Bookmakers
hebben
leergeld
betaald
met Boris Becker
De
kruistocht
van Omar
tegen
drugs en seks
bij cricket
RIJKAARD
Desillusie
Stuntman
Elite
Blikje bier
Vermoorden
Mentaliteit
£eidóe@ou/ttMil
387
LONDEN - De bookmakers in Enge
land hebben hun lesje geleerd. Twee jaar
geleden werd Boris Becker met een te
verwaarlozen score kansrijk geacht om
Wimbledon te winnen. Ondanks het feit
dat hij ruim een week vóór het meest
prestigieuze tenni^evenement ter wereld
de generale op Queens naar zijn hand
had gezet. Inmiddels is Becker de „King
of grass", won hij weer Queens en kent
zijn zelfvertrouwen vlak voordat aan
Church Road wordt begonnen met de
10 le aflevering van het evenement geen
grenzen.
„Wimbledon is mijn toernooi", liet hij
zich in een toch wat overmoedige bui
tijdens Roland Garros ontvallen. Waar
mee hij evenwel zo veel bedoelde dat er
voor hem nog steeds slechts één titel be
staat die hem echt aanspreekt: die van
het toernooi waarvan hij vroeger als
kind op de televisie de beelden verslond.
De bookmakers in het conservatieve Al
bion van Margaret Thatcher die twee
jaar geleden zeer forse uitbetalingen
moesten doen, zullen hun prognoses
progressief hebben bijgesteld: wie een
gokje waagt op de zege van Boris Becker
zal niet op „kassa" behoeven te rekenen.
Maar dat zal Boris Becker een grote zorg
zijn. Twintig jaar nadat zijn landgenoot
en huidige Davis-Cupcaptain Wilhelm
Bungert de Bondsrepubliek op zijn ach
terste benen zette door als ongeplaatste
speler de finale van Wimbledon te berei
ken (en kansloos te verliezen van John
Newcombe) gaat de negentienjarige
Westduitser proberen zijn derde titel te
veroveren. Nadat hij twee jaar geleden
de sceptici de mond snoerde door „een
dagsvlieg" Kevin Curren van de eind-
triomf af te houden vestigde hij vorig
jaar definitief zijn reputatie door niet al
leen weer te winnen, maar daarbij te
vens de nummer één van de wereld,
Ivan Lendl, te verslaan.
Het betekende de grootste desillusie
voor Lendl in zijn carrière tot dusver,
omdat de ambitieuze Tsjechoslo waak
nog nimmer een toernooi op gras had en
heeft gewonnen. En het ontbreken van
vooral de titel van Wimbledon op zijn
palmares drukt als een loden last op de
toch al niet van zelfverzekerdheid over
lopende en in cruciale topduels zonder
zelfvertrouwen acterende Oosteuro
peaan. Maar ook dat zal Boris Becker
worst zijn. De jongeman uit Leimen, die
tegenwoordig domicilie houdt in het fis
caal aantrekkelijker Monte Carlo, ging
zelfs onlangs openlijk de mentale con-
ZATERDAG 20 JUNI 1987
frontatie aan met Lendl. In Parijs ver
klaarde Becker dat de Tsjechoslo waak
moreel één van de minder sterke spelers
is en „dat alle tennissers dat weten".
Die aanval heeft Ivan Lendl Boris Bec
ker niet in dank afgenomen. Hem ont
braken de argumenten voor een verbale
contra-attaque en zijn verweer behelsde
niet meer dan de vaststelling dat hij -
en niemand anders - toch maar Ro
land Garros had gewonnen. Maar dat
deed Lendl niet voor de eerste keer en
wat dat betreft was het geen proeve van
mentale verharding van de Tsjechoslo-
waak, die wel een verklaring had voor
zijn op gras minder effectief opereren.
„Mijn voetenwerk komt op die onder
grond minder goed tot zijn recht", deel
de Lendl mee, daarmee tevens toege
vend dat hij zich op de specifieke speel-
vloer nimmer voor honderd procent zal
thuisvoelen. En eveneens al op voor
hand een excuus aanvoerend voor het
geval zijn coup ook dit jaar weer niet
lukt.
Waarbij komt dat de numero één van de
wereldranglijst ook in een ander fysiek
opzicht niet optimaal aan de start zal
Boris Becker twee jaar geleden toen hij
zijn eerste Wimbledontitel veroverde door
Kevin Curren te verslaan.
komen aanstaande maandag. Hij werd
in Edinburgh eind vorige week ziek en
dat zal, in hoe geringe mate die malheur
hem ook heeft aangetast, niet in zijn
voordeel werken. Lendl zou er op zijn
minst al weer de nodige twijfel uit kun
nen putten voor wat betreft zijn totale
Boris Becker heeft die aanleiding tot eni
ge zorg in het geheel niet. De Westduit
ser, wiens spel is geschapen voor hele
snelle banen en die deze eigenschap nog
versterkt door het eerder genoemde zelf
vertrouwen is bovendien een stuntman
die in capriolen aan het net mogelijk
slechts wordt overtroffen door de Frans
man Yannick Noah. Met ware doods
verachting plegen deze twee zich, vooral
in de korte rally's op gras, met het racket
in de aanslag in de baan van vijandelijke
passeerschoten te werpen. Waarbij voor
al Becker niet zelden dank zij deze atleti
sche eigenschappen er in slaagt om in
schijnbaar verloren positie cruciale pun
ten alsnog op zijn naam te brengen. Het
geen insiders en omstanders steeds weer
pleziert, maar ook verrast. Want Boris
Becker is met zijn 84 kilogram niet be
paald een van de lichtsten en loopt het
risico nog eens een fatale tuimeling te
maken met zijn doldrieste avonturen.
Wat dat betreft zal hij misschien nog wel
eens terugdenken aan zijn eerste optre
den op Wimbledon, inmiddels pas drie
jaar geleden. Toen raakte Becker op de
baan, die een reputatie heeft verworven
als „begraafplaats" omdat er vele grote
namen zijn gesneuveld, ernstig aan de
knie geblesseerd. Hij moest per brancard
worden afgevoerd en toen al vroegen ve
len zich af of de brutale Westduitser li
chamelijk niet al te zeer uit de kluiten
was gewassen om het zware métier aan
te kunnen. Boris Becker heeft inmiddels
die critici de mond gesnoerd. Hij kwam
terug zoals het maar weinigen is gege
ven: met de zege op Wimbledon. Om
die prestatie zoals gezegd een jaar later
zelfs nog te herhalen.
Als Boris Becker er in slaagt over ruim
veertien dagen voor de derde achtereen
volgende keer Wimbledon op zijn naam
te brengen behoort hij tot een elite.
Slechts Fred Perry (1934, '35, '36). en
Björn Borg ('76-'80) presteerden dat eer
der. John Newcombe ('67, '70, '71) en
John McEnroe ('81, '83 en '84) wonnen
eveneens driemaal, maar zagen hun
reeks onderbroken. In dit rijtje past nog
de naam van Rod Laver, de legendari
sche Australièr, die viermaal in totaal
zegevierde. Maar de evenals Becker ros
sige, maar kleiner en peziger gebouwde
tennisser kon geen recordscore opbou
wen, omdat hij als proftennisser tussen
zijn triomfen in 1961 en 1962 en die van
1968 en 1969 geen amateur-evenemen
ten mocht spelen.
Die moeilijkheden heeft Boris Becker
niet. Als die al problemen heeft. Tot
groot genoegen van de bookmakers.
FRANK WERKMAN
DEN HAAG - Zijn opgewektheid is er
een van het soort dat zelfs een kind van
drie doet aanvoelen dat er iets niet in de
haak is. Lang duurt het dan ook niet
voordat zijn priemende pretoogjes
plaatsmaken voor dodelijk serieuze kij
kers. De glans is er af; niet alleen van
zijn gezicht maar ook van zijn zeer ver
dienstelijke cricketcarrière: Qasim
Omar, één van de bekendere Pakistaan
se cricketers, vfórdt niet eens meer met
de nek aangekeken door zijn vroegere
medespelers. Maar eerlijk is eerlijk: de
29-jarige cricketcrack, die momenteel bij
hoofdklasser HBS als speler-coach tot
rust komt, heeft het er zelf naar ge
maakt.
Even terug in de tijd. Half februari 1987.
Imran Kahn, de aanvoerder van het Pa
kistaanse elftal, slaat het Engelse week
blad The People open. Hij leest en
schrikt. Daar waar hij altijd bang voor
was, is gebeurd. Qasim Omar, één van
zijn betere spelers, springt uit de band
en ventileert zijn ongezouten kritiek op
het reilen en zeilen van de Pakistaanse
profcricketers. Volgens Omar hangt het
elftal aan elkaar van - zich aan seksuele
uitspattingen te buiten gaande en aan
drugs te goed doende - playboys die
geen kans onbenut laten zich met alle
mogelijke vormen van genot door de
cricketwereld te bewegen. Maar niet al
leen het Pakistaanse elftal houdt er een
dergelijke leefwijze op na, al jarenlang
schijnen drugs en een gepotentieerd
seksleven gemeengoed te zijn in de we
reld van de cricketprofs. Teleurstellende
resultaten worden gevolgd door excuses
die als rijpe, maar van binnen door en
door rotte appels van de bomen vallen.
Het keurige image van de cricketers
blijkt een farce en verkleurt bij het ge
waarworden van Omars werkelijkheid.
Want Omar weet als geen ander waar de
schoen wringt. En hij verkoopt zijn ver
haal aan „The People". De populaire
krant betaalt grif 6500 Engelse ponden
(ruim twintig duizend gulden) voor het
verhaal van Qasim en bewerkstelligt
daarmee dat de Pakistaan niet alleen
zijn teamgenoten, maar ook de gehele
Engelse cricketwereld de stuipen op het
lijf jaagt.
The People komt opnieuw met een ver
haal. „You spiteful (hatelijke), arrogant
man!" kopt het weekblad op 24 mei.
Omar beklaagt zich („He's made life hell
for me") ditmaal over het gedrag van
Imran Kahn naar aanleiding van de eer
ste publikatie. A raison van 850 Engelse
ponden (ruim 2500 gulden), vanwege het
iets minder sensationele karakter.
Niet zozeer de seksuele escapades en het
druggebruik, maar meer de gevolgen
voor Omar spelen een belangrijke rol.
Toen Omar na een overwinning met een
blikje bier wilde poseren, beet Khan
hem toe dat hij dat moest laten. „Stel je
voor dat ze datjn Pakistan zien", waren
de woorden van de hypocriete aanvoer
der. In Pakistan is het nuttigen van ster
ke drank niet toegestaan. Maar was het
overmatig drankgebruik dan niet aan de
orde van de dag onder de cricketers?, zo
stelde Omar terecht. Khan wilde het
doen voorkomen als zou hij nog nooit
een drop drank tot zich hebben geno
men. Dat was de druppel, al of niet alco
holisch, voor Omar.
Oman „Hij probeerde me in het bijzijn
van anderen voor schut te zetten, keer
op keer, hij dacht me in het openbaar te
kunnen vernederen. Hij vloekte en
schreeuwde tegen alle spelers alsof zijn
leven ervan afhing. Hij was gemeen en
vond steeds excuses om de groep te
overheersen, probeerde zelfs iedereen de
grond in te trappen".
Omar legt uit hoe het zover heeft kun
nen komen. „In Pakistan wordt Khan
als een nationale held gezien, hij wordt
verheerlijkt. Khan is dan ook de beste
speler die Pakistan sinds tijden heeft ge
had. Hij kan alles maken, kent iedereen
van hoog tot laag en komt uit een zeer
gefortuneerde familie. Je zou het kunnen
vergelijken met het kastenstelsel in In
dia. Hij zit heel hoog in de rangschik
king, terwijl de andere spelers het met
een trapje lager moeten stellen. Toen ik
hem zei dat we allemaal dezelfde pet op
hadden en voor Pakistan uitkwamen,
tenslotte ook óns vaderland, deerde hem
dat niet".
In het team van Pakistan, waarvoor
Omar vier en een half jaar testmatches
speelde (het hoogst haalbare voor een
cricketer; red.) werd niet gedronken,
maar gezopen. Spelers doken diep in de
nacht een voorverwarmd bed in en ge
bruikten vooral cocaïne om fit te wor
den voor de wedstrijd van de volgende
dag. Maar de playboy-achtige levensstijl
bleef de interesse en toewijding voor het
cricket overheersen.
Omar was het spuugzat. Hij liet het gro
te publiek weten wat er omging in het
team, omdat zijn collega's „doofstom-
metje" bleven spelen. Ze wisten allemaal
dat er een heleboel fout zat, maar nie
mand durfde zijn mond open te doen,
als ze al niet deelnamen aan de kwalijke
praktijken. Niemand wilde zijn plaats
verliezen in het nationale elftal. Omar ij
verde voor een dopingcontrole, schreef
een brief aan de wereldcricketbond, de
ICC (International Cricket Conference),
maar stuitte op een muur van ongeloof.
Uit frustratie lichtte hij de pers in. Via
een vriend hoorde hij dat twee cricketers
(„Nee, ik zeg niet wie, maar eentje speelt
voor het Pakistaans elftal en de ander
voor het Westindische team") van plan
waren hem te vermoorden. In de eerste
week van februari, nog voor de publika
tie in The People, werd hij tot twee keer
toe met de dood bedreigd.
Maar de droom is uit voor hem. Het
hoogst haalbare niveau moet hij noodge
dwongen verlaten. Na 27 testmatches en
35 zogenoemde eendaagsen werd hij het
slachtoffer van zijn eigen oprechtheid.
Hij kijkt om in wrok: „Er heerst toch
geen teamgeest, iedereen speelt voor
zich. Als je een fout maakt, staan er zo
vier vijf andere spelers klaar om je
plaats over te nemen".
Met die schitterende profcarrière, waar
bij hij met één testmatch per dag („be
lastingvrij!") soms vierhonderd pond
(zestienhonderd gulden) verdiende, is
het nu gedaan. Geld interesseert hem
niet. „Het gaat me om prestige. Als ik
veel geld krijg, maar ik word op alle
fronten tegengewerkt, heb ik liever min
der. Ik heb geen zin me voor geld te la
ten misbruiken. Ik kniel niet, voor nie
mand. Never. Ook niet voor Khan. Dat
is hij niet waard".
„Ik ben altijd eerlijk, straight, dat is
mijn levenshouding. Ik zou een lafaard
zijn als ik wachtte totdat Kahn „met
pensioen" gaat. Het is geen fout van me
geweest om Kahn te beschuldigen, want
ik wilde zien hoeveel mensen me zou
den steunen. Maar tot nu toe is dat nog;
niemand".
Omar, vanaf zijn achttiende cricketprof,
werd in Kenia geboren, groeide op in
Pakistan, woonde twaalf jaar in Enge
land en bezit een Pakistaans en Brits
paspoort. Het verschil in mentaliteit tus
sen Pakistanen en Engelsen is groot,
vindt hij. Naar het zich laat aanzien is
hij het slachtoffer geworden van die dis
crepantie. „In Pakistan mag je de waar
heid niet zeggen. Je moet altijd je mond
houden. Je gaat niet tegen de gevestigde
orde in. Maar in Engeland mag je uitko
men voor je mening. En dat heb ik dus
ook gedaan".
Maar naar de maatstaven van Imran
Khan heeft Qasim Omar zich die menta
liteit te goed meester gemaakt. Hij wees
zijn aanvoerder op fouten en werd daar
voor gestraft. Eerlijkheid duurt het
kortst, zo ondervond Omar.
Juni 1987. Mede dank zij de inbreng
van speler/coach Omar ziet het er naar
Qasim Omar
„Ik kniel niet
voor niemand.
Never. Ook
niet voor Khan.
Dat is hij niet
waard".
FOTO: CEES
VERKERK
uit dat zijn team HBS zich plaatst bij de
eerste vier in de hoofdklasse en mee
mag doen in de strijd om de vaderlandse
titel. Iets wat vorig jaar, toen HBS on
deraan de ranglijst bungelde, nog voor
onmogelijk werd gehouden. Over het
cricket in Nederland is Qasim niet zo te
spreken. De velden vallen hem tegen,
evenals de mentaliteit van de tegenstan
ders.
„Ze proberen me op alle mogelijke ma
nieren uit te krijgen, het geeft niet hoe,
als Omar maar uitgaat. Maar ze bowlen
niet goed, nee, ze belazeren me en schel
den me uit, brengen de scheidsrechter in
verwarring en appelleren vaak ten on
rechte. Als je in Engeland te veel appel
leert, roept de scheidsrechter je onmid
dellijk tot de orde. Hier mag dat alle
maal. Het cricket wordt in Nederland te
negatief benaderd. In Nederland spelen
veel buitenlanders als speler, coach of
een combinatie daarvan. Maar de mees
ten hebben geen cricket op topniveau ge
speeld, geen ervaring met testmatches.
Ze spelen redelijk, maar het zijn dure
krachten". Omar is de eerste actieve
testspeler die recentelijk in Nederland
speelt. Wat moet een Nederlandse club
overhebben voor een bijna vier maan
den durende werkvakantie van een test
speler? „Ik denk dat een testspeler min
stens vijftienhonderd gulden per week
moet vangen hier. Er zijn immers clubs
die dat kunnen betalen".
Omar keert misschien terug naar zijn
oude ploeg Karachi, of begint in Enge
land een coaching-centrum. Maar een
partner, die hij zegt nodig te hebben, is
sinds enkele maanden moeilijk te vin
den. Misschien ook begint hij een cam
pagne tegen Imran Khan in 'Pakistan.
„Ik ben rechtlijnig. Het maakt me niet
uit tegen wie ik ageer; ik zeg wat me
dwarszit. Als iemand daar niet tegen
kan, is dat niet mijn fout. Maar Khan
had en heeft nog steeds de azen in han
den". Omar is uitgespeeld, en eigenlijk
ook een beetje voor joker gezet
JOS WALTMANS
door Frank Werkman
Niets is veranderlijker dan de mens,
wordt wel eens gezegd. Maar er is altijd
baas boven baas. Want nog onvoorspel
baarder dan het weer is het gedrag van
een voetbaltrainer. En ook in die catego
rie heb je exponenten, figuren die met
kop en schouders boven alle anderen uit
steken. Of denken uit te steken.
Bedoelde coaches menen dat ze door hun
vermeende uitzonderingspositie dan ook
maar alles kunnen uitvreten. Ze ontlenen
aan hun soms op dubieuze gronden ver
worven gezag een autoriteit die uitgroeit
boven het maatschappelijk betamelijke.
Rinus Michels is zo'n man. Hij heeft on
langs een extra dimensie toegevoegd aan
het gangbare idee dat de voetbalwereld
een jungle is. Maar dan een waar niet
het recht van de sterkste geldt, maar de
mate van moreel verderf van de meest
brutale. Dat iemand voor een handvol
zilverlingen zijn naaste verraadt is al be
kend sinds de eerste druk van de bijbel.
Maar geld vergoedt veel en de menselijke
memorie is doorgaans maar kort, werd
toen al gedacht.
Dat moet ook Michels hebben gemeend
toen hij onlangs meer dan openlijk flirtte
met PSV. Waar hij zes ton kon gaan ver
dienen en dat is toch tweehonderddui
zend gulden meer dan hij van de KNVB
vangt voor enige onduidelijke werkzaam
heden. En Michels moet tenslotte ook
aan zijn oude dag denken. Hij heeft tij
dens zijn Spaanse, Amerikaanse en Duit
se escapades natuurlijk niet genoeg ver
diend om daarvan voldoende opzij te leg
gen voor zijn pensioen. En dan is het in
zijn wat verdrongen optiek alleszins te
verkopen dat hij een contract met de
bond voortijdig wil verbreken om op de
loonlijst van Philips te komen. Nog een
jaar of vijf twee ton extra toucheren bete
kent toch een miljoen op de bank. En pas
daarmee kan straks, als de man voor wie
zoveel bijnamen zijn bedacht zich terug
trekt uit de jungle, de schoorsteen op ae
gebruikelijke wijze blijven roken.
Vandaar ook dat Michels schoorvoetend
op zijn schreden is teruggekeerd toen hij
hoorde dat de bond van hem een afkoop
som van bijna een half miljoen verlangde
bij een voortijdig vertrek naar PSV. Een
bedrag dat Philips kennelijk niet wilde
ophoesten, want dan was alles natuurlijk
in een handomdraai geregeld. Michels
moest die vijf ton zelf betalen. En dat nu
strookte niet met zijn principes, want die
heeft hij natuurlijk ook. Michels vindt
zich een man die betaald moet worden -
zelf betalen, zelfs om er op langere ter
mijn een stuk beter van te worden, is er
voor hem niet bij. Stel je voor.
Een gouden handdruk, zoals bij FC
Köln, dat bevalt hem wel. Even een tijdje
niets doen en toch een aardig appeltje
voor de dorst, dat is het beela dat geen
enkele voetbaltrainer afschrikt. En Mi
chels helemaal niet. Het is natuurlijk
even slikken als je ergens wordt ontsla
gen, maar - zoals eerder betoogd - de
menselijke memorie is kort.
PSV wilde Michels wel graag hebben,
maar was niet van zins om van de zeven
tien miljoen van Gullit een kleine drie
procent over te maken naar Zeist. Of lie
ver: Philips wilde dat niet. Deze firma is
sponsor van de KNVB en maakt al zeer
regelmatig forse bedragen over op de gi
rorekening van penningmeester Henk
Hut. Die er op zijn beurt op had gere
kend dat PSV wel in de buidel zou tasten
en tevens een paar ton in de zak zou
houden als Thijs Libregts zichzelf zou
vrijkopen bij PAOK in Griekenland.
Want de KNVB wilde dan wel graag
oud-PSV'er Libregts op de plaats hebben
van Michels, maar dat mocht geen cent
kosten. Zie daar een grootgrutter in de
vorm van een voetbalbedrijf.
Michels blijft dus - gedwongen - nog
een jaartje. Ach, moet hij nebben ge
dacht, twaalf maanden zijn zo voorbij en
het verschil tussen blijven en vertrekken
vertegenwoordigt toch een bedrag van
drie ton; bij PSV gaan werken had hem
in een seizoen netto honderdduizend gul
den opgeleverd, in Zeist vangt hij toch
het viervoudige.
Ondertussen heeft ook nog even de affai
re-Rijkaard gespeeld. Michels, in de ver
onderstelling dat hij volgend seizoen in
Eindhoven zou zitten, wilde de Ajacied
aan zijn getekende voorcontract bij PSV
houden. Gevolg: trammelant tussen Ajax
en PSV en Cruijff, die dreigde zijn mon
diale reputatie wel even te laten opbok
sen tegen die van Philips. Het is jammer
dat die confrontatie er niet van zal ko
men. Een botsing tussen een eenmansbe
drijf van een nog immer naar de miljo-
nairsstatus strevende oud-topvoetballer
en een multinational met vele tiendui
zenden werknemers en een miljardenom
zet. Rijkaard koos voor nog een jaar bij
Ajax in de wetenschap dat over twaalf
maanden de buitenlandse clubs voor hem
in de rij zullen staan. Michels koos voor
nog een jaar bij de KNVB in het besef
dat zijn tijd ook nog wel komt.
Ondertussen is het natuurlijk veelbeteke
nend dat Libregts zo graag naar de bond
wilde, waar Michels hem geen mandaat
wenste te geven. De laatste heeft het in de
rimboe van Zeist niet naar de zin. Maar
kan het toch niet hebben dat er een man
naast hem wordt gezet, want Libregts
zou voor slechts een jaar zijn assistent
(lees: ondergeschikte) moeten worden om
hem dan pas volgend jaar op te volgen.
Waarom laat Michels de kennelijk door
hem verafschuwde karweitjes niet ge
woon over aan iemand anders en gaat
hij zelf weer een tijdje in de luwte van
een grote boom zitten? Dat heeft-ie al
eerder gedaan. Maar ook dat zinde Mi
chels niet. Die man is maar met één ding
tevreden, wat het werk ook is: veel sela.
Dat hebben ze bij Philips heel goea be
grepen. De echte rijkaard zit nog een
jaartje in Zeist. En Rijkaard volgend
jaar in Italië. Met Cruijff.