AtvVe 'finale' Verslaafd Top Knaller Formule Speeltijd Neel ZATERDAG 18 JULI 19® trouwens een avontuurlijke tijd, we trok ken door heel Europa. Het nadeel vat zo'n groep is dat je heel afhankelijk beni van hits. Sta je niet in de hitparade, dat heb je weinig werk. Door het uitblijven van hits liep het voor Unit Gloria al sne af, maar voor mij diende zich alweer iets nieuws aan. Peter Koelewijn ging eet plaat opnemen met Don Mercedez: „Rocky". In dat nummer moest eet meisjesstem voorkomen en Peter vroeg of ik dat wilde doen. Ik deed het en hei liedje werd een knaller. Zo verzeilde il in het Nederlandstalige repertoire". „Door het succes van Rocky kwam Pe ter met nog een Nederlandstalig num mer aanzetten: „Dokter Bernhard". Ik heb de strekking van dat liedje behoor lijk onderschat. Het ging over iemand die dood lag te gaan in het ziekenhuii Ik heb daar heel wat negatieve reacties op gehad. Mensen zagen het als vals sen timent. Mensen die zelf zoiets achter de rug hadden vonden me gemeen. Achter af gezien had ik het nooit moeten opne men". „Ik zou het liefst luisterliedjes gaan zin gen, maar of het publiek dat accep teert Benny Neyman schrijft geregeld teksten voor mij en daarin kan ik me he lemaal vinden. Ik kan er niet toe komen zelf teksten te schrijven. Ten eerste denk ik dat ik het talent er voor mis en ten tweede komt m'n verlegenheid weer om de hoek kijken. Als ik een tekst van een ander zing heb ik het veilige gevoel dal ik het niet over mezelf heb. Na „Dokter Bernhard" ben ik heel kritisch geworden op teksten. Vroeger zong ik kritiekloos wat Peter Koelewijn had geschreven, maar dat is de laatste jaren wel veran derd. Ik ben volwassen geworden. Peter is de beroerdste niet, ik heb twaalf jaar met hem samengewerkt, maar op de een of andere manier kwam het er niet van dat ik inspraak had. Om een zakelijk meningsverschil zijn we uit elkaar ge gaan, maar het is achteraf goed geweest dat ik afstand nam van iemand die alles maar voor mij deed en voor me dacht". Oi „Ik ben verslaafd aan muziek. Ik raak al mijn frustraties in zingen kwijt. Als een optreden goed is geslaagd kan ik daar tij den op teren. De spanning vóór een op treden raak ik nooit helemaal kwijt, maar als het eenmaal achter de rug is ben ik de meest ontspannen mens ter wereld. Voor het Songfestival moest il voor de televisie drie liedjes live achte elkaar zingen. Ik bestierf het van de ze nuwen: man, dacht ik, waar ben ik aan begonnen. Tien minuten voor ik op moest wilde ik tegen mijn man zeggen: „Start de auto maar, ik durf niet meer". Maar toen ik voor de microfoon stond vielen alle zenuwen van me af. Ik kwam zelfs heel zelfverzekerd over. Ik was zo geconcentreerd bezig dat ik geen tijd meer had om zenuwachtig te zijn". HARRY DE JONG In de herfst van dit jaar viert zangeres Bonnie St. Claire (Bonnie Swart) uit Tiel een jubileum: als de bladeren van de bomen vallen zit ze precies twintig jaar in de popmuziek. In het kantoor van haar platenmaatschappij Phonogram zet ze de zaken van de afgelopen twee decennia even op een rijtje. Een glaasje witte wijn bij de hand. gaan we wat van maken. Aan het eind van '67 kwam mijn eerste single uit en sindsdien ben ik niet meer weggeweest". „Dat eerste plaatje werd matig verkocht, ik geloof vijfhonderd stuks, maar ik kreeg ontzettend veel aandacht van de pers. Er waren bijna geen popzangeres sen in Nederland, dus was ik iets unieks. Ja, je had Willeke Alberti, Trea Dobbs, Ria Valk en Anneke Gröhnlo, maar die zongen geen pop. Ik kwam met een En gelstalige plaat en de hele pers viel er overheen. Koelewijn had een biografie gemaakt met kreten als: nieuwe, blonde sexy zangeres. Iedereen wilde mij wel eens zien. En wat zagen ze? Een heel schuchter, verlegen blond meisje. Dat viel tegen. Het heeft daarna nog drie jaar geduurd voor ik mijn eerste grote hit kreeg: „I won't stand between them". 6»"" FOTO: PR HILVERSUM - „Nee, ik ga niet veel tamtam van dat twintigjarig jubileum maken. De mensen den ken dan meteen dat je stokoud bent omdat je al zo lang in het vak zit. Niet dat ik me ervoor schaam om te zeggen dat ik zevenendertig ben. Ik was zeventien toen het alle maal begon. Ik was in Zeeland op vakantie en op een avond trad Pe ter Koelewijn in de buurt op. We raakten aan de praat en ik vertelde hem dat ik in een amateur-triootje zong. Hij zei toen: ik kom een keertje naar een optreden van jullie kijken. Hij gaf me z'n telefoon nummer en ik heb hem eerst tien keer moeten bellen voor hij kwam. Maar dat vond ik niet erg: ik had contact met iemand uit de showbu siness en Peter was de kruiwagen die ik nodig had". „Ik zong met die twee andere meisjes een soort folk-repertoire in het Neder lands. Enfin, na het tiende telefoontje kwam Peter luisteren. Die twee andere meisjes vond hij maar niks, maar mij zag hij wel zitten. Ik was met die meisjes in contact gekomen via een advertentie in de krant. Ik was iemand die altijd thuis zat te gitaarspelen, ik was erg ver legen en speelde nooit met vriendinne tjes. Mijn moeder dacht: dat kind moet er nodig uit en zij kwam daarom met die advertentie aanzetten. Twee meisjes zochten een derde stem om een trio te vormen. Het is heel goed voor mijn ka rakter geweest dat ik ben gaan optreden. Ik heb mijn verlegenheid ermee over wonnen". Peter Koelewijn was een chaoot. Ik heb er tijden achteraan moeten lopen voor hij werkelijk iets voor mij ging doen. Maar op een dag mocht ik langskomen met een bandje dat ik zelf had gemaakt. Daarop stond het nummer „It takes two". Peter hoorde het en zei: ja, daar „M'n ouders waren geweldig trots op me. Ik kom uit een echt arbeidersmilieu. Mijn vader was schipper en ik ben „on derweg" geboren, op een schip. Later is mijn vader parkeerwachter geworden. Voor een hele eenvoudige familie als de mijne was het een wonder dat ik op de radio en televisie kwam. Een regelrechte sensatie. Ik wist zelf ook niet wat ik hoorde toen ik voor het eerst op de ra dio was". „Ik heb nooit echt de top gehaald, maar ik ben daar niet rouwig om. Ik ben daar om nooit diep gevallen. Toch kent ieder een mijn naam, ik word herkend op straat en ik zit nooit om optredens verle gen. Ik vind dat voldoende. In die twin tig jaar dienden zich altijd weer nieuwe wegen aan. Nadat ik vijf jaar als soliste had gewerkt kwam ik bijvoorbeeld bij Unit Gloria en Robert Long terecht. In de jaren zestig had je nog niet zoveel goede orkesten. Tegenwoordig is dat an ders, maar in die tijd vierde amateuris me hoogtij. Ik baalde daar behoorlijk van. In een interview vertelde ik dat ik dolgraag met een vaste groep wilde wer ken om van dat geklungel af te zijn. De jongens van Unit Gloria lazen dat ver haal. Op dat moment waren ze op zoek naar een zanger, want Robert Long had hen net verteld dat hij wilde opstappen. Het leek hun manager echter aardig om in plaats van een zanger een zangeres te nemen en daarom kwamen ze bij mij. Zo kwam ik in Unit Gloria terecht". „Robert had de band nog niet definitief verlaten, hij had zijn plannen voor de toekomst nog niet helemaal rond. Hij wilde Nederlandstalig repertoire gaan doen. Hoe dat is uitgepakt, is algemeen bekend. Robert heen me ingewerkt bij de groep en dat ging zo leuk dat hij nog een hele tijd is gebleven. Anderhalf jaar om precies te zijn. Peter Koelewijn zag het eerst helemaal niet zitten, maar hij begon toch nummers voor ons te ma ken. En toen kwam hij met het'lumineu ze idee voor „Clap your hands and stamp your feet". Dat werd een wereld hit. Er zijn miljoenen van verkocht". „Alles schijnt bij mij "in periodes van vijf jaar te gaan. Ook met Unit Gloria heb ik precies vijf jaar gewerkt. Dat was ?n, ga, mammm nes, bedrijfshallen, overal zijn ze bezig. Soms dringen de klanken van de postpunk-generatie door de muren heen, maar meestal komen de creatieve roerselen van die hon derden, zo niet duizenden groepjes nooit die bedompte ruimtes uit. Ze mogen dan allemaal verschillend zijn, ze hebben één droom gemeen: ooit eens uit de grauwe anonimiteit te treden en beroemd te worden. Momenteel wordt er door al die groepjes extra hard geoefend. De Grote Prijs van Nederland is name lijk aanstaande. De meeste groepen weten inmiddels dat dit nationale muziekconcours een ideale spring plank kan zijn naar meer bekend heid, optredens en succes. Een ge sprek met de man die aan de wieg heeft gestaan van de Grote Prijs, F er Abrahams. AMSTERDAM - „Dit jaar zijn we naarstig op zoek naar avontuurlijke groepen. Groepen die iets uitstra len, met bezieling op het podium staan en voor een leuk optreden kunnen zorgen. Het zou zelfs mo gelijk moeten zijn om appels met peren te vergelijken. In feite zijn hardrock- en reggaegroepen heel verschillend maar als je niet de muzieksoort maar de levendigheid en avontuurlijkheid als graadmeter neemt, dan kun je best een objec tief oordeel vellen. Er zal in elk ge val minder op techniek worden ge let". Dat zegt de Amsterdamse journalist Fer Abrahams, publiciteitsman van de Stich ting Grote Prijs van Nederland die dit nationale muziekconcours voor popgroe pen voor de vijfde maal organiseert. In een café vertelt Abrahams, die je qua ui- jaar stonden groepen in de finale die duidelijk op een hit mikten. Voorbeel den hiervan zijn Longstoryshort, Lois Lane en Line. En dit jaar hopen we dus meer avontuurlijke groepen te krijgen". Er is in het verleden veel kritiek geuit op de competitiesfeer. Nederland is immers al vergeven van kwissen en spelletjes. Er zijn groepen die pertinent niet willen meedoen omdat ze het idee van een mu- ziekwedstrijd verwerpen. Was er geen andere formule te bedenken? „Ik zou er geen weten. Ik daag iedereen uit die een betere formule weet. Kijk, zo'n wedstrijd is immers een graadmeter voor de plaats waar je in het vaderland se popwereldje staat. Hoe lang moet je als muzikant blijven geloven dat je fan tastisch bent? Zolang je alleen maar dat ene optreden op Koninginnedag voor fa milie en vrienden hebt, zul je alleen maar in die mening gesterkt worden. Doe je aan de GP mee, dan zul je een keer pittige kritiek moeten slikken. En dat komt de groepen alleen maar ten goede. Verder betekent zo'n formule dat groepjes extra hard aan het repeteren gaan om goed beslagen ten ijs te komen. Een groep als I've Got The Bullets zou er nooit gekomen zijn als ze niet aan de GP had meegedaan. Juist door die wed strijd en natuurlijk haar klasse kreeg de groep de gewenste publiciteit. Volgens mij laat je gewoon een kans liggen als je als groep er niet aan meedoet". De GP is vooral een live-evenement. De winnende groepen hoor je nauwelijks op de radio. De organisatie is verschillende malen gevraagd contact te leggen tussen het live-circuit en de radio en televisie. Lukt dat niet of wil de organisatie hier niet aan? „De GP is voornamelijk in het leven ge roepen om groepen aan werkgelegen heid, dus optredens te helpen. Contact leggen met radio en tv is voor ons geen primaire doelstelling. Dat er voor het concours steeds meer belangstelling van uit Hilversum komt (Vara, Veronica, KRO) staat ontegenzeggelijk vast. Maar natuurlijk hou je altijd omroepen die niets met de GP van doen willen hebben of de muziek niet geschikt voor hun pro gramma's vinden. In- het algemeen zou den de groepen wat minder aan radio, tv en clips moeten denken. Van de Neder landse platenindustrie hoeven ze op dit moment weinig te verwachten. Veel live- optredens, veel spelen met elkaar, dat is belangrijk". In de voorronden moet een groep zich in een kwartier bewijzen. Is dat niet wat weinig speeltijd? „Als ze het in een kwartier niet kunnen dan kunnen ze het in een half uur ook niet. De zanger van de hardrockgroep Heloise zei het als volgt: „Jongens, we hebben maar een kwartier en daarin ge ven we alles". Zo moet het ook". Als reactie op de GP vinden overal in het land festivals plaats, die volgens een zelfde recept werken. Abrahams vindt dat prima. „Hoe meer festivals, hoe be ter. Dat betekent immers optredens en werkgelegenheid voor de groepen en daar is het ons uiteindelijk om te doen. In Amsterdam bestaat er sinds kort een zogenoemde Loosers Party waar dus groepen optreden die het niet gehaald hebben. Op deze wijze kun je je als groep etaleren voor een hoop mensen en krijg je een hoop publiciteit". Er wordt wel eens gesteld dat de kwali teit van Nederlandse groepen niet best of zelfs slecht is. Veel naaperij, slechte liedjes, een beroerde uitspraak van het Engels en weinig originaliteit. Klopt dat? „Eh nee, dat vind ik niet. Ik ben in al die tijd telkens weer leuke dingen te gengekomen. Slechts bij een paar voor rondes was het puur slecht. Je moet wel bedenken dat bij de GP de B- en C-cate- gorie van de Nederlandse pop aan bod komt. Het is natuurlijk leuk als George Kooymans mee zou doen, maar dat is natuurlijk niet het geval. Overigens kan ik me volledig vinden in de uitspraak van Jan Kassies, die stelt dat popkunst niet mogelijk is als er geen brede basis is. Als je mij zou vragen wat ik in Ne derland nu echt goed vind, dan zeg ik Mathilde Santing. Dat is puur vakman schap wat die vrouw brengt. Een unieke zangeres. Dat kom je toch weinig tegen in Nederland", besluit Fer Abrahams zijn verhaal. Bij het afscheid voegt hij hier nog aan toe, dat hij „God uit de hemel bidt voor leuke, avontuurlijke groepen". Op 12 de cember, als alle voorrondes zijn geweest en de finale van de Grote Prijs plaats vindt, weten we of zijn gebeden zijn ge hoord. HENK WANINGE £eicUe@ou/iaitt De formatie I've Got The Bullets. De windeieren gelegd. terlij k een kruising van Elvis Costello en Woody Allen zou kunnen noemen vol passie over alle ins and outs over „zijn" GP. Ter introductie: de Amsterdammer wordt in een special over dit muziekfes tijn omschreven als „het voorbeeld van de jongen die maar geen instrument on der de knie kon krijgen en, eenmaal te Prijs van Nederland heeft de groep geen FOTO: PR oud om nog als hopman te fungeren bij de padvinders, koos voor een carrière als popdeskundige bij het muziekblad OOR". Het idee voor een dergelijke muziekwed- strijd, zo doceert Abrahams, ontstond in het begin van de jaren tachtig. Nede- landse groepen kwamen toen nog maar nauwelijks aan de bak. Dat was een doorn in het oog van het muziekblad OOR en de Stichting Lochem 7000 die jaarlijks voor Hemelvaartsdag een pop concert organiseert. Gezamenlijk zetten zij zich in om een talentenjacht voor Nederlandse groepen in het leven te roe pen en zij wisten de Vara voor dit initia tief te interesseren. In 1983 kon de eer ste (experimentele) editie van de Grote Prijs worden gehouden. Abrahams: „We hielden toen twee voor rondes en één finale. We nodigden zelf 23 groepen uit en uiteindelijk werd de groep Neel de winnaar. Die timmerde een tijdlang behoorlijk aan de weg en dat leverde de nodige publiciteit op. Een jaar later volgde een GP met een formu le zoals we die nü nog kennen. Dat wil zeggen met een open inschrijving. In to taal namen 160 groepen hieraan deel. Die voorrondes bleken een gouden greep te zijn. Ga maar na: voor vijf piek kon je tien verschillende groepen aan het werk zien. De pauzes waren kort, want de groepen hadden de verplichting de boel in tien minuten tijd op te bouwen". „Met winnaar Gaga schoten we echt midden in de roos. We hadden geen be tere ambassadeur voor de Grote Prijs kunnen bedenken. Een uitstekende live- act, goede muzikanten en Nederlandsta lige teksten. In '85 gingen we bij de voorronden naar acht groepen per avond terug. Behalve volle zalen kregen we, of liever gezegd de jury, een storm van kritiek op de keuze van Gin on the Rocks als nummer één. Het Amsterdam se publiek pikte het niet dat nota bene een hardrockgroep met de eer ging strij ken. Groepen als I've Got The Bullets en 5 Slag 1 Wijd werden veel hoger aan geslagen. Maar goed, de jury heeft het laatste woord en voor een ieder was dui delijk dat ook een groep kan winnen die niet uit de Randstad komt en een mu ziekstijl brengt die de trendy Amster dammers absoluut niet ligt". „Op dat moment kreeg ook Hilversum in de gaten dat er op die GP iets bijzon ders gebeurde. Behalve de Vara ging Ve ronica aandacht besteden aan het evene ment. Met I've Got The Bullets hadden we overigens een prachtige prijsgroep. De groep kreeg een fantastisch platen contract en zo kon ook een groter pu bliek kennis maken met de groep. Vorig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 22