SHV: „Ontstane problemen zijn niet onze zaak" Watersporter vertrouwt te veel op zijn verzekering en polis Patiënten sterven minder vaak in het ziekenhuis BINNENLAND Ectdóc Qowuvrd Kruisverenigingen werken aan intensievere verpleging thuis Kerncentrale geblokkeerd ZATERDAG 25IULI1967 PAGINA 5 SCHOLTEN MOET DUBBELE PETTEN' ZELF MAAR UIT ELKAAR HOUDEN (Van onze "1 parlementaire redactie) 2 )EN HAAG/UTRECHT Het rumoer dat rond SHV-commissariaat et ijan mr. W. Scholten, vice- resident Raad van State, irezen is, is vooral een aak van hem zelf. „Com missarissen met dubbele etten, wat nogal eens oorkomt maar op zich iet verkeerd is, moeten ie zelf uit elkaar houden. )ntstaan er problemen |an is dat hun zaak", zegt I waarnemend secretaris nr. W. Arendsen van de vex aad van bestuur van HV. /at doet dit bedrijf, dat met ucces een beroep op Scholten 5 Stfced? SHV, gevestigd in Itrecht, staat voor Steenkolen landels Vereniging, met in to- 1 oj aal 20.000 werknemers, die ver de gehele wereld ver breid in tal van dochteron- r°|ernemingen werkzaam zijn. it concern, oorspronkelijk tolenboer" zoals Arendsen et lachend uitdrukt, groeide it tot een toonaangevend be- Irijf op het gebied van energie n distributie. Tot de distribu- e-poot behoren de veelbe- iroken Makro-vestigingen, ie formeel groothandel zijn naar zich tot ergernis van de liddenstand ook dikwijls als etailhandel gedragen. k Makro-vestigingen veroor- 'J' aken mede om deze reden ogal eens problemen met lo- ale winkeliersverenigingen i gemeenten, die hun conflic- in in de Raad van State uit- echten. Hoewel Scholten its met die procedures te tken heeft en er zelfs geheel Jiiten staat, vindt de Tweede CO amer dat elke schijn van flj artijdigheid vermeden dient worden. Hoe kwam dit com- lissariaat, dat bijna unaniem oor de kamerfracties als „ge- oelig" werd gekenschetst tot and. te meer omdat SHV tot oor kort zaken deed in en iet Zuid-Afrika? Scholten aanvaardde het [SHV-commissariaat op 28 mei an dit jaar. Het was zijn veede bijbaan op dit terrein, ant sinds '80 is hij al commis- ris van de verzekerings- aatschappij Aegon (voorheen nnia). Zijn relatie met SHV alt te verklaren uit het feit dat drs. J.A. Bakker, nu voor zitter van de raad van SHV- commissarissen, voorzitter is geweest van de raad van be stuur van Aegon. „Er waren bij ons twee vacatu res ontstaan omdat dr. J.R.M. van den Brink, ex-topman van de AMRO-bank, en de voor malig minister-president P.J.S. de Jong, om leeftijdsredenen de raad van commissarissen moesten verlaten. Dan ga je 'praten over opvolgers, er val- 'len namen. Bakker kende 'Scholten en vroeg hem. Schol ten heeft dat aanbod zonder problemen aanvaard. Zo gaan die dingen. Het gaat eigenlijk heel eenvoudig, want dit we reldje is maar klein", vertelt Arendsen. „Kan dit wel?" Is bij het aantrekken van de heer Scholten geen enkel mo ment een afweging gemaakt in de sfeer van 'kan dit wel'? „Neen. We moeten twee din gen onderscheiden. Makro is in de uitspraak van de afde ling rechtspraak van de Raad van State helemaal geen partij geweest. Die zaken gaan meestal tussen winkeliers en gemeenten; Makro is dan be langhebbende. De zaak pakte voor Makro goed uit, omdat de gemeente procedurefouten ge maakt bleek te hebben. Wat kunnen wij daar nou aan doen? Daar komt ook nog bij dat Scholten zich helemaal niet met die kwesties kan be moeien. Dat is één". „In de tweede plaats is Makro in verhouding maar een klein onderdeeltje van ons concern. We doen veel meer, zoals het exploiteren van een Albert- Heynachtige winkelketen in West-Berlijn, om maar wat te noemen. Er zit tussen dit com missariaat en de kwestie waar iedereen nu over praat, vol doende afstand. Wij hebben sterk de indruk dat de heer Van Erp (het VVD-kamerlid dat de bal aan het rollen bracht) er gezien zijn verleden als bakker in Best een hobby van maakt de Makro aan te vallen". Verrijkend Waarom is de vice-president van de Raad van State voor uw bedrijf zo interessant? „Het is heel verrijkend voor grote bedrijven om zulke men sen in je midden te hebben. Wij achten de heer Scholten een aanwinst voor onze ven nootschap. Oud-ministers en kamerleden weten hoe er op regeringsniveau gedacht wordt. Zij hebben soms in vloed en daarom is het soms gemakkelijk als je die mensen in huis hebt. Maar ze moeten zelf weten, hoe ver ze in die dingen willen of kunnen gaan. U gelooft toch niet dat de heer Scholten zomaar even op ons verzoek contact opneemt met een bewindsman om even wat voor ons te regelen? Ik denk, dat elke commissaris, die zich goed van zijn positie en van de onze bewust is, in heikele za ken het wel uit zijn hoofd zal laten om dingen op een ma nier te regelen die hem later kan opbreken. Dat zou voor hem zelf slecht zijn en voor ons bedrijf natuurlijk ook". Kunt u een concreet voorbeeld noemen waaruit blijkt hoe goed het voor de onderneming is om de heer Scholten te kun nen raadplegen? (na lang nadenken) neen. Ik kan niet zo gauw een voor beeld bedenken. Hij is een ui terst bekwaam jurist en fisca list (Scholten was in de zeven tiger jaren staatssecretaris van financiën in het eerste kabi net-Biesheuvel). Dat is natuur lijk nooit een nadeel. Maar een voorbeeld is moeilijk te ge ven". Maar u zult uw commissaris sen in moeilijke zaken toch om advies vragen en wellicht pro beren dat zij bij hun relaties aftasten of bepaalde beslissin gen, bijvoorbeeld over grote investeringen in politiek ge voelige landen, haalbaar zijn? „Eerst iets in het algemeen. Je moet er voor zorgen dat een raad van commissarissen zo evenwichtig mogelijk is sa mengesteld: niet alleen juris ten, maar ook belastingdes kundigen en economen. Ze hebben geen portefeuille of zo. Dat zou ook niet goed zijn want de raad van commissaris sen en zo staat het ook in de wet houdt toezicht op de raad van bestuur. In belangrij ke beslissingen, zoals ons be sluit ons uit Zuid-Afrika terug te trekken, raadpleeg je als di rectie uiteraard vooraf je com missarissen die elk vanuit hun eigen deskundigheid een ad vies kunnen geven". „Vriendjes" Zo'n advies komt toch tot stand na ruggespraak met der den, laten we voor de duide lijkheid zeggen: met vriendjes? Iedereen kent toch iedereen in dat wereldje? „Let u heel goed op. Ook in het besluit over Zuid-Afrika was het de directie die uitein delijk de knoop doorhakte en het besluit draagt en verde digt. De raad van commissaris sen is geen externe adviesclub van uitgekookte advocaten die je te pas en te onpas kunt laten aanrukken om even aan te la ten geven hoe een beslissing eruit moet zien. Zo werkt het niet, want zo zit hun in de wet omschreven verantwoordelijk heid niet in elkaar. Directie en commisarissen hebben ver schillende verantwoordelijk heden. Het is natuurlijk wel zo, dat de heren elkaar tijdens de jacht, tijdens een partijtje golf of met de lunch ontmoe ten en dan van alles en nog wat uitwisselen. Want ze ken nen elkaar goed. Dat is lo gisch, zo gaat het overal. Maar zoals ik al zei: ze zullen zélf met hun dubbele petten in het reine moeten kunnen komen. Ontstaan er toch problemen, dan is dat hun zaak, omdat dat met hun eigen verantwoorde lijkheid te maken heeft. Moe ten ze zelf oplossen". ED FIGEE ^DIRECTEUR HOEKSTRA VAN HET NEDERLANDS KEURINGSINTITUUT: it JSMMER Eén van de ra rote gevaren die een wa- ra irsporter bedreigt is het ra lindelings vertrouwen op erzekeringsmaatschappij- ïi en hun polissen. Deze tl pmerkelijke uitspraak is fkomstig van Franke loekstra, directeur van ei iet Nederlands Keurings- ïstituut voor Pleziervaar- ligen en tevens beëdigd a xpert en taxateur. De op- 't lerking is geen loze kreet It bgegeven door een gefru- ra treerde watersporter laar is gestoeld op vijf- en jaar ervaring op de emster reddingboot, vele iren als schade-expert oor verzekeringsmaat- ie chappijen en sinds 1983 E lis onafhankelijk keurder e 'an pleziervaartuigen. eel te vaak kiest de jacht- chipper of de kruiserkapitein net zijn kostbare vaartuig en log kostbaarder gezin of be- nanning het ruime sop met de edachte: „Mij kan niks gebeu- en, ik ben immers verze gd". Maar wanneer een tuiser midden op het water brand vliegt door een over- erhitte motor of een ondeug- elijke gasinstallatie dooft een olis de vuurzee niet. Wan eer een fraai ogend zeiljacht aar de kelder gaat omdat een alf verrotte bodem het be seft, drijft er geen polis waar mee men het vege lijf kan red den. De verzekering betaalt de schade meestal wel uit, maar een mensenleven krijgt men er niet mee terug. De enige mogelijkheid om der gelijke risico's tot een mini mum te beperken is het des kundig laten keuren van een tweedehands schip door een onafhankelijke instelling zoals de ANWB of een particulier bedrijf als dat van Franke Hoekstra uit het Friese Lem mer. „Natuurlijk, ik praat voor een deel voor mijn brood. Daar ben ik eerlijk in. Maar er zit ook een .ideaal achter: het voorkomen van ernstige onge lukken in de watersport. Zat dat ideaal er niet achter, dan had ik beter mijn vorige baan als verzekeringsinspecteur kunnen houden. Dat verdient beter. En je hebt niet de zor gen voor een eigen bedrijf", aldus Hoekstra. Het schade- werk alleen betekende voor hem te weinig levensvulling. De vijftien jaar ervaring als opstapper van de reddingboot en vele contacten met water sporters waren de directe aan leiding voor zijn nieuwe be drijf. „Schade opnemen, rap porten maken, geld uitkeren, nee, dat was mij allemaal te passief". Onwetendheid In zijn praktijk ervaart hij bij na dagelijks de grote onwe tendheid van de watersporter ten aanzien van de kwaliteit van zijn vaartuig en van de ANWB verder geen particulie re keuringsinstituten voor ple ziervaartuigen zijn. verzekering die er achter zit. „Het is bij voorbeeld nu al al bekend dat alle maatschapijen volgend jaar een nieuwe polis op de markt brengen. Daarin 'wordt het begrip „onzekere Waardering ;hf voorvallen" achterwege gela ten", vertelt Hoekstra. „Dat blijkt vrijwel geen waterspor ter te weten". Concreet bete kent het dat veel schaden, die tot nu toe werden gedekt om dat de eigenaar wegens on kunde, onwetendheid of tech nische gebreken (onzekere voorvallen) de oorzaak en ge volgen van een ongeval niet kon overzien, straks niet meer worden vergoed. „Dat is uit een oogpunt van de maatschappij wel begrijpelijk. Veel watersporters waren in zulke dingen veel te gemakke lijk en er worden in die bran che grote verliezen geleden. Maar aan de andere kant stuit het mij tegen de borst dat een blind op zijn polis vertrouwen de schipper straks tegenover een een goed geïnformeerde verzekering komt te staan en grote problemen krijgt met een schip waar hij zo trots op was. Zo gaat dat nu eenmaal in de verzekeringswereld. Er worden geen nieuwe eisen of richtlijnen opgesteld, maar de polissen worden aangepast en er komen steeds weer nieuwe uitsluitingen", aldus de Lem- ster expert. „Daarom blijf ik er op hameren: laat het schip keuren". De NKIP is nog maar een paar jaar oud. Van een bedrijfstak is eigenlijk nog geen sprake, doodgewoon omdat er naast de De ervaring heeft Hoekstra geleerd dat men in eerste in stantie wel eens tegen de prijs aan hikt: 400 tot 700 gulden. Het keuren is een tijdrovende bezigheid en het bedrijf dient tenslotte ook draaiende te blij ven. Achteraf is de waarde ring meestal groot. De schip per weet wat hij aan zijn kost bare investering heeft en hij kan voorzieningen treffen om ongelukken te voorkomen. Volgens de Lemster expert schieten veel watersportbedrij ven en jachtwerven schrome lijk tekort in het vakkundig onderhouden van schepen. Er is geen speciale opleiding voor. „Het gebeurt vaak erg amateu ristisch en iederen doet maar wat. Er wordt veel onnodig en duur werk verricht en andere belangrijke zaken worden vaak achterwege gelaten". Hoekstra noemt als voorbeeld het periodieke onderhoud van een scheepsmotor. Vrijwel al tijd wordt de motor helemaal uit het schip getakeld en uit elkaar gehaald. „Dat is in de meeste gevallen niet nodig. Dat doe jé met een automotor toch ook niet". Hoekstra advi seert de onwetende waterspor ter daarom met klem een on afhankelijke deskundige in te schakelen en met een goed omschreven opdracht naar een werf te stappen. Hoekstra heeft ten behoeve Hoekstra bezig met de keuring van een schip. :UP van zijn keuringen een lijst met voorschriften en veilig heidsnormen voor pleziervaar tuigen aangelegd. Die is in de loop van de tijd uitgegroeid tot een boekwerk van 50 pagina's. Indien het in de praktijk nodig blijkt worden die voorschrif ten bijgesteld en aangevuld. „Zolang er niemand anders komt met andere, betere voor schriften is dat mijn norm", al dus de Lemster expert. Zeilen De voorschriften zijn vooral toegespitst op de pleziervaart. Voldoen gekeurde schepen er aan dan wordt een certificaat van deugdelijkheid aan de ei genaar verstrekt. Ook dat cer tificaat is een eigen initiatief van Hoekstra. Alvorens men zo'n certificaat krijgt wordt er van alles beke ken. Een steevaste vraag van (potentiële) kopers van zeil jachten is: „Denkt u bij de keuring vooral om de zeilen". Daaruit spreekt volgens Hoek stra al weer de onkunde van de watersporters over de toe stand van een schip. „De zei len zijn eigenlijk altijd in orde. Die vallen op, ze zijn zichtbaar en belangrijk voor de voort stuwing. Daar wordt veel zorg aan besteed". Het gevaar zit dieper, op on zichtbare plaatsen. Onder de vloer van de kajuit zitten bij voorbeeld zeer kwetsbare plaatsen in de romp. Knik- spantjachten, ouder dan tien jaar zijn op dat punt per defi nitie onbetrouwbaar. Een stuk wrakhout schiet er zo door heen. Teakhouten dekken lij ken zo prachtig, maar zijn dik wijls een bron van ellende. Soms loopt er water onder door lekkende naden, het rub- FOTO: PERS UNIE ber onder het dek ontbreekt of er is geen watervast hechthout gebruikt. Hoekstra: „De men sen zijn steeds weer verbaasd als ze merken waarop wij let ten en wat het allemaal moet kosten om dat op te knappen". Veiligheid De keuringen van de NKIP zijn voor 90 procent geënt op veiligheidsnormen. De prak tijk heeft inmiddels geleerd dat het met de veiligheid aan boord van pleziervaartuigen veelal droevig is gesteld. Meest voorkomende fouten zijn: slechte elektrische- of gasin stallatie, niet goed geventileer de motorruimten wat ontplof fingsgevaar oplevert, ondeug delijke of ontbrekende brand blussers en reddingmiddelen. Op enkele punten heeft Hoek stra via de media al extra de aandacht gevestigd. Vorig jaar was dat, in samenwerking met het blad De Watersporter, een onderzoek naar brandblussers en dit jaar naar opblaasbare reddingvlotten. De uitkomsten van die onderzoeken waren ronduit schrikbarend. Zeer weinig onderzochte brandblus sers waren nog bruikbaar en bij driekwart van de opblaas bare reddingvlotten (voorzo ver aan boord) was de be trouwbaarheid sterk in het ge ding Hoekstra vindt dat de over heid op dit terrein maar eens regels en richtlijnen moet stel len, ter bescherming van de watersporter. Maar ook voor de watersportverenigingen ligt hier een belangrijke taak. „La ten die eens trainingscursussen geven in plaats van praata vondjes met dia's en films of weet ik wat". DURK HIBMA DEN HAAG Dood gaan in het ziekenhuis is minder gewoon dan een aantal jaren geleden. Doordat de be handeling erg veel geld kost worden veel patiënten sneller naar huis gestuurd, maar ook willen steeds meer mensen liever thuis sterven. Daarvoor is een goe de verpleging nodig die zich uitstrekt tot in de nachte lijke uren. De Nationale Kruisvereniging maakte onlangs bekend de inten sieve verpleging thuis te gaan uitbreiden. Het streekziekenhuis Almelo gaat thuisverpleging organiseren omdat vooral oudere patiënten „uitbehandeld" zijn en beter thuis dan in het zieken huis verzorgd kunnen worden. In grote steden is de laatste jaren al ruime ervaring opgedaan met intensieve verpleging thuis. Zwaan van Gennip en Leen van der Meij hebben beiden een coördinerende functie in het kruiswerk in Den Haag en zijn bij de begeleiding van de thuiszorg betrokken. Leen van der Meij: „Mensen zeggen altijd tegen het einde van hun leven dat het een mooie periode is geweest". FOTO: MILAN KONVALINKA Deze verpleging thuis heeft een -sterke groei doorgemaakt. Zwaan van Gennip: „Het aantal terminale patiënten dat zijn patiënten waarbij net levenseinde nabij is stijgt. In Den Haag merk je dit sterk omdat er veel oude mensen wonen. Deze ter minale patiënten sterven minder vaak in het ziekenhuis. Dat komt omdat de ziekenhuizen de mensen sneller naar huis bren- gen, maar ook omdat ze zelf kritischer zijn geworden tegenover et ziekenhuis. Ze zijn er afgesneden van familie en bekenden terwijl ze thuis tussen hun eigen spullen liggen. Ik vind dat mensen het recht hebben dood te gaan op hun eigen kussen en met de poes op de vensterbank. Dat maakt het einde van het leven draaglijk". Nachtverpleging Verpleging van terminale patiënten kost veel tijd. Momenteel wordt de nachtverpleging in Den Haag verzorgd door de Stich ting aanvullende thuiszorg Zuid-Holland. Deze verpleging is aan een termijn van zes weken gebonden en wordt betaald door het ziekenfonds of de ziektekostenverzekering. Aanvraag gebeurt door de wijkverpleegkundige. Volgens Leen van der Meij zijn er wel grenzen aan de intensie ve verpleging: „Bij alleenstaanden met weinig contacten is ver pleging thuis moeilijk omdat er geen omgeving is waar een be roep op gedaan kan worden. Ook trekken de kinderen vaak uit Den Haag weg. Uit onderzoeken blijkt dat in Den Haag kinde ren gemiddeld een keer per twee weken hun ouders bezoeken. Er kan dan weinig op hen worden gerekend". Voor de verpleegkundigen is het verzorgen van terminale pa tiënten niet eenvoudig. Zwaan van Gennip: „Het sterven is geen plotseling moment. Soms verzorg je mensen een half jaar terwijl je weet dat het een aflopende zaak is. Het moeilijke is de ver schillende fasen van het stervensproces te onderkennen en daarop goed te reageren. Vooral het sterven van jonge mensen die kinderen achterlaten is moeilijk te accepteren. Je vraagt je af waarom hij en niet jij". De waardering van de omgeving als iemand de gelegenheid heeft gehad thuis te sterven is groot. „De familie is achteraf al tijd blij dat het mogelijk is geweest. Uitgangspunt is wel dat de patiënten zelf thuis verzorgd willen worden. Zo heb ik het in mijn praktijk meegemaakt dat bij een dame van ruim negentig die al wijkverpleging ontving een tumor geconstateerd werd. Door gezamenlijke inspanning van huisarts, gezinszorg en wijk verpleging is deze vrouw op een volwaardige manier thuisgeble ven en gestorven. Familie en verpleegkundigen hebben er een tevreden j^voel aan overgehouden" aldus Zwaan van Gennip. Mondiger De opvattingen over zorg zijn sterk veranderd. In de jaren zestig ging je naar een verzorgingshuis als je nog goed was. Dat is nu omgekeerd en zolang je nog goed kunt, blijf je thuis. Algemeen wordt erkend dat het in een verpleeghuis niet zo kan zijn als thuis. Veel verpleegkundigen menen dat dit opgevangen wordt als een gedeelte van de zorg in handen van de familie blijft. Bij opname zouden de contacten vanuit thuis zoveel mogelijk voort gezet moeten worden. Op die manier kan het verpleeghuis in de terminale fase meer aanvullend zijn in plaats van de zorg volle dig over te nemen. De patiënt kan dan vertrouwde gezichten blijven zien. Ook de opvattingen over het rekken van het leven zijn anders aan het worden. Leen van der Meij: „Er wordt steeds meer waarde gehecht aan de wil van de patiënt, die ook steeds mondi ger wordt. Mensen zeggen bijna altijd tegen het einde van hun leven dat het een mooie periode geweest is. De euthanasiediscus sie heeft er toch toe bijgedragen dat de mensen opener zijn gaan denken en praten over het sterven. Sterven in het ziekenhuis is niet meer vanzelfsprekend. Het taboe over sterven is doorbro ken". FRANK DE KLERK DODEWAARD Ongeveer zestig wandelaars en sympat- hysanten van de anti-militaris tische wandelgroep „Is het hier oorlog" hebben gisteroch tend na een korte demonstra tie de kerncentrale in Dode- waard geblokkeerd. Tien agenten van de rijkspolitie hadden de blokkade in eerste instantie weten te voorkomen. De wandelgroep „Is het hier oorlog" loopt een alternatieve Vierdaagse. Ze wil daarmee protesteren tegen het volgens haar militaristische karakter van de Nijmeegse Vierdaagse. Twee jaar geleden werd de groep tijdens de Nijmeegse Vierdaagse uitgesloten van deelname omdat ze volgens de Organisatie politieke propagan da uitdroeg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 5