1 T9UKDEFHANWE Laurent Fignon is zeker van zijn zaak Andy Hampsten hoopt op uitputtingsslag Erik Breukink TEMPERT OPTIMISME as a-e s a s*?? ta ai -i i B S ÈA *IM MZMSIHJL Tweevoudig winnaar na twee jaar afwezigheid terug in Tour <u v fl*_ai ÊL PARIJS Na een afwezigheid van twee jaar keert Laurent Fignon terug in de Tour de France. De tweevoudig win naar behoort vanzelfsprekend tot de favorieten, ook al heeft hij een zware operatie achter de rug en moet nog maar wor den afgewacht of hij weer zo overheersend kan rijden als in 1983 en '84. Voor Fignon is dat zelf ook nog maar de vraag, hoewel hij vrij zeker van zijn zaak is. Ook de Parijzenaar zelf is zeer be nieuwd of hij opnieuw in staat is om de Ronde van Frankrijk naar zijn hand te zetten. De voortekenen zijn goed, want in de Ronde van Spanje doorstond hij de eerste test voor treffelijk, ook al was hij niet in staat Luis Herrera van de eindzege af te houden. Maar Fignon heeft dit jaar dan ook zijn zinnen gezet op een derde Tour-overwinning. Aan zijn gezondheid zal het niet kunnen liggen. „Die is goed", meldt hij opgewekt. „De operatie aan mijn achillespees, die op twee plaatsen mÊÊÊÊÊÊÊÊMÊÊÊÊÊÊÊiÊÊÊÊÊÊmÊimÊÊKÊÊiiHKiBtm was ingescheurd, was weliswaar ingrijpend, maar geslaagd. Ik laat me naast de gebruikelijke medische testen van de ploeg eenmaal per week onderzoeken door professor Bertrand in de universiteit van Pa rijs. Hij kwam tot de conclusie dat ik in staat moet zijn om negentig procent van de krachtsinspannin gen te leveren in vergelijking met de jaren dat ik de Tour de France won. Dat geeft me een gerust ge voel, omdat ik voor het winnen van de Tour maar zo'n 85 procent aan kracht heb geleverd". Dat Fignon met enige zorg aan de Tour begint, komt omdat hij dit sei zoen naar zijn zin te weinig compe titie heeft geleverd. „Achteraf ben ik van mening dat ik meer voor jaarsklassiekers had moeten rijden. De Omloop Het Volk, de Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Spanje waren de enige grote wedstrijden, waarin ik een in druk van de concurrenten heb kun nen krijgen. Eigenlijk te weinig. Vol gend jaar wil ik vooral meer klassie kers gaan rijden. In die wedstrijden doe je niet alleen kracht op, maar kom je ook veel aan de weet. In het peloton zie en hoor je veel. Die in formatie kan tijdens de Tour van onschatbare waarde zijn". Reserves Volgens Laurent Fignon was hij in staat geweest om dit jaar de lood zware Ronde van Spanje te winnen. „Maar dat had alleen gekund als ik al mijn reserves had aangespro ken", stelt hij zelfverzekerd. „Dat ri sico vond ik te groot. In de Tour de France zal ik mijn krachten hard nodig hebben. Had ik in Spanje al les gegeven, dan kan me dat moge lijk tijdens de Tour opbreken. Dat zou niet verantwoord zijn geweest. Overigens laat me de Ronde van Spanje niet los. Die wil ik graag nog een keer winnen. Net als de Ronde van Italië trouwens. In de Giro ben ik één keer geflikt toen de organi satoren het parkoers ten faveure van Francesco Moser veranderden, terwijl ik me in Spanje een keer in dienst moest stellen van Bernard Hinault hoewel ik dat jaar veruit de sterkste was. Ik streef naar een zo groot mogelijke diversiteit in over winningen en daarin passen de Vuelta en de Giro. Net als het we reldkampioenschap trouwens. Maar eerst de Tour. En die wordt nog lastig genoeg". Kopman Nadat Fignons ploeggenoot Charly Mottet eerder dit seizoen de Daup- hiné Libéré had gewonnen, werd in Frankrijk druk gespeculeerd over het kopmanschap binnen de ploeg van Cyrille Guimard tijdens de Tour. Fignon zou een deel van zijn priviléges moeten afstaan aan Mot tet. De blonde Parijzenaar reageert geërgerd op die veronderstelling: „Allemaal onzin. Ik ben de kopman en niemand anders. Die verhalen zijn opgeblazen. Alleen als blijkt dat een andere uit onze ploeg kansrij ker zal zijn, dan zal ik me aanpas sen. Maar dat is ook heel normaal". De afwezigheid van Greg Lemond en Bernard Hinault moet Laurent Fignon goed uitkomen. Zijn kansen zijn nu immers gestegen. De nog al tijd bij zijn ouders wonende Frans man kijkt daar echter wat genuan ceerder tegenaan. „De afwezigheid van Lemond maakt mij niet uit. Ik richt me nooit op tegenstanders; ik heb alleen doelen. Pas aan de start van een wedstrijd merk ik wel tegen wie ik het moet opnemen en tijdens de wedstrijden zie Ik wel op wie ik moet letten. Wie er niet bij is, telt niet mee. Zo werkt dat nu een maal in de sport". Laurent Fignon staat bekend als een lastig te benaderen heerschap, dat nog wel eens van zich af wil slaan als hij op door hem ongewen ste momenten wordt benaderd door de pers en publiek. In de laatst gehouden Ronde van Spanje werd hij regelmatig belaagd en heeft hij een aantal keren rake klappen uitgedeeld. Het zijn de bij komstigheden van het vedette-zijn, waar Fignon een hartgrondige hekel aan heeft. Hij wil willens en wetens LUXEMBURG „Go for the gold" is een gevleugelde uit drukking van Amerikaanse sportlieden die het gevoel heb ben op het punt te staan een grootse prestaties te leveren. Die typische winnaarsmentali teit kenmerkt de Amerikanen, die zelden rusten voor ze het hoogst haalbare in hun tak van sport hebben bereikt. Andy Hampsten is wat dat aangaat geen uitzondering. De beschei den, bijna verlegen, maar ui terst zelfverzekerde wielrenner heeft zich ten doel gesteld de Tour de France te winnen, na dat hij vorig jaar als debutant veel opzien baarde met een vierde plaats in het eindklasse ment. „Het was mijn droom om ooit de Ronde van Frank rijk te rijden. Die wens is uitge komen. Nu wil ik een stap ver dermaakt Andy Hamp sten zijn ambities duidelijk. Het is de 25-jarige tengere Ameri kaan dit jaar ernst. Hij vertrekt op 1 juli in West-Berlijn met één op dracht: de Tour de France winnen. „Ik maak een goede kans", schat hij de mogelijkheden In. „Er zijn dit jaar veeJ favorieten en dat is voor mij alleen maar gunstig. De compe titie zal hard worden; dat is wat ik graag wil. Hoe harder, des te groter mijn kansen op de eindzege. Ik ben een renner die het, zeker in de cols, van een uitputtingsslag moet heb ben". Dat de concurrentie deze woorden serieus dient te nemen, moge blij ken uit de erelijst die Andy Hamp sten in twee jaar tijd als beroeps renner heeft opgebouwd. Hij heeft weliswaar niet veel gewonnen, maar op zijn conduitestaat staat een aan tal klinkende resultaten. Hij was in 1985 koud prof of hij won in de Ronde van Italië een zware klimtijd- rit en werd twintigste In het eind klassement. In 1986 baarde Hamp- sten opzien door de zware Ronde van Zwitserland met groot vertoon van macht te winnen. Vervolgens werd hij vierde in de Tour de Fran ce en veroverde hij de witte trui als beste neo-prof. Tot slot eindigde hij vorig jaar ook nog vierde in de Coors Classic. De erelijst van Andy Hampsten krijgt nog meer cachet als men weet, dat hij vorig jaar deel uit maakte van La Vie Claire, de ploeg van Bernard Hinault en Greg Le mond. Hampsten kreeg in de Ron de van Zwitserland alle steun van de ploeg, maar moest zich tijdens de Tour en de Coors Classic in dienst stellen van de respectievelij ke winnaars Lemond en Hinault. Kopman Andy Hampsten wist na een jaartje in Franse dienst genoeg. Hij vindt zich te goed om de tweede viool te spelen en besloot terug te keren naar 7-Eleven, de ploeg waarin hij in 1985 zijn prof debuut maakte, om dit jaar als kopman aan de Tour de France te kunnen deelnemen. Van zelfsprekend niet wetende dat Greg Lemond zijn gele trui niet zou kun nen verdedigen. Desondanks heeft Andy Hampsten geen spijt van zijn vertrek uit de ploeg van Lemond. „Nee, ik vind het zeer verdrietig wat Greg Lemond is overkomen. Het was mij liever geweest als hij er wel bij zou zijn in de Tour. Hij is en blijft een vriend voor wie ik veel respect heb en die ik het beste gun. Ik ben niet het type dat zich, nu Lemond Is weggevallen, voor het hoofd slaat niet in Franse dienst te zijn geble ven". Toch blijft de transfer van Andy Hampsten een opmerkelijke stap. Hij maakt nu deel uit van een ploeg die op papier aanmerkelijk zwakker is dan het team van sponsor Ber nard Tapie. „Dat kan wel zijn, maar bij 7-Eleven ben ik kopman", ver klaart Hampsten, die ook nog om andere redenen terugkeerde naar de ploeg van Amerikaanse vrijbui ters. „Ten eerste heb ik het volste vertrouwen in ploegleider Mike Neel en ten tweede voel ik me thuis tus sen mijn landgenoten. Nee, voor het geld heb ik het beslist niet ge daan. Ik had ook aanbiedingen van Europese ploegen en daar kon ik aanzienlijk meer verdienen. Van Mike Neel kreeg ik tevens de toe zegging dat ik mijn seizoen geheel op de Tour de France mocht af stemmen en daarin op volledige steun van de ploeg kan rekenen. Normaliter rijden wij Amerikanen wedstrijden zonder een bescherm de renner. Wie kansrijk is krijgt de steun. In de Ronde van Frankrijk zullen wij ons aanpassen en de Eu ropese stijl hanteren met mij als kopman". Boerenzoon De kracht van Andy. Hampsten ligt in het hooggebergte, waarin hij met zijn frêle postuur voortreffelijk uit de voeten kan. In wezen is het hoogst opmerkelijk dat Hampsten over Colombiaanse kwaliteiten be schikt, want hij is als boerenzoon afkomstig uit Noord-Dakota, zo'n beetje de vlakste staat in de Vere nigde Staten. niet aan de verschijnselen van be roemdheid wennen. „Het is alle maal zo opgeklopt. Zodra je iets bijzonders presteert, ,ben je belang rijk voor de mensen. Je wordt bijna niet met rust gelaten. Zodra je niets meer presteert, kijkt bijna niemand meer naar je om. Neem nu Hinault, die toch fantastische resultaten heeft geboekt. Hij kreeg vorig jaar in Parijs een bescheiden applaus voor zijn tweede plaats in de Tour. Dat verdiende hij niet. Beroemd zijn is zo betrekkelijk. Het enige dat voor mij telt, is in eerste instantie mijn gezondheid en in tweede in stantie mijn bankrekening". Super Uiteraard heeft Laurent Fignon als rechtgeaard sportman de ambitie om zo veel mogelijk te winnen. Het is echter voor hem echter geen ob sessie. „Ik lig geen moment wakker van een nederlaag", vertelt hij. „Het probleem voor een wielrenner die wil winnen is dat hij dan super moet zijn. Dat kan gewoon niet al tijd. Op een dag dat je niet super, maar goed bent, word Je verslagen door een ander die wel super is. Zo werkt dat nu eenmaal. Als ik voor mezelf maar weet dat ik het uiterste heb gedaan, ben ik tevreden. Je kunt nu eenmaal niet altijd winnen". In vergelijking met 1983 en 1984 zal er dus geen andere Laurent Fignon in de Tour de France verschijnen. Hij gaat zelfverzekerd van start in West-Berlijn. Wetend dat hij fit is, de favorietenrol aan kan en de con currentie hem nog maar moet zien te verslaan. Zoals hij ook niet zal af stappen van zijn gewoonte om voor elke wedstrijden bij het ontbijt zes eieren te nuttigen. „Ja, dat is een soort bijgeloof van mij geworden", meldt de vrijgezel. „Dat is ooit ge komen na een weddenschap met een ploeggenoot over hoeveel eie ren we op konden. Ik kwam toen tot zes en reed die dag goed. Sinds dien heb ik daar een gewoonte van gemaakt. Ik voel me er gewoon erg prettig bij". Toen Andy Hampsten als zestienja rige besloot wielrenner te worden had hij nog nooit een berg gezien en hij had geen idee of hij er tegen op kon fietsen. „Maar het kon niet anders of dat moest me goed af gaan", vertelt hij nu. „Gezien mijn postuur zou ik toch redelijk moeten kunnen klimmen. Ik verlangde in dertijd ook naar de bergen. Daarin fietsen betekende voor mij een nieuwe uitdaging. En ik houd van uitdagingen. De eerste keer dat ik een berg op reed was ik zeer geë motioneerd. Ik was bijzonder opge wonden toen ik ontdekte goed te kunnen klimmen. It was great. Als ik topfit ben rijd ik ook zeer relaxed een berg op. Dat heb ik mezelf aan geleerd. Je moet je psychologisch instellen op een klim. Ik fiets uiter lijk ontspannen naar boven. Mijn geest is fit. Ook al lijd ik nog zoveel pijn, tegenstanders zullen dat nooit aan me merken. Daarom houd Ik zo van een harde wedstrijd. Ik ben er geestelijk tegen bestand". Andy Hampsten, die zich buiten het wielrenseizoen bezig houdt met het ontwerpen van sportkleding bij een Amerikaanse firma, kreeg vorig jaar ook een aanbieding van Peter Post. De Amerikaan voerde een gesprek met de Nederlandse ploegleider, maar ging niet in op diens aanbie ding. Hampsten: „Het contract dat Post me aanbood was zeer zeker interessant en ik zou in een sterke ploeg terecht zijn gekomen. Maar ik was nog niet klaar voor een over gang naar Panasonic. Ik had dan wederom in dienst van anderen moeten rijden. Daar voelde ik wei nig voor. Trouwens, als ik terugkeer naar een Europese ploeg komt eerst Toshiba van Tapié in aanme* king. Zeker, mijn huidige ploeg is voor mij sportlef gezien wel degelijk interessant, hoewel ik me realiseer een zeker risico te hebben geno men. Maar pas aan het eind van dit jaar kan ik zeggen of ik juist heb gehandeld. Ik denk van wel, omdat ik ook aan mijn toekomst moet denken. Ik wil nu eenmaal graag de Tour de France winnen". BERGEN OP ZOOM De eu forie rond Erik Breukink na diens sensationele optreden in de Ronde van Italiö was groot. Nederland heeft eindelijk weer een behoorlijk ronde-renner. Staat de opvolger van Joop Zoetemelk klaar? De Giro was een indicatie en de Tour de France, de eerste na zestien jaar zonder Zoetemelk, moet de bevestiging geven. Qua prestaties kan Breukink bij lange na nog niet aan de 40- jarige Tour-winnaar van 1980 tippen, maar hij heeft wel een opmerkelijke overeenkomst met Zoetemelk: bescheiden heid. Erik Breukink weet zich na zijn der de plaats in de Giro in het middel punt van de belangstelling. Maar hij blijft nuchter en vooral zichzelf. De buitenwereld heeft hoge ver wachtingen van hem voor de Ron de van Frankrijk. Breukink zelf tempert dat optimisme. Hij mag dan inmiddels zijn visitekaartje hebben afgegeven, een goede Tour rijden is wel even iets an ders. Zeker als debutant. Breukink is al blij dat hij in Frank rijk mag rijden, want zijn deelne ming aan 's werelds grootste fiets- spektakel staat pas enige weken vast. In de Ronde van Italië kreeg Erik Breukink van Peter Post te horen dat hij In de ploeg voor de Ronde van Frankrijk zou worden opgenomen. Post kon ook moeilijk om de 23-Jarlge revelatie van de Giro heen. „Pas halverwege de Giro vroeg Post of ik de Tour wilde rijden. Welnu, over het antwoord hoefde Ik niet lang na te denken", vertelt Breukink die Juist met dat doel naar Italië was afgereisd. Hoogst haalbare „Uiteraard had ik ook niet ver wacht zo goed te zullen rijden, maar ik had mezelf de opdracht gesteld een plaats In de ploeg voor de Tour af te dwingen. Ik wil graag slagen als ronde-renner en dan is de Tour het hoogst haalbare. Ik ben nu voor het derde jaar prof en voelde er weinig voor om tijdens de Ronde van Frankrijk opnieuw thuis te blijven. Nu kan Ik me weer verder ontwikkelen. Het moest er een keer van komen". Van een renner die derde wordt in de Ronde van Italië mogen hoge verwachtingen worden gewekt. In het geval Erik Breukink is dat ech ter niet zo logisch. HIJ vertrekt in West-Berlijn niet als kopman van de ploeg Post. Die rol Is weggelegd voor Phil Anderson en Robert Mil lar. Breukink: „Ik heb geen idee wat de Tour gaat worden. Ik ben zelf ook razend benieuwd. Hoe het bijvoorbeeld zal gaan In de cols. Het is dlemaal nieuw voor me. Wat dat betreft lag het in de Giro an ders. Die had ik al een keer gere den. Ik wist dus wat me in Italië te wachten stond. Ik zal al heel tevre den zijn als Ik een etappe weet te winnen; dan is voor mij de Tour al geslaagd. De rest is meegeno men". Constant Toch begint Breukink gesterkt aan het nieuwe avontuur. HIJ heeft in de Giro ervaren dat hij in staat is constant te presteren en dus voor het klassement kan rijden. Nog be langrijker voor de inwoner van Ber gen op Zoom Is de wetenschap dat hij de druk aankan. „Wat dat be treft heb ik in Italië veel geleerd", stelt de coureur tevreden vast. „Ik heb de grote belangstelling voor mijn persoon goed kunnen verwer ken. Ik bleef ontspannen en goed rijden. Dat was een hele geruststel ling Op het laatst werd ik wel een beetje nerveus, maar dat is lo gisch. Dat heeft iedere renner uit de top van het klassement. Ik heb er ook niet zo diep over nage dacht. Ik hield mezelf steeds voor rustig te blijven. Het doet me deugd dat ik weet de druk aan te kunnen". „Toch ben Ik verbaasd over me zelf", geeft Erik Breukink toe. „Ik had beslist niet verwacht na twee jaar al derde in de Giro te kunnen worden. Ik weet dat ik goed uit de voeten kan in etappewedstrijden. Maar dit. Nee, dat was ook voor mij een grote verrassing. Het is erg goed geweest voor mijn zelfver trouwen. Aan de andere kant moet ik die prestatie ook weer niet over schatten, want dan kan de Tour de France wel eens op een deceptie uitdraaien. Ik probeer mezelf te blijven en doe gewoon mijn best. Dan zien we wel waar het schip strandt". Overmoed Erik Breukink voelt zich allerminst een vedette. Hij inhaleert het suc ces gretig, maar waakt voor over moed. „Omdat ik nog veel moet le ren", verklaart hij. „Ik merkte In het voorseizoen al wel dat Ik ver der was dan vorig jaar. Dat heeft ook te maken met mijn wlntertrai- ning. Daarmee ben ik in november al begonnen. Ik kwam in de klas siekers in de finale nog wel kracht te kort, maar het ging al beter dan een jaar eerder. In de Ronde van Romandië had Ik echt het gevoel in vorm te zijn. En dat bleek in de Giro. Een goede vergelijking was dat ik praktisch hetzelfde program ma van vorig jaar afwerkte. Waar ik toen in de problemen kwam, had ik dit jaar kracht over. Dat was al een indicatie voor de goede vorm". „Het heeft me trouwens ook ver baasd dat de betere renners in onze ploeg het konden opbrengen om in dienst van mij te rijden. Het was een gekke gewaarwording om in Italië een keer een wiel van An derson te krijgen. Een verdienste van Peter Post, vind ik. Wie goed rijdt, krijgt steun. Dan is het ook niet zo moeilijk om door de geves tigde orde heen te breken. Ik moet er trouwens wel voor waken om me een houding aan te meten van, hier ben ik. Als je je normaal blijft gedragen, word je geaccepteerd en loopt eigenlijk alles vanzelf".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 34