MEKKA:
Religieus stadion met
ruim twee miljoen supporters
Vete
tussen
Arabieren
en
Perzen
eeuwen
oud
CeidócSotvuwit
De legende van
de zwarte steen
DEN HAAG/MEKKA - De
moslims die de afgelopen week
bij tienduizenden tegelijk weer
naar huis zijn gereisd, zullen
met gemengde gevoelens
terugkijken op hun pelgrimage
naar de Grote Moskee in
Mekka, Uitgerekend dit „heilige
der heiligen" van het
islamitische geloof werd vorige
week immers het toneel van een
van de bloedigste religieuze
samenkomsten uit de moderne
geschiedenis.
Over het bloedbad geven Iran en Saoedi-
Arabië nog steeds verschillende lezingen,
maar zeker is dat onder de pelgrims een
enorme paniek moet zijn uitgebroken.
De meeste slachtoffers zijn immers
vrouwen en kinderen die onder de voet
gelopen werden toen honderdduizenden
pelgrims het centrale terrein van de Gro
te Moskee trachtten te ontvluchten. Zij
moeten bij de onlusten vrijdag als ratten
in de val hebben gezeten, aangezien
Iraanse pelgrims de uitgangen van de
moskee goeddeels blokkeerden. Het dra
ma in het Brusselse Heizel-stadion had
een soortgelijk verloop. Daar werden on
schuldige mensen tegen de dranghekken
doodgedrukt nadat Britse supporters
met Italianen op de vuist waren gegaan.
De vergelijking met de Heizei gaat in
meer dan één opzicht op. De Grote
Moskee in Mekka is in zekere zin een re
ligieus stadion, dat elk jaar éénmaal tot
aan de laatste tribunes volstroomt. Tij
dens deze „Hadj" - de verplichte pel
grimstocht naar Mekka - draaien de
moslims in een doorgaans verstikkende
hitte om het centrale heiligdom de
„Ka'aba" heen, met de klokrichting
mee. In de kubusvormige „Ka'aba" ligt
de meteorietsteen die volgens de overle
vering ooit door profeet Mohammed ge
kust moet zijn en nu geldt als getuige
van het feit dat de gelovigen op Hadj
zijn geweest. Deze pelgrimage beschou
wen de moslims zo'n beetje als het hoog
tepunt uit hun leven.
Barbaren
Hoewel de Saoedi's in de Iraanse reto
riek zo'n beetje als goddeloze barbaren
worden afgeschilderd, ziet het Saoedi-
sche vorstenhuis de zorg voor een goed
verloop van de pelgrimage als niets min
der dan een „heilige plicht". Vóór ko
ning Abdulaziz bin Saud in 1924 het
centrale deel van de Arabische Rode-
Zeekust veroverde, was een pelgrimage
naar Mekka bepaald geen ongevaarlijke
bezigheid. De karavanen konden aange
vallen worden door lokale bedoeïenen-
stammen en Afrikaanse moslims liepen
het risico bij aankomst in Jeddah met
een maar als slaven verkocht te worden.
Ook al door de lagere welstand in die ja
ren (zeker in het Midden-Oosten) was de
Hadj lange tijd een zaak van durfals, be
nevens enkele geestelijken en rijke han
delslieden. Gelukkig had de islamitische
verplichting voor de pelgrimstocht toen
al een ontsnappingsclausule. Alleen de
moslims die daartoe „fysiek en finan
cieel" in staat zijn, moesten eens in hun
leven in Mekka gezien hebben.
Maar sedert het Saoedische bestuur over
de pelgrimsplaats werd de rust steeds
meer gewaarborgd en groeide het aantal
bezoekers overeenkomstig. De jaarlijkse
aanwas van pelgrims stelt Saoedi-Arabiè
echter voor steeds grotere organisatori
sche problemen. Hoewel de Centrale
Moskee met zijn omliggende gebouwen
al het grootste deel van het centrum be
slaat, kan Mekka de stroom pelgrims
nauwelijks verwerken. Dit jaar had de
stad, die kleiner is dan Den Haag, gedu
rende de Hadj maar liefst 2,5 miljoen
pelgrims binnen zijn grenzen.
Moesten de pelgrims vroeger vaak hon
derden kilometers lopen om Mekka te
bereiken, tegenwoordig begint Hadj voor
de meeste pelgrims op de moderne
luchthaven van Jeddah, waar in enkele
jaren tijd speciaal voor hen de grootste
terminal ter wereld uit de grond is ge
stampt. Onder de aan stalen kabels op
gehangen tentachtige baldakijnen kun
nen 90.000 passagiers tegelijk wachten
op hun toestel, of op de nog steeds niet
erg vlotte afhandeling aan de douane-ba
lie. Met name de controle op inentings-
bewijzen en medische kaarten is erg
streng, beducht als de Saoedi's zijn voor
een grootschalige ziekte-epidemie tijdens
de Hadj. Zo moeten alle pelgrims ver
plicht kijken naar een medische instruc-
tiefilm die ruim een kwartier duurt. Dan
is er nog een folder met instructies voor
hygiënisch en goed gedrag, die zorgvul
dig bestudeerd moet worden.
ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1987
na
e
Eenmaal door de douane heen, kunnen
de pelgrims de zeventig kilometer naar
Mekka via goed onderhouden zesbaans
autowegen in sneltreinvaart afgeleggen.
In de heilige plaats zelf is ook het nodige
vertimmerd. De infrastructuur is belang
rijk verbeterd en behalve twee mobiele
ziekenhuizen heeft het ministerie van
gezondheid de beschikking over ruim
vijftig zonnesteek-centra.
Trots
Anno 1987 beroept het Saoedische vor
stenhuis zich er nog steeds op in de eer
ste plaats bewaker te zijn van de „heilige
plaatsen" in het land. Tijdens de Hadj
zou koning Fahd zich dagelijks laten in
formeren over de gang van zaken in en
rond Mekka. Onlangs nog glunderde de
koning van trots toen de nieuwe kiswah
- het kleed rond de kubusvormige
Ka'aba - onthuld werd. Ruim tweehon
derd ambachtslieden hadden het afgelo
pen jaar voor liefst tien miljoen gulden
aan natuurzijde, goud en alver in de
kiswah verwerkt
Ondanks de forse uitgaven wordt aan de
ruim twee miljoen pelgrims nog dik ver
diend. Hoewel het officieel verboden is
munt te slaan uit de religieuze hausse,
vliegen de hotelprijzen in de omgeving
van Mekka tijdens de Hadj omhoog.
Misschien omdat de stemming onder de
pelgrims na afloop van de pelgrimage
doorgaans opperbest is, wordt vóór de
thuisreis voor soms tienduizenden gul
dens ingekocht. De enorme souks
- markten - in Jeddah en Mekka zijn
na afloop van de Hadj altijd „los".
Maar de financiële kosten en baten zijn
de laatste jaren in Saoedi-Arabiè geen
onderwerp van gesprek meer. Sedert is
lamitische fundamentalisten in 1979 de
Grote Moskee in Mekka gewapender
hand veroverden - en pas weer wilden
gaan na bloedig ingrijpen van Saoedi
sche en Franse troepen - is de vrees
voor een nieuwe geweldsuitbarsting
nooit geweken. Zoals het Heizel-stadion
uiteindelijk de trieste apotheose werd
van toenemend supportersgeweld, on-
laadde de geleidelijk opgelopen spanning
tussen Iran en een groot deel van de
Arabische wereld, zich in Mekka.
Met het jongste bloedbad lijken al met al
de onveilige tijden van vóór het Saoedi
sche koninkrijk te zijn teruggekeerd. De
Hadj dreigt daarmee opnieuw een bede
vaart van angst, geweld en politieke frus
traties te worden. De Iraanse geestelijke
leider ayatollah Khomeiny heeft al ge
zworen dat hij de/heilige plaatsen uit de
Saoedische „klauwen" zal bevrijden. Zo
lang in Iran de imams aan de macht
zijn, is er dus niet veel hoop op verbete
ring. PAUL KÓÓPMAN
De Arabische legende zegt dat de
steen in de Ka'aba in Mekka eeu
wen geleden als een lichtend object
uit ae hemel kwam vallen en daar
na zwart werd omdat hij alle zon
den van de mens in zich opnam.
De steen werd ingemetseld aan de
buitenkant van de Ka'aba en dien
de gedurende enkele eeuwen, lang
voordat er sprake was van islam,
als belangrijk religieus object te
midden van andere afgodenbeelden
van de Arabieren.
Tijdens het leven van Mohammed,
maar nog voordat hij als profeet
erkend werd, moest de Ka'aba her
bouwd worden. Verschillende
machtige Arabische families kre
gen een hopeloze ruzie over wie de
steen weer mocht inmetselen. Ze
kwamen er niet uit en toen spra
ken ze af: de eerste die hier het hei
ligdom binnentreedt, mag het zeg
gen. Net op dat moment kwam
Mohammed binnenlopen. Hij leg
de de steen op een kleed en eensge
zind brachten de families toen de
steen naar de Ka'aba.
Er zit nog een andere steen in de
Ka'aba, maar die is niet zo belang
rijk. De zwarte steen, daar gaat het
om. Tot op de dag kust de moslim
deze bij elke rondgang om de
Ka'aba, daarmee getuigenis afleg
gend van het feit dat hij op Hadi is
geweest. Het is de tweede kalief na
Mohammed geweest die zei: „Ik
kus de steen alleen omdat Moham
med het ook heeft gedaan".
De Ka'aba, het heilige der heiligen in Mekka.
BAHREIN - Twee talen, twee cul
turen, wederzijdse minachting en
wederzijdse verkettering. Het zijn
die ingrediënten die opnieuw heb
ben geleid tot een bloedige botsing
tussen Perzen en Arabieren, dit
maal op een moment dat de onder
linge spanningen nauwelijks verder
konden oplopen.
De bron van de vete ligt in het jaar 656
na Christus, vier jaar nadat de Perzen
waren onderworpen door de Arabieren
en waren bekeerd tot de islam, het ge
loof dat sinds het begin van de openba
ringen van de engel Gabriél aan Mo
hammed, in 622, snel was verbreid.
In 656 stierf de vierde kalief, Osman, en
tot opvolger werd Ali gekozen, een neef
en schoonzoon van de profeet Moham
med. De machthebbers in Mekka bestre
den die benoeming en Ali en zijn zoon
werden vermoord. De aanhangers van
Ali splitsten zich af van het geloof en
vormden een sekte die bekend zou wor
den als de sji'itische islam.
Binnen de Arabische wereld bleven de
sji'ieten een minderheid. De meeste
mensen volgden de Mekkaanse macht
hebbers in de sunnitische islam. Maar in
de door de Arabieren bezette landen, zo
als Perziè, werd de Sjia Ali, de Partij van
Ali, populair als geloof van het nationa
lisme en als verzetsreligie tegen de Ara
bische overheersing.
In Perziè ontwikkelde zich de Sjia tot
het zogeheten imamisme wat wil zeggen:
de overtuiging dat Ali een aantal opvol
gers had van wie de laatste, de twaalfde
imam als gezant van Allah op de aarde
zal terugkeren. Veel Iranièrs zien in aya
tollah Khomeiny die lang verwachte hei
land.
Vanuit hun religieuze rivaliteit betwisten
de Iranièrs het Saoedische koningshuis
het beheer over de grootste heiligdom
men van de islam, de Ka'aba in Mekka
en het graf van Mohammed in Medina.
De rivaliteit tussen Perzen en Arabieren
is door de eeuwen heen blijven bestaan
en werd niet minder toen wijlen de sjah
van Perziè, een groot vriend van Ameri
ka, diplomatieke betrekkingen aan
knoopte met Israél.
Haatcampagne
Met de val van de sjah kwam het be
wind van de Moellahs, de Mannen van
God, aan de macht. Onder leiding van
de bejaarde Khomeiny barstte een isla
mitische revolutie los waarvan de gevol
gen tot ver over de grenzen voelbaar wa
ren.
Saoedi-Arabiè volgde de ontwikkelingen
in Iran met argusogen, vooral toen agen
ten van Khomeiny werden betrapt die
probeerden onrust te zaaien onder de sji
'itische minderheid in de oostelijke pro
vincies van het koninkrijk.
De Saoedische monarchie heerst met de
Veel Iranièrs zien in ayatollah Khomeiny
de lang verwachte heiland.
FOTO: AP
koran in de hand. De islamitische wet
ten en gebruiken worden strikt nage
leefd, maar het regime van Khomeiny in
Teheran heeft een felle haatcampagne te
gen het „reactionaire bewind in Riad"
gericht.
Iran heeft geèist dat een islamitische re
volutionaire beweging de macht in Saoe
di-Arabiè moet overnemen, vanwege de
banden van het Huis van Saoed met het
satanische westen en de decadente le
venswijze van een aantal prinsen.
Een bron van spanning ligt ook in de
oorlog tussen Iran en Irak, die in 1980
door Irak werd begonnen. De Saoedi's
kozen partij voor het Arabische Irak,
maar niet vanwege grote vriendschap
voor dat land, want de Saoedi's staan
ook bijzonder wantrouwig tegenover het
zogeheten ba'athistische socialisme van
president Saddam Hoessein. Regelrechte
militaire steun krijgt Irak dan ook niet
van de Saoedi's, maar wel geld, veel
geld, en hulp bij het exporteren van olie.
Dit uiteraard tot grote woede van Iran,
dat de Iraak se aanvallen op Iraanse olie
tankers beantwoordde met aanvallen op
Koeweitse en Saoedische schepen. Iraan
se oorlogsvliegtuigen vlogen geregeld
over de olievelden en industriegebieden
in het oosten van Saoedi-Arabiè, tot
Saoedische vliegtuigen in de zomer van
1984 een Iraans toestel neerhaalden.
Maar jaarlijks worden de Saoedi's ook
geprovoceerd door Iraanse pelgrims die
worden gemobiliseerd om de revolutio
naire boodschap uit te dragen in Mekka.
De Saoedi's, die geprobeerd hebben ver
dere escalaties zoveel mogelijk te beper
ken, hebben duidelijk gemaakt dat poli
tiek activisme in Mekka niet zal worden
geaccepteerd. Een probleem is echter dat
zij de Iranièrs de toegang tot de heilige
stad voor de jaarlijkse Hadj niet kunnen
ontzeggen zonder hun positie als beheer
der van de heilige plaatsen in gevaar te
brengen. De Iraanse pelgrims worden
vanaf het moment dat zij in Saoedi-Ara
biè aankomen echter scherp in de gaten
gehouden en pamfletten, portretten van
Khomeiny en andere opruiende bezittin
gen worden zoveel mogelijk in beslag ge
nomen.
Desondanks worden er al sinds 1980 elk
jaar demonstraties georganiseerd door
Iranièrs in Mekka en Medina. Het kwam
daarbij tot botsingen met de politie en er
werden honderden arrestaties verricht.
De botsing van vorige week vrijdag was
van ongekende omvang, niet in de laat
ste plaats door het hoge dodencijfer. En
het zal zeker niet de laatste uitbarsting
van geweld zijn, aangezien Iran wraak
heeft gezworen. Ayattollah Ali Montaza-
ri zei het zo voor de Iraanse radio: „De
Saoedi's zullen een exhorbitante prijs be
talen voor deze onderdrukking. Deze
met bloed bevlekte Hadj zal een keer
punt vormen in de geschiedenis van de
islamitische wereld".
AU MAHMOUD