„Iwan de Verschrikkelijke" bokst tegen bewijslast op
oopman en dominee op oorlogspad
;ertig jaar geleden eerste politionele actie
Wachten op
de aanval
n' JITENLANDCgidAcSotvtani
Het is deze week precies
veertig jaar geleden dat
Nederlandse militairen in
actie kwamen tijdens de
eerste politionele actie te
gen de Republiek Indone
sia. Overmijdelijk of niet
daarover twisten histo
rici nog steeds het mi
litaire ingrijpen was in elk
geval het resultaat van de
wending die de Tweede
Wereldoorlog in Neder
lands-Indië had genomen.
Op 17 augustus 1945, twee
dagen na de Japanse capi
tulatie, riepen Soekarno
en Hatta de Republiek In
donesia uit. Dat was be
paald niet wat de regering
in het zojuist bevrijde Ne
derland voor ogen stond.
Den Haag verwachtte de
draad van vóór de oorlog
weer op te kunnen pak
ken. Anders gezegd: wilde
weer aan Indië verdienen,
niet in de laatste plaats
omdat de opbrengst van de
kolonie noodzakelijk was
voor het herstel van het
verwoeste moederland. De
eilanden van de archipel
werden opnieuw onder
Nederlands bestuur ge
steld, met uitzondering
van Java en Sumatra, die
grotendeels in handen ble
ven van de jonge repu
bliek. Langdurig onder
handelen tussen het ko
ninkrijk en de republiek
leidde in november 1946
tot het Akkoord van Ling-
gadjati. Nederlands-Indië
werd opgedeeld in aparte
deelstaten die onder de pa
raplu kwamen van de
Vereenigde Staten van In
donesië. Deze federatie
zou met Nederland wor
den verenigd in een soort
gemenebest, met aan het
hoofd het Nederlandse
staatshoofd. De Republiek
Indonesia zou dan eén van
de deelstaten zijn. Neder
landse ondernemers zou
den kunnen terugkeren
naar hun bedrijven om de
geldstroom richting Hol
land te herstellen. Maar al
spoedig bleek het akkoord
een dode letter. Vanuit In
donesië werden steeds
meer militaire acties ge
meld, terwijl het Neder
landse parlement het ak
koord „aankleedde" met
voor de republiek onaan
vaardbare voorwaarden.
Het resultaat was dat de
relatie tussen Nederland
en de Republiek Indonesië
steeds verder verslechter
de. Vanaf mei 1947 was
het wachten op de dag, dat
de Nederlandse troepen
opdracht kregen tot de
aanval.
Veertig jaar na dato is Neder
land een van de belangrijkste
handelspartners van Indonesië
nog steeds een land met on
gekende (groeimogelijkhe
den en uit niets blijkt dat
Indonesië nog enige wrok
koestert jegens ziin vroegere
kolonisator. De Nederlandse
koopman is welkom in de
Gordel van Smaragd. Maar hij
moet de dominee wel thuisla
ten.
JOS TIMMERS
ZATERDAG 25 JULI 1987 PAGINA 7
HAAG Nog één-
probeerden de
lopman en de domi-
hun gezag te laten
len in de Gordel van
aragd. Vanaf een zestal
ine bruggehoofden op
en Sumatra voerde
leger van meer dan
[000 goed bewapende
derlandse militairen
en 21 juli en 5 augus-
1947 aanvallen uit op
ïdgebied dat bezet
d gehouden door de
je Republiek Indone-
Hoewel in militair op-
it een succes, bleek
eerste politionele ac-
niet veel meer dan een
1ste stuiptrekking van
kolonisator die niet
r in staat was „iets
otsch te verrichten",
ee en een half jaar la-
bij de overdracht van
ivereiniteit, was In-
definitief voor Neder-
verloren.
na-oorlogse generaties
het verwonderlijk èn ook
j beetje vermakelijk te zien
Nederland in de jaren
ig en zeventig fervent
rstander van de-kolonisa-
krampachtig probeerde
te houden aan het verre
fewest. Dank zij een in-
kwekkende stroom van
ilicaties over het „Indische
leden" is het nu niet meer
;ilijk om vingers te leg-
op de zere plekken in het
imalige beleid; politici de
jj arte Piet toe te spelen en te
I stateren hoe weinig Neder-
ders gevoel hadden voor de
rijpend wijzigingen op het
irnationaal-politieke tonetl.
veel opzichten zijn wij be-
geinfomeerd dan de
li chthebbers van destijds",
1 rijven P. Maas en J. van
- le in het boek „De Politio-
Acties". De politici van
X n Beel, Schermerhorn,
ies leefden in een ande-
veel minder doorzichtige
reld. In de chaos van na de
ogs
stonden zij voor de taak
geplunderde Nederland
op de been te helpen,
iwe economische banden
sen het moederland en In-
waren daarbij, zo was hun
1 té overtuiging, van levens-
Jj ang. „Indië verloren, ramp-
'y ed geboren" is de kreet
2« armee deze politieke visie is
I geschiedenisboeken is vast-
H igd. Natuurlijk zijn tal van
toren van invloed geweest
de na-oorlogse Indië-poli-
t, waaronder ook de afkeer
[ens Soekarno en het plicht-
sef dat Nederland de Indo-
3ers moest opvoeden (koop-
i én dominee). Maar het
toch vooral economische
ieven geweest die uitein
delijk de doorslag gaven voor
het militaire ingrijpen van
1947.
Vóór de Tweede Wereldoorlog
werd Indonesië met recht de
kurk genoemd, waarop de Ne
derlandse economie dreef.
Meer dan enige ander moeder
land had Nederland in de ko
lonie geïnvesteerd. Het eiland
rijk zorgde voor zo'n vijftien
procent van het nationaal in
komen. Het overschot op de
Indische handelsbalans com
penseerde het Nederlandse te
kort en leverde harde valuta
op.
In 1947, twee jaar na de oorlog,
was die situatie drastisch ge
wijzigd. De Republiek Indone
sia hield de economisch meest
profijtelijke gebieden van Java
en Sumatra bezet, waardoor de
export vanuit Indië nauwelijks
op gang kwam. Zowel voor
Nederlands-Indië als voor het
Europese moederland werd de
situatie bijzonder nijpend.
Zo werd minister van finan
ciën Lieftinck één van de
krachtigste pleitbezorgers van
een militaire actie om de voor
Nederland meest profijtelijke
gebieden weer in handen te
krijgen. Het enige alternatief
het loslaten van de kolo
nie was politiek volstrekt
onbespreekbaar en volgens ve
len ook economisch onhaal
baar.
Links: Een
Nederlandse
soldaat loopt
rond in
Malang, kort
na de
herovering op
de
Republikeinen.
FOTO: AP
Onder: Na de
landing op de
oostkust van
Java trekken
Nederlandse
infanteristen
het
Republikeinse
gebied in.
FOTO: ANEFO
Kurk
„Produkt" was de veelzeggen
de naam van de eerste politio
nele actie. Zonder noemens
waardige tegenstand die
kwam later veroverden de
Nederlandse troepen econo
misch belangrijke objecten.
„Een optocht van suikerfa
briek naar suikerfabriek", al
dus een soldaat. Maar bij de
suikerfabrieken moest het blij
ven, tot groot ongenoegen van
onder anderen generaal
S. Spoor. Als het aan hem had
gelegen was hij in een keer
doorgestoten naar de „pesth
aard" Djogjakarta, het hoofd
kwartier van de republikei
nen. Wekenlang hield hij zijn
troepen in stelling voor de vol
gens hem noodzakelijke door
stoot, maar het bevel daartoe
bleef uit.
In het begin dit jaar geopende
archief Beel werd een brief
van Spoor aangetroffen, waar
in hij pleitte voor een verder
gaand militair optreden. De
zinsnede „Als het moet zonder
steun van de regering" in die
brief, heeft aanleiding gegeven
tot speculaties over een door
Spoor geplande coup. Zover is
het echter niet gekomen, ook
al was Spoor niet de enige die
het volstrekt oneens was met
de opdrachten vanuit Den
Haag. In 1954 verklaarde ge-
neraal-majoor b.d. H. Diirst
Britt zich openlijk af, of ook
hij in 1947 zijn bevelen niet
opzij had moeten leggen.
Veiligheidsraad
„Toen hadden we alles nog
kunnen bereiken. Als er ooit
een moment is geweest dat een
leger niet had moeten gehoor
zamen, was het op de dag dat
onze actie moest worden ge
staakt".
Op 4 augustus 1947 zwichtte
Nederland voor druk van de
Veiligheidsraad van de Vere
nigde Naties en staakte de
strijd. De gestelde doelen wa
ren immers bereikt en de uit
voer uit Indië kwam weer op
gang. Maar tegenover het mili
taire succes stond de diploma
tieke winst van de Republiek
Indonesia. Een jaar later bleek
dat nog veel duidelijker bij de
tweede politionele actie, die
bedoeld was om een einde te
maken aan republiek en de
gehele kolonie voor langere
tijd onder Nederlandse voogdij
te brengen. Het verzet daarte
gen van de Inonesiërs was nog
feller dan voorheen en onder
het motto dat Indonesië beter
in de as kon worden gelegd,
dan dat het koloniale bewind
van de Nederlanders zou te
rugkeren, werd de guerrilla
opgevoerd.
Opnieuw boog Nederland voor
de eisen van de Veiligheids
raad. Een jaar later was Ne
derland Indië definitief kwijt.
De uit de Oost terugkerende
soldaten kregen bij thuiskomst
een insigne als bedankje. Pas
tientallen jaren later kreeg
men oog voor hun problemen:
het gevoel dat zij gebruikt wa
ren door politici die met de
mond mooie principes beleden,
maar in de praktijk het eigen
belang van het Nederlandse
kapitaal voorop stelden.
Niet failliet
De vraag blijft hoe de wereld
zou hebben gereageerd als
Spoor en de zijnen hun zin
hadden gekregen en waren
doorgestoten naar Djogjakarta.
En had Lieftinck gelijk toen
hij in 1947 stelde dat het inter
nationale vertrouwen in ons
land ernstig zou worden ge
schaad als Nederland zich zon
der verdere omhaal uit Indië
zou terugtrekken?
Over het antwoord op dergelij
ke vragen kan men lang spe
culeren. Zeker is alleen dat de
Nederlandse regering haar ei
gen ondergang in Indië heeft
versneld. Maar dat is veertig
jaar later een gemakkelijke
constatering.
„Als we Indië loslaten is Ne
derland failliet", waarschuwde
minister-president Beel in
1947. Maar toen Indonesië op
eigen benen kwam te staan
('49) en ook toen Soekarno alle
banden met het vroegere moe
derland kapte en Nederlandse
bedrijven nationaliseerde zon
der enige vorm van schade
vergoeding ('58), heeft Neder
land daar geen blijvende scha
de van ondervonden.
In sommige opzichten is de
breuk met de kolonie waar
schijnlijk juist een stimulans
geweest voor nieuwe bedrij
vigheid. Daarbij mag overi
gens niet worden vergeten dat
eind jaren veertig de Marshall
hulp op gang kwam. Boven
dien voltrokken zich in de
(westerse) wereld grote veran
deringen, zoals de oprichting
van de Europese gemeenschap,
waardoor de nadruk meer
kwam te liggen op Europees-
Amerikaanse economische sa
menwerking.
Al met al bleek de kolonie dus
toch niet zo onmisbaar als ja
renlang werd aangenomen. De
economische bloei van de ja
ren vijftig en zestig heeft die
stelling ondubbelzinnig weer
legd. Indië ging weliswaar
verloren, maar de rampspoed
werd nooit geboren.
(Van onze correspondent
Ad Bloemendaal)
1RUZALEM Na een
mze van vier weken,
'ordt maandag in Jeru-
ilem het proces voortge-
;t tegen de van oorlogs
laden verdachte John
ïjanjuk. De eerste ge-
ige die de verdediging
tn het woord laat ko
men is de verdachte zelf.
In juni kwamen de getuigen
'an de aanklager uitgebreid
aan het woord, terwijl de
'irdediging het proces pro
beerde te beëindigen wegens
[ebrek aan geloofwaardig
«wijsmateriaal. De recht
bank ging daarmee niet ak-
Jkoord en dat betekent
laandag weer een overvolle
aal in het Jeruzalemse con-
rescentrum waar het pro-
es wordt gehouden. Volle
I zalen waren er ook in de
eerste paar maanden na 16
februari, toen de zaak begon
fgen de man die ervan
ordt verdacht onder de bij-
ji 'aam Iwan de verschrikke-
nx "jke de gaskamers te heb-
i ben bediend in het vernieti-
[ingskamp Treblinka.
«i taai
iar toen de vijf ooggetui-
|en aan het woord waren
sweest en dë verhoren zich
toespitsten op meer tech-
ïisch bewijsmateriaal, ver-
Hinderde de publieke aan-
r dacht geleidelijk. Van half
Hei tot 20 juni werden de
ittingen in Jeruzalem on-
'erbroken voor getuigen-
Verhoren in Keulen en Ber-
ijn. Tot de getuigen daar
"hoorden twee voormalige
officieren van het trai-
pt (ingskamp Trawniki, waar
femjanjuk een opleiding
iri tou hebben gekregen als
w tempbewaarder. De verho-
De 71-jarige John Demjanjuk wordt door Israëlische politiemannen overgebracht naar de rechtszaal.
ren hadden volgens de re
gels van de Westduitse justi
tie plaats achter gesloten
deuren.
Onmiddellijk nadat op 22
juni de zittingen in Jeruza
lem waren hervat, bleek dat
er onenigheid heerst binnen
het drie man sterke verdedi
gingsteam, bestaande uit de
Amerikaanse advocaten
Mark O'Connor en John
Gill, en hun Israëlische col
lega Yoram Sheftel. O'Con
nor heeft zich steeds be
schouwd als de leider van
het drietal, ook al omdat hij
het langst als verdediger
van Demjanjuk optreedt.
Aanvaardbaar
Eind juni bereikten Sheftel
en Gill een akkoord met de
aanklager over de aan
vaardbaarheid van bepaalde
documenten als bewijsmate
riaal, zonder eerst O'Connor
te hebben geraadpleegd. Dat
werd hen hoogst kwalijk ge
nomen. En toen Sheftel kort
daarop tegen verslaggevers
zei dat de rechtbank is me
degedeeld dat de drie advo
caten een gelijke status heb
ben, haalde hij zich hele
maal de woede van O'Con
nor op het lijf.
Volgens de Amerikaan han
delde Sheftel „volledig on
verantwoordelijk" en was
„de druk die het publiek en
de media op hem uitoefenen
omdat hij Demjanjuk verde
digt" hem te veel geworden.
Hij zou op het punt staan in
te storten. O'Connor vergat
niet erbij te vermelden dat
tot de familie van Sheftel's
moeder overlevenden beho
ren van concentratiekam
pen, wat nog eens voor ex
tra druk zou zorgen. „Nie
mand is onvervangbaar", zei
hij ook. Die mnening was
Demjanjuk althans ook toe
gedaan, want hij ontsloeg
O'Connor deze week.
Naar verluidt was de familie
van John Demjanjuk niet
erg te spreken over de ma
nier waarop de verdediging
te werk gaat, vooral niet nu
de laatste dagen de proble
men binnen het team ook op
de zittingen tot uiting ko
men. Demjanjuk heeft waar
schijnlijk onder druk van
zijn familie besloten O'Con
nor te ontslaan. De sames-
telling van het nieuwe team
advocaten is nog niet geheel
zeker, maar Sheftel zei on
langs dat hijzelf en Gill in
ieder geval aanblijven.
Een van de laatste getuigen
van de aanklager was dr.
Shmuel Krakowski, hoofd
archivaris van Yad Vashem,
het herinneringsmuseum in
Jeruzalem voor de joodse
slachtoffers van het nazire
giem. Krakowski emigreer
de in 1968 vanuit Polen,
waar hij ook al als oorlog
sarchivaris werkte, naar Is
raël. Hij belichtte onder
meer het droeve lot van de
5.700.000 Russen die in de
loop van de oorlog in Duitse
krijgsgevangenschap zijn ge
raakt. Tussen de 3,5 en 4
miljoen van hen zijn in ge
vangenschap overleden. Al
leen al in 1941 lieten de
Duitsers, die nooit hadden
verwacht zulke grote aantal
len gevangenen te zullen
maken, twee miljoen Russen
in het open veld van honger
en dorst omkomen. Dat wil
zeggen: voor zover deze niet
doodvroren.
Communisme
Demjanjuk behoorde tot een
van de minderheidsgroepen
onder de Russische krijgsge
vangenen, de Oekraïners,
die net als Letten, Esten en
Lithouers, door de Duitsers
werden gerecruteerd voor
hulptroepen. Demjanjuk
heeft verklaard dat hij tus
sen het najaar van 1942 en
het zomer van 1944 in het
krijgsgevangenkamp van
Chelm (Polen) verbleef.
Binnen dezelfde periode lig
gen de maanden die hij zou
hebben doorgebracht in Tre
blinka. Volgens getuige
Krakowski echter was
Chelm niet meer dan een
doorgangskamp, waar de ge
vangenen niet langer dan
een paar weken verblijf
hielden. Het is al in april
1944 opgeheven en niet later
in dat jaar, zoals Demjanjuk
beweert.
Tot ergernis van de recht
bank maakte O'Connor in
zijn kruisverheer gewag van
het communistische verle
den van Krakowski. Zijn
bedoeling was de getuige te
betrekken in het grote com
munistische complot dat vol
gens de verdediging tegen
John Demjanjuk is gesmeed
om hem te straffen voor
anti-Russische activiteiten.
In die samenzweringstheo
rie past ook de bewering
van de advocaten dat het zo
genoemde Trawniki-docu-
ment, het belangrijkste be
wijsstuk van de aanklager,
een door de KGB geprodu
ceerde vervalsing is. Uit de
slotverklaring van verdedi
ger Yoram Sheftel bleek dat
die opvatting niet is gewij
zigd, hoewel een reeks door
de aanklager ten tonele ge
voerde deskundigen heeft
verklaard dat het document
echt is. Het gaat om de iden
titeitskaart die Demjanjuk
zou zijn verstrekt tijdens zijn
opleiding in het Trawniki-
kamp. Volgens de defensie
is Demjanjuk nooit in Traw
niki geweest.
Ook de laatste getuige van
de aanklager, de Ameri
kaanse chemicus Antonio
Cantu, verklaarde niet te
twijfelen aan de echtheid
van het document. Cantu
kan bogen op ruime erva
ring bij onder meer bij de
FBI en het Amerikaanse
ministerie van Justitie. Na
een uitgebreid onderzoek
van zowel inkt als papier zei
hij tot geen andere conclusie
te kunnen komen dan dat
de identiteitskaart uit 1941
of 1942 stamt. Of de verde
diging daar nog iets tegenin
kan brengen zal volgende
week moeten blijken.