„Ander
mens geworden"
het je
AFS interkulturele
jongerenuitwisseling jubileert:
£ekUe SoinaTit
ZATERDAG 25 JULI 1987
AMSTERDAM - „Wederzijds be
grip bevorderen tussen verschillen
de culturen", da's makkelijker ge
zegd dan gedaan. Het staat als alge
heel streven vermeld in de boeken
van het in Amsterdam gevestigde
AFS Interkulturele Jongerenuitwis
seling. Het is de vraag of de
157.901 jongeren die de organisatie
tot dusver tussen negentig landen
„uitwisselde" het zó zullen om
schrijven. Zij zeggen het op hun ei
gen manier: „Nederland stug? Nee
hoor! Misschien heb ik gewoon ge
luk gehad, maar tot nu toe ben ik
alleen aardige mensen tegengeko
men", zoals Margrèt Vala Krist-
jansdottir uit IJsland het kortgele
den na een jaartje verblijf bij een
Nederlands gastgezin uitdrukte.
AFS viert dit jaar haar veertigjarig be
staan, zonder al te veel bombarie, maar
mét de wetenschap dat steeds meer bui
tenlandse jongeren willen kennismaken
met de Nederlandse cultuur. Via de in
ternationale AFS-vestiging in New York
melden zich elk jaar zeer veel kandida
ten om in Nederlandse gastgezinnen te
worden geplaatst. Te veel om te kunnen
verwerken, zegt Wim Ploeg in het AFS-
kantoor aan de Amsterdamse Keizers
gracht. „We hebben voor het lopende
jaar ten minste nog vijftien gastgezinnen
nodig om alle buitenlandse jongeren een
jaar lang een vaste plek te kunnen ge
ven. Ook voor het seizoen '88/'89 willen
we alvast met gegadigden in contact ko
men".
Afgelopen woensdag zijn per vliegtuig en
per trein tachtig buitenlandse jongeren
in ons land aangekomen. Begin augustus
vertrekken weer honderd Nederlanders
naar het buitenland. Al die 180 jongeren
komen bij families terecht die er bewust
voor hebben gekozen iemand een jaar
lang onderdak te bieden. De omstandig
heden van het gezin en de motivatie van
de gezinsleden zijn, voordat er iemand
wordt geplaatst, grondig onderzocht.
Vrijwilligers van AFS gaan zelfs een keer
bij de mensen op huisbezoek om een in
druk te krijgen van de situatie waarin
een buitenlander terecht kan komen.
„Wat ons betreft kan het ook om een
eenoudergezin gaan of om mensen zon
der kinderen. In principe kan alles, men
hoeft geen groot huis te hebben of welge
steld te zijn. Belangrijker is de motiva
tie. De gezinsleden moeten bereid zijn
een plaats in te ruimen voor een nieuw
lid, dat niet slechter en niet beter moet
worden behandeld dan de eigen kinde
ren. Meestal slaagt die opzet. Sterker
nog: heel vaak spelen zich op Schiphol
hartverscheurende taferelen af als de
buitenlandse gast het gezin weer gaat
verlaten", aldus Ploeg.
Vrijheid
Voordat iemand in een gastgezin wordt
geplaatst, moet er heel wat onderzoek
worden verricht. Zo wordt bekeken of
gezin en gast elkaar zullen „liggen".
„Een jongen die thuis veel vrijheid ge
wend is, zal door ons niet in een familie
worden geplaatst waar de ouders de
touwtjes zeer strak in handen hebben.
Ook letten we op de financiële situatie.
Een meisje dat het thuis zeer rijk heeft
zal niet in een gezin terechtkomen waar
ze met moeite kunnen rondkomen. Let
ten we niet op zulke dingen, dan vergro
ten we de kans dat we na een paar
maanden alweer een ander gastgezin
moeten vinden omdat het maar niet wil
boteren. Voor beide partijen geldt in elk
geval dat ze zich moeten aanpassen".
Nederlandse gezinnen die overwegen
zich aan te melden, kunnen erop reke
nen dat ze iemand krijgen die tussen
ze.stien en negentien jaar oud is. De gast
zal gewoon naar een Nederlandse school
gaan. „Soms zullen ze in dat jaar specia
le projecten doen of een aantal spreek
beurten houden over hun land. Vaak
hebben ze een vereenvoudigd vakken
pakket, alleen al omdat ze zeker in het
begin een taalachterstand hebben. Dat
trekt meestal snel bij, ook al doordat de
scholen die meewerken soms extra taal-
Tachtig
buitenlandse
jongeren zijn
deze week in
Nederland
aangekomen
voor een
verblijf van een
jaar in een
gastgezin.
FOTO:
DIJKSTRA
begeleiding geven". Alle buitenlanders
gaan overigens in de eerste week na aan
komst in een taaikamp, waarna ze hun
gastgezin ontmoeten.
De tijdelijke ouders nemen in feite al
leen kost en inwoning voor hun reke
ning. De school- en ziektekosten, verze
keringen en zakgeld zijn voor rekening
van de organisatie. De deelnemers heb
ben daar zelf voor een deel al aan mee
betaald: zo kost een jaar buitenland voor
een Nederlandse jongere tussen de acht
en tienduizend gulden. Ploeg benadrukt
dat daarin ook een bijdrage zit voor een
fonds waarmee minder draagkrachtigen
een handje geholpen worden bij het fi
nancieren van de uitwisseling van hun
kind. „We vinden dat in principe nie
mand bij dit programma mag afhaken
op financiële gronden".
ARJEN VAN DER SAR
Rob Wildeman na een jaar Australië: tyAls
ze je niet plagen en pesten, dan moeten ze
je niet".
FOTO: DE JONG EN VAN ES
Gastgezin Andries, met v.l.n.r. Judith,
Jans, Truus en Mirjam. „Onze dochter
een jaar weg, een ander ervoor in de
plaats".
FOTO: PETER VAN MVI.KEN
„G'day mate!". De zeventienjarige
Rob Wildeman uit Rotterdam
heeft duidelijk moeite de taal los te
laten van het land waar hij kortge
leden een jaar is geweest. Een lieve
gastmoeder in het snikhete en gort
droge Adelaide ontfermde zich
over Rob en in één klap had hij
niet alleen een Rotterdamse maar
ook nog vier Australische zussen.
,,'t Was absoluut geen vakantie, ik heb
op z'n minst een jaar nodig om bij te ko
men en alles te verwerken", zegt de Rot
terdamse scholier die nog zo vol is van
zijn avontuur dat hij er urenlang over
door kan praten.
Rob ging een jaar lang naar een Australi
sche school, waar hij net als alle andere
kinderen in een groen-grijs-wit uniform
met stropdas moest lopen. Hij kreeg les
in Engels, literatuur, wiskunde, kunst,
ontwerp- en computerkunde.
Elk onderdeel van het leven was in Au
stralië anders, zodat Rob een jaar lang
zijn beste beentje heeft moeten voorzet
ten. „Ik heb voor m'n plaats moeten
knokken, zowel in het gezin waar ik te
rechtkwam als op school en op straat. Er
waren momenten dat je je te veel voel
de, waarop wat van je veerkracht werd
geëist. Het is het vechten met jezelf waar
je enorm van leert", aldus Rob. Hij
heeft aan vrijwel alles moeten wennen
tijdens zijn verblijf, aan dagelijkse din
gen en cultuurverschillen. „Alleen het
schoolgaan was al een wereld van ver
schil. Daar denkt de leerkracht voor je;
hij gaat er niet van uit dat je zelf inbreng
wilt hebben. Uiteraard kreeg ik het dan
ook aan de stok met een leraar die op de
gebruikelijke autoritaire toon vroeg
waarom het bovenste knoopje van m'n
overhemd openstond. De klas hield de
adem in, want met m'n stomme kop gaf
ik weerwoord. Het liep met een sisser
af'. Moeite had hij ook met de gebrui
ken van het land. „Australiërs pesten el
kaar voortdurend en heel hard. Als ze je
niet plagen en pesten, dan moeten ze je
niet. Dat had ik pas laat door, maar toen
ging ik het net zo hard terugdoen. Het is
een manier van leven. Zo heb ik begrip
moeten opbrengen voor ontzettend veel
cultuurverschillen tussen Nederland en
Australië".
Robs geval bewijst dat niet alleen welge-
stelden in staat zijn hun kind een jaar in
het buitenland te laten „rijpen". Het ge
zin leeft van een bijstandsuitkering; het
betalen van de dubbele kinderbijslag van
een jaar was voldoende, de rest werd bij
gepast door de uitwisselorganisatie.
Robs moeder heeft in dat jaar een be
hoorlijke financiële veer moeten laten,
maar is blij dat ze het heeft gedaan. Ze
meent dat haar zoon, voor het vertrek
bepaald geen studiebol, zeer gemoti
veerd is teruggekeerd van „down un
der". Rob zelf: „Ik heb geleerd op school
keihard te werken, ik moest wel. In ze
kere zin ben ik als een ander mens terug
gekeerd". Die motivatie heeft Rob hard
nodig om via het volwassenenonderwijs
zijn nieuwe levensdoel te verwezenlij
ken: terug naar Australië om er een be
staan op te bouwen. Daarvoor heeft hij
school- en vakdiploma's nodig om een
goed beroep te kunnen kiezen. „Ik heb
nu een duidelijk levensdoel, wat dat be
treft ben ik een ander mens geworden.
In Australië weten ze dat ik terugkom, ik
voel me opgsloten in dit kippenhok van
Nederland".
„Toen onze dochter Judith voor
een jaar naar Amerika vertrok,
hadden we een kamer over. Het
was dus voor ons niet zo'n gek
idee: het ene meisje een jaar weg,
een ander ervoor in de plaats".
Jans en Truus Andries uit Berkel en Ro
denrijs hebben al twee keer een jaar lang
een buitenlandse gast in hun gezin ge
had. Hun oudste dochter Judith heeft
zelf aan den lijve ondervonden hoe een
uitwisseling gaat en haar zus Mirjam
vertrekt zeer binnenkort naar een gastge
zin in de Amerikaanse staat Georgia. De
familie Andries weet dus waarover ze
praat. Met een tussenpoos van een jaar
(Truus: „Qm bij te komen"), hadden ze
Kim en Laura uit North-Carolina in
Argentinië,
Australië,
Japan of
Panama
Wie via een uitwisselingsprogramma naar het buiten
land wil, moet niet te licht denken over de zwaarte
van zo'n onderneming. Wim Ploeg van AFS: „Het is
namelijk wel even wat anders dan een vakantie. Op
vakantie hoef je je niet aan te passen, je blijft toch
niet langer dan een paar weken. In zo'n uitwisselings
jaar wordt een jongere met de neus op de feiten ge
drukt. De wereld is veel groter dan Nederland, er zijn
andere manieren van leven en denken dan alleen die
van jezelf. Na een jaar komen de meesten terug als
een heel ander, vrijwel altijd beter mens. De meesten
zijn - dat zeggen ouders vaak - veel zelfstandiger ge
worden, rijper geworden. Ze zijn gedwongen na te
denken over zichzelf en de wereld".
Wie naar het buitenland gaat, wordt vooraf terdege
voorbereid, meestal door vrijwilligers die zelf al eens
via AFS de wijde wereld in zijn geweest. „Gaat er bij
voorbeeld een Nederlands meisje naar Venezuela,
dan zal ze vooraf leren dat het een land is waar onge
trouwde vrouwen zich heel anders gedragen. Het is
een conservatiever en katholieker land dan Neder
land, waar geen meisje ergens heen gaat zonder bege
leiding. Zulke en andere cultuurverschillen worden
voor het vertrek naar het buitenland besproken in
info- en oriëntatieweekends".
In sommige landen beginnen de scholen pas in janua
ri. Voor het komende schooljaar heeft AFS nog plaat
singsmogelijkheden in .Argentinië (2), Australië (2),
Japan (2) en Panama (2). Wie met het idee rondloopt
zich voor het programma van volgend jaar aan te
melden doet er goed aan het volgende lijstje eens te
bekijken. Dit zijn de plaatsingsmogèlijkheden voor
Nederlandse jongeren in het seizoen '88/'89: Noorwe
gen 2, Portugal 3, Spanje 3, Zweden 3, Turkije 2, Tu
nesië 3, Thailand 2, USA 55, Venezuela 2, Australië
2, Oostenrijk 3, Barbados 2, Brazilië 2, Canada 5, De
nemarken 3, Ecuador 2, Finland 3, Frankrijk 2, Indo
nesië 2, Italië 3.
De AFS Interkulturele Jongerenuitwisseling is telefo-
r nummer 020 - 269481.
nisch te bereiken onder r
huis; Laura heeft pas enkele weken gele
den haar Hollandse familie verlaten.
„Vooral Laura verbaasde zich over van
alles en nog wat toen ze net hier was",
herinnert vader Jans zich. „Alle grenzen
met andere landen op ruim een uur rij
den, Parijs zo dichtbij. Ze kwam uit een
afgelegen plaats. De straat waarin we
wonen vond ze al druk, terwijl het hier
voor Nederlandse begrippen verschrik
kelijk stil is".
Hoewel het uitgangspunt voor gast
ouders is dat hun gast hetzelfde wordt
behandeld als de eigen kinderen, is dat
in het begin niet eenvoudig. Truus: „Je
probeert een beetje rekening met haar te
houden, alles is hier natuurlijk vreemd.
Kijkt ze sip, dan hoeft dat niks bijzon
ders te betekenen, maar het kan ook zijn
dat ze heimwee heeft. Het is een kwestie
van aftasten". Net als in elk ander gezin
kwamen bij de familie Andries ook klei
ne en grote ergernissen voor. Een deel
ervan had te maken met de andere op
voeding die Kim en Laura hadden geno
ten. „Gastzus" Miijam: „Het gaat echt
om kleine dingetjes. Ze zijn daar niet ge
wend om zoals bij ons de deur van het
toilet op slot te doen. Als die deur dicht
is dan is het toilet bezet, staat de deur
op een kier dan is-ie vrij. Zo was Laura
dat gewend, maar daarover maak je na
tuurlijk geen ruzie". Ergernis ontstond
ook wel eens over de eetgewoonten van
de gasten, maar ook daarover zijn nau
welijks harde woorden gevallen. Vader
Jans: „Het is de kunst om tegenover je
gast eventuele ergernis niet op te krop
pen. maar om die uit te spreken. Dat
werkte met Kim en Laura net zo goed
als met onze eigen dochters".
Slechts eenmaal is moeder Truus razend
geworden op Laura. „Dat was toen ik
schoon genoeg had van haar lakse hou
ding. Iedere student die naar een ander
land gaat, wordt geacht zich te verdiepen
in de taal. Maar zij deed Diet veel moei
te, dat kwam pas nadat ik haar in het
Nederlands eens goed had laten weten
wat ik van haar houding vond. Dat had
succes. Toen ze weer terugging naar
Amerika had ze de taal redelijk onder de
knie".
Zowel Laura als Kim zijn in hun jaar bij
de familie flink veranderd. „We hebben
ze allebei zien groeien. Laura was een
meisje dat wel wat van Amerika wist,
maar verder weinig. Op het laatst was ze
in van alles *geinteresseerd, in andere
mensen, het journaal, de politiek. Toen
ze hier wegging wist ze meer over haar
eigen land dan toen ze kwam en was ook
genuanceerder over haar land gaan den
ken". Ook gastvader. -moeder en -zus
hadden intussen veel geleerd, zo geven
ze achteraf aan. „Je raakt wat meer geïn
teresseerd in wat zich buiten Nederland
bevindt. Ik geloof echt dat het ook onze
blik heeft verruimd", aldus Truus.
Ondanks de minder plezierige gebeurte
nissen die elk gastgezin wel meemaakt,
vinden Jans en Truus toch dat ze het
hebben getroffen. „Slaande ruzie om
huisregels of zo hebben we nooit gehad
en ze waren nooit onhandelbaar. On
danks de zo andere omgeving pasten ze
zich goed aan, net als een gastgezin dat
moet doen. Dan is het net of het je eigen
dochter is". Nu hun beide eigen dochters
straks het huis uit zijn, denken vader en
moeder vooralsnog niet aan nóg een jaar
gastouderschap. „De situatie is nu zo an
ders. Voor een gast is het heel prettig om
een zus te hebben in het gastgezin. Dat
kunnen we nu niet meer bieden. We
denken er nog over".