OCEAAN OVER
Om
de wereld
Verkocht
Moet lukken
Vliegen over
uitgestrekte
toendra 's
Sponsors
CfiidóeSou'uwit
ZATERDAG 20 JUNI 1967
PARIJS - Ogenschijnlijk heel non
chalant en ontspannen zit Hage
naar Eppo Harbrink Numan (46)
op zijn van huis meegebrachte,
blauwwit gestreepte klapstoeltje.
'et zijn ellebogen op de knieën, in
Üjn hand een chocolade-ijsje. Op
het platform van de Parijse lucht
haven Le Bourget, waar dezer da
gen de grootste luchtvaartshow ter
wereld wordt gehouden, is hij een
pure eenling tussen de grote jon
gens van de luchtvaart als Boeing,
McDonnell Douglas, Airbus, Fok
ker en noem ze allemaal maar op.
Eppo is een soort Charles Lind-
berg, die het onmogelijke wil ver
wezenlijken. Vlak achter zijn rug
staat de „Charcoal Windmaster',
een piepkleine, maar perfect uitge
ruste ultra light, die hem volgend
jaar naar de Verenigde Staten moet
vliegen. Als dat enorme waagstuk
hem lukt, zal deze Haagse lucht
vaartenthousiasteling de eerste per
soon zijn, die met een ultra light de
oceaan is overgevlogen. En toeval
of niet, enkele tientallen meters
verderop prijkt een replica van de
Spirit of St. Louis, het vliegtuig
waarmee Charles Lindberg in 1927
als eerste van New York naar Pa
rijs vloog.
Het donderende geweld van gierende F-
16's, loeiende Mirages en andere met
duizenden pk's gezegende luchtmon
sters, die Le Bourget maken tot een in
ferno van lawaai, lijkt aan Eppo niet be
steed. Hoe imposant dat militaire en ci
viele luchtvaartgeweld ook is, hij houdt
het liever op het lichtste van het lichtste,
op het kleinste van het kleinste. Hij likt
nog een paar keer van zijn ijsje en plot
seling krijgt de joviale babbel van Eppo
Harbrink Numan een zeer serieuze toon.
„De risico's van zo'n vluchtDaar
denk ik maar liever niet aan. Als ik daar
over ga piekeren krijg ik alleen maar sla
peloze nachten. Want geloof me: die
achtduizend kilometer van Rotterdam
naar New York met een ultra light is een
gigantische onderneming; het is één gro
te overlevingstocht, élke etappe op
nieuw".
Eppo Harbrink Numan laat er geen twij
fel over bestaan, dat hij terdege weet
waaraan hij begint. Het is een waagstuk
dat hij bij de geringste onvoorzichtigheid
mogelijk met de dood zal moeten beko
pen. Daarvan is hij echt wel doordron
gen. Toch vindt hij juist die uitdaging
vele malen leuker dan zijn dagelijkse
werk als eigenaar van het restaurant
Charcoal aan de Denneweg, simpelweg
omdat Eppo helemaal gek is van ultra
lights, zoals de „vliegtuigjes" heten die
ogenschijnlijk bij het minste of geringste
zuchtje wind omver waaien.
Maar wat hem betreft zijn die „sigaren-
peukjes op wielen", biet daarboven een
kleine vijftien vierkante meter vleugel
tot heel wat in staat. „Joh, als ik eerlijk
ben, was ik het liefst begonnen met een
vlucht om de wereld. Nog nooit ver
toond. Dat was eigenlijk ook de opzet
van mij. Moet je je voorstellen", zegt hij
razend enthousiast terwijl zijn stem trap
loos van 33 naar 45 toeren overschakelt:
„Met zo'n ultra light om de wereld
De Haagse restauranthouder in zijn vliegkleding. Als hij straks de oceaan
oversteekt zal die uitrusting nog veel uitgebreider zijn. FOTO: HARBRINK NUMAN
vliegen. Dat is toch machtigMaar ja,
ik heb dat eens uitgezocht en het bleek
dat ik voor zo'n twintig landen een
doorvliegvergunning zou moeten heb
ben. Nou, dan kun je het wel vergeten.
Vandaar dat ik maar aan dit avontuur
ga beginnen".
Ergens in juni volgend jaar, als de weers
gesteldheid goed is, wil Eppo Harbrink
vertrekken van Zestienhoven bij Rotter
dam richting Engeland. Vandaaruit, zo
is de bedoeling, wil hij in meer dan
twintig etappes naar New York vliegen
om uiteindelijk begin augustus in Osh-
kosh bij de Niagara Watervallen aan te
komen. Daar wordt op dat moment de
grootste vliegshow ter wereld gehouden.
Elk jaar komen daar 15.000 tot 25.000
vliegtuigen en hun piloten bijeen; hét
walhalla voor iedereen, die bezeten is
van sportvliegen.
Eppo Harbrink Numan kwam pas een
jaar of zes geleden in aanraking met de
ultra lights. Hij zag zo'n ding op een
beurs en was op slag smoorverliefd. „Lo
gisch toch, niet dan. Wees nou eerlijk.
Wie wil er niet een eigen vliegtuig, een
eigen helikopter' of iets anders hebben
dat vliegt. Gewoon een ding waar je files
mee kunt ontwijken of waarmee je een
vogel kunt zijn en de wereld van boven
kunt bekijken Dat is toch het einde",
zegt hij terwijl hij met zijn schoen een
van zijn ijsco gevallen stuk chocola in
het beton van Le Bourget wrijft. „Toen
ik die ultra light voor het eerst zag, wist
ik het zeken dat wilde ik ook". Zijn eer
ste lessen in die toen nog niet geheel on
gevaarlijke ULV's kreeg hij in Engeland.
Daarna volgden lessen in Frankrijk en
hij voltooide zijn opleiding op het vlieg
veld Lelystad.
En Eppo was verkocht, volledig ver
kocht aan het vliegen met een ultra light.
Zoals een cowboy door de onmetelijke
prairies ronddoolt, zo nam hij bezit van
het vrije luchtruim. „In de zomer kwa
men we op Corsica. Daar ontdekte ik
het mooiste plekje ter wereld. In één
woord geweldig. Joh, daar kon je einde
loos vliegen. Op twintig centimeter bo
ven het water van de Middellandse
ZeeDan zie je onder je de vissen
zwemmen, alles ziet er dan anders uit.
Véél mooier. En gein maken dat ik die
eerste tijd deed Ik vloog soms op een
meter hoogte over het strand heen. En al
die meiden maar kijken, wat voor gek er
daar boven hen vloog. Zo nu en dan
vroegen ze me: „Als je straks in het dorp
komt, neem dan even een pakje sigaret
ten mee. Nou, geen enkel probleem. Dus
vloog ik even later over ze heen en plof,
dan gooide ik meteen een hele slof naar
beneden".
„Ik werd al met al zo razend enthou
siast, dat ik op een gegeven moment in
de eerste de beste boekhandel op Corsica
een zakatlas kocht. Ik wilde zien of het
mogelijk was een vlucht om de wereld te
maken en was werkelijk niet meer te
houden. Zelfs niet door mijn zoon, die
mijn voor hartstikke gek verklaarde".
Dat ging dus niet door vanwege de door
vliegvergunningen, maar een transatlan
tische oversteek leek wel tot de moge
lijkheden te behoren. Vol goede moed
begon Eppo Harbrink dan ook al snel
aan trainingsvluchten om tot in de fines
ses uit te vinden welke aanpassingen
voor zijn ultra light nodig waren en wat
tot de noodzakelijke bagage zou moeten
behoren. Bijna was één van die trai
ningsvluchten in de omgeving van Cor
sica tevens zijn allerlaatste vlucht gewor
den: van een hoogte van 350 meter
stortte hij bij Campo Moro neer. „Het
toestel crashte volledig en zelf brak ik
zo'n beetje alles dat er te breken valt.
M'n neushier bij mijn oogkas zat
het niet lekker, mijn rug, een been
Puur doordat ik in zee terecht kwam,
heb ik het er levend afgebracht".
Eppo pauseert even en kijkt met één oog
naar de verrichtingen van een Puma-he-
likopter die het talrijke publiek op Le
Bourget zijn kunnen showt. „Ja, gut,
zo'n crash. Niet leuk natuurlijk, maar je
gaat door. Je wilt gewoon iets waar je
die oversteek mee kunt maken". En met
behulp van Engelse constructeurs maak
te hij een nieuwe ultra light klaar voor
de gigantische lange afstandsvlucht.
Eppo Harbrink trekt zijn smetteloos wit
te overall eens recht op een wijze alsof
hij klaar is om te vertrekken: „Zoals het
er nu voorstaat, móet het lukken. De
vleugel is perfect, de viertakt-viercylin-
der motor is fantastischtachtig pk,
goed voor zo'n 120 kilometer per uur".
De cockpit van zijn oorspronkelijk twee
persoons Charcoal Windmaster (ge
noemd naar zijn restaurant „en Wind
master vond ik gewoon leuk") is dusda
nig volgestouwd met apparatuur, dat er
geen kubieke centimeter ruimte meer
over zal zijn tijdens de oversteek. Een
groot deel van de ruimte wordt in beslag
genomen door een omvangrijke benzine
tank, terwijl daarnaast het cockpit-in
strumentarium dusdanig compleet is dat
het niet zou misstaan in een tweemoto-
rig sportvliegtuig. Zelfs een 720 kanaals
radio behoort tot de uitrusting. Maar
met slechts een goede ultra light zal
Eppo Harbrink de overkant van de
oceaan nimmer halen. Vandaar ook dat
zijn persoonlijke uitmonstering tot in de
details is verzorgd. Tijdens de vlucht
draagt hij een zware helm met inge
bouwde koptelefoon en microfoon, hij
heeft twee coltruien bij zich, een dikke
ondermaillot, evenals een duikerswarm-
tepak, speciale sokken, een waterdichte
F-16 vliegersoverall, een skibril en een
speciaal gezichtsmasker, speciale berg-
De eerste etappe van de transat
lantische vlucht van Rotterdam
naar de Verenigde Stalen, voert
Eppo Harbrink Numan naar
het zuiden van Engeland. Daar
vandaan vliegt hij naar Wales
of Schotland. Het volgende tus
senstation is de eilandengroep
Ear Oer. Dat is het eerste deel
van de route waar gunstige
weersomstandigheden zonder
meer noodzaak zijn, ook al zal
de Haagse UL V-liefhebber er
misschien dagen of weken op
moeten wachten. Hetzelfde
geldt voor de oversteek naar IJs
land. Eenmaal op IJsland aan
gekomen zal Eppo zich moeten
prepareren voor de langste twee
etappes van de gehele transat
lantische reis. Van IJsland naar
het vliegveld Lulusuk op Groen
land is een afstand van maar
liefst 610 kilometer. Op Groen
land zal Eppo de kustlijn volgen
naar Narssarssuaq, een traject
van 790 kilometer over land. Na
Groenland volgt het werkelijk
onherbergzame en ook in de zo
mermaanden uiterst koude
noorden van Canada waar toen
dra's, uitgestrekte bossen, fjor
den en zeeën urenlang het beeld
bepalen. Hij zal vervolgens via
Montreal naar New York vlie
gen. Vanuit die metropool moet
het uiteindelijk nog een peule-
schil zijn om het vliegveld van
Oshkosh bij de Niagara Water
vallen te bereiken.
Veel groter dan
maat-badkuip is het
niet, maar met dit
vliegtuigje wil Eppo
Harbrink Numan
van Rotterdam naar
de Niagara
Watervallen vliegen.
FOTO:
HARBRINK NUMAN
schoenen, zware motorhandschoenen,
een overlevingstas, een parachute, een
revolver, lichtfakkels en noem maar op.
„Geloof me, dat is echt allemaal nodig.
Zou je zonder een dergelijke uitrusting
vliegen, dan leg je het na tien minuten
of een kwartier compleet af. Dan vries je
hartstikke dood. Zo koud is het op een
paar kilometer hoogte boven gebieden
als Groenland'.
Van specialisten van de luchtmacht
heeft Eppo Hardbrink Numan allerlei
adviezen gekregen. En tegelijkertijd is
hem op het hart gedrukt dat een over
steek van achtduizend kilometer even
zovele kilometers risico's betekenen.
„Daar waren die lui erg duidelijk in",
zegt hij met een veelbetekende glimlach.
„Elke etappe is opnieuw een risico.
Vooral wat het weer betreft. Vandaar dat
ik ook constant, dag in dag uit, contact
houd met Kas Beumkes, voormalig
hoofd van de luchtverkeersbegeleiding
van Zestienhoven. Van hem zullen ook
de meteorologische gegevens afkomstig
zijn tijdens de verschillende etappes.
„Kijk, ik moet gewoon uitstekend weer
hebben. Is dat op een gegeven moment
niet het geval", zo lijkt Eppo zichzelf
nogmaals te overtuigen, „dan moet ik
gewoon niet gaan. Dan kun je beter een
paar dagen of een week wachten. Doe je
dat niet en ga je de waaghals uithangen,
dan speel je met je leven. Zo eenvoudig
ligt dat".
Dat de transatlantische oversteek een
zeer kostbare onderneming wordt, is
duidelijk. „Hoeveel het kost?", herhaalt
Eppo de vraag. „Over die kosten durf ik
eigenlijk niet na te denkenin eerste
instantie dacht ik dat dertigduizend gul
den wel voldoende zou zijn. Maar dat
bleek dus niet zo. Ik kreeg financiële bij
stand van het Rotterdamse bedrijf Hun-
ter Douglas, maar dat geld was er ook zo
doorheen. En waarom ik niet aanklop
bij KLM, Martinair, TransaviaJoh,
ik heb ze een keurig briefje geschreven
en hun uitgelegd wat ik van plan was.
Maar na verloop van tijd krijg je dan
antwoord, dat ze er toch maar liever niet
aan beginnen. Stel je voor dat er iets mis
zou gaan en die ultra light van mij -
met daarop een grote sticker KLM - in
de golven zou verdwijnen Nee. Daar
beginnen ze niet aan, ze vinden de kans
op negatieve publiciteit te groot", aldus
Eppo Harbrink Numan.
Ook bij het Wereld Natuur Fonds heeft
hij zijn voelhorens al eens uitgestoken.
„Weet je wat die man aan de telefoon
zei: ULV's, dat zijn toch die dingen
waar er elk jaar een stuk of wat van naar
beneden komen? En bovendien vliegt u
niet over gebieden met beschermde dier
soorten. Nee, wij zien er niets in. Moet
je nagaan. Beschermde diersoorten,
ULV's waarvan er elk jaar een paar naar
beneden komen. Natuurlijk is dat laatste
het geval, maar dan moet je wel beden
ken dat er duizenden van die dingen
vliegen en dat ze tegenwoordig heel wat
veiliger zijn dan die eerste generatie
ULV's. Ze weten gewoon niet waar ze
over praten. Want ik weet zeker dat ik
voor dat Wereld Natuur Fonds toch
mooi heel wat geld bij elkaar zou weten
te vliegen: iedereen zou wat geld voor
deze oversteek mogen storten en een ge
deelte zou naar het WNF zijn gegaan.
Maar hopelijk vind ik hier op Le Bour
get - en dat is ook de belangrijkste re
den dat ik hier sta - iemand die wél in
mijn kunnen gelooft. Want dat het vol
gend jaar moet lukken, staat vast".
HENDRI BELTMAN