£eidóc Qowuvnt Marjan Olyslager ongehinderd over de hindernissen Pat Murphy's enthousiasme steekt honkballers aan „IN MIJN SPORT WORD JE KAMPIOEN BIJ GEBREK AAN BETER" Babbeltje Vakantiekracht Spijtig Ritueel Saai Fanatisme ZATERDAG 11 JULI 1987 RECHTS: Marjan Olyslager neemt de hindernis met succes, iets waar ze de laatste tijd soms moeite mee had. FOTO: ANP CAPELLE AAN DE LJSSEL/LEI- DEN - Het plafond van de ruime flatwoning telt pas één lampje, de hal staat vol verhuisdozen en hier en daar ligt een stuk gereedschap te wachten op gebruik. „Als je een beetje handig bent, mag je gerust langskomen", luidt de hartelijke invitatie van Maijan Olyslager. De atlete heeft dezer dagen meer oog voor de staat van het vorige week betrokken onderkomen in Capelle aan de IJssel, dan voor de nationa le kampioenschappen van dit weekeinde in Leiden. „Ik moet val len ofzo om de titel te missen. De hoeveelste? Joh, ik weet het echt niet. Maar een NK is voor mij niet zo belangrijk". Hamer en verfkwast blijven - geluk kig - aan de kant. De 25-jarige horden- loopster voert zonder hindernissen het woord. Met een ontspannen lachje onder grote reebruine ogen. Een markant schoonheidspukkeltje completeert haar tevreden gelaat. „Ik heb het met mijn huidige leventje van nu prima naar m'n zin", meldt ze, eigenlijk overbodig. „Ik werk bij een bureau voor computer-soft ware in Nieuwegein. Een prima baan. Ik kan doen en laten wat ik wil en mijn ei gen werktijden bepalen. Nogmaals, een prima leventje dus". Het leventje van Marjan Olyslager be gon een kwart eeuw geleden in Den Haag. Nog voor ze het zelf besefte ver huisde Marjan met haar ouders naar Temeuzen en vier jaar geleden koos ze Breda als domicilie. „Een prima stad in derdaad. Heel gezellig. Maaija, ik heb me laten verleiden tot samenwonen". En daarom zit ze nu tussen de dozen en rol len behang in Capelle. Een overgang die overigens werd voorafgegaan door een „transfer" van de Bredase atletiekclub Sprint naar het Rotterdamse AVR. In Zeeland genoot Olyslager zowel haar school- als atletiekopleiding. „Ik heb de VWO gedaan en vanaf mijn achtste jaar deed ik aan atletiek. Bij Scheldesport, een kleine verenging. Ad Hendriks was daar mijn trainer en met hem voer ik nog wel eens overleg". Olyslager hield zich tot haar vijftiende levensjaar ook nog bezig met turnen, maar de brug en het paard werden verwisseld voor hekjes na de verkiezing in de nationale atletiek- selectie en de eerste nationale hardloop- titel. „Wilfried Geeroms was toen bondstrainer. Hij traint nu weer in Bel gië, maar ik heb nog vaak contact met hem. Met Hendriks vormen we een aar dig trio". Tijdens wedstrijden heeft Marjan Olys lager geen begeleiding nodig, zo vindt ze. „Een paar uur voor de start begint het bij mij. Dan moet niemand tegen me zeuren en als ze het wel doen, loop ik gewoon weg. Soms heb ik er behoefte aan even iemand op te zoeken voor een nietszeggend babbeltje. Maar ik heb ei genlijk nooit echte problemen". Ook buiten de baan maakt ze zich meestal niet sappel. „Ik ben niet zo snel kwaad te krijgen. Nee, ook niet als mijn naam weer eens verkeerd in de krant staat. Dat pleit niet voor die krant, denk ik dan maar". Marjan Olyslager dus, met een ,j" in haar voornaam, een „y" in haar achternaam en zonder „s" op het eind. Wat haar wèl somber kan stemmen zijn „Zeeland in de winter", „trainen in de regen" en de atletiek-bezoeken aan bij voorbeeld het Oostblok. „Dat is alle maal zo troosteloos. Als het een week lang regent, wil ik wel eens spijbelen bij een training. Bij wedstrijden in Dresden moetje echt zorgen dat je een boek bii ie ROTTERDAM - Zijn mond staat zelden stil. De nieuwe manager van het Nederlands honkbalnegen tal Pat Murphy zal zeker de ge schiedenis in gaan als een van de meest spraakzame coaches. Tijdens de training voor het Havensteden- toernooi stelt medisch begeleider Maarten Koper enigszins verbaasd vast dat de Amerikaan hem nog niet om een keeltabletje heeft ge vraagd. Luid schalt Murhpy's tenor door Rotterdamse Neptunussta- dion, waar tot en met aanstaande woensdag de tweede editie van het Havenstedentoernooi wordt gehou den. En in Barcelona, waar Neder land pal daarop de Europese titel verdedigt, is hij evenmin voorne mens te zwijgen. Want Murphy (28), die Nederland geweldig vindt, is razend enthousiast. De spraakzaamheid van de manager, die tijdens de slottraining coaches Leen Vol kerijk en Harry van der Vaart werkloos en zwijgend liet toekijken, vormt de voornaamste tegenstelling met zijn voor ganger Harvey Shapiro, die 's lands honkbalelite drie zomers lang mocht lei den. Het sterk bezette Rotterdamse toer nooi dezer dagen en de traditionele tweestrijd straks met aartsrivaal Italië moeten uitwijzen of Murphy's aanpak erg veel verschilt van die van de ruim vijtien jaar oudere Shapiro. Bij de na de negende plaats tijdens de werelditelstrijd van vorig jaar goeddeels vernieuwde, selectie - afscheid werd ge nomen van Charles Urbanus, Paul Smit, Thijs Vervaat en Haitze de Vries - is de college-coach goed ontvangen. „Het is even afwachten natuurlijk, maar er zit ontzettend veel leven in die man", zegt rechtsvelder Marcel Joost. „Wat de trai ning betreft is hij voor 99 percent het zelfde als al die Amerikanen. Maar zijn bruisende energie slaat over op de groep. Dat misten wij vorig jaar bij het WK- toernooi in eigen land". Evenals Shapiro is Murphy voor de door het WK van vorig jaar in Nederland in ernstige financiële moeilijkheden geraak te Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond een vakantiekracht. In mei - nadat ziin werk voor Claremont College in California er op zat - arriveer de hij in Nederland. Volgende maand, ruimschoots voor het einde van de hoofdklassecompetitie, moet hij aan de slag bij zijn nieuwe werkgever: de presti gieuze Universiteit van Notre Dame in Indiana. Murphy wordt daar de hoogste technische honkbalbaas. Prater Pat maakt in de States dus carrière. In de reeks, die startte bij Ron Fraser, Bill Arce en Archie Allen, is Murphy de elfde Amerikaanse honkbalmanager van de KNBSB. Om ongewenste vermenging van club- en nationale belangen in het kleine honkbalwereldje te vermijden, kiest de bond sinds jaar en dag voor een oefenmeester uit het land, dat als mekka voor deze tak van sport geldt. De laatste Nederlandse hoofdcoach was de Rotter damse ambtenaar Hamilton Richardson (1979 en 1980), nu succesvol als mana ger van periodekampioen Neptunus. Als een wervelwind reisde Murhpy - niet gehinderd door kennis van slepende ve tes en kleinzielige burenruzies - de afge lopen zes weken langs de velden van de Nederlandse hoofklassers. Binnen enige dagen had de zeer toepasselijk in een va kantiebungalowdorp gehuisveste Murp hy in samenwerking met zijn assistenten een selectie van twintig spelers samenge steld. Met eenzelfde voortvarendheid oordeelde de Amerikaan, dat voor een nog wel een paar keer voorkomt". Toch heeft zich bij Olyslager nooit de voor de hand liggende gedachte opge drongen maar eens over te stappen naar de honderd meter „vlak". „Dat vind ik saai", verklaart ze stellig. „Het is een uitdaging om steeds weer te proberen ongedeerd over die dingen te komen". En daarom blijven haar trainingen, ge middeld twee uur per dag, gericht op steeds maar weer dne passen en één sprong. „Stoppen? Welnee, ik vind het veel te leuk. Het is nog steeds niet zo dat ik geen vooruitgang meer zie". Olyslager heeft momenteel een persoon lijk record van 13,01 achter haar naam staan. „Ik denk dat 12,85 dit jaar moet kunnen. Maar ik weet dat een wereldre cord voor mij niet bereikbaar is. Dat staat, geloof ik, op 12,26. Daar denk ik niet aan. Ik wil natuurlijk best wereld kampioen worden. Maar dan moeten ze allemaal tegelijk vallen. In Rome zou ik zeer tevreden zijn met een plaats in de finale. En als ik die loop, wil ik natuur lijk absoluut geen laatste worden. Kijk, voor Nederlandse begrippen is het alle maal wel leuk, wat je presteert. Maar kampioen van Nederland word je in mijn tak van sport door gebrek aan be ter". ROB LANGEVELD paar verrassingen zorgen. Hij let op de kleinste dingen. Dat hij aan mijn spel niets wil wijzigen, beschouw ik vanzelf sprekend als een compliment". Faneyte en Ward komen uit voor Pira tes, dat net als Neptunus niet al te en thousiast op het oordeel van Murphy re ageerde. Het negatieve oordeel van de Amsterdamse club is mogelijk ingegeven door een recent verlies. In de winterpe riode zag Pirates de talentvolle pitcher Tonny Cohen vertrekken. De nu ook voor het nationale negental verloren Co- hen is de enige Nederlander, die met honkbal in de Verenigde Staten zijn brood verdient. De jeugdige leeftijd van Murphy wordt door geen van de spelers als een bezwaar gezien. Murphy ontleent zijn gezag aan de in de Amerkaanse colleges verworven vakkennis. In de organisaties van de San Francisco Giants en de San Diego Pa dres deed hij daarnaast ervaring op in het beroepsshonkbal. En passent werkte hij als honkbalontwikkelingswerker in de Australische staat Nieuw Zuid Wales. „Leeftijd dwingt niets af', zegt de negen tienjarige Eenhoorn. Die mening van benjamin Eenhoorn wordt gedeeld door een ervaren kracht, die tot zijn spijt moest afzeggen. Voor het eerst in lange tijd maakt Jan Hijze lendoorn geen deel uit van de groep voor het toernooi om het Europees kam pioenschap. „Dat is te meer spijtig om dat ik een EK waar je alle kans hebt, be langrijker vindt dan een WK". Om de dag meldt Hijzelendoorn zich voor behandeling van zijn schouder- en armblessure bij een manueel therapeut. In de tweede helft van de competitie wil Hijzelendoorn zijn plaats op de heuvel bij Amstel Tijgers weer innemen. Door zijn beroepsbezigheden (administrateur) was er van een adequate seizoenvoorbe reiding geen sprake geweest. „Bij de eer ste goede trainingsweek met goed weer ben ik te hard van stapel gelopen", weet de rechtshandige werper nu. „Overbelas ting dus". In tegenstelling tot voorgangers, die uit sluitend benadrukten dat er meer moet worden gespeeld om het spelpeil te ver hogen, lijkt Murphy de beperkingen van de Nederlands honkballerij te accepte ren. De 43 wedstrijden die de competitie in de korte zomerperiode nu telt, acht hij het maximum. „Dit land is plezierig, jullie zijn amateurs en het honkbal is mij tot op heden zeker niet tegengeval len". hebt. In Parijs of Nice vind ik het daar entegen heerlijk. Lekker even de stad in of op een terrasje zitten. Voor mijn pres taties maakt het niet uit waar ik ben. Ik sluit me bij wedstrijden helemaal af voor de omgeving en kijk alleen naar die meiden om me heen, van wie ik natuur lijk allemaal wil winnen". Poespas a la Cooman is aan Olyslager niet besteed. „Ik heb de neiging te zeg gen dat zo'n ritueel flauwekul is. Maar als ze zich er lekker bij voelt, moet ze het gewoon doen". Olyslager en Nelli Cooman zijn clubgenotes, maar bepaald geen vriendinnen. „Ik groet haar wel en ik vind het voor haar net zo leuk als ze succes heeft als voor anderen, maar ver der hebben we weinig contact. Els Vader is wel een goeie vriendin van me. Maar nu laat ze me ineens in de steek!" Olys lager refereert, gekscherend, aan de af melding van Vader voor de wereldtitel strijd in Rome. „Natuurlijk heeft Els ge lijk", vervolgt ze serieus. „Door haar blessure zou ze te laat met trainen begin nen en de boel misschien forceren. Els gaat nu lekker op vakantie. Een kanosa fari in Zimbabwe. Dat lijk mij ook wel wat. Of Deltavliegen. Maar daar wacht ik nog maar even mee". De hordenloopster kan haar „verlof' pas opnemen aan het eind van het atletiek- seizoen. Ze weet zich verzekerd van een plaats voor de WK in Rome, begin sep tember, en heeft sinds kort weer de stij gende lijn in de prestaties te pakken. Door knieblessures had ik dit jaar haast nog geen grote wedstrijden gedaan, maar nu durf ik me weer te laten zien". Aan het begin van het huidige atletiek- seizoen, dat door het toenemende belang van de indoorwedstrijden haast geen pauzes meer kent, werd Olyslager nogal onaangenaam verrast. Haar knie rea geerde ineens veel heftiger op de haast onvermijdelijke aanrakingen met 84 centimeter hoge zwart-witte hekjes, waarvan er tien de tippel over honderd meter onderbreken. „Ik weet dat ik het echt niet moet doen, dat stoten. Maar als je heel gretig bent, word je slordiger met de techniek en knal je er tegenaan". De laatste weken ziet de atlete echter weer vooruitgang. „Ik heb er al drie we ken geeneen hard geraakt. Maar ik geef je op een briefje dat dat dit seizoen heus FOTO ANP weet wel wat Murphy bedoelt. Hij wil per sé niet dat wij onmmiddellijk een contract tekenen. Ik weet trouwens niet op of ik op Murphy's aanbod moet in gaan. Momenteel volg ik de MEAO, die ik eigenlijk eerst wil afmaken". Wel is Eenhoorn, evenals de meesten uit de selectie, geraakt door het fanatisme waarmee Muiphy te werk gaat. „Buiten het veld is hij erg rustig. Als we zo spe len als hij wil, kunnen we wel voor een n Pat Murphy, spraakzame coach. aantal internationals de sportieve toe komst niet in hun geboorteland ligt. Murphy liet het oog vallen op binnen velders Robert Eenhoorn en Byron Ward en werpers Harry Koster en Rik ken Faneyte. Voor deze talenten is Ne derland te klein, constateerde Murphy. Die zouden via Notre Dame hun loop baan beter in de Amerikaanse honkbal wereld kunnen voortzetten. Boze reac ties van met name Neptunus (de club van Koster) waren Murphy's deel. Bij Haarlem Nicols, de vereniging van kor- te-stop Eenhoorn wordt genuanceerder gedacht. „Onze coach, Bill Froberg", zegt Eenhoorn, „is zelf Amerikaan. Die

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 25