Het Belang van de Gulle Lach in Amerika HEI Meatball Fanfare Whoopi VPRO KOMT MET SERIE ZOMER-KOMEDIES Ccidóc Gomattt' ZATERDAG 25 JULI 1987 ZAND VOORT - Thys Ockersen wóónt in film. Een boekenkast vol filmboeken in z'n huiskamer, een klok met Harold Lloyd aan de wand, een menulijst van Holly- woodse eethuizen op het toilet, een dopr dicht opgetast filmarchiefma- teriaal alleen voor kabouters toe gankelijke bergruimte, een logeer kamer waar eventuele slapenblij- vers nauwelijk verwelkomd worden door dozen en mappen vol filmfo to's, een zolder onbegaanbaar door de filmrekken, affiches en ander materiaal en een werkkamer waar je eerst met je ellebogen moet wer ken om aan écht werken toe te ko men. Thys Ockersen is een „film- buff": Mj schreef over film, heeft waarschijnlijk het grootste privé- filmfoto-archief in Nederland en filmt zelf. Hij heeft zowel de se rieuze als de roddelpers van Holly wood zonder zetfouten in het hoofd en zou kapitalen kunnen verdienen met filmkwizzen. Niet vreemd dat de VPRO hem vroeg een inleiding te maken voor de se rie komedies die bij die omroep in augustus over het scherm gaan. Het werd „The importance of being funny in America", een op 2 augustus uit te zenden luchtige do cumentaire over het belang van de Gulle Lach in de VS. „De dag dat ik van de VPRO de op dracht kreeg twee documentaires te ma ken voor hun serie zomerkomedies stierf Danny Kaye" vertelt Thys Ockersen. Zwarte humor. Komiek Kaye had zeker hoog op z'n lijstje van te interviewen sterren gestaan. Als de Unicef-ambassa- deur tijd gehad had. „Het is ongelooflijk moeilijk tijdens zo'n week in Amerika iedereen te pakken te krijgen. Je moet er eigenlijk veel langer zitten om alles een béétje te kunnen coördineren. Ik had veel meer komedie-makers op m'n lijst dan ik uiteindelijk heb gesproken. Jerry Lewis kon ik niet te pakken krijgen, Mei Brooks was te druk met de eindmixage van zijn nieuwe komedie „Spaceballs", waarvan ik wel de trailer in m'n film ge bruik, van Lucille Ball kreeg ik een brief terug dat ze geen tijd had en de secreta resse van Dom DeLuise liet vriendelijk weten dat haar baas in Joegoslavië aan het filmen was". Wie dan wel? Ockersen kwam bijvoor beeld terecht bij de Engelse komiek Nor man Wisdom, die ook in Amerika film de. De kleine man met het te wijde con- fectiepakkie an, die in de jaren vijftig en zestig een serie populaire slapstick-ko medies lang het slachtoffer speelde van brute bazen. Wisdom woont op het eiland Man, maakt geen films meer, maar treedt alleen nog in theaters aan de Engelse kust op. Zijn oude stiel. „Ik kocht m'n pak in een tweedehands win kel voor 30 shilling en m'n pet voor 1 shilling", herinnert Wisdom zich. Hij Êrobeert het in de gauwigheid in Neder- inds geld om te rekenen, maar houdt het maar op: „Dat was helemaal niets, peanuts". Het typetje dat hij speelde noemt hij „een gump, het eenvoudige, simpele mannetje". Hij creèerde het min of meer zonder opzet toen hij door „conjurer" (een soort komische gooche laar a la Tommy Cooper) David Nixon gevraagd werd voor een optreden in Brighton. „Ik was zogenaamd een gewo ne man uit het publiek die zich beschik baar moest stellen voor ziin trucs. Ik stond op in die kleren die ik in de gau wigheid gekocht had, en het publiek lag dubbel. We werden meteen geboekt als „doublé act" voor het Prince of Wales- theater in Londen. Maar David noch ik Grote gebeurtenissen werpen niet alleen hun schaduw vooruit, ze overschaduwen ook kleine gebeurtenissen die gelijktijdig plaatsgrijpen. Zo ontketende de ramp met ae Herald of Free Enterprise een dusdanige lawine aan publiciteit dat een antler nieuwsfeit er onopgemerkt onder verdween. Dit nieuwsfeit. „Midden op de Noordzee hangen regelmatig helikopters van de Belgische luchtmacht boven passagiersschepen-in-volle-vaart van de rederij Townsend Thoresen. De piloten laten mariniers neer die in de belastingvrije winkels aan boord inkopen gaan doen Normaal zouden de grijpgrage luchtacrobaten, compleet met hun huisdieren, door Tineke voor de camera zijn gesleept of toch ten minste door Karei van de Graaf en een speciaal voor dit doel geformeerd panel bestraffend ziin toegesproken. Maar onder de druk van onvergelijkbaar veel ernstiger nieuws, eveneens Townsend Thoresen betreffende, ontsnapte deze vorm van proletarisch winkelen, hoe spectaculair op zich ook, aan de aandacht. Majoor Peelaers, bevelhebber van de verantwoordelijke luchtmachtbasis, ontkent natuurlijk. Het gaat om oefeningen, legt hij uit. Van belastingvrij boodschappen doen is seen sprake. „Ja, soms geeft de kapitein een flesje mee om de geest van vriendschap te versterken". Een flesje? Uit de verhoren van kapitein Lewry van het rampschip is gebleken hoe liberaal ze bij Townsend Thoresen denken over het omspringen met alcoholische versnaperingen. Het drankgebruik wordt door ons niet aangemoedigd", verklaarde Lewry met uitgestreken gezicht. Maar in één ademtest gaf hij toe dat ieder bemanningslid per week gratis een halve liter gedestilleerd of een kratje bier krijgt uitgereikt. Hij klonk als de voorzitter van een voetbalvereniging die zijn supporters laat kiezen uit een halve straattegel of een zak met katapulten, en ondertussen André van der Louw bezweert dat hij het voetbalvandalisme niet aanmoedigt. Er lijkt, kortom, alle reden om te geloven aat het bericht over de mariniers die zich met uitpuilende tassen weer in hun helikopters laten hijsen, op waarheid berust. Maar daar gaat het hier niet om. Waar het om gaat, dat is het hoogst originele gebruik waartoe helikopters zich kennelijk lenen. Want binnenkort, vrienden, bloeit weer de hei, en daar vloeien twee gevolgen uit voort. Gevolg A: het volksdeel dat genieten wil van die bloei, ergert zich te pletter aan de helikopters aie eeuwig - waarschijnlijk vanwege de geringe kans ergens tegenop te vliegen - boven de heidevelden aan het oefenen zijn. Gevolg B: de heidevelden kreperen onder de sandalen van het stampvoetende volksdeel. Met name aan dit laatste gevolg kan niet zwaar genoeg worden getild. Bij het Rijksinstituut voor Natuurbeheer te Leer sum hebben ze het haarfijn uitgezocht. Heide heeft veel tijd nodig om zich te herstellen, zelfs van beschadigingen die mensen te voet aanbrengen, ontdekte wetenschapper Henk Beije van dit RIN. Elk gebroken takje of twijgje moet weer aangroeien en een belangrijke factor die de hergroei kan belemmeren, is verstoring van de grond. Die mag namelijk niet worden aangedrukt, zelfs niet aoor sandalen. In tegenstelling tot kapitein Lewry of majoor Peelaers dient Henk Beije onvoorwaardelijk geloofd te worden, want hij ging bij zijn 'onderzoek te werk met dezelfde precisie waarmee Belgische mariniers vanuit een helikopter de belastingvrije winkel van een veerboot weten te vinden. Om loepzuiver te bepalen hoe de planten op zijn proefvelden er bijstonden, zette hij rond elke heidestruik een kistje. Daarna liet hij door kleine gaatjes in de kistjes talloze naalden zakken totdat ze op de planten stuitten. Wanneer er veel naalden diep zakten, wist hii dat de betrokken struik te klein en te dun was gebleven om straks bii te kunnen dragen tot enige purperen bloei van belang. „Drie maanden zijn niet genoeg om de gevolgen van de voetstappen van één enkele wandelaar te laten verdwijnen", heeft Beije met behulp van zijn kistjes en naaldjes vastgesteld. „Regelmatig belopen leidt zelfs tot permanente KschadeEr blijven twee mogelijkheden over. Mogelijkheid A: onder verwijzing naar de Amerikaanse schrijver Mark Twain die heeft gezegd dat mets een landschap zo opfleurt als gebakken eieren met spek, zetten we de kreperende heidevelden vol met snackbars en laten het verder zo. Mogelijkheid B: in navolging van de Belgen worden de helikopters die toch al oefenen boven de hei, benut om gegadigden tot enkele decimeters boven net maaiveld te laten zakken, alwaar ze het genezingsproces van de vegetatie kunnen bewonderen zonder op ae kistjes van Beije te trappen. Boven: Thys Ockersen met dubbelgangersvan Stan Laurel en Oliver Hardy. Rechts: Norman Wisdomzijn schaterlach werkt nog prima. waren geschikt om als duo te functione ren. Dus ben ik alleen doorgegaan". Oc kersen last een scène in uit „The square peg", waarin Wisdom een dubbelrol speelt: zijn „simpele ziel" en een Duitse generaal, die dan ook met wijd open mond „Dein ist mein ganzes Herz na- mime-t. Die mond als een hooischuur, dat hoge stemmetje en een aanstekelijke schaterlach die hij maar hoefde op te zetten om de zaal mee te krijgen, waren Wisdoms handelsmerk. „Mr. Grimsdale, Mr. Grimsdale", piept hij een van zijn hulpeloze kreten van weleer nog eens na door het hotel waar hij Ockersen spreekt. En demonstreert zijn schater lach. Werkt nog prima. Van Wisdom krijg je geen antwoord over het wat en waarom van de humor. In Amerika van regisseur Carl Reiner wel. Reiner was de bedenker en maker van de ooit waanzinnig populaire Dick van Dyke tv-shows, hij regisseerde een aantal komedies van komiek Steve Mar tin („The Jerk", „All of me", „Dead men don't wear plaid") en George Burns in „Oh God". Ockersen: „Je hebt de „comic", de „comedian" en de „comedy actor" volgens Reiner. De comic komt op en is al leuk, de comedian heeft een komische babbel nodig en de comedy actor is een acteur die leuk kan zijn in een bepaalde rol". Reiner - wiens zoon Rob de „meatball" speelde in de Archie Bunker-serie en inmiddels als regisseur ook aan de komedie is geraakt (zou het erfelijk zijn?) - zegt zelf: „Mijn soort komedie verandert naar gelang de tijd. Vroeger waren ze misschien scherper. Elk tijdsbestek heeft een eigen soort hu mor nodig. Nu moet je misschien wat voorzichtiger zijn". Hetzelfde vindt Thomas Chong van het voormalige duo Cheech Chong. Ze werden beroemd met hun hasj- en drugsgrappen. Onder meer in hun slordige in Amsterdam in „no time" in elkaar gemieterde film „Cheech en Chong in Amsterdam". Chong tegen Ockersen: „Dat was in die tijd leuk. Maar toen er doden gingen vallen in de drugsscene kon je die grap pen niet meer maken". Bob Gale, de scenariochrijver van Spielbergs „1941" en Robert Zemeckis' „Back to the futu re" heeft het over de zelfcensuur van film en tv. „Ik liet iemand voor m'n film „Used cars" zeggen: Die auto is zo slecht dat je hem zelfs aan het Braille- instituut niet meer kwijt raakt. Mocht niet. Je zou wel eens blinde mensen aan de buis kunnen schokken. De overleden komiek Jackie Gleason maakte z'n be faamde „fat jokes", grappen over dikke mensen. Dat kan ook niet meer. Dikte is een sociaal probleem. Daar mag je geen grappen mee maken, want stel je voor dat je kwade brieven krijgt". Gale ziet er overigens dodelijk serieus uit wanneer hij over humor praat en lacht pas tijdens de aftiteling van Ockersens fillmpje. „Being funny" is echt „important" voor hem. Hoe kom je nu tot zo'n hit als „Back to the future"? vraagt Ockersen. Gale: „Ik heb op dezelfde high school gezeten als mijn vader. Ik heb een oud jaarboek van hem te pakken gekregen en door zitten bladeren. Daar denk je dan over na: Dezelfde school als je vader. Hoe zou hij als jongen geweest zijn? Had je hem dan aardig gevonden? Daaruit is dat idee van die reis terug in de tijd ont staan". Wat humor is blijft uiteraard onduide lijk. Ook voor Ockersen zelf: „Ik houd ontzettend veel van komedies, maar ik heb er nog nooit een gemaakt. In mijn filmpje „Surprise, Surprise" zitten wel komische scènes met Luc Lutz. Ik wil best een komedie maken, maar of dat in het Nederland van nu kan, ik weet het niet. Ik vind de meeste Nederlandse po gingen mislukt. De enige leuke komedie die we hier gemaakt hebben is nog altijd Haanstra's „Fanfare". In „The impor tance of being funny in America" doet hij niettemin zelf ook een gooi naar de humor. Ockersen struint Hollywood rond en wordt achtervolgd door een ste vige jongedame die zo nodig in de film moet. „Mr. Ockerstein, Mr. Ockerstein" roepend rent ze hem achterna over de zelfde trap, die Laurel Hardy gebruik ten voor hun film „The Music Box". Bovendien kwam Ockersen tijdens een „Sons of the desert"-bijeenkomst van Laurel Hardy-fans in Los Angeles „dubbelgangers" van het duo tegen. Ze mochten taartsmijtend zijn film binnen. Ockersen: „Dat meisje is Wendie Jo Sperber, die ik in New York ontmoette bij acteur Bobby de Chico thuis. Ze speelde een rol in „1941" en ik kreeg ter plekke het idee om haar een rolletje in m'n documentaire te geven". Ockersen is trouwens wel bezig met plannen voor een eigen speelfilm (in scriptstadium). Die moet „Hollywood or Bust" gaan he ten en is door hem geschreven met die zelfde Bobby de Chico samen. „Het ver haal van iemand die naar Hollywood gaat en daar probeert aan de bak te ko men", verraadt Ockersen. „Een beetje autobiografisch van de kant van De Chi co en een beetje documentaire-achtig wat mijn ervaringen met Hollywood be treft". Het is allemaal niet makkelijk met de humor in Hollywood. Komedies genoeg in de maak, maar of ze allemaal even leuk zijn? Thys Ockersen kreeg dé come dienne van Hollywood Nu, Whoopi Gol'dberg, wel te pakken. Via haar Ne derlandse echtgenoot David Claesen. Ockersen: „Whoopi Goldberg wil niet eens een komiek genoemd worden. Zelfs actrice is haar te eng, ze wil „actor" ge noemd worden". Citaat van de zwarte actrice met de grote tanden en het rasta kapsel: „Ik wil rollen spelen die óók grappig zijn. Zoals William Hun in „The big chili" grappige dingen zegt, maar gewoon een goede rol speelt. Wat in Hollywood onder leuke scripts wordt verstaan, is vaak teleurstellend. Ik houd nog het meest van de humor van Frank Capra, maar vooral Billy Wilder". Humor, je kunt er nauwelijks over pra ten. „Het is iets erg persoonlijks", zegt Bob Gale. „Ik kan erg om The Three Stooges lachen, maar mijn vrouw ver trekt er echt geen spier bij". Humor ligt op straat, is misschien nog wel het aller beste dekkende cliché. Ockersen merkte het ook. Hij wilde de stokoude, maar nog altijd - inclusief lange Havanna-si gaar - actieve komiek George Burns voor zijn programma hebben. Diens ma nager heet Irving Fine. Een ook al oude man, die twee klanten had: Burns en ko miek Jack Benny. Benny is dood. Ocker sen belt hem met de mededeling dat hij een film over „comedy" wil maken. Antwoordt Fine automatisch: „George Burns is niet bereikbaar". Absurde hu mor. Vroeger lag het allemaal helderder. In de tijd van Stan Laurel en Oliver Hardy. Ook daarover een film van Oc kersen in VPRO-verband. Hij ging naar het Laurel Hardy-museum in het En gelse UI verston (Lake District) waar de ex-burgemeester Bill Cubin alles verza melt wat maar met de Dikke en de Dun ne te maken heeft. „Zestig jaar Stan en Ollie" heet Ockersens tweede documen taire. Hij sprak er ook voor met de dochter van Stan Laurel. Op een „home movie" laat die zien hoe bang ze als kind was voor de Dikke Hardy. Waar om? Omdat die haar vader altijd sloeg in z'n films. Het huiskamerfilmpje toont Ollie die z'n best doet om kindvriende lijk te zijn, maar de kleine juffrouw Lau rel vlucht naar de schoot van Pa. De eerstvolgende film van het duo heet „One good turn". En daarin geeft de Dunne Stan opeens Dikke Ollie een pak slaag. Speciaal voor z'n dochter. Ook humor. BERT JANSMA Thys Ockersens docu mentaire „The impor tance of being funny in America" wordt op 2 au gustus aanstaande door de VPRO vertoond de komedie The produ cers" (met Gene Wilder en Zero Mostel). Verdere onderwerpen in de „humormaand" bij de VPRO: 9 augustus - interview Rudy Carrell, een Fo rum over de Lach, Oc kersen documentaire „Zestig jaar Stan en Ol lie" en ae Laurel Har- dy-komedie Swiss Miss". 16 augustus - interview met Jos Brink, een docu mentaire over komiek Jerry Lewis en diens film „Disorderly orderly". 23 augustus - interview met Seth Gaaikema, do cumentaire over Buster Keaton en Woody Aliens satire „Everyhting you always wanted to know about sex but were afraid to ask". 30 augustus - interview met André van Duin, programma over Humor in de politiek en een tv- show van Richard Prvor: „Richard Pry or: here and now". V

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 21