\Vhitney H°uston* „Dat ik over de liefde zingkomt omdat ik mij daar prettig bij voel i i 1 i i i i i i i 'I i i Tegenstrijdige tbc-berichten. In de Tele graaf van een paar weken geleden pakte de inspecteur van de tbc-bestrijding, dr. H. van Geuns, flink uit over de gevaren van tbc: „Het slapende beest is beslist nog niet verslagen, hoogstens knock-out geslagen". In Nederland zijn er altijd nog 1300 gevallen per jaar en 250 van hen hebben een „open", dus besmettelij ke, vorm van tbc. Heel anders van toon was een artikel in de Volkskrant van een paar maanden daarvoor. De longarts dr. B. Oppelaar, zelf werkzaam bij de tbc-bestrijding, wond zich danig op over de overspan nen reactie van het Journaal op een „tbc-explosie" in een Gronings dorp. „Traag gleed de camera langs de behui- zinkjes van Uithuidermeeden. Hier was het dus gebeurds. Nog even een shot van een openbaar gebouw - de plaatselijke basisschool? - waarvoor juist iemand gesnapt werd die schichtig omkeek - de dader?" Enzovoort. De moraal: over tbc moet je rationeel denken, en paniekbe richten dragen daar weinig toe bij. En: „De ziekte is heel gemakkelijk te gene zen". Allebei hebben ze gelijk. Van Geuns, omdat zowel publiek en ook nogal wat dokters aan tbc denken als aan een uit geroeide ziekte. Oppelaar, omdat èls er weer eens een „tbc-explosie" optreedt, de vage herinneringen aan de verschrik kingen van het verleden nog steeds ople ven. Dat laatste valt te begrijpen, want niet eens zo lang geleden was tbc even erg als kanker en erger dan aids. Raar genoeg was tbc in de vorige eeuw vooral een romantische ziekte, een uit drukking van een verzengend geestes- vuur dat vooral kunstenaars (Këats, Shelley, Chopin, Perk) voortijdig naar het graf sleepte en men weende toen graag om bloemen in de knop gebroken. Aan die malle fratsen kwam een eind toen op de gedenkwaardige avond van 24 maart 1882 Robert Koch het Fysiolo gisch Genootschap in Berlijn toesprak. Niks geniaal vuur, Koch had ontdekt dat de ziekte wordt overgebracht door een bacterie. De bacil is een uiterst taaie rak ker die rechtstreeks op andere mensen kan worden overgebracht door hoesten, besmette melk, of anders wel door op waaiend stof. Na besmetting kan er van alles gebeu ren. Antistoffen leren de bacil mores en dat is dan dat. Het kan ook zijn dat de bacil zich in de longen nestelt en omsin geld door een cordon van afweercellen een sluimerend bestaan leidt. Erger is het wanneer het zich als een bosbrandje door de longen verspreidt. Het kan dan holtes in de longen graven en wanneer de luchtwegen zijn aangevreten kunnen de opgehoeste bacillen andere mensen besmetten. Dat is de zogeheten „open tb". Maar de ziekte pakt het hevigst uit wanneer het zich via de bloedbaan over het hele lichaam verspreidt. Ernstige vormen kwamen tot 1940 veel voor en rond de eeuwwisseling stierven in Ne derland jaarlijks tienduizend mensen aan deze ziekte. Het was de aids van nu, maar dan erger. Men kende de verwek ker, maar er was - net als nu met aids - geen kruid tegen gewassen. Families waarin tbc voorkwam werden geschuwd (een arts sprak nog in 1947 van „de aso ciale tuberculoselijder!") en net als aids heerste het vooral in bepaalde risico groepen. Het was een armeluisziekte want: „nergens zwaait het zijn zeis zo terdege, als in sloppen en zonneloze ste gen". Aan deze ramp kwam rond 1950 een eind doordat effectieve geneesmiddelen tegen de tbc werden gevonden. Al voor die tijd was het tb-vuur al geluwd door de beste remedie tegen ziekte: betere huizen, schoon water, een vollere maag en dito pertemonnee. Maar echt verdwe nen is tbc nog lang niet. Bij oudere men sen (er leven nog drie miljoen Nederlan ders die vroeger met tbc in aanraking zijn gekomen) kan een afgekapselde haard weer tot leven komen. Een over schatte besmettingshaard zijn buiten landse werknemers. Die worden bij bin nenkomst gekeurd. Bovendien is hun be smettingsgevaar, zoals Oppelaar fijntjes opmerkt „een grenzeloze overschatting van de Nederlandse gastvrijheid", want zo intiem gaan we nu ook weer niet met ze om. Jonge volwassenen zijn een risi co-groep, omdat ze nog al eens naar lan den reizen waar tbc voorkomt. Boven dien verpozen ze zich bij voorkeur dicht opeengepakt (cafe's, disco's en dergelij ke), zodat de tbc-bacil zich bij hen ge makkelijk kan verspreiden. Daarom hoor je nog geregeld over „tbc- explosies". Hoe gevaarlijk zijn die? Dat valt erg mee. Omdat maar een op de tien besmetten ook werkelijk tbc op loopt, zijn die explosies meer explosies van besmetting dan van ziekte. Boven dien komen ernstige vormen van tbc (die overigens nu heel goed te genezen zijn) zelden voor. Het tegendeel is eerder het geval. Anders dan vroeger zijn de verschijnselen meestal zo weinig indruk wekkend dat het maanden kan duren voordat de patiënt naar de dokter stapt en nog eens maanden voordat de dokter erachter komt om welke ziekte het gaat. In die maanden kan die patiënt een hoop andere mensen besmetten. Van daar dat het Staatstoezicht op de Volks gezondheid een paar weken terug bij alle dokters van Nederland een brochure in de bus stopte om ze nog eens met de neus op de tbc-feiten te drukken. Als je langer dan drie weken hoest, of de laat ste tijd „anders" hoest en je geeft daarbij slijm op al dan niet met wat bloed. En als die hoest ook niet met geneesmidde len overgaat terwijl je je er tamelijk be roerd bij voelt, dan heeft het zin om ook eens aan tbc te denken. £eidóc@ou4am MONTREUX - Op de nieuwe elpee van Whitney Houston staat de liefde centraal. De opvolger van haar zo succesvolle debuut, waarvoor ze wereldwijd veertig gouden en platina platen in ontvangst mocht nemen, laat een rijke schakering aan ballads en up- temponummers horen, waarin de vreugde en pijn van geliefden als met een brok in de keel wordt bezongen. Het perfecte stemgeluid van Whitney klinkt alsof ze die emoties aan den lijve heeft ondervonden. „Ik heb een vriend je, maar daar wil ik verder niet over pra ten. Ik vraag er jouw toch ook niet naar. Dat is jouw zaak. Het enige dat mij inte resseert is of je een aardige persoon bent. Dat ik over de liefde zing, komt omdat ik mij daar prettig bij voel. Waar ik over zing, dat heb ik ook beleefd... misschien wel in een ander leven. Ik begrijp het in elk geval te goed om het niet te hebben meegemaakt". Terwijl Montreux in verband met het Golden Rose Rockfestival bol staat van muziek en de meeste popsterren zich ge willige slachtoffers tonen van de interna tionale muziekpers, heeft Whitney voor de rust van Lausanne gekozen, weg van al die opgefokte toestanden. Ze is ver kouden en de vliegreis heeft haar geen goed gedaan. „Ik heb behoorlijk last van mijn oren gehad. Vooral bij het landen was het bijna niet uit te houden. Maar nu gaat het gelukkig een stuk beter. De Zwitserse zon doet mij goed", laat ze weten. Whitney praat honderd uit over haar katten Misteblu en Marilyn en over haar elpee „Whitney", die inmiddels de hoog ste plaats op de internationale hitlijsten heeft bereikt. Zodra haar privé-leven aan bod komt, wordt ze bedachtzaam en laat ze weinig los. „Ik moet wel. Mensen leg gen mijn woorden vaak verkeerd uit, omdat ze worden meegesleept door hun fantasie. Bovendien wordt alles wat ik zeg vreselijk serieus genomen. Het lijkt wel alsof mijn woord wet is. Mensen zien mij als een voorbeeld. Als ik mijn nagels groen lak, doen zij dat ook. En als ik bepaalde oorbellen koop. volgen ze mijn voorbeeld. Volop in de belangstel ling staan is niet altijd even leuk. Ik leg het popster-jasje dan ook graag af... en dan bedoel ik dat natuurlijk figuurlijk, want ik ben voor een televisie-camera of op het toneel niet anders dan in mijn ap partement met mijn twee katten en as sistente Robin. Ik zou gek worden als ik een popsterrenleven zou moeten leiden. Dat kan ik mentaal echt niet aan...". „Het is niet altijd even gemakkelijk om volop in de schijnwerpers te staan. Op straat staren de mensen naar je en als je naar de bioscoop wilt, kan je pas de zaal in als de lichten uitgaan. Als je dan naar huis wil zonder handtekeningen uit te hoeven delen, moet je zorgen dat je vijf minuten voor het einde de bioscoop weer hebt verlaten... en ik hou zo van naar de film gaan. Succes heeft zijn voor- en nadelen. Hoe zou jij het vinden als ik als wildvreemde bij je zou aanbel len om je handtekening en zomaar een gesprek met je begin, alleen maar om naar je te kunnen kijken?". Als jij het was, liet ik je binnen. Whit ney: „Ik bedoel natuurlijk niet mijzelf, maar zomaar een wildvreemde... Men sen verliezen vaak de realiteit uit het oog, dat ik ook een mens ben, die ademt, lief heeft, huilt, denkt en eet. Als ze aanbellen neem ik meestal even de tijd om ze dat duidelijk te maken... Veel mensen keren dan terug naar de werke lijkheid, verontschuldigen zich en ver trekken weer. Ze hebben een vrouw in hun gedachten die helemaal niet bestaat, maar zo werkt de industrie nu eenmaal. Het is één van de negatieve kanten van het vak". Bezeten „Ik ben echt helemaal bezeten van het zingen. Aan het begin van mijn carrière waren er veel mensen die veronderstel den dat mijn moeder Cissy - zelf een succesvolle zangeres - mij min of meer tot een loopbaan in de muziek had ge dwongen. Daar is echter niets van waar. Ik koos het niet omdat ik elke dag bont en blauw werd geslagen. Zingen is een natuurlijke gewoonte van mij, volgens mij ben ik er voor geboren en ik hoop er nog eens dezelfde status mee te bereiken als mijn tante... Aretha Franklin. Toch neem ik regelmatig afstand van mijn vak om er niet helemaal door opgeslokt te worden. In die weken denk ik geen moment aan muziek. Dan luister ik ook niet naar de radio of naar platen, maar praat ik met mijn katten en maak lange autoritten. Dat vind ik heerlijk". Whitney heeft kortgeleden een huis ge kocht in Morris Town, New Jersey. Houston: „Daar woon ik sinds een paar weken met mijn planten, katten en assis tente. Robin is voor mij de zus die ik al tijd heb willen hebben. Ze is drie of vier jaar ouder dan ik. We kennen elkaar al heel lang. Onze vriendschap stamt uit de periode dat nog niemand Whitney ZATERDAG 4 JULI 1987 ney: „Ik kom niet de studio binnen op I het moment dat de nummers ingezon- gen moeten worden. Ik ben er vanaf het I begin bij betrokken, vaak ben ik aanwe- I zig als de muzikanten hun partijen opne- men. Ik zing dan mee, opdat zij een goed idee krijgen over hoe het nummer moet gaan klinken. Met de producenten praat ik vaak over de composities en welke ideeën ik er over heb. Ruzie ma ken we nooit. Als er meningsverschillen I zijn, doen we allebei wat water bij de wijn. Kijk, zonder de medewerking van Whitney Houston komt er van de com posities niet veel terecht". De produktie van haar nieuwste elpee begon anderhalf jaar geleden. Whitney: „Clive (Davis) en ik zijn in een kamertje gaan zitten en hebben drie of vier uur lang naar allerlei composities geluisterd die mogelijk op de elpee zouden komen. Ik heb drie lijstjes gemaakt. Op de eerste stonden de nummers die ik resoluut af wees, op de tweede die ik wel aardig vond en op het derde lijstje de composi ties die ik absoluut wilde opnemen. Zo is de keuze tot stand gekomen. De ma nier waarop we deze langspeler hebben gemaakt, was overigens veel serieuzer, veel intenser dan de eerste plaat. Toen had ik veel meer de gelegenheid om lol te trappen. Hoewel ik mij deze keer meer thuis voelde in de studio, heb ik er meer moeten zwoegen voor deze plaat. Als ik nu de twee elpees na elkaar be luister, kan ik tevreden vaststellen dat ik vooral als zangeres ben gegroeid. Ik moet je ook eerlijk zeggen dat het zingen mij deze keer een stuk gemakkelijker af ging. Ik deed mijn mond open en stond er zelf versteld van wat er uit kwam. Mijn stem is duidelijk krachtiger gewor den en ik heb hem veel meer onder con trole dan tijdens de opnamen van de eerste elpee". Duet „Hoewel ik de veranderingen niet pre cies kan aangeven, zal voor iedereen duidelijk zijn dat er wat minder ballades op staan. Waar ik zelf heel blij mee ben, is het duet dat ik met mijn moeder heb gezongen. Het was overigens mijn idee om dat te doen, omdat ik graag een her innering wilde die ik voor eeuwig zou kunnen koesteren. Dat het „I Know Him So Well" van Andrew Lloyd Web ber's musical „Chess" werd, is toeval. Ik was voor een tv-show in Duitsland. In de kleedkamer naast mij klonk muziek. Ik hoorde twee heel Engelse stemmen een nummer zingen dat in een fantas tisch arrangement was gestoken. Het eni ge dat ik echter kon verstaan, waren de woorden „I know him so well". Twee jaar later zegt Clive (Davis) tegen mij: je zou eens naar deze song moeten luiste ren, volgens mij is het wel wat voor je. Toen liet hij „I know Him So Well" ho ren. Ik ging echt uit mijn bol en heb dan ook de kans om het nummer op de plaat te zetten met beide handen aangegrepen. Ik vind het heerlijk om duetten te zin gen vooral als de stemmen goed ver smelten". Als ik vraag hoe het staat met haar duet met Billy Idol, schiet Whitney in de lach. „Waarom vraag je dat?", wil ze we- I ten. Ik lieg en zeg^dat ik hun stemmen j goed bij elkaar vind passen. Whitney: I „Dat vind ik ook. Ik zou dolgraag een I duet met Billy doen, het is zo'n schat... I Dat zou je misschien niet zeggen als je I hem op het toneel tekeer ziet gaan, maar I het is echt zo. Ik heb Billy inmiddels I ontmoet en ben behoorlijk verkikkerd I op hem. Hij is zo'n snoesje. Dat we op deze elpee niet hebben samengewerkt, komt omdat ik hem ontmoette op het moment dat de elpee al klaar was. We hebben er wel over gedacht om een duet met een man op te nemen. Er is enige tijd over gedacht om George Michael te vragen, Steve Perry en.Billy Joel zijn ook nog even ter sprake gekomen, maar uiteindelijk hebben we het niet gedaan. Hopelijk lukt het op de volgende elpee met Billy. Dat zou ik echt helemaal te i gek vinden". HANS PIËT Houston kende. Met mijn huis ben ik heel blij. Het is zo'n honderdvijftig jaar oud en heel erg ruim. Daar hou ik van. Er staan zeer weinig meubelen in en al les is heel precies ingedeeld, want ik haat rommel. Het huis ligt op ongeveer een half uur rijden van de woning van mijn ouders. Ik zou niet zonder mijn familie kunnen. Die is mij echt heel dierbaar". De enorme hoeveelheid onderscheidin gen, die ze de afgelopen twee jaar ont ving, heeft nog geen plaats in haar nieu we huis gekregen. Whitney: „Het is een beetje gênant om erover te praten, maar ze staan roemloos in de hoek van mijn muziek-atelier, mijn zeven American Music Awards heb ik zelfs nog niet eens uitgepakt". Elk aspect De zangeres wil het liefst elk aspect van de muziek-industrie leren kennen. Whit-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 22