetzelfde voer en dezelf de klimaatbehandeling. Met de uitkomst van die vergelijking in handen kun je wat zinnigs zeggen over de kansen in de praktijk. Vast staat wel, dat je met dit systeem een zeer vakbekwame pluim veehouder moet zijn, want doordat die dieren in eikaars uitwerpselen scharrelen is de kans op infectie groter dan op een batterij. Een zieke kip moet je er onmid dellijk uitpikken". Hij durft de tokkende meute geen schar- relkippen te noemen maar wel meent hij, „dat we de goeie kant opgaan". In die mening wordt hij bijgevallen door Lekker Dier in Utrecht. Deze actiegroep die al jaren te hoop loopt tegen de kip pen- en varkensfabrieken, noemde het 3- D-systeem onlangs in haar lijfblad „voorlopig de meest aantrekkelijke wijze van huisvesting". Agressie De onderzoekers van het Spelderholt gaan ervan uit dat de batterijkip rond het jaar 2000 zijn laatste snik geeft. Na 1993 geen plaatsing meer van nieuwe batterijen, is het beleidsvoornemen van minister Braks. „Daar slaan de pluim veehouders die hier op bezoek komen me wel eens mee om de oren. Jullie ge ven de politiek een wapen in handen. Ik heb hier soms hele discussies, maar ze krijgen me niet in de hoek, want je kunt niet blind zijn voor de publieke agressie tegen de batterijkip. We doen dit onder zoek niet op eigen houtje, maar in op dracht van het ministerie van landbouw. Het gaat erom een systeem te beproeven waarmee het welzijn van de kip en van de boer gediend is tegen concurrerende kosten. Dus wel volledig automatische toevoer van voedsel en afvoer van mest" Op Het Spelderholt houdt men zich ook bezig met de smaak van eieren. „Jaze ker. We hebben een smaakpanel van dertig man en een eigen proefkeuken voor de hapjes. Ik zit er zelf ook in. Je zit dan in een hokje met natriumlicht en je beoordeelt bijvoorbeeld twee verschil lende stukjes kippevlees op geur en smaak. Of eieren. Er kunnen afwijkingen in zitten door een andere samenstelling van het voer bijvoorbeeld. Ik ben hier zo'n beetje eierspecialist. Met een voor keur voor ouwe eieren. Een dag of ze ven. Dan zijn ze het lekkerst. Soms proef je een hele week tussen de bedrij ven door. En dan moet je van je vrouw 's avonds ook nog kip op je bord krij gen Er bestaat ook een landelijk smaakpanel waar 480 gezinnen over het hele land verspreid aan meedoen, vertelt hij. De in Het Spelderholt gefokte kip- met-minder-vet ligt nu op de tong van dat gezelschap. In de kantine van het massieve laborato riumgebouw eten we een kop soep. Nee, er is geen kippesoep, lacht de buffetjuf frouw. Bij ons aan tafel schuift een on derzoeker aan. Hij doet voederproeven om de kippen minder te laten mesten. In dat verband vond hij het nodig de kip pen aan een halsketting te leggen. Hoe de buitenwacht er lucht van kreeg weet hij nog niet, maar op een dag stond de dierenbescherming bij hem in de stal. Niets aan de hand, hij mocht gewoon doorgaan. Een kwestie van wetenschap pelijk verantwoorde dierenmishande ling? De methode wordt niet meer toege past, meldt hij droogjes. Buitenstaanders gaan er te makkelijk van uit dat hij en zijn collega's geen oog hebben voor de ethische kant van de zaak. Aanvallend merkt hij op, dat voor elke proef tevoren instemming nodig is van de (eigen) dier geneeskundige en die is zeer wel in staat om over het dierlijk welzijn te waken. Er gebeurt hier niets geheimzinnigs, voegt voorlichter Gerard er ten overvloede aan toe. Vossen D ien| idif 'CfiJ Herademend in het prachtige park vraag ik een kijkje te mogen nemen bij de elektronisch beveiligde vossen en nert sen. Tuurlijk, alles kan, roept Teunis Onderweg vertelt hij van het onder on derzoekers levende idee om vossen in roedelverband te kunnen houden. Maai zover is het nog niet. Wetenschapper D Jonge is wel bezig enkele vossen ham tam te maken om hun gedrag te kunne vergelijken met dat van hun gekooidt soortgenoten. „Hij had zelfs een vo1 waar hij mee uit wandelen ging en die hij meenam in de bus. Wat een leuke hond, zeiden de mensen, maar toen ze hoorden dat het een vos was stoof ieder een weg". In weerwil van alle anti-bontacties neemt de omvang van de Nederlandse pelsdierenfokkerij nog elk jaar toe met tien procent. De 255 nertsbedrijven pro duceerden in '85 ruim 1,3 miljoen vel len, de zeventig vosbedrijven 81.000 vel len. Tot voor kort gaven verreweg de meeste dieren de geest in een kist die continu volgepompt werd met uitlaat gassen en dat stervensproces duurde één tot vijf minuten. Twee jaar terug propa geerde de rijksvoorlichtingsdienst bij de fokkers een „snellere" doodskist die ge vuld wordt met koolmonoxyde. Volgens Gerard Teunis sneeft zestig procent nu in zo'n (duurder) sterfhuis. Ons verblijf bij de honderden kooien met nerveuze nertsen en vossen is geen feest voor neus en oog. De stank komt van het natte vis- en vleesafval bovenop de kooien. Er zijn ook dieren die hun voer proefsgewijs in korrelvorm krijgen. Aanvankelijk liep de pelskwaliteit daar door sterk terug, maar dat is goeddeels verholpen, vertelt Gerard. Sommige nertsenpaartjes blazen hun bezoeken met opgetrokken bovenlip aan. Na dc paartijd gaan ze weer apart in hokkei („nertsen zijn solitaire jongens"). Bij di< operatie zijn gereedliggende dikke zeem leren handschoenen geen luxe. Er val weinig te genieten. En als Teunis ooi nog over het veel voorkomende staart- bijten begint, wordt het tijd om op ic stappen. Terug in de auto zegt de voorlichttr. „Zeker vijfennegentig procent van ie vellen verdwijnt over de grens. Vooal naar Zuid-Korea, China en Japan. De bontomzet bij ons is sterk gedaald. Dar merk je in het buitenland nog niks varf'. HOMME KROL Vakantie: vijf weken lang „hier en daar een bui". Omdat buien altijd hier vallen en nooit daar, zit ik nu bleek als een kel derbeest dit verhaal te schrijven. Voor wie wel weg is geweest, en nu met een bruine kop wat onwennig de krant open slaat, een kort overzicht van wat zich de afgelopen vijf weken aan het medische front heeft afgespeeld: wat Deesnieuws, wat aids-nieuws en een komkommer. Voor het kabinet is de vakantie een uit gelezen tijd om rampspoed aan te kondi gen. Waarom dat zo is ligt voor de hand: een belangrijk deel van de gevreesde pu blieke opinie ligt dan op zijn rug aan de Middellandse Zee. Staatssecretaris Dick Dees van volksgezondheid heeft dat bui tengewoon goed begrepen en kondigde in uw afwezigheid de ene na de andere ramp aan. Nummero een: Er komt een maximum op het bedrag dat de zieken fondsen aan medicijnen mogen vergoe den. Gebruikt u een extra duur medi cijn, dan moet u dat extra zelf gaan bij betalen. Twee: De commissie-Dekker wil voor 1990 het aantal ziekenhuisbedden met achtduizend verminderen, Dees deed daar een schepje van vierduizend bedden bovenop en zou het liefst hele ziekenhuizen tegelijk sluiten. Geween en geknars van tanden bij de specialisten, want die laten hun fort - heel verstan dig - nooit onbemand, maar van de verpleegkundigen werd geen onvertogen woord vernomen. Of dat alles helpt is de vraag, want in het afgelopen jaar is het aantal specialisten toegenomen en is, te gen de afspraak in, het aantal verrichtin gen weer eens flink opgeschroefd. Het kan dan waar zijn dat vele varkens de spoeling dun maken, maar specialisten zijn speciale varkens: ze maken hun ei gen spoeling en geen staats die daar voorlopig iets aan kan doen. Komen we bij bericht drie: Dees is van zins om per 1 januari '88 alle negentien herstellingsoorden te sluiten. Dan vier De gezinszorg, huishoudelijke hulp bij ziekte of gebrek, die nu drie gulden per week kost en voor de meer gefortuneer- den onder u hooguit 8,25 gulden per uur, zal in de eerste drie maanden ten minste vijfendertig gulden per uur gaan kosten. Heeft u dat geld niet (al gauw vijfhonderd gulden per maand) dan moet u maar aankloppen bij familie en buren. Hoe dat nu moet als de familie op aandrang van Ruding niet bij tante Truus is blijven zitten, of als je buren hebt die je hooguit met een stug knikje groeten, weet niemand. Merkwaardig ge noeg staat dit voornemen haaks op het kabinetsbeleid om de eerste lijn te ver sterken ten koste van de tweede lijn: pa- tiénten zo snel mogelijk het dure zieken huis uit, waarna de goedkope eerste lijn (huisarts, gezinshulp en kruiswerk) de zorg zou moeten overnemen. Conse quent is het beleid van Dees wel. Al ja ren is dit kabinet bezig de reddingsboten van het schip van staat te privatiseren. Wie geld heeft weet zich van een riante plaats verzekerd; heb je dat niet, dan moet je maar afwachten of de vrijwillige reddingsbrigade komt opdagen. Toch zag Dees nog kans om wat extra geld uit te geven. Er bestaat een lijst van kankerpatiënten die maanden moeten wachten op een bestralingsbehandeling. Welnu: voor de som van 160 miljoen gulden wordt het aantal van die appara ten verdubbeld. Verder - en zo kom ik automatisch op het volgende onder werp - heeft Dees in zijn onlangs ver schenen aidsnota voor volgend jaar ze ventien miljoen gulden extra gereser veerd voor de bestrijding van aids. Tot juni van dit jaar, aldus de nota, telde Nederland 308 aidspatiènten, van wie inmiddels zestig procent is overleden. Ongeveer twintigduizend mensen zijn nu met aids besmet. In 1989 worden ne gentienhonderd nieuwe patiënten ver wacht, en het aantal seropositieven zal dan tegen de honderdduizend lopen. Fi nanciële deskundigen krijgen nu al grijze haren als ze bedenken wat dat moet kos ten. De behandeling van aids kost nu per patiënt een ton per jaar. Men hoopt dat terug te brengen tot zestigduizend gulden door, jawel, de thuiszorg uit te breiden. Merkwaardig genoeg zal het to taal bedrag dat voor de bestrijding van aids nodig is helemaal als een raket stij gen als dokters successen gaan boeken bij de behandeling. Het is uiterst cynisch maar de redenering is als volgt: De le vensverwachting van een aidspatiënt is nu ongeveer anderhalf jaar, dus als de ziekte jarenlang gekeerd kan worden dan zullen meer patiënten langer moeten worden behandeld. Wat daar de finan ciële gevolgen van zijn, daar durft nog niemand over na te denken. Dat wordt wel tijd, want de successen zijn er al. Vorig jaar zorgde het middel AZT voor een sensatie, want het was het eerste middel dat wat scheen uit te halen tegen aids, al wist niemand voor hoe lang. Welnu, een paar weken geleden maakte het Amerikaanse topblad de New England Journal of Medicine resul taten van een AZT-behandeling op lange termijn bekend. Die had men met een tamelijk cru onderzoek verkregen doa ongeveer driehonderd aidspatiènten m«t AZT, en een even grote groep met eei foppil te behandelen. Ongeveer veertij procent van degenen die een foppil had den gekregen was binnen een jaar over leden, tegen tien procent van de AZT groep. AZT zou de sterftekans vier to' vijf keer kunnen verlagen. Het blac waarschuwt wel tegen al te overspannen verwachtingen, want AZT heeft vele nare bijwerkingen (vooral bloedarmoe de) zodat niet alle patiënten een volledi ge behandeling kunnen verdragen. Bo vendien kent men nu de resultaten van slechts een jaar. Tot slot de beloofde komkommer. Nij meegse huisartsen kunnen voortaan hartfilmpjes (ECG) van hun patiënten per telefoon naar het Nijmeegse Canisi- usziekenhuis overseinen. De hartspecia list kan dan snel beslissen of het zin heeft een verstopte kransslagader alsnog te ontstoppen. Heel lofwaardig, maar nieuw is het niet. Al in 1906 seinde Wil lem Einthoven „telecardiogrammen" per telefoon over naar het Leidse zieken huis. De dokters waren niet bijster onder de indruk van het experiment. FOTO'S: CITOPRESS Rechts: Voorlichter Gerard Teunis temidden van zijn ,Jladderhennen FOTO: CITOPRESS De batterijkip heeft zijn langste lijdenstijd gehad. De „fladderhen" is in aantocht. Hoe kiplekker dat beest zich voelt is te zien op landgoed Het Spelderholt bij Beekbergen. Op dit sinds 1921 bestaande centrum voor onderzoek en voorlichting voor de pluimveehouderij nemen tientallen wetenschappers dagelijks proeven met gekooide bio-beesten. Lette men vroeger vrijwel uitsluitend op de produktiewaarde (hoe brengen die dieren het meeste op?), sedert enige jaren krijgt hun welzijn bij de experimenten meer en meer aandacht. Hoewel, welzijn. Hieronder een reportage over de nieuwste praktijken op het sprookjesachtige landgoed, waar behalve duizenden stuks pluimvee ook honderden gekooide vossen en nertsen een beproefd leven „lijden". Voor deze toekomstige bontjassen is er voorlopig geen hoop op betere tijden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 26