De rechten en plichten
van de bajesklant
Maffia (2)
ONTSNAPPEN IS NIET VERBODEN
CeidóeSouAO/rii1
Stanley H., ex-bankrover, opgeslo
ten in de strafgevangenis te Scheve-
ningen, kwam vorige maand in het
nieuws doordat hij een verzoek had
ingediend om één van zijn pasge
boren tweelingdochtertjes binnen
de gevangenismuren te mogen ver
zorgen. Staatssecretaris Korte-Van
Hemel (Justitie) wees het verzoek
af. Alleen vrouwelijke gedetineer
den,,die verblijven in één van de
DEN HAAG - Het Nederlandse gevan
geniswezen behoort tot het modernste
ter wereld. Wie in ons land van staats
wege wordt beroofd van zijn vrijheid is
beter af dan een willekeurige gevangene
in andere westerse landen, zoals de Ver
enigde Staten of de bondsrepubliek
Duitsland. Een Nederlandse bajesklant
verkeert zelfs in de hemel vergeleken bij
de soms helse levensomstandigheden in
gevangenissen van landen als Turkije en
Spanje. Om nog maar niet te spreken
van strafinrichtingen in dictatoriaal gere
geerde staten.
Onlangs nog werd televisiekijkend Ne
derland een blik gegund in het interieur
van het pas gerenoveerde huis van be
waring aan de Havenstraat te Amster
dam. De camera toonde kraakheldere, in
frisse kleuren geverfde en gestpffeerde
gangen en zaaltjes, prima sanitaire voor
zieningen en redelijk comfortabele cel
len. In menige huiskamer zal de opmer
king zijn gemaakt, dat het in die nor
waarachtig niet zo slecht toeven zal zijn.
Een dergelijk modern complex behoort
echter tot de uitzonderingen, want de
meeste gevangenissen en huizen van be
waring zijn stokoud, vaak meer dan 100
jaar, en schreeuwen om achterstallig on
derhoud. Daarbij vergeleken lijkt de ba
jes aan de Amsterdamse Havenstraat in
derdaad een driesterren-pension. Overi
gens dient men ook te bedenken dat ge
vangenen, over hoeveel comfort zij ook
mogen beschikken, één van de meest es-
sentieïe mensenrechten wordt onthou
den, namelijk de vrijheid om te gaan en
te staan waar men wil. Terecht, dat wel,
maar een pretje is het allerminst.
Humaan
Het leefklimaat in de Nederlandse ge
vangenissen is in de na-oorlogse jaren
sterk verbeterd. De nieuwe ontwikkelin
gen werden voor een belangrijk deel be
ïnvloed door de ervaringen van de dui
zenden Nederlanders (onder wie ook
veel politici en aankomende politici) die
tijdens de oorlog veelal onder erbarme
lijke omstandigheden gevangen hebben
gezeten. Gedetineerden moesten voort
aan niet alleen goed worden voorbereid
op hun terugkeer in de maatschappij, zo
als in de Beginselenwet Gevangeniswe
zen staat, maar bovendien ook „humaan
worden bejegend".
Momenteel telt ons land ongeveer 5500
permanent bezette cellen, verdeeld over
45 gevangenissen en huizen van bewa
ring. In de komende drie a vier jaren zal
het aantal inrichtingen tot 50 stijgen; de
totale capaciteit neemt dan toe tot 7500
cellen. Naar verwachting zullen de hui
dige problemen rond het nijpende cel
lentekort dan zijn opgelost.
Ons gevangeniswezen kent diverse soor
ten inrichtingen en elke soort heeft een
eigen regiem. Allereerst zijn er de huizen
van bewaring, waarin hoofdzakelijk per
sonen verblijven die nog niet officieel
zijn bestraft. Zij worden enkel nog ver
dacht van het plegen van een misdrijf en
zitten in afwachting van hun veroorde
ling in voorarrest. Voor sommige van
hen gelden strenge regels om contacten
met „buiten" tot een minimum te beper
ken. De voorlopig gehechte verdachte
mag namelijk het nog in gang zijnde ge
rechtelijk onderzoek niet beïnvloeden of
bemoeilijken. Overigens vinden we in de
huizen van bewaring ook personen die
wèl zijn veroordeeld. Het gaat dan ech
ter om straffen van hooguit een maand.
Wie een langduriger celstraf krijgt opge
legd, gaat naar een „echte" gevangenis.
Daarvan bestaan verschillende typen.
Beperken we ons tot de gevangenissen
voor volwassenen (er zijn ook speciale
jeugdgevangenissen voor jongeren van
18 tot 23 jaar) dan zijn er de zwaar be
waakte „gesloten inrichtingen", de meer
vrijheid biedende „half open inrichtin
gen" (waar men één keer in de maand
met weekendverlof mag) en de „open in
richtingen". De bewoners van de laatst
genoemde categorie zijn elk weekend
vrij. Door de week verblijven zij alleen
's avonds en 's nachts in het complex
omdat ze overdag gewoon bij een baas
in de buurt werken. Open inrichtingen
zijn uitsluitend bestemd voor gevange
nen die het grootste deel van hun straf al
achter de rug hebben en nog maar enke
le maanden hebben te gaan. Die laatste
loodjes worden voor hen zo licht moge
lijk gemaakt. Op die manier kunnen ze
alvast wennen aan de komende terug
keer in de vrije maatschappij.
Crème de la crime
„Het klinkt gek, maar ontsnappen is niet
verboden", zegt directeur J. de Goede
van de Scheveningse strafgevangenis als
hij praat over de rechten en plichten van
gedetineerden. „Ontsnappen is natuur
lijk geen officieel recht, maar nergens
staat dat het niet mag. Je wordt ook niet
extra gestraft als je na een uitbraak weer
wordt gepakt. Die soepele opstelling
geldt uiteraard niet voor degenen die tij
dens de ontvluchting strafbare feiten
hebben gepleegd. Een gedetineerde die
een bewaker bewusteloos heeft geslagen
of na zijn ontsnapping een kraak heeft
gezet krijgt geheid een extra straf'.
Het immense bajescomplex in Scheve-
ningen bestaat niet alleen uit een strafge
vangenis. Binnen de hoge muren staan
ook twee huizen van bewaring (één voor
jeugdigen en één voor volwassenen) als
mede het enige Nederlandse ziekenhuis
voor gedetineerden. Verder vindt men er
nog net Penitentiair Selectiecentrum,
waar Justitie onderzoekt welke gevange
nis het best bij een veroordeelde past.
De strafgevangenis, waar directeur De
Goede de scepter zwaait, is een gebouw
dat nog net niet van ouderdom in elkaar
stort. „Het is de hoogste tijd dat de
Rijksgebouwendienst dit varkenskot
eens opknapt", zucht de directeur.
„Maar ja, u weet het, hè... er is geldge
brek en andere bouwprojecten gaan
vóór. Bovendien malen de ambtelijke
■molens ergerlijk langzaam. Soms wordt
twee vrouwengevangenissen in Ne
derland, mogen bij hoge uitzonde
ring tijdens het uitzitten van hun
straf een baby (op)voeden.
Mike B., gevangen zittend in het
Amsterdamse gevangeniscomplex
„Overamstel", beter bekend als de
Bijlmerbajes (hoewel helemaal niet
in de Bijlmermeer gelegen), kreeg
drie weken geleden verlof om zon-
ons iets beloofd, maar dan horen we
maandenlang niets meer".
Het uitgewoonde gebouw herbergt uit
fluitend gasten die tot een langdurige
straf zijn veroordeeld. Bankrovers, ont
voerders, moordenaars, heroïnehandela
ren, noem maar op. Van de drie afdelin
gen is de B-vleugel het meest berucht.
„Daar zit de crème de la crime van Ne
derland", zegt De Goede droogjes.
„Onze B-vleugel is het eindstation van
het gevangeniswezen. Daar zitten alle
maal klanten uit de categorie „vlucht- en
gemeengevaarlijke gedetineerden". Ge-
meengevaarlijk is een term van de laat
ste tijd, een kortere beschrijving van de
woorden: gevaarlijk voor de gemeen
schap. Er zijn lieden die een volstrekt
uitzichtloos bestaan leiden, omdat ze
ook in het buitenland nog straffen heb
ben lopen. Als ze hier 3cht jaar hebben
opgeknapt, worden ze uitgeleverd aan
bijvoorbeeld Duitsland, waar ze nog
eens tien jaar of zelfs meer tegoed heb
ben. Er zit hier iemand die bij elkaar bij
na honderd jaar gevangenisstraf heeft: in
allerlei landen een portie".
Zakjes plakken
Elke gevangenis heeft een eigen huishou
delijk reglement, waarin staat wat mag
en niet mag. Wie zich niet aan de huisre
gels houdt, kan in ernstige gevallen voor
een bepaalde tijd in een isolatiecel wor
den geplaatst, verstoken van alle norma
le contacten.
De belangrijkste plichten van de gevan
genen somt De Goede in rap tempo .op.
„Men dient alle aanwijzingen van de di
rectie en de bewaarders op te volgen.
Men mag geen sabotage plegen of andere
dingen uithalen die de orde kunnen ver
storen.' Men moet zich correct gedragen,
niet alleen tegenover de bewaarders
maar ook jegens de medegevangenen.
Niemand op z'n gezicht timmeren, om
maar eens wat te noemen. Het is ook
verboden alcohol te drinken, grote be
dragen aan contant geld bij zich te heb
ben en zonder medeweten van de direc
tie spullen aan iemand mee te geven of
dingen in ontvangst te nemen. Het regel
matig schoonmaken van de cel behoort
eveneens tot de plichten, want een goede
hygiëne is heel belangrijk, zeker in zo'n
gesloten gemeenschap. En tenslotte: elke
gezonde gevangene moet op werkdagen
arbeid verrichten. In huizen van bewa
ring is werken niet verplicht, in gevange
nissen wèl".
„Zakjes plakken is er niet meer bij te
genwoordig. Wasknijpers maken, nog
zo'n klassieke bezigneid van gevange
nen, komt ook vrijwel nergens meer
voor. Wij hebben hier een goed geoutil
leerde drukkerij en boekbinderij. Verder
der bewaking naar de tandarts te
gaan. De laatste tijd was dit al va
ker gebeurd. Altijd meldde B. zich
na het bezoek aan de tandarts weer
keurig aan de bajespoort. Dit keer
echter keerde hij tot grote schrik
van de directie niet terug. Hij zit
inmiddels wel weer in de cel, want
van de week werd hij opgepakt in
een Amsterdams café.
Max Sordam, gepensioneerd ge-
kan men hier oude telefoons en telexen
van de PTT slopen, waarbij alle onder
delen zorgvuldig moeten worden gesor
teerd, en bovendien is er een afdeling
waar allerlei inpakwerkzaamheden wor
den verricht. Omdat wij hier die zware
jongens hebben, zijn de arbeidsmogelijk
heden beperkt. We kunnen ze niet met
zagen, zware hamers of lasapparatuur la
ten werken, omdat ze daarmee gevaarlij
ke dingen kunnen uithalen. In de koe
pelgevangenis van Breda is een schitte
rend metaalbedrijf en in Veenhuizen
doet men veel aan houtbewerking. Zulke
dingen zouden hier te link zijn".
Tonnen
Met het werken verdienen de gevange
nen ongeveer 50 gulden per week. En
daarmee zijn we tevens aangeland bij de
zaken waar gedetineerden recht op heb
ben. De Goede: „Het verdiende geld
wordt op een persoonlijke rekening ge
zet. Zo'n rekening wordt geopend zodra
iemand hier binnenkomt. Het gebeurt
wel dat een crimineel bij zijn arrestatie
ontzettend veel geld op zak heeft. Als
niet kan worden aangetoond dat het om
gestolen geld gaat, bewaart de staat het
aangetroffen bedrag voor hem. We heb
ben hier een paar lui die enkele tonnen
op hun rekening hebben staan!"
Van zijn rekening krijgt een gevangene
zakgeld uitgekeerd, onder meer vóór het
kopen van sigaretten of snoep in het ge
vangeniswinkeltje. Heeft iemand meer
geld nodig, bijvoorbeeld voor de aan
schaf van nieuwe kleren of een nieuwe
radio (bij een postorderbedrijf of via een
opdracht aan familieleden), dan moet hij
daartoe een verzoek indienen bij de ad
ministratie, die de rekeningen beheert.
Over kleren gesproken: elke gevangene
mag zich tegenwoordig kleden zoals hij
zelf wil. Minvermogende gedetineerden
(die bestaan ook) kunnen echter van
rijkswege een spijkerbroek en een blauw
overhemd krijgen.
Blote dames
De gevangenisbewoner mag zijn cel naar
eigen goeddunken inrichten, zolang hij
zich maar houdt aan de regeling „voor
werpen op cel", waarin precies staat wat
je wel en niet bij je mag hebben. De
meubels zijn van het rijk. Men kan geen
eigen kastje of een lekkere luie stoel la
ten aanrukken. Ook allerlei voorwerpen
die makkelijk kunnen dienen tot berg
plaats van verboden waar zijn in de cel
niet toegestaan. Wat in elk geval wèl
mag op cel: radio, televisie (te nuur of te
koop), een platenspeler of cassetterecor-
vangenisbewaarder, heeft onlangs
zijn ervaringen met gedetineerden
te boek gesteld. Hij vertelt onder
meer over het drugsgebruik in ge
vangenissen, over zware jongens
die wapperend met groot geld ci
piers proberen om te kopen, over
ontsnappingen en ook over het be-
klagrecht waar de gevangenen naar
zijn mening nogal eens misbruik
van maken. „Je hoeft een kwaad
der en wandversieringen zoals posters
met blote dames.
Gevangenissen en huizen van bewaring
hebben allemaal een eigen bibliotheek
met boeken in vele talen. De winkeltjes
zijn al genoemd. Soms komen ook be
paalde leveranciers van buiten naar de
gevangenis toe. Hobby's kunnen worden
uitgeleefd, als het maar niet te dol
wordt. De Goede: „Als iemand zegt dat
hij dolgraag duiven wil houden of stuk
ken metaal aan elkaar wil lassen om
kunstwerkjes te maken, dan kan dat na
tuurlijk niet. Schilderen weer wèl, en
ook studeren. Men kan schriftelijke cur
sussen volgen, die mondeling begeleid
worden door speciale leerkrachten voor
het gevangeniswezen. In de B-vleugel
hebben we zelfs iemand die een univer
sitaire studie sociologie volgt. Die krijgt
geregeld college in z'n cel".
Sport kan in de nor volop beoefend wor
den. Meestal onder leiding van een in
structeur, maar tijdens het „luchten",
minimaal 1 uur per dag, kunnen de ge
detineerden ook ongeorganiseerd een
balletje trappen. Er worden ook wel
sportwedstrijden gespeeld tegen clubs
van buiten.
Het flegmatieke gezicht van De Goede
vertoont gedurende enige seconden een
brede glimlach als hij vertelt over de
sportzalen in zijn gevangenis. „Het zijn
voormalige kerkruimtes, veel te klein
om er een behoorlijk spel in te spelen. Ik
keek m'n ogen uit toen ik hier ruim een
jaar geleden kwam werken. In die krap
pe zaaltjes staan de achterlijnen voor het
volleybal op de muur geschilderd!".
Naast de dagelijkse televisieprogram
ma's en de films die nu en dan worden
vertoond krijgen de gedetineerden ook
wel eens live-amusement voorgescho
teld. Dan komt er een örkestje op be
zoek of een zangeres, 's Zondags worden
er protestantse en rooms-katholieke
kerkdiensten gehouden, maar afgaande
op de woorden van De Goede stormen
de baiesbewoners daar niet in drommen
op af. Overigens zijn persoonlijke ge
sprekken met een dominee, pater of hu
manistisch raadsman ook mogelijk.
Intiem
Twee uur per week mag een gevangene
bezoek ontvangen. Dat gebeurt onder
toezicht van bewaarders in een zaaltje
waar telkens acht gevangenen tegelijk
hun familieleden, echtgenotes of vrien
den te woord kunnen staan. Voor dege
nen die langer dan zes jaar te brommen
hebben is een extra privilege aan de be
zoekregeling toegevoegd. De Goede:
„Eén keer in de maand mag zo iemand
zonder toezicht een intieme relatie ont
vangen. Gedurende drie uur mag een ge-
willende gedetineerde maar een
schouderklopje te geven of hij
dient al een klacht in wegens mis
handeling", zei Sordam in een in
terview met weekblad De Tijd.
Voorvallen als hierboven beschre
ven roepen de vraag op, hoe het
staat met de „regiems" in de Ne
derlandse gevangenissen en huizen
van bewaring. Wat mag je als gede
tineerde wèl en niet?
Gevangenisdirecteur J. de Goede van de
Scheveningse strafgevangenis: „Hier zit
de crème de la crime van Nederland".
FOTO: CEES VERKERK
detineerde dan met zijn vrouw, vriendin
of vriend in een speciale kamer verblij
ven, waarin ook een tweepersoons bed
en een wastafel staan. We laten die men
sen volkomen onbespied, dus ze mogen
doen wat ze willen".
„De bezoekers worden gefouilleerd en
tassen en pakjes worden onderzocht,
maar we mogen géén inwendige licha
melijke onderzoeken verrichten. Ver
stopt in lichaamsopeningen kunnen dus
bijvoorbeeld drugs worden binnenge
smokkeld. Ook bij het fouilleren kan
trouwens wel eens wat over het hoofd
worden gezien. Het drugsprobleem is in
alle gevangenissen groot. Op de gekste
manieren komt er hasj of heroïne bin
nen. Ik schat dat hier bijna twintig pro
cent van de mensen drugs gebruikt, zij
het niet regelmatig. De controle is uiterst
moeilijk omdat het gaat om klein spul
dat makkelijk te verbergen is. Hopelijk
krijgen we meer greep op de zaak als
binnenkort de verplichte urinecontrole
bij gedetineerden wordt ingevoerd".
Brieven
Communiceren met de buitenwereld
kunnen de gevangenen ook via de tele
foon (die afgeluisterd kan worden) of
door middel van brieven. In principe
wordt alle inkomende en uitgaande post
gecontroleerd. Dat geldt echter niet voor
brieven aan de advocaat, de Tweede Ka
mer, de koningin of de Commissie van
Toezicht. Bij deze commissie kunnen ge
vangenen klachten indienen. In eerste
instantie moet men daarvoor bij de di
recteur zijn, maar wie het niet eens is
met een directionele beslissing, kan bij
de Commissie van Toezicht en de daar
uit geformeerde beklagcommissie te
recht".
Eén van de meest begeerde rechten is
het verlof. Er bestaat een algemene ver
lofregeling voor gedetineerden, maar de
mate waarin het verlof (door de direc
teur) wordt verleend verschilt van bajes
tot bajes. In Scheveningen wordt verlof
alleen toegestaan in het laatste jaar van
de detentie. Dan mag men drie maal
zestig uur zonder toezicht de vrije bui
tenwereld in.
Laatste vraag aan directeur De Goede. Is
het waar dat hij ontslag wil nemen uit
frustratie over het uitblijven van moder
niseringen in 'zijn gevangenis, zoals on
langs in een krant stond? Ten tweeden
male tovert hij een lachje tevoorschijn.
„Nee hoor, dat was een gekscherende
opmerking die de betrokken journalist
serieus heeft genomen. Ik blijf hier ge
woon m'n werk doen en probeer er het
beste van te maken. Maar dat ik enigs
zins gefrustreerd ben, dat klopt wel, ja".
DICK VAN RIETSCHOTEN
door Piet Snoeren
Sicilië is de maffia. J. Dominicus is
hun profeet en hun Mekka is Corleont
Want zo staat het in de reisgids die d
inmiddels overleden Alkmaarder al
globejoggend heeft afgescheiden over
net eiland dat als een rotte mispel doo
de laars van Italië lijkt te worden
weggeschopt. „Het stadje Corleone in
het bergland tussen Palermo en
Agrigento is altijd een beruchte haard
van de maffia geweest", schalt J.
Dominicus vanaf de minaret van zijn
wereldwijsheid. En hoe smakelijk wee
hij deze bewering waar te maken. Zo
werd het broeinest volgens hem nog ii
de jaren vijftig aangevoerd door de arti
Navarre. Deze witgejaste bandiet had
een politieke partij waar hij veel gare)
bij spon en hij wist keer op keer de
verkiezingen te winnen door de overig)
artsen in het district te pressen tot hei
afgeven van blindheidsverklaringen
aan alle stemplichtige vrouwen. In de
stemhokjes stonden vervolgens
behulpzame maffiosi klaar die de
handjes van de dames vasthielden bij
het aankruisen van hun kandidaat.
Toen een inwoner van Corleone het
bestond te protesteren tegen deze
praktijk, werd hij ontvoerd, gemarteld
en in een kalkput geworpen. De
herdersjongen die toevallig getuige was
geweest van de wraakoefening, kreeg
door Navarre in diens particuliere
ziekenhuis een injectie toegediend
waaruit hij nooit zou ontwaken. Pas in
1958, nadat een bloedbad op
klaarlichte dag in het hartje van
Corleone een punt achter net
schrikbewind had gezet, kwamen de
feiten boven tafel en zagen de maffiosi
zich gedwongen te verkassen naar
Palermo waar ze sindsdien met de
regelmaat van de klok in getraliede
kooien terechtstaan.
Corleone, kortom. Een Etna van
verdorvenheid met boosaardige kraters
waaruit de zwarte lava van het kwaai
ver over de wereld is uitgestroomd. En
zoals rechtgeaarde toeristen de echte
Etna beklimmen, spottend met het
gevaar van rondvliegende rotsblokken
dat hen wacht op de top - er waren er
juist weer twee gedood, vertelde de I
man in het souvenirstalletje -, zo
wagen ze zich ook richting Corleone.
De weg die erheen voert golft lieflijk en
een dubbele rij parasoldennen wuift de
reiziger een aangename koelte toe.
Links echter rijst een dreigend
bergmassief op met de kleur van een
vergeeld gebit. Roestige apparatuur
langs een kiezelpad doen een oude
steengroeve vermoeden. Was hier de
kalkput waarin de maffia zijn
bestrijders dumpte? Nu en dan passeert
een ezel, hoog bepakt met sisalgras -
het beproefde vervoermiddel voor de
smokkel van machinegeweren. De
drijver boven op de last oogt alsof hij er
zo één kan trekken.
Niet voor niets is het Paleis van
Justitie het grootste bouwwerk in
Corleone. Groter dan de domkerk;
berechten is beter dan biechten, zal de
ervaring geleerd hebben. Ertegenover
een boekwinkel. De werken in de
etalage dragen titels als „De anti-
maffia, een gemiste kans" en „De
geschiedenis van de maffia tussen 1950
en nu". Ook „De Siciliaan" ontbreekt
er niet, het laatste boek van Mario
Puzo wiens sadistische verbeelding
eerder de Peetvaders I en II baarde.
Kassa. Veel meer carrabinieri op de
been dan elders in Siciliaanse stadjes.
Maar ze houden zich voornamelijk
onledig met het ledigen van glaasjes
bitter uit vierkante flessen waarop
Petrus Boonekamp staat. De witte
sigaretten steken mooi af in hun eerder
Arabisch dan Italiaans getaande
hoofden. Heeft de maffia een baaidag?
„Americani", schat de man met de
geruite voorschoot die in de bar annex
gelateria Corleone de capuccino
bereidt. „No? Ollandesi? Interessant.
Een neef van mij werkt in Ollanda.
Heeft het goed naar zijn zin, daar in
Luik. Prima koning, die Olaf van
jullie".
Genoeg gebabbeld echter. Americani oj
niet, vreemdelingen die de bar anex
gelateria Corleone betreden, hebben
recht op de act. „Dat", zegt hij,
wijzend op een iel mannetje bij de
vitrine met pizzapunten wiens ogen
van scheelheid binnenwaarts uit de
kassen dreigen te rollen, „dat is een
volle neef van de Capo di Capi, van de
Peetvader, ja. Weet u wat hij gedaan
heeft? Zijn vrouw was zwanger
geraakt. Van een ander. Toen heeft hij
pang-pang-pang gedaan Het
maaiende gebaar waarmee hij de
anekdote kracht bijzet, wettigt de vrees
dat er weinig van de zondares zal zijn
overgebleven. Dat heeft de neef van de
Peetvader gedaan. Zo waar als ik hier
sta".
Het iele mannetje grijnst zijn twee
resterende tanden bloot. „Sigaretje
alstublief? Vuurtje alstubliefr". Hij
neemt een forse trek, blaast rook af en
zie: de verse sigaret is verdwenen. In
plaats daarvan bungelt er een
brandend peukje aan zijn onderlip.
Twee, drie keer herhaalt hij, onder
luide bijval van de omstanders, het
kunststuk. Peuk weg, sigaret terug en
omgekeerd. Corleone, aat is de krater
van een tandeloze mond die peuken
spuugt.
Minister Korthals Altes van Jusitie (links) probeerde" onlangs zelf een cel in het vernieuwde Huis van Bewaring in de Amsterdamse Havenstraat. Zijn cel oogt aanmerkelijk
luxueuzer dan het doorsnee vertrek waarin de Nederlandse gedetineerden hun dagen'moeten slijten (rechts). FOTO: ANP