Achmed de Kom snelste fotomodel van ons land Sylvia Ploos gaat Kanaal bedwingen finalè AMSTERDAMMER VERANDERT VAN LOPER IN SPRINTER Ruim twee jaar Versnelling Laatbloeier HAAGSE BEREIDT ZICH AL JAREN VOOR OP DE GROTE TOCHT Boot besproken Financiën KEIZER 'CcidócSouAont' AMSTERDAM - Als laatste Nederlan der verzekerde Achmed de Kom zich van een startbewijs voor de wereldkam pioenschappen atletiek in Rome. Als eerste van de veertien Nederlanders zal De Kom volgende week zaterdag in het Stadio Olimpico de eerste van een serie korte optredens verzorgen. Hoe korter, hoe beter. De 28-jarige De Kom heeft de Neder landse sprintrecords de afgelopen dagen internationale allure gegeven. De laatste decennia heeft Nederland welgeteld één sprinter naar internationale toernooien afgevaardigd. Na Frans Luitjes (Olympi sche Spelen, 1964) werd geen atleet in staat geacht de internationale elite enigs zins bij te benen. Sterker, het record op de 100 meter van Chris Berger, daterend uit 1934 (10,3 - handgeklokt) werd pas na 31 jaar geëvenaard. Na de introductie van de elektronische waarneming bleek 10,50 een te rappe klus voor de Neder landse sprinters. Op de 200 meter werd eveneens een situatie van jarenlange stil stand geregistreerd. Na de sensationele doorbraak van De Kom heeft Nederland plotseling een in ternationaal meetellende sprinter. „Ben johnson ziet mij zelfs in Rome als fina list", meldt De Kom na "zijn optreden van afgelopen weekeinde in Keulen. De supersprinter liet weten blij verrast te zijn een nieuw gezicht bij 's werelds snelsten te kunnen begroeten. „Om een wereldrecord te kunnen lopen heb ik de laatste veertig meter meer tegenstand nodig", verklaarde Johnson. Daarbij dacht de Canadees overigens niet direct aan De Kom, die dit seizoen nog in het kader van opbouw wenst te zien. „De sprong naar de top wil ik volgend jaar maken", zegt de Amsterdammer. De voorbereiding van De Koms machts greep heeft ruim twee jaar geduurd. Na dat zijn jaarcontract als ambtenaar bij het Amsterdamse bureau volkshuisves ting in april 1985 afliep, besloot de AA- l| C'er het erop te wagen. Hij zette alles op de sport. De investering begint voor de full-time atleet nu vruchten af te werpen. „Aan het begin van het seizoen zat ik nog tegen de kosten van de fysiothera peut aan te hikken. Nu leveren wedstrij den als in Koblenz, Keulen en Zürich een maandsalaris op; Mijn geduld wordt beloond". De Kom stamt uit een prominente Suri- I naamse familie; Zijn vader, patholoog- I anatoom van beroep, was ooit nationaal I bokskampioen. „Fighting Stuart", werd 1 hij genoemd. Óp twaalfjarige leeftijd verhuisde de jonge De Kom met zijn 1/noeder naar Nederland. Een paar jaar fgeleden keerde hij naar zijn vaderland terug. Veel meer dan de politieke ont- wikkelingen viel hem het trage tempo van het dagelijks leven in Paramaribo op. Opnieuw in Nederland probeerde hij, na een korte ambtelijke carrière, als fotomodel in zijn onderhoud te voor- i zien. „Een aardige wereld. Goede sprint- ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1987 Achmed de Kom jui chend over de streep tijdens de Neder landse kampioen schappen in Leiden. Hij brak het Neder lands record op de 200 meter. FOTO: ANP prestaties zouden mij wel eens werk in die branche kunnen opleveren. In de wintermaanden is echter door dat werk de training wel eens in het gedrang geko men". Het niveau'van de huidige Nederlandse records (10,33 seconden op de 100 meter en 20,60 op de 200) schrijft hij met name toe aan de trainingsstage, die hij na de nationale titelstrijd in Italië volg de. De natte Nederlandse zomer bood niet wat een sprinter nodig heeft; het deels zelf gefinancierde trainingskamp aan de Adriatische Kust deed dat wel. Jarenlang gold de Amsterdammer - eer der in Rotterdam voor AVR lopend - als een verdienstelijk, maar vooral wis selvallig sprinter. „Als ik een wedstrijd goed had gelopen, ging er iets kapot". Dat herinnerde hem bij voortduring aan één van de eerste atletiekwedstrijden waarin hij zijn achillespees scheurde. De vrees voor nieuwe blessures leidde tot extreme voorzichtigheid. Vorig seizoen bleek zijn gelijk als het om de keuze voor atletiek gaat, slechts uit een verbe tering van het elektronisch geklokte 100- meterrecord dat hij toen op 10,49 bracht. Onder leiding van sprinttrainer Toine van de Goolberg ontdekte De Kom ech ter een nimmer gebruikte versnelling. De bondstrainer analyseerde de sterke en zwakke eigenschappen van de sprin ter. Het onderzoek vormde de grondslag van een op maat vervaardigd program ma. „Bij Peter van Beusekom was het programma gericht op de sprinter in het algemeen. Toine werkt individueel. Ein delijk heb ik de juiste persoon gevonden. Alles is totaal anders. Hogere intensiteit en tempo, meer gerichte krachttraining in de winter. Ik was een loper, nu ben ik een sprinter". Slechte tijden in de beginfase van het seizoen hebben hem wel aan de juistheid van zijn keuze doen twijfelen. Van de Goolberg: „Dat was een gevolg van een lichte blessure. Bovendien was zijn bloed niet helemaal goed en bleek hij de omschakeling in de training niet hele maal aan te kunnen. Daardoor ging het in mei en juni moeizaam. Hij heeft toen wat gas teruggenomen. Achmed had ja renlang stil gestaan. Deze winter is hij pas gaan werken aan de verhoging van zijn pasfrequentie. Ik denk dat hij vol gend jaar ook in het indoorcircuit kan meekomen". De Kom: „De allereerste wedstrijd ging goed. Daarna ben ik ziek geworden en heb ik te snel en te enthousiast de trai ning hervat. Anderen gingen er al van uit dat die nieuwe aanpak vergeefs was geweest. Die Italiaanse stage was min of meer mijn redding". De Kom is een laatbloeier, maar hij acht zich niet te oud om een aanval op de wereldtop te ondernemen. Dit seizoen is hij nog voornemens zijn record tot 10,20 aan te scherpen. „Dan is de verhouding met de 200 meter weer in evenwicht. Het is nog een verrassing wat op die af stand mijn mogelijkheden zijn", zegt hij enthousiast. Van de Goolberg gelooft echter dat het „eindstation" voor dit seizoen is bereikt. „Achmed heeft een grote tempohard heid. Het laatste stuk van de 200 meter loopt hij ontzettend goed. Maar de basis snelheid op de 100 meter bepaalt je mo gelijkheden op de 200 en niet andersom. Volgend jaar moet hij in de richting van de 10,20 - dat biedt nieuwe perspectie ven op de 200 meter". De Kom meent dat vooruitzicht nog dit seizoen te hebben. De 100 meter in Keu len was allerminst perfect. Na een goede start viel hij tot halverwege terug. „Ik had niet onmiddellijk de juiste coördina tie te pakken. In de tweede helft van de race was ik pas volledig ontspannen. Zelfs Ben Johnson loopt niet de gehele 100 meter soepel. Die komt na tien me ter echt los". DEN HAAG - Aanstaande maandag zal Svlvia Ploos Van Amstel van het Haagse HZ ZIAN naar Engeland vertrekken om op 3 september 's ochtends vanaf onge veer 6.00 uur Het Kanaal tussen Dover ei Cap Gris Nez in Frankrijk over te zwemmen. Het begon allemaal in mei 1983 toen een „meisje" van 24 jaar zich bij Jan Schouten, trainer van het Haagse ZIAN- /Vitesse, aandiende met de mededeling: „Ik wil Het Kanaal over". Schouten grinnikte even en zei dat dit best was en dat zij wel kon meetrainen. Na deze trai ning echter concludeerde Sylvia Ploos van Amstel (vrijdag wordt zij 29 jaar), door velen kortweg Ploos genoemd, dat zij datzelfde jaar de oversteek wel niet zou maken, want haar ontbrak gewoon weg de vereiste conditie. Een jaar later waagde ze dan de sprong in het koude en zoute water, maar ze had zich, onervaren als ze was op dit ge bied, twee dagen te vroeg het water in la ten sturen. Gevolg: het tij ging keren en Ploos kon niet meer tegen de stroom op komen en moest uit het water worden gehaald. Toch was dit voor haar geen re den om de Kanaalrace uit haar hoofd te zetten. Op de vraag waarom ze toch per se deze tocht wil volbrengen, antwoordt ze: „Het gaat om het avontuur, een gevecht tussen jezelf en de elementen. Ook om je eigen grenzen te leren kennen en te ver leggen. Waarom Het Kanaal? Dat heeft een naam en daar ben je ook aan vele risico's overgeleverd. Hoe ellendig het onderweg ook kan zijn, de kick achteraf maakt alles goed. Zelfs al haal je de overkant niet, dan ben je toch tot het ui terste gegaan". Het jaar na haar eerste poging was er voor haar geen volgboot beschikbaar, dus nam ze om toch in training voor deze lange afstand te blijven aan diverse marathon-zwemwedstrijden in het bui tenland deel. Ze bezocht toen onder meer Hongarije, Italië en Egypte. Van trainer Jan Schouten moest zij ech ter ook aan korte-baanwedstrijden deel nemen. Dat zij dit ook kan, bewees zij in 1986 in Tokio, waar zij meedeed aan de wereldkampioenschappen Masters- wimming. Zij behaalde daar in de leef tijdscategorie van 25 tot 30 jaar een tweede plaats op de 100 meter vrije slag. Direct na Tokio trok zij toch weer naar Dover. Ditmaal ging zij samen met twee zwemmers uit België, één uit Japan, één uit Amerika, één uit Engeland in estafet tevorm Het Kanaal over. Zij deden dit echter niet in één richting, maar be dwongen de afstand zelfs driemaal: En- geland-Frankrijk-Engeland-Frankrijk. Zij vestigen hiermee tevens een wereldre cord: 32 uur en 54 minuten over de on geveer 120 gezwommen kilometers. Meteen werd de boot voor dit jaar be sproken. Het moet het jaar van de waar heid worden. Alles wordt opzij gezet, zo lang haar werk dit toelaat. .Als technisch tekenaar bij TNO moet zij regelmatig overwerken, waardoor de trainingen er bij inschieten. De laatste maanden wordt echter alles op alles gezet en over het algemeen gaat alles ook wel lekker. Alleen zit het nog een beetje tegen met het weer en de financiën. Op de twee goede weken in juli na is het weer deze zomer zo ellendig geweest dat Ploos hierdoor toch wel enigszins gedemoti veerd raakte. Zij heeft de laatste tijd weinig in zee getraind, voornamelijk als gevolg van de te lage watertemperatuur en de vaak te harde wind. Zodoende werd er veel in zwembad Zuiderpark ge traind en in het recreatiegebied Made- stein. Het laatste gebeurde veelal in de vroege ochtend (6.00 uur), want daarna moest er toch weer gewoon worden gewerkt. Sylvia Ploos bekent wel dat als zij 's- och tends wakker wordt en ziet dat het weer opnieuw te wensen overlaat, ze de neiging heeft zich nog maar een keer om te draaien en de training te laten voor wat die is. De laatste weken werd ze op de vroege uren meermalen bijgestaan door clubgenote en trainster Caroline Boonstra. waardoor het bed ietwat ge makkelijker kon worden verlaten. Het streven was om in de weken vóór de overtocht toch zo'n 100 kilometer per week te zwemmen. Mede dank zij het beter wordende weer kon deze afstand de laatste dagen wel worden gehaald. .Aan het slechte weer zit echter ook een voordeel: straks bij de overtocht kan het eigenlijk niet slechter. Hoe zijn de financiën inmiddels gere geld? Sylvia Ploos: „De kosten om de overtocht te kunnen maken zijn hoog. Aan inschrijfgeld ben je al ongeveer tweehonderd vijftig gulden kwijt. Dan moet je de begeleidingsboot nog betalen en dat kost al gauw drie en een half dui zend gulden. Het is een mazzel dat het Engelse pond vrij laag staat, dat scheelt weer iets. Daarbij komen ook nog alle extra kosten zoals de overtocht naar En geland. overnachtingen en natuurlijk ook alle extra kosten die je hier geduren de de hele voorbereidingsperiode moet maken". FOTO: TJERK HERINGA Mede dank zij VARA's Steen-en-Been- show is het mogelijk gemaakt om fami lie en begeleiders op een goedkope ma nier mee naar Engeland te nemen. Door de veerdienst Olau Line zijn gratis over tochten aangeboden en door een hotel keten in Engeland zijn gratis overnach tingen toegezegd. Daarnaast heeft zij ook hier en daar wel wat toegestopt gekregen, maar lang niet genoeg om daarmee alles te kunnen financieren. Voorts wordt Sylvia Ploos door een dië tiste van Nutricia volledig begeleid op het gebied van de voeding. Met haar is besproken wat zij allemaal wel en niet vóór en tijdens de overtocht mag gebrui ken aan voedingsmiddelen. De diëtiste verklaarde dat veel te verwachten licha melijke klachten, zoals kramp, ver moeidheid, enzovoort voorkómen kun nen worden door een goed dieet te vol gen en ook de voeding tijdens de trai ningen nu en tijdens de overtocht straks zeer zeker niet te onderschatten. Het enige waar zij niets tegen kan doen is eventuele onderkoeling. Sylvia hoopt dus dat het weer de komende twee we ken zodanig zal zijn, dat het zeewater op een goede temperatuur komt en dat op de dag van de overtocht de wind niet al te sterk zal zijn. Aan haar eigen wil en doorzettingsvermogen zal het zeker niet liggen wanneer ook deze poging mislukt. door Frank Werkman Er zijn de voorbije dagen nogal wat schimpscheuten afgevuurd op Jan Keizer, de man die afgelopen weekeinde ontbrak op de vaderlandse voetbalvelden omdat hij een conditietest niet met goed gevolg had doorstaan. Jan moest een Coopertest lopen, maar kwam net een handvol seconden te kort om fit te worden verklaard. Gevolg: Jan zat vorige zaterdag op de tribune bij Haarlem- Volendam. om te zien hoe zijn plaatsgenoten naar een kansloze nederlaag werden gespeeld. Dubbel verlies dus in hel palingdorp. Ik wil het hierbij voor Jan Keizer opnemen. Jan heeft het niet verdiend om zo in een emmer snot te worden ondergedompeld. Jan. de man die in zijn eentje de afgelopen jaren onze nationale voetbal-eer heeft hooggehouden. Maar dat heeft voor Leo van der Kroft geen rol gespeeld. Haagse Leo was slechts uit op wraak. Vandaar dat Volendamse Jan (tijdelijk) van de velden is verbannen. Leo mag Jan niet. Maar omgekeerd geldt hetzelfde Ik weet wet hoe dat komt. Leo mag dan al een aantal jaren in Zeist de hoge piet zijn op het gebied van de fluitisten, internationaal ziet men hem niet staan. Jan Keizer is buiten de grenzen de gevierde held en elke keer dat er in Zeist een uitnodiging binnenkomt, waarin om de Volendammer wordt gev raagd als leidsman voor een wedstrijd zit Leo zich knarsetandend te verbijten. Hij heeft het schoppen dat ze hem in den vreemde regelmatig op zijn naam inviteerden. Wat helemaal niet meer gebeurde, nadat hij in Madrid een wedstrijd tussen Real en Borussia Mönchenglaabach uit de hand had laten gieren. Dat laatste voorval nu ligt Leo nog steeds als een steen op de maag. Zijn reputatie werd er voor eeuwig door bezoedeld en hij mag dan inmiddels een aantal jaren een wat onduidelijke functie hebben bij de Europese voetbalorganisatie, die rol heeft de bittere nasmaak van zijn Madrileense flaters nimmer kunnen wegpoetsen. En zodra er weer een buitenlandse postzegel op Leo's bureau neerdwarrelt ziet deze direct het grijnzende facie van Jan Keizer voor zich. Waarop Haagse Leo in zijn onderste bureaulade duikt om een buisje kalmerende middelen op te diepen. Om vervolgens, totaal verkrampt, te gaan zitten broeden op wraak. Volendamse Jan heeft het resultaat inmiddels aan den lijve ondervonden. Een paar meter scheidde hem van een brevet van goed fysiek vermogen en Leo wreef zich verkneukelend in de handen. Zijn plannetje was geslaagd. Hoogst persoonlijk had hij er op toegezien dat voor Jan en zijn eveneens te testen collega's een par koersje werd ingericht, waarop Jan wel moest sneuvelen. Jan, wist Leo, heeft korte beentjes. Als je dan maar genoeg scherpe bochten in het traject aanbrengt gaat Jan nooit voldoende soepel het hoekje om, moet Leo hebben gedacht. Het gelukte. Jan haalde het niet en mocht vervolgens genieten van een vrij weekeinde. Dat gunt Leo zich trouwens vrijwel nooit. Dat dient gezegd. Vrijwel elke competitieronde hijst hij zich in zijn automobiel om zich naar een wedstrijd te spoeden. Niet om gezellig koutend in de bestuurskamer te vertoeven. Neen. Dat is voor Leo slechts een bijkomstigheid. Hij trekt het land in om zich op de hoogte te stellen van het wel en wee van zijn arbiterkorps. Om te kunnen bepalen of een bepaalde man promotie of degradatie verdient Om te zien of de diagonalen goed worden gelopen. En om de kwaliteit van de fluitsignalen te beoordelen. Nu is dat beoordelen van een scheidsrechter in een voetbalwedstrijd natuurlijk geen eenvoudige opgave. Je moet je ogen goed de kost geven. En dat valt niet altijd mee. Zeker niet als je op de eretribune zit naast een andere notabel, aan wie natuurlijk wel eens een willig oor moet worden geleend. Dat last de concentratie aan. Vandaar dat Leo aan een doelmatige beoordeling van de twee grensrechters niet goed toekomt. Dat is iets wat Leo al lang geleden heeft ontdekt. Vandaar dat hij sindsdien steeds zijn vrouw meeneemt. Zeer geruime tijd hebben waarnemers gemeend dat dit slechts voor de gezelligheid was. Om in de bestuurskamer voor een vrouwelijke noot te zorgen en voor aanspraak tijdens de soms langef heen- en thuisreis. Fout. Leo neemt zijn vrouw altijd mee om de Zr kijkt toch al graag naar mannen, maar leden van de grensrechters te bekijken. andere sekse in een zwdrt pak hebben helemaal haar voorkeur. Zeker als ze in één van beide handen een kort stokje dragen met een stukje stof er aan. De vrouw van Leo heeft regelmatig de kwaliteit van het doek gecontroleerd. Het is op haar advies, dat daar tegenwoordig een speciaal soort katoen voor wordt gebruikt. Een lapje dat kan worden gewassen met het middel dat Leo's vrouw zelf ook thuis gebruikt. Inmiddels heeft de eega van Haagse Leo een feilloos oordeel ontwikkeld over grensrechters, die zogezegd in haar pakket zitten. Met één uitzondering. Bij wedstrijden van Jan Keizer zijn de rollen bij Leo en zijn vrouw omgedraaid. Dan keurt zij de scheidsrechter. En aan haar opinie tornt Leo niet. Als zij zegt „Keizer moet weg" bedenkt Leo de oplossing. Waarom zou de echtgenote van Leo Jan Keizer niet mogen? Ik zal het u vertellen. Ze houdt niet van mannen met korte benen en een opgestoken vingertje. Eigenaardig? Ach, iedereen heeft zijn voorkeuren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 25