De rechten en plichten van de bajesklant Maffia (2) ONTSNAPPEN IS NIET VERBODEN CeidóeSouAO/rii1 Stanley H., ex-bankrover, opgeslo ten in de strafgevangenis te Scheve- ningen, kwam vorige maand in het nieuws doordat hij een verzoek had ingediend om één van zijn pasge boren tweelingdochtertjes binnen de gevangenismuren te mogen ver zorgen. Staatssecretaris Korte-Van Hemel (Justitie) wees het verzoek af. Alleen vrouwelijke gedetineer den,,die verblijven in één van de DEN HAAG - Het Nederlandse gevan geniswezen behoort tot het modernste ter wereld. Wie in ons land van staats wege wordt beroofd van zijn vrijheid is beter af dan een willekeurige gevangene in andere westerse landen, zoals de Ver enigde Staten of de bondsrepubliek Duitsland. Een Nederlandse bajesklant verkeert zelfs in de hemel vergeleken bij de soms helse levensomstandigheden in gevangenissen van landen als Turkije en Spanje. Om nog maar niet te spreken van strafinrichtingen in dictatoriaal gere geerde staten. Onlangs nog werd televisiekijkend Ne derland een blik gegund in het interieur van het pas gerenoveerde huis van be waring aan de Havenstraat te Amster dam. De camera toonde kraakheldere, in frisse kleuren geverfde en gestpffeerde gangen en zaaltjes, prima sanitaire voor zieningen en redelijk comfortabele cel len. In menige huiskamer zal de opmer king zijn gemaakt, dat het in die nor waarachtig niet zo slecht toeven zal zijn. Een dergelijk modern complex behoort echter tot de uitzonderingen, want de meeste gevangenissen en huizen van be waring zijn stokoud, vaak meer dan 100 jaar, en schreeuwen om achterstallig on derhoud. Daarbij vergeleken lijkt de ba jes aan de Amsterdamse Havenstraat in derdaad een driesterren-pension. Overi gens dient men ook te bedenken dat ge vangenen, over hoeveel comfort zij ook mogen beschikken, één van de meest es- sentieïe mensenrechten wordt onthou den, namelijk de vrijheid om te gaan en te staan waar men wil. Terecht, dat wel, maar een pretje is het allerminst. Humaan Het leefklimaat in de Nederlandse ge vangenissen is in de na-oorlogse jaren sterk verbeterd. De nieuwe ontwikkelin gen werden voor een belangrijk deel be ïnvloed door de ervaringen van de dui zenden Nederlanders (onder wie ook veel politici en aankomende politici) die tijdens de oorlog veelal onder erbarme lijke omstandigheden gevangen hebben gezeten. Gedetineerden moesten voort aan niet alleen goed worden voorbereid op hun terugkeer in de maatschappij, zo als in de Beginselenwet Gevangeniswe zen staat, maar bovendien ook „humaan worden bejegend". Momenteel telt ons land ongeveer 5500 permanent bezette cellen, verdeeld over 45 gevangenissen en huizen van bewa ring. In de komende drie a vier jaren zal het aantal inrichtingen tot 50 stijgen; de totale capaciteit neemt dan toe tot 7500 cellen. Naar verwachting zullen de hui dige problemen rond het nijpende cel lentekort dan zijn opgelost. Ons gevangeniswezen kent diverse soor ten inrichtingen en elke soort heeft een eigen regiem. Allereerst zijn er de huizen van bewaring, waarin hoofdzakelijk per sonen verblijven die nog niet officieel zijn bestraft. Zij worden enkel nog ver dacht van het plegen van een misdrijf en zitten in afwachting van hun veroorde ling in voorarrest. Voor sommige van hen gelden strenge regels om contacten met „buiten" tot een minimum te beper ken. De voorlopig gehechte verdachte mag namelijk het nog in gang zijnde ge rechtelijk onderzoek niet beïnvloeden of bemoeilijken. Overigens vinden we in de huizen van bewaring ook personen die wèl zijn veroordeeld. Het gaat dan ech ter om straffen van hooguit een maand. Wie een langduriger celstraf krijgt opge legd, gaat naar een „echte" gevangenis. Daarvan bestaan verschillende typen. Beperken we ons tot de gevangenissen voor volwassenen (er zijn ook speciale jeugdgevangenissen voor jongeren van 18 tot 23 jaar) dan zijn er de zwaar be waakte „gesloten inrichtingen", de meer vrijheid biedende „half open inrichtin gen" (waar men één keer in de maand met weekendverlof mag) en de „open in richtingen". De bewoners van de laatst genoemde categorie zijn elk weekend vrij. Door de week verblijven zij alleen 's avonds en 's nachts in het complex omdat ze overdag gewoon bij een baas in de buurt werken. Open inrichtingen zijn uitsluitend bestemd voor gevange nen die het grootste deel van hun straf al achter de rug hebben en nog maar enke le maanden hebben te gaan. Die laatste loodjes worden voor hen zo licht moge lijk gemaakt. Op die manier kunnen ze alvast wennen aan de komende terug keer in de vrije maatschappij. Crème de la crime „Het klinkt gek, maar ontsnappen is niet verboden", zegt directeur J. de Goede van de Scheveningse strafgevangenis als hij praat over de rechten en plichten van gedetineerden. „Ontsnappen is natuur lijk geen officieel recht, maar nergens staat dat het niet mag. Je wordt ook niet extra gestraft als je na een uitbraak weer wordt gepakt. Die soepele opstelling geldt uiteraard niet voor degenen die tij dens de ontvluchting strafbare feiten hebben gepleegd. Een gedetineerde die een bewaker bewusteloos heeft geslagen of na zijn ontsnapping een kraak heeft gezet krijgt geheid een extra straf'. Het immense bajescomplex in Scheve- ningen bestaat niet alleen uit een strafge vangenis. Binnen de hoge muren staan ook twee huizen van bewaring (één voor jeugdigen en één voor volwassenen) als mede het enige Nederlandse ziekenhuis voor gedetineerden. Verder vindt men er nog net Penitentiair Selectiecentrum, waar Justitie onderzoekt welke gevange nis het best bij een veroordeelde past. De strafgevangenis, waar directeur De Goede de scepter zwaait, is een gebouw dat nog net niet van ouderdom in elkaar stort. „Het is de hoogste tijd dat de Rijksgebouwendienst dit varkenskot eens opknapt", zucht de directeur. „Maar ja, u weet het, hè... er is geldge brek en andere bouwprojecten gaan vóór. Bovendien malen de ambtelijke ■molens ergerlijk langzaam. Soms wordt twee vrouwengevangenissen in Ne derland, mogen bij hoge uitzonde ring tijdens het uitzitten van hun straf een baby (op)voeden. Mike B., gevangen zittend in het Amsterdamse gevangeniscomplex „Overamstel", beter bekend als de Bijlmerbajes (hoewel helemaal niet in de Bijlmermeer gelegen), kreeg drie weken geleden verlof om zon- ons iets beloofd, maar dan horen we maandenlang niets meer". Het uitgewoonde gebouw herbergt uit fluitend gasten die tot een langdurige straf zijn veroordeeld. Bankrovers, ont voerders, moordenaars, heroïnehandela ren, noem maar op. Van de drie afdelin gen is de B-vleugel het meest berucht. „Daar zit de crème de la crime van Ne derland", zegt De Goede droogjes. „Onze B-vleugel is het eindstation van het gevangeniswezen. Daar zitten alle maal klanten uit de categorie „vlucht- en gemeengevaarlijke gedetineerden". Ge- meengevaarlijk is een term van de laat ste tijd, een kortere beschrijving van de woorden: gevaarlijk voor de gemeen schap. Er zijn lieden die een volstrekt uitzichtloos bestaan leiden, omdat ze ook in het buitenland nog straffen heb ben lopen. Als ze hier 3cht jaar hebben opgeknapt, worden ze uitgeleverd aan bijvoorbeeld Duitsland, waar ze nog eens tien jaar of zelfs meer tegoed heb ben. Er zit hier iemand die bij elkaar bij na honderd jaar gevangenisstraf heeft: in allerlei landen een portie". Zakjes plakken Elke gevangenis heeft een eigen huishou delijk reglement, waarin staat wat mag en niet mag. Wie zich niet aan de huisre gels houdt, kan in ernstige gevallen voor een bepaalde tijd in een isolatiecel wor den geplaatst, verstoken van alle norma le contacten. De belangrijkste plichten van de gevan genen somt De Goede in rap tempo .op. „Men dient alle aanwijzingen van de di rectie en de bewaarders op te volgen. Men mag geen sabotage plegen of andere dingen uithalen die de orde kunnen ver storen.' Men moet zich correct gedragen, niet alleen tegenover de bewaarders maar ook jegens de medegevangenen. Niemand op z'n gezicht timmeren, om maar eens wat te noemen. Het is ook verboden alcohol te drinken, grote be dragen aan contant geld bij zich te heb ben en zonder medeweten van de direc tie spullen aan iemand mee te geven of dingen in ontvangst te nemen. Het regel matig schoonmaken van de cel behoort eveneens tot de plichten, want een goede hygiëne is heel belangrijk, zeker in zo'n gesloten gemeenschap. En tenslotte: elke gezonde gevangene moet op werkdagen arbeid verrichten. In huizen van bewa ring is werken niet verplicht, in gevange nissen wèl". „Zakjes plakken is er niet meer bij te genwoordig. Wasknijpers maken, nog zo'n klassieke bezigneid van gevange nen, komt ook vrijwel nergens meer voor. Wij hebben hier een goed geoutil leerde drukkerij en boekbinderij. Verder der bewaking naar de tandarts te gaan. De laatste tijd was dit al va ker gebeurd. Altijd meldde B. zich na het bezoek aan de tandarts weer keurig aan de bajespoort. Dit keer echter keerde hij tot grote schrik van de directie niet terug. Hij zit inmiddels wel weer in de cel, want van de week werd hij opgepakt in een Amsterdams café. Max Sordam, gepensioneerd ge- kan men hier oude telefoons en telexen van de PTT slopen, waarbij alle onder delen zorgvuldig moeten worden gesor teerd, en bovendien is er een afdeling waar allerlei inpakwerkzaamheden wor den verricht. Omdat wij hier die zware jongens hebben, zijn de arbeidsmogelijk heden beperkt. We kunnen ze niet met zagen, zware hamers of lasapparatuur la ten werken, omdat ze daarmee gevaarlij ke dingen kunnen uithalen. In de koe pelgevangenis van Breda is een schitte rend metaalbedrijf en in Veenhuizen doet men veel aan houtbewerking. Zulke dingen zouden hier te link zijn". Tonnen Met het werken verdienen de gevange nen ongeveer 50 gulden per week. En daarmee zijn we tevens aangeland bij de zaken waar gedetineerden recht op heb ben. De Goede: „Het verdiende geld wordt op een persoonlijke rekening ge zet. Zo'n rekening wordt geopend zodra iemand hier binnenkomt. Het gebeurt wel dat een crimineel bij zijn arrestatie ontzettend veel geld op zak heeft. Als niet kan worden aangetoond dat het om gestolen geld gaat, bewaart de staat het aangetroffen bedrag voor hem. We heb ben hier een paar lui die enkele tonnen op hun rekening hebben staan!" Van zijn rekening krijgt een gevangene zakgeld uitgekeerd, onder meer vóór het kopen van sigaretten of snoep in het ge vangeniswinkeltje. Heeft iemand meer geld nodig, bijvoorbeeld voor de aan schaf van nieuwe kleren of een nieuwe radio (bij een postorderbedrijf of via een opdracht aan familieleden), dan moet hij daartoe een verzoek indienen bij de ad ministratie, die de rekeningen beheert. Over kleren gesproken: elke gevangene mag zich tegenwoordig kleden zoals hij zelf wil. Minvermogende gedetineerden (die bestaan ook) kunnen echter van rijkswege een spijkerbroek en een blauw overhemd krijgen. Blote dames De gevangenisbewoner mag zijn cel naar eigen goeddunken inrichten, zolang hij zich maar houdt aan de regeling „voor werpen op cel", waarin precies staat wat je wel en niet bij je mag hebben. De meubels zijn van het rijk. Men kan geen eigen kastje of een lekkere luie stoel la ten aanrukken. Ook allerlei voorwerpen die makkelijk kunnen dienen tot berg plaats van verboden waar zijn in de cel niet toegestaan. Wat in elk geval wèl mag op cel: radio, televisie (te nuur of te koop), een platenspeler of cassetterecor- vangenisbewaarder, heeft onlangs zijn ervaringen met gedetineerden te boek gesteld. Hij vertelt onder meer over het drugsgebruik in ge vangenissen, over zware jongens die wapperend met groot geld ci piers proberen om te kopen, over ontsnappingen en ook over het be- klagrecht waar de gevangenen naar zijn mening nogal eens misbruik van maken. „Je hoeft een kwaad der en wandversieringen zoals posters met blote dames. Gevangenissen en huizen van bewaring hebben allemaal een eigen bibliotheek met boeken in vele talen. De winkeltjes zijn al genoemd. Soms komen ook be paalde leveranciers van buiten naar de gevangenis toe. Hobby's kunnen worden uitgeleefd, als het maar niet te dol wordt. De Goede: „Als iemand zegt dat hij dolgraag duiven wil houden of stuk ken metaal aan elkaar wil lassen om kunstwerkjes te maken, dan kan dat na tuurlijk niet. Schilderen weer wèl, en ook studeren. Men kan schriftelijke cur sussen volgen, die mondeling begeleid worden door speciale leerkrachten voor het gevangeniswezen. In de B-vleugel hebben we zelfs iemand die een univer sitaire studie sociologie volgt. Die krijgt geregeld college in z'n cel". Sport kan in de nor volop beoefend wor den. Meestal onder leiding van een in structeur, maar tijdens het „luchten", minimaal 1 uur per dag, kunnen de ge detineerden ook ongeorganiseerd een balletje trappen. Er worden ook wel sportwedstrijden gespeeld tegen clubs van buiten. Het flegmatieke gezicht van De Goede vertoont gedurende enige seconden een brede glimlach als hij vertelt over de sportzalen in zijn gevangenis. „Het zijn voormalige kerkruimtes, veel te klein om er een behoorlijk spel in te spelen. Ik keek m'n ogen uit toen ik hier ruim een jaar geleden kwam werken. In die krap pe zaaltjes staan de achterlijnen voor het volleybal op de muur geschilderd!". Naast de dagelijkse televisieprogram ma's en de films die nu en dan worden vertoond krijgen de gedetineerden ook wel eens live-amusement voorgescho teld. Dan komt er een örkestje op be zoek of een zangeres, 's Zondags worden er protestantse en rooms-katholieke kerkdiensten gehouden, maar afgaande op de woorden van De Goede stormen de baiesbewoners daar niet in drommen op af. Overigens zijn persoonlijke ge sprekken met een dominee, pater of hu manistisch raadsman ook mogelijk. Intiem Twee uur per week mag een gevangene bezoek ontvangen. Dat gebeurt onder toezicht van bewaarders in een zaaltje waar telkens acht gevangenen tegelijk hun familieleden, echtgenotes of vrien den te woord kunnen staan. Voor dege nen die langer dan zes jaar te brommen hebben is een extra privilege aan de be zoekregeling toegevoegd. De Goede: „Eén keer in de maand mag zo iemand zonder toezicht een intieme relatie ont vangen. Gedurende drie uur mag een ge- willende gedetineerde maar een schouderklopje te geven of hij dient al een klacht in wegens mis handeling", zei Sordam in een in terview met weekblad De Tijd. Voorvallen als hierboven beschre ven roepen de vraag op, hoe het staat met de „regiems" in de Ne derlandse gevangenissen en huizen van bewaring. Wat mag je als gede tineerde wèl en niet? Gevangenisdirecteur J. de Goede van de Scheveningse strafgevangenis: „Hier zit de crème de la crime van Nederland". FOTO: CEES VERKERK detineerde dan met zijn vrouw, vriendin of vriend in een speciale kamer verblij ven, waarin ook een tweepersoons bed en een wastafel staan. We laten die men sen volkomen onbespied, dus ze mogen doen wat ze willen". „De bezoekers worden gefouilleerd en tassen en pakjes worden onderzocht, maar we mogen géén inwendige licha melijke onderzoeken verrichten. Ver stopt in lichaamsopeningen kunnen dus bijvoorbeeld drugs worden binnenge smokkeld. Ook bij het fouilleren kan trouwens wel eens wat over het hoofd worden gezien. Het drugsprobleem is in alle gevangenissen groot. Op de gekste manieren komt er hasj of heroïne bin nen. Ik schat dat hier bijna twintig pro cent van de mensen drugs gebruikt, zij het niet regelmatig. De controle is uiterst moeilijk omdat het gaat om klein spul dat makkelijk te verbergen is. Hopelijk krijgen we meer greep op de zaak als binnenkort de verplichte urinecontrole bij gedetineerden wordt ingevoerd". Brieven Communiceren met de buitenwereld kunnen de gevangenen ook via de tele foon (die afgeluisterd kan worden) of door middel van brieven. In principe wordt alle inkomende en uitgaande post gecontroleerd. Dat geldt echter niet voor brieven aan de advocaat, de Tweede Ka mer, de koningin of de Commissie van Toezicht. Bij deze commissie kunnen ge vangenen klachten indienen. In eerste instantie moet men daarvoor bij de di recteur zijn, maar wie het niet eens is met een directionele beslissing, kan bij de Commissie van Toezicht en de daar uit geformeerde beklagcommissie te recht". Eén van de meest begeerde rechten is het verlof. Er bestaat een algemene ver lofregeling voor gedetineerden, maar de mate waarin het verlof (door de direc teur) wordt verleend verschilt van bajes tot bajes. In Scheveningen wordt verlof alleen toegestaan in het laatste jaar van de detentie. Dan mag men drie maal zestig uur zonder toezicht de vrije bui tenwereld in. Laatste vraag aan directeur De Goede. Is het waar dat hij ontslag wil nemen uit frustratie over het uitblijven van moder niseringen in 'zijn gevangenis, zoals on langs in een krant stond? Ten tweeden male tovert hij een lachje tevoorschijn. „Nee hoor, dat was een gekscherende opmerking die de betrokken journalist serieus heeft genomen. Ik blijf hier ge woon m'n werk doen en probeer er het beste van te maken. Maar dat ik enigs zins gefrustreerd ben, dat klopt wel, ja". DICK VAN RIETSCHOTEN door Piet Snoeren Sicilië is de maffia. J. Dominicus is hun profeet en hun Mekka is Corleont Want zo staat het in de reisgids die d inmiddels overleden Alkmaarder al globejoggend heeft afgescheiden over net eiland dat als een rotte mispel doo de laars van Italië lijkt te worden weggeschopt. „Het stadje Corleone in het bergland tussen Palermo en Agrigento is altijd een beruchte haard van de maffia geweest", schalt J. Dominicus vanaf de minaret van zijn wereldwijsheid. En hoe smakelijk wee hij deze bewering waar te maken. Zo werd het broeinest volgens hem nog ii de jaren vijftig aangevoerd door de arti Navarre. Deze witgejaste bandiet had een politieke partij waar hij veel gare) bij spon en hij wist keer op keer de verkiezingen te winnen door de overig) artsen in het district te pressen tot hei afgeven van blindheidsverklaringen aan alle stemplichtige vrouwen. In de stemhokjes stonden vervolgens behulpzame maffiosi klaar die de handjes van de dames vasthielden bij het aankruisen van hun kandidaat. Toen een inwoner van Corleone het bestond te protesteren tegen deze praktijk, werd hij ontvoerd, gemarteld en in een kalkput geworpen. De herdersjongen die toevallig getuige was geweest van de wraakoefening, kreeg door Navarre in diens particuliere ziekenhuis een injectie toegediend waaruit hij nooit zou ontwaken. Pas in 1958, nadat een bloedbad op klaarlichte dag in het hartje van Corleone een punt achter net schrikbewind had gezet, kwamen de feiten boven tafel en zagen de maffiosi zich gedwongen te verkassen naar Palermo waar ze sindsdien met de regelmaat van de klok in getraliede kooien terechtstaan. Corleone, kortom. Een Etna van verdorvenheid met boosaardige kraters waaruit de zwarte lava van het kwaai ver over de wereld is uitgestroomd. En zoals rechtgeaarde toeristen de echte Etna beklimmen, spottend met het gevaar van rondvliegende rotsblokken dat hen wacht op de top - er waren er juist weer twee gedood, vertelde de I man in het souvenirstalletje -, zo wagen ze zich ook richting Corleone. De weg die erheen voert golft lieflijk en een dubbele rij parasoldennen wuift de reiziger een aangename koelte toe. Links echter rijst een dreigend bergmassief op met de kleur van een vergeeld gebit. Roestige apparatuur langs een kiezelpad doen een oude steengroeve vermoeden. Was hier de kalkput waarin de maffia zijn bestrijders dumpte? Nu en dan passeert een ezel, hoog bepakt met sisalgras - het beproefde vervoermiddel voor de smokkel van machinegeweren. De drijver boven op de last oogt alsof hij er zo één kan trekken. Niet voor niets is het Paleis van Justitie het grootste bouwwerk in Corleone. Groter dan de domkerk; berechten is beter dan biechten, zal de ervaring geleerd hebben. Ertegenover een boekwinkel. De werken in de etalage dragen titels als „De anti- maffia, een gemiste kans" en „De geschiedenis van de maffia tussen 1950 en nu". Ook „De Siciliaan" ontbreekt er niet, het laatste boek van Mario Puzo wiens sadistische verbeelding eerder de Peetvaders I en II baarde. Kassa. Veel meer carrabinieri op de been dan elders in Siciliaanse stadjes. Maar ze houden zich voornamelijk onledig met het ledigen van glaasjes bitter uit vierkante flessen waarop Petrus Boonekamp staat. De witte sigaretten steken mooi af in hun eerder Arabisch dan Italiaans getaande hoofden. Heeft de maffia een baaidag? „Americani", schat de man met de geruite voorschoot die in de bar annex gelateria Corleone de capuccino bereidt. „No? Ollandesi? Interessant. Een neef van mij werkt in Ollanda. Heeft het goed naar zijn zin, daar in Luik. Prima koning, die Olaf van jullie". Genoeg gebabbeld echter. Americani oj niet, vreemdelingen die de bar anex gelateria Corleone betreden, hebben recht op de act. „Dat", zegt hij, wijzend op een iel mannetje bij de vitrine met pizzapunten wiens ogen van scheelheid binnenwaarts uit de kassen dreigen te rollen, „dat is een volle neef van de Capo di Capi, van de Peetvader, ja. Weet u wat hij gedaan heeft? Zijn vrouw was zwanger geraakt. Van een ander. Toen heeft hij pang-pang-pang gedaan Het maaiende gebaar waarmee hij de anekdote kracht bijzet, wettigt de vrees dat er weinig van de zondares zal zijn overgebleven. Dat heeft de neef van de Peetvader gedaan. Zo waar als ik hier sta". Het iele mannetje grijnst zijn twee resterende tanden bloot. „Sigaretje alstublief? Vuurtje alstubliefr". Hij neemt een forse trek, blaast rook af en zie: de verse sigaret is verdwenen. In plaats daarvan bungelt er een brandend peukje aan zijn onderlip. Twee, drie keer herhaalt hij, onder luide bijval van de omstanders, het kunststuk. Peuk weg, sigaret terug en omgekeerd. Corleone, aat is de krater van een tandeloze mond die peuken spuugt. Minister Korthals Altes van Jusitie (links) probeerde" onlangs zelf een cel in het vernieuwde Huis van Bewaring in de Amsterdamse Havenstraat. Zijn cel oogt aanmerkelijk luxueuzer dan het doorsnee vertrek waarin de Nederlandse gedetineerden hun dagen'moeten slijten (rechts). FOTO: ANP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 22