met ring in De hoofdrol" "finale" MAFFIA (1) Qeidóü&owicvnt 55 Fatsoen Zorgvuldig Huiselijk Stijl BOUWMAN ZATERDAG 20 JUNI 1987 In de laatste uitzending van het afgelopen seizoen was Mies Bouwman toch een beetje de hoofdpersoon, toen heel veel van haar „slachtoffers" kwamen opdraven om haar in de bloemetjes te zetten. FOTO: DIJKSTRA HILVERSUM - Mies Bouwman ver bergt haar vreugde over het voor de tweede keer ontvangen van de Gouden Televizierring niet achter een masker van bescheidenheid. Integendeel, zij straalt. „Die ring wordt toegekend door de kijkers. Al eens eerder kreeg ik bo vendien van de televisierecensenten de Nipkowschijf voor mijn „hele werk". En dat terwijl ik nog niet eén dag echt voor de tv heb gewerkt. Ik doe dat namelijk met zoveel plezier dat ik dat geen wer ken noem". Mies heeft zojuist met hel onderschei den programma „In de hoofdrol" het derde seizoen achter de rug. De komen de winter krijgen we haar niet met een vierde serie op de buis. Zij wil even rust. Waar het nadien op uitdraait zal zij nog wel zien. „Er zat", vindt zij, „een duidelijk op gaande lijn in dit programma. Ook dat vraagt om een rustpauze. Maar ik ben nog lang niet door mijn onderwerpen heen. Ik heb nog een lange lijst met na men. Daar staan er altijd meer op dan er aan ontbreken". Haar verrassingstaotiek om de aanstaan de hoofdrolspeler in zijn dagelijkse be zigheden aan te schieten en voor het programma uit te nodigen, pakte tot op heden altijd pnma uit. Dat zij en haar medewerkers met de grootste zorg het onderwerp benaderen, heeft daar veel mee te maken. Zij noemt dat het aftas ten van de man of vrouw in kwestie. „We mogen onder elkaar dan wel eens zeggen: „Wie zullen we nemen", maar dat „nemen" moet je tussen aanhalings tekens plaatsen. Wij beginnen met ons at te vragen of we er goed aan doen juist die persoon te vragen. Er kunnen allerlei redenen zijn om het na te laten. Per soonlijke omstandigheden bijvoorbeeld waardoor iemand liever buiten de publi citeit blijft. Daarna nemen we contact op met mensen uit de naaste omgeving van degene die we hebben uitgekozen. Die maakt trouwens het programma. Ik presenteer het alleen maar. Komen uit die kring gunstige geluiden, dan vragen wij knipsels op om ons te oriënteren op zijn „verleden", zodat we daar met fo to's of genodigden op kunnen reageren. Het liefst nodigen we mensen uit aan wie onze gast goede herinneringen heeft. We benaderen de „onderwerpen" echt met grote schroom. We zoeken vooral naar boeiende momenten uit het leven van de hoofdfiguur, zonder inbreuk te maken op zijn privacy. Dat heeft alle maal te maken met de formule van ons programma. Het is geen „Dit is uw le ven", waar ik vroeger ook wel een vari ant op heb gemaakt. Zo'n aanpak krijgt iets documentairs. Daarom heet mijn programma „In de hoofdrol". Dat past meer bij mij". „Ik wil van een aantal dingen uit het persoonlijk leven van mijn gasten afblij ven. Anders noem ik het pottekijkerij. De mensen weten dat ik zo werk. Daar om zeggen ze ook geen nee als ik ze vraag, terwijl ik toch altijd blij ben met hun ja. Ze weten dat ik in dat opzicht te vertrouwen ben. Het begrip burgerlijk is uit de mode, maar het woord fatsoen be staat nog steeds. Ik heb bijvoorbeeld te maken met mensen die voor de tweede keer zijn getrouwd. Daar hoef ik de fi nesses niet van boven water te halen. Ik denk er niet aan iemand te overvallen of hem of haar hoe dan ook schade te be rokkenen. Ik werk graag met hoogtepun ten uit iemands leven. Die leveren ook een portret op. Maar ondanks alle voor bereidingen moet je er rekening mee houden dat je van alles kunt verwach ten. Zal iemand met stomheid geslagen worden als ik hem of haar vraag We repeteren niets. De verbazing bij iemand die ik uitnodig komt echt spontaan. Je kunt nu wel stellen dat ik overwegend artiesten in mijn programma heb die ge wend zijn het spel mee te spelen, maar zo'n Joop Doderer, op tv terug als Swie- bertje, staat op zo'n moment niet zijn werk te doen, toneel te spelen. Die is echt verrast als ik te voorschijn kom. Ik kan andere mensen noemen, bijvoor beeld Louis van Dijk, die zich in volko men vertrouwen aan mijn arm het podi um liet opleiden. Die mensen zijn ach teraf ook blij als ik het niet mooier heb gemaakt dan hun leven in werkelijkheid is. Ze willen er graag eerlijk uitkomen. Neem zo'n Han Ebbelaar en Alexandra Radius. Die doen ballet en zijn niet voorbereid op een spelletje toneel met mij. Dat levert een eerlijke uitzending op en daarop hebben de kijkers met hun prijs gereageerd. Als er toneel gespeeld zou worden, zouden de kijkers dat m de gaten hebben". „Je hoort natuurlijk altijd kritiek op je werk. Zo zou ik met de blinde vrouw Joke op goedkoop sentiment gewerkt hebben. Die kritiek leg ik naast mij neer, omdat die mensen niet weten waar ze over praten. Sinds ik vijfentwintig jaar geleden door mijn marathon-tv-uitzen- ding van drieëntwintig uur „Het Dorp" voor gehandicapten bij Arnhem heb hel pen openen, word ik in die kringen veel gevraagd voor allerlei gebeurtenissen. Daardoor ontmoet ik deze mensen gere geld. Ook Joke heb ik zo leren kennen. Ze zou een onderscheiding krijgen van Audrey Hepburn. Daar heb ik met heel veel zorg vooraf een uitzending van ge maakt waarbij wij uiteraard haar man hebben ingeschakeld. Natuurlijk was het ontroerend, maar het was oprecht en spontaan". Over die marathon-uitzending van Mies wordt door de AVRO in november een documentaire uitgezonden. Op Het Dorp is momenteel kritiek. Die gehandi capten zouden in een getto leven en te weinig contact hebben met het normale leven. Mies is het daar helemaal niet mee eens. „Ik heb over Het Dorp nog geregeld contact met dr. Klapwijk. Die noemt alle kritiek onzin. Er lopen helemaal geen mensen weg. Er verhuizen er wel ia, maar er komen nieuwe bewoners voor terug. Wat wel gebeurt is dat de mensen daar met elkaar trouwen en dan de muren tussen hun huizen wegbreken en samen een groter huis gaan bewonen. Dr. Klapwijk zegt ook, dat gehandicap ten die op hulp van anderen ziin aange wezen nergens zozeer zichzelf kunnen zijn als juist in Het Dorp. Zij kunnen daar hun leven zelf inrichten, wat zij zouden moeten missen in een tehuis waar alles aan regels is gebonden. In Het Dorp zijn dingen tot stand gebracht die momenteel elders navolging vinden. Dat is toch prachtig". Onder de vele landgenoten op de lange lijst van Mies staat ook André van Duin. Die wil onder geen voorwaarde „In de hoofdrol". Dat weet Mies wel en ze houdt er ook rekening mee, maar toch kan ze niet laten André ermee te plagen als dat zo uitkomt. Zo trof zij hem laatst in een restaurant, liep uitno digend op hem af, waarop André direct begon zich teweer te stellen. Een reactie die Mies steeds verbaast. „Dat gebeurt vaker als ik ergens binnenkom, dat men sen mij toeroepen: „Het is toch niet om mij begonnen, hè Mies". Heel anders re ageerde scheidsrechter Leo Horn. Die zei ongeveer, dat hij had gedacht veel eerder aan de beurt 14 zijn. Dat vind ik nou zo leuk in zo'n man". Mies heeft wel eens overwogen onbeken de Nederlanders te nemen. Iemand zo van straat te halen. „Maar", zegt ze, „dan weet je niet waarmee je in zee gaat". Het blijft dus zorgvuldig uitzoe ken en terrein verkennen. „Eerst via fa milie of kennissen dus erachter zien te komen of zo'n man of vrouw ervoor in is om aan het programma mee te doen. Vervolgens kunnen we er niet onder uit de partner van zo iemand te benaderen. Uit die bron moeten wij foto's krijgen uit het verleden en namen oppikken van vrienden. Dan kun je nog verkeerd uit komen. Tussen mijn gast en de als harts vriendin geschetste dame kan wel een verkoeling zijn ingetreden. Daar komt nog bij dat aan zo'n echtgenoot of echt genote gevraagd moet worden om strikte geheimhouding. En dat kan best. Bij be paalde huiselijke feesten houdt men ook dingen voor elkaar geheim. Dat is voor mij zelfs het hoogtepunt bij een feest, bijvoorbeeld Sinterklaas". „Zo moet mijn uitzending gezien wor den, als een huiselijk feest. We hebben achteraf maar een enkele keer te horen gekregen: „Dat was te gek". „Meer mannen dan vrouwen in mijn programma? Ja, dat is zo, al was Carry Tefsen alias Mien Dobbelsteen een vol treffer. Adèle Bloemendaal? Die heeft gezegd onder geen voorwaarde „In de nooiarol" te willen. Dat moet ik respec teren. Zij wil graag als genodigde in de programma's van anderen verschijnen. Dat heeft zij al twee keer gedaan. Dus weg is ze niet". Of we Mies in de toekomst nog te zien krijgen in andere programma's dan die welke gelijkenis met „In de hoofdrol" vertonen? Mies heeft nog nooit iets te gen haar zin gedaan. „Ik heb destijds on der hevige kritiek gestaan bij het satiri sche programma „Zo was het toevallig ook nog eens een keer". Dat idee heb ik zelf mee uit Londen helpen halen. Daar is kritiek op gekomen die mij bitter stemde. Ook omdat mijn gezin er onder leed. Maar dat wil niet zeggen dat ik er spijt van heb. Ik heb nog nooit spijt ge had over wat ik heb ondernomen. Het hoorde allemaal bij mijn werk. Begrijp goed dat ik wel 99 op de 100 keer nee zeg tegen bepaalde uitnodigingen. Daar aan kun je me kennen en daarnaar zou ik beoordeeld willen worden. Veel meer althans dan naar die ene keer ja". De kwestie van het uitnodigen van gas ten om „de hoofdrol" programmatisch aan te kleden - hoeveel, welke - is al tijd weer een heel gedub. „We hadden eens een lijst met meer dan honderd na men. Met ons team van vijf man trok ken we een dag uit om daaruit een keuze te maken; om de voor- en nadelen wat betreft hun inbreng tegen elkaar weg te strepen. Om kort te gaan: na driekwart dag hadden we ze allemaal weggestreept. We zagen het niet meer zitten en zijn koffie gaan drinken". „Het hoort ook bij mijn stijl om mijn uitzending helemaal af te ronden. Dat wil zeggen dat ik lang na afloop nog con tact houd met mijn gast. Zonder dat je het wilt kan er in zo'n uitzending een ac cent verkeerd vallen. Zo zorgvuldig kun je het niet voorbereiden of je hoort ach teraf dat je een bepaalde persoon beter niet had kunnen vragen of dat je juist ie mand hebt gemist. Dat blijft het risico van het vak. De zorg voor de mensen in mijn programma draag ik voortdurend met me mee. Ik mag de drempel van het vertrouwen dat men in mij stelt niet overschrijden. Ik heb die mensen echt hoog zitten. Bijna steeds eindigen mijn Hoofdrol-uitzendingen in een groot feest". „Nou moet je me niet herinneren aan een uitspraak die ik ooit deed op de Vlaamse tv over het Mona-toetje dat de tv dreigt te worden. Toen ik twintig was, deed ik als twintig, dacht ik als twintig. Ik ben nu een paar jaar verder en denk en doe ik overeenkomstig mijn leeftijd. Stel mij ook geen vragen over commer ciële tv. Als net zo ver is, zien we wel weer. Ik ben geen figuur voor belangrijke voorspellingen". Of ze zelf eens in „de hoofdrol" zou moeten komen met Willem Duys als presentator? „Dat is- ondenkbaar. Hoe kun je zo'n vraag stellen? Het gaat om een programma van Mies dat door Mies vorm is gegeven en van begin tot eind mijn stijl vertoont". TON OLIEMULLER door Piet Snoeren Weet u waarom de lucifers op Sicilië nog geen vier centimeter lang zijn en zo dun als grassprietjes?", vroeg de landgenoot die zich - men kent het type - in hotel La Siesta d'Oro te Cefalü ongenood als tafelgenoot en tenslotte als reisgenoot had opgeworpen. „Weet u waarom ze ofwel dubbelbuigen voordat ze ontvlammen, ofwel zo onverwacht ontvlammen dat je ze van schrik ver van je werpt? Omdat op Sicilië de maffia het lucifermonopolie in handen heeft, meneer. Wat ik u brom. Hoe korter, hoe dunner, hoe slechter, des te meer verkopen ze ervan". Deze ongenode reisgenoot had op hei eiland zo gauw zijn Nederlandse lijfblad niet kunnen vinden en spelde bij wijze van tweede keus The Guardian, een Britse krant van stand, zoals iedereen weet. Er viel uit op te maken dat hij zich geen knollen voor citroenen liet aansmeren. Hij fundeerde zijn oordelen, wilde The Guardian naast zijn kopje ochtendthee zeggen. Weet u waarom er op Sicilië zoveel spoorwegovergangen zijn?", vervolgde hij. „Een mens gelooft zijn ogen toch niet? Hetzelfde weggetje van Porto Palo naar Menfi wordt bijvoorbeeld zeventien keer gekruist door hetzelfde spoorweggetje. Zeventien keer voor gesloten bomen wachten op het passeren van hetzelfde boemeltje. Eerst dacht ik nog: de ontwerpers van wegen en de ontwerpers van spoorwegen hier zitten niet samen in één overlegorgaan. Wat ze missen, dat is een coördinerende planologische commissie. Er wordt langs, of liever door elkaar heengewerkt. Italianen, wal wil je? Maar ligt het niet veel meer in de rede om aan te nemen dat er de maffia achter zit? Ik bedoel: al die overgangen worden met de hand bediend. Zo kan de maffia zijn afpersers en huurmoordenaars, als ze uitgeblust raken, van een rustig einde aan hun arbeidzaam leven verzekeren De maffia was overal, wist de ongenode reisgenoot met grote stelligheid. „Wat dacht u van de verkeersborden op Sicilië? Je blijft toch lachen? Calatafimi 12 km 700. Castranuovo 4 km 150. Waarom? Interesseren mij, als ik achter een pakezel hang of midden in een kudde1 schapen terecht ben gekomen, die paa\ honderd meter meer of minder? Doeschoterbroek 7 km 200. Zwaagwesleinde 3 km 100. Ziet u het in Nederland al staan? Wat er volgens mij achter steekt, is dit. Een vriendje van de maffia was blijven zitten met een partij verf. Geen nood, zei de maffia. Wij raden de gouverneur in Palermo aan de informatie op de verkeersborden zo volledig mogelijk te maken, want anders zou er in die enveloppe morgen best eens geen smeergeld kunnen zitten, maar een bombrief. Zo werkt het op Siciliè. Iedereen speelt iedereen een balletje toe. De naam maffia is niet voor niets afgeleid van het Arabische woord muafah dat bescherming betekent". Het nijpende tekort aan kleingeld op Sicilië kwam ook al door de maffia. „Hebt u er niets van gemerkt? Dan laat u zeker het verschil zitten, als u afrekent. Feit is dat er hier bijna nergens meer muntstukken te vinden zijn. Daarom krijg je bij wijze van wisselgeld vaak de tegenwaarde aan postzegels, sigaretten, snoepjes, telefoonmunlen of mim-assegni, dat zijn illegale bankbiljetjes die de particuliere banken uitgeven om het chronisch gebrek aan muntstukken te ondervangen. Waar de legale munten dan wel blijven? Die smokkelt de maffia naar Zwitserland of naar Japan, want het nikkel dat erin zit, is zeer gewild bij de fabrikanten van horloges. Ze schijnen de munten om te smelten en er nikkelen horlogekasten van te maken". Hoe de land- en reisgenoot dit alles zo zeker wist? Niet uit The Guardian, nee, maar uit die andere bron, links van zijn kopje ochtendthee. „Portret van Sicilië" door J. Dominicus. Ach zo. Vijfendertig of misschien wel meer reisgidsen heeft deze inmiddels overleden Alkmaarder al globejoggend afgescheiden. In het onderhavige portret zijn maar liefst elf pagina's voor de maffia ingeruimd. Ter vergelijking: de oud-Griekse vesting Castello Euralio bij Syracuse waar Archimedes toch zijn stukje zeep in bad liet vallen en van opwinding poedelnaakt de poort uitsnelde onder het slaken van ongetwijfeld - „eureka" - de meest geciteerde kreet ter wereld, krijgt nog geen halve bladzijde. Patdlica, de adembenemende dodenstad van meer dan drieduizend in krijtwitte rotswanden uitgehouwen graven waar de allereerste eilandbewoners meer dan drieduizend jaar geleden hun dierbaren bijzetten? Geen woord. Sicilië is de maffia en J. Dominicus is hun profeet. Zo komt het dat menige landgenoot met paranoia in de ogen over het eiland doolt. Mataglap door een klap van de Dominicaanse molenwiek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 28