lerste Vestdijk- biografie is in aantocht PLATEN oelgakov nog steeds verbazend actueel I Romeinse maatschappij gaf jongeren veel vrijheid Spanning, vaart en humor in N.V. Ruimtetaxi Verdiende Gouden Griffel voor „De avonturen van Lena lena" —Roeken en platen ^OORPUBLIKATIE MAAKT EEN OVERTUIGENDE INDRUK Plezierige koerswijziging van The Replacements CeidaeGouMMit ZATERDAG 20 JUNI 1987 PAGINA 13 ige '0t dusver is aan een van de belangrijkste schrijvers van leze eeuw, Simon Vestdijk, lodige ensen :rtalenfc iet t deel laand nktie, /er- r- in het ag. heer een biografie gewijd. Dat leeft verschillende oorzaken, leeft verschillenc loals het feit dat Vestdijk zelf n een zeer uitvoerig ge- chrift, „Kind tussen vier vrouwen", heel veel over zijn vroege jeugd vertelde. Het boek was niet bedoeld om ge publiceerd te worden, de ver- chijning ervan leverde de Vestdijk-lezers een enorme boeveelheid informatie. Later naakte Vestdijks weduwe vaak moeilijkheden als er mensen plannen smeedden 0m aan een biografie te begin nen. Zij was dan zo kritisch, Üat zij weigerde inzage te ge ven in bronnen en brieven, waardoor het werk heel moei- werd. is Visser, die eigenlijk geen letterkundige is, trok ach hier niets van aan en be- aan een biografie van Si mon Vestdijk, die in Leeu warden dezelfde middelbare school bezocht als de biograaf. Het werk van Visser is inmid dels voltooid, in de boekhan del ligt een boekje, waardoor de lezer kennis kan maken met deze biografie, die de titel krijgt „Simon Vestdijk een schrijversleven", Deze voor- publikatie heeft de titel „Si mon Vestdijk - kinderjaren". Hans Visser is eigenlijk che micus. Hij is iets boven de vijftig en zat in Leeuwarden op de HBS. Daar las hij Vest dijks Anton Wachterroman „De andere school" en hij herkende er zijn eigen school in. Zo raakte hij geïnteres seerd in de feiten achter de Anton Wachterboeken, de au tobiografische reeks romans van Vestdijk. Hij sprak ook met de figuren die Vestdijk gekend hebben en die optre den in deze romans. Verder kon hij steunen op het materi aal van Nol Gregoor en kreeg hij hulp van Max Nord - die mede op de titelpagina ge noemd wordt -, literator en Vestdijk-kenner. In eerste instantie zou Visser dit boek samen met Anne Wadman schrijven voor De Bezige Bij. Mevrouw Vestdijk van der Hoeven, de weduwe van de schrijver, wees hun werkstuk echter af, waarna zij Visser ook elke medewer king ontzegde. Hij mocht geen gebruik maken van het mate riaal in het Letterkundig Mu seum, dat deel uitmaakt van de nalatenschap van Vestdijk en hij mocht niet uit brieven citeren. Desondanks is er nu toch een biografie. Deze eerste publikatie eruit beslaat bijna zestig pagina's. Hij beschrijft de kinderjaren van Vestdijk, die in Harlingen werd geboren in 1898. In een zeer duidelijke, informatieve stijl blijft Visser bij de feiten, die hij logisch en systematisch rangschikt. Geen commentaar op de beschreven gebeurtenis sen, geen interpretatie, geen vergelijking van feiten uit de kinderjaren met het latere werk. Dat is dan ook heel dui delijk niet de bedoeling van Visser: hii wil dat zijn biogra fie „beschrijvend en toelich tend" is, niet „interpreterend en literair-kritisch". Dat stre ven lukt zo goed, het uit- gangspunt is zo goed vastge- ouden in deze eerste hoofd stukken uit de biografie, dat je je afvraagt waarom juist zo'n biograaf beperkingen zijn opgelegd door de erven van de schrijver. Interpretatie Daar komt nog bij dat de fei ten bijna smeken om inter pretatie. De afkomst van Vestdijk (kleinkind van een vondeling), de tegenstelling tussen zijn ouders (zeer extra verte, overheersende vader en een stille, lieve, romanti sche moeder), het feit dat hij in Harlingen toch niet hele maal thuis was, zoals Harlin- fen eigenlijk niet helemaal bij 'riesland hoort Elementen die volop in verband kunnen worden gebracht met Vest- dijk's werk. Visser blijft daar duidelijk vanaf. Hij wil dan wel vermelden dat een be paalde jeugdfoto van de schrijver (het kind is verkleed in een Wilhelm-helm, uni formjas en sabeltje en het heeft een snor opgetekend ge kregen) voorkomt als ver haalelement in „Meneer Vis sers hellevaart", maar daar laat hij het bij, hoewel dat portretje van alles doet ver moeden over de opvoeding van Vestdijk. Deze foto is trouwens, met veel andere beelden uit Vestdijks jeugd, in dit boekje te zien. Opvallend is dat meestal niet in een bij schrift gemeld wordt wie van de gefotografeerden Vestdijk is, maar dat je het onmiddel lijk ziet, zelfs als het gaat om een volle klas kinderen. Het kan niet missen. Verwachten Van de komende Vestdijk- biografie is dus veel te ver wachten. Als de biograaf in staat blijkt heel moeilijke epi sodes uit Vestdijks leven (die vol waren van psychische spanningen) op deze manier uit de doeken te doen, dan is de taak die hij zichzelf stelde al voor een groot deel uitge voerd. Interessant is overigens ook de uitgave die onlangs ver scheen van Vestdijks „Narcis- sus op vrijersvoeten", een verzameling van zes verha len, door uitgever Nijgh Van Ditmar gepresenteerd in een fotografische reproduktie van een oudere editie, zo blijkt uit de typografie, al staat het niet in het boek ver meld. Kees Fens zorgde voor een nawoord, waarin hij na tuurlijk wel interpreteert en de verhalen plaatst in zijn op vatting dat Vestdijk het hier heeft over het schrijvers schap, waar de mythische jon geling Narcissus, die zich in het water weerspiegeld ziet, alles mee te maken heeft. JAN VERSTAPPEN Hans Visser: „Simon Vest dijk, kinderjaren" (in sa menwerking met Max Nord). Uitgave Libris. Prijs ƒ3.50. Simon Vestdijk: „Narcissus op vrijersvoeten", met een nawoord van Kees Fens. Uitgave Nijgh Van Dit mar. Gebonden. 39,90. Prijs 49. GENETISCHE MANIPULATIE CENTRAAL IN „EIEREN DER RAMPP-SPOED" EN „HONDEHART" n. een verlichte geest in de itunie de begrippen „glas lost" en „perestroika" intro- luceerde, staat de westerse ereld op z'n achterpoten om |-over de „wankele" Berlijnse uur heen- het aldaar op gang orach te proces van demo- itisering argwanend, danwel jeloos, te begluren. Ook bin nen de Communistische repu blieken blijft het kiiken en af tasten, iets wat in belangrijke mate geldt voor de Sovjet-lite ratuur. De publicatie van Vladimir Nabokov's roman „De verde- liging" in het blad „Moskva" vorig jaar duidde al op een versoepeling van de censuur. Een lijn die werd voorgezet met -niet alleen- de rehabilita tie van de verguisde Nobel prijswinnaar Boris Pasternak - auteur van „Dr. Zhivago"- maar zelfs met het verzoek om 1990 uit te roepen tot interna tionaal Pasternak-jaar. kihoog tempo worden tegen woordig werken uitgegeven van tot voor kort verboden schrijvers. Hier en daar uiter aard wel met de nodige kies keurigheid. Nabokov's mees terwerk „Lolita" is -evenals het werk van Solzjenitsin- nog steeds taboe. Ook het literaire oeuvre van de satiricus Mi- chail Boelgakov (1891-1940) staat voor een groot deel nog steeds op de index. Zijn hoofd werk „De meester en Margari- -waaraan hii vanaf 1928 tot zijn sterfbea werkte- werd in 1967 in de Sovjetunie ibliceerd, misvormd en linkt door de censuur, laast „De Meester en Marga rita" vormen de halverwege de jaren twintig geschreven romans „De eieren der Ramp p-spoed" en „Honde- hart' de kern van Boelgakov's oeuvre. Deze twee „toekomst"- romans -de kwalificatie scien ce-fiction is hier enigzins mis plaatst- dragen in een tijdperk waarin de tot wasdom komen de genetische manipulatie vele ethische vraagstukken op werpt, nog verbazend veel ac tualiteitswaarde. In de „Eieren der Rampp- spoed" ontdekt de wereld vreemde professor Persikov per ongeluk een rode licht straal, die het proces van voortplanting vele malen ver snelt. Bij een proef op kikkers blijken de beesten een buiten proportionele omvang aan te nemen, terwijl ze zich uiter mate agressief gedragen. De onderling hevig concurreren de Moskovietische dagbladen werpen zich op Persikov's ont dekking en de professor krijgt van staatswege de mogelijk heid onderzoek te doen naar de geheimzinnige straal. Wan neer de hoenderpest echter alle kippen van de Radenrepu bliek omlegt, komt de ambi tieuze partijman Rampp op het catastrofale idee met deze „le vensstraal" in no-time een nieuwe pluimveestapel op te bouwen. Persikov staat tegen zijn zin de uitvinding af. Niet zozeer, omdat hij in staat is de rampzalige gevolgen te over zien, als wel omdat hij aan zienlijk minder mogelijkheden krijgt voor zijn experimenten. Hij wil zijn rode straal uitpro beren op een groot aantal rep tielen en tropische schaaldie ren. Een ongelukkige verwis seling bezorgt Persikov de kip- peëieren, terwijl Rampp in zijn sovchoz inmiddels gigantische slangen, krokodillen, struisvo gels en leguanen aan het kwe ken is. De gevolgen zijn niet te overzien: de reuzenreptielen- clan breidt zich in hoog tempo uit en stroopt het platteland af naar voedsel richting het dichtbevolkte Moskou. H.G. Wells „De eieren der Rampp-spoed" doet een beetje denken aan H.G. Wells' „War of the worlds", maar dan ook niet meer dan dat. De lijn van het verhaal vanaf het moment dat de noodlottige eieren zijn uit gebroed, loopt gedeeltelijk pa rallel aan de door Wells be schreven invasie vanuit Mars. Beiden situeren het verhaal - in tegenstelling tot reguliere science-fiction schrijvers- niet in een toekomstige maatschap pij, maar in hun eigen tijd; ook op andere vlakken volgen bei de verhalen dezelfde koers: de volkspaniek; de vergeefse strijd; het morele verval en de wonderbaarlijke redding (al hoewel Wells dat laatste iets geloofwaardiger heeft uitge werkt). Toch zijn de verschillen we zenlijker dan de overeenkom sten. Bij Wells komt het ge vaar van buitenaf, bij Boelga kov duidelijk van binnen. Het is de mens, die door zijn ambi ties en onverantwoordelijk heid zijn eigen ondergang dreigt te bewerkstelligen. Verder vormt „De eieren der satire op de door Persikov" ontdekte straal is niet voor niets rood. Boelga kov schreef het boek in de ja ren van Lenin's Nieuwe Eco nomische Politiek (NEP), waarin aan economisch herstel de hoogste prioriteit had in de Sovjetunie. In de roman is - vaak op subtiele, maar ook op een onomwonden manier- dui delijk het schipperen van de autoriteiten tussen communis me verdund met een beetje kapitalisme te constateren. Het opportunisme en de chaos vie ren hoogtij in de NEP-periode, en de satiricus Boelgakov maakt daar „dankbaar" ge bruik van in zowel „De eieren der Rampp-spoed" als in „Hondehart Het slot is niet sterk. De dieren worden ten slotte vernietigd door twee da gen achttien graden vorst in augustus. Ongeloofwaardig, maar het doet al met al toch weinig afbreuk aan het ver haal. Hondehart „Hondehart" is min of meer de tegenhanger van „De eie ren der Rampp-spoed". De we tenschapper Preobrazenski plant -in het kader van zijn verjongingsexperimenten- de straathond Sjarik de teelballen en het hersenaanhangsel van een criminele balalajkaspeler in. Het experiment leidt ertoe dat de hond een lichamelijke transformatie ondergaat en menselijke eigenschappen be gint te vertonen. Het resultaat is de scheldende, onhandelba re proletariër Sjarikóv, die door de voorzitter van het huisbestuur Svjonder wordt opgezet tegen Preobrazenski. Dat Sjarikóv het binnen korte tijd weet te schoppen tot direc teur van de onderafdeling van de Moskouse Gemeentereini ging, bevestigt Boelgakov's ge voel voor satire. Wanneer de hond gevaarlijke, criminele neigingen begint te ontwikke len, ziet Preobrazenski in dat zijn experiment mislukt is en dat het de mens niet gegeven is straffeloos in te grijpen in de natuur. Met alle risico's -Sjari kóv is inmiddels officieel Sov- iet-staatsburger- van dien pro beert hij zijn ingreep weer on gedaan te maken. Diepgaander In vele opzichten wordt het vraagstuk van wetenschappe lijk ethiek in „Hondehart be ter en diepgaander uitgewerkt dan in „De eieren der Rampp- spoed". In tegenstelling tot Persikov realiseert Preobra zenski zich heel goed de maat schappelijke implicaties van zijn onderzoek en zijn verant woordelijkheid als weten schapper. Dit morele vraag stuk neemt in „Hondehart" een grotere plaats in, het af wegingsproces van Preobra zenski is door Boelgakov pri ma in beeld gebracht. Vanwege de diep satirische, openlijke kritiek op de com munistische staat in beide ro mans -in „Hondehart" nog grover dan in „Rampp-spoed"- zou het voor veel fans van Boelgakov in de Sovjetunie nog wel eens lang kunnen du ren voordat ze van deze ver halen kunnen genieten, on danks de „glasnost". Een vol ledige rehabilitatie voor Boel gakov zal er dan voorlopig ook nog niet inzitten. JOOST GALEMA Michail Boelgakov: „De eie ren der Rampp-spoed//Hon- dehart". Uitgeverij G.A. van Oorschot Prijs 29,90 „Wie de roede spaart, haat zijn kind", een bijbels gezegde dat in de Romeinse opvoeding druk in praktijk werd gebracht (muurschildering in Pompejl). De schrijver Qulntilianus was het er niet mee eens: „Niemand mag al te veel macht hebben over een leeftijd die nog zwak is en blootgesteld aan Relschoppende supporters bij de wagenrennen in het circus. Groepen jongeren die 's nachts na stevig alcoholgebruik de straten onveilig maken en wil lekeurig wie in elkaar slaan. Het is idlemaal niet nieuw. In zijn boek „De onstuimigen. Jeugd en ondeugd in het oude Rome" beschrijft de Belgische classicus Emiel Eyben de om standigheden waaronder de jonge Romein volwassen werd. Opmerkelijk is dat in de Ro meinse maatschappij uitspat tingen van jongeren tot een zekere hoogte geaccepteerd worden. Zo is de schrijver en filosoof Cicero van mening dat „hartstochten" gevierd moeten kunnen worden: „Als men ze te lang opsluit en tijdens de ieugd onderdrukt en beteugelt, barsten ze vaak toch uit en ontbranden ze alle tezelfder tijd". Zolang het niet al te veel geld kostte, vonden veel ouders de uitspattingen van hun kinde ren niet ernstig. Jongeren hielden zich in de oudheid echter niet alleen met ondeug den bezig maar hadden ook idealen. Eyben geeft in zijn boek een uitgebreide schets van de sociale omstandigheden en het geestelijk klimaat in het Romeinse rijk. In hoofdstuk ken gewijd aan sport en ont spanning, opleiding en cultuur en huwelijk en seksualiteit staat de jongere centraal. Het resultaat is een boeiend boek met veel citaten, dat een levend beeld geeft van de we reld van de Romeinse jonge man. Vrouwen komen in het boek niet voor want zij wer den op jeugdige leeftijd uitge huwd. Het boek gaat vooral over mannen uit gegoede mi lieu's omdat er over het leven van de lagere sociale klassen weinig bekend is. Het huwe lijk betekende voor velen het einde van de jeugd. Het werd gezien als de oplossing voor hopeloze gevallen en de veili gste manier om de jeugd vast te snoeren. Kerngedachte van het boek is de onstuimigheid, door de Ro meinen ferocitas genoemd. Deze onstuimigheid werd als kenmerkend voor de jeugd ge zien. Zij onderscheidde haar van andere leeftijdcategorieën waaraan rijpheid en ernst werd toegeschreven. „De on stuimigen is een boeiend re laas. Alleen wordt zo nu en dan te veel kennis van het La tijn vereist. Meestal is een ver taling aanwezig, maar een lijst van begrippen had verhelde rend gewerkt. FRANK DE KLERK Emiel Eyben: „De onstuimi gen. Jeugd en ondeugd in het oude Rome". Uitgeverij Kok Agora, Kampen. Prijs ƒ34.75. Na het opvallende, maar niet altijd even gemakkelijke Tim hebben The Replacements op hun vijfde langspeler Pleased To Meet Me (Sire 925 557-1) voor een even logische als plezierige lichte koerswijzi ging besloten: de nieuwe plaat staat bol van de uiterst toegankelijke uptempo rock 'n roll, zoals ze die alleen in Minneapolis kunnen maken. Minneapolis lijkt zo'n beetje de bakermat van de hardcore garagerock en heeft in Htls- ker DU wat dat betreft een van de bekendste exponen ten. Maar ook The Replace ments beginnen, wellicht mede dankzij hun contacten met „peetvader" Alex Chil ton, op de nodige fronten door te breken. Ze maakten aan het begin van dit decen nium drie trash-achtige al bums, waarvan Let It Be de meest veelzijdige was. Het album stelde The Repla cements in staat om onder dak te vinden bij een grote platenmaatschappij, met als eerste resultaat het verras sende Tim. Het recente Plea ses To Meet Me is wellicht minder verrassend maar daarom niet minder leuk: op een enkele uitzondering na, zoals de bijna-cocktailjazz in Nightclub Jitters (compleet met treurige saxofoon), wordt in hoog tempo een serie frisse melodieën afgewikkeld, vaak opgevuld met de scheurende gitaar van zanger Paul Wes- terbejg. The Ledge is daar een uitnemend voorbeeld van. De band met Alex Chilton wordt nog eens benadrukt door een naar hem genoemd nummer en bovendien is de man op gitaar te horen in Can't Hardly Wait, het zinde rende slot van een opmerke lijk en vooral spannend al bum. Spear Of Destiny Om zijn venijn op een wat meer gestructureerde wijze uit te dragen richtte Kirk Brandon een jaar of vijf gele den Spear Of Destiny op. Het betekende het einde van Theatre Of Hate, maar nie mand hoefde te treuren want al op de eerste elpee Grapes Of Wrath bleek dat Brandon nog lang niet uitgeblust was. Ook op de volgende twee el pees toonde hij met veel ge zonde bombast aan dat de wereld nog rekening met hem dient te houden. Op de nieuwe en vierde Spe- ar Of Destiny-langspeler Outland (10 Records 208 282-630) heeft de Grote Mat heid echter keihard toegesla gen. Brandon in een berus tende rol, het is haast niet te geloven. Maar bovendien is het gros van de negen com posities tamelijk vervelend en slaagt Spear Of Destiny (overigens in een praktisch f;eheel vernieuwde opstel ing) er geen moment in om de van vorig plaatwerk be kende overtuigingskracht hier opnieuw te demonstre ren. Herhaling is de kracht van de reclame, moet Brandon gedacht hebben toen hij een nummer als Miami Vice schreef, hoewel gitarist Mar co Peroni uitgerekend in dit voorlaatste nummer los komt. Waarop de band pas in het slotnummer Never Take Me Alive iets van de oude glorie doet herleven. Maar net kwaad is dan al geschied. GERT MEIJER DF AVONTURFN VAN Op het eerste gezicht valt het niet mee begrip op te brengen voor de hoge bekroning van „De avonturen van Lena lena" van de Rotterdamse kunstena- resse Harriet van Reek. Har riet kreeg voor haar debuut de Gouden Griffel, het hoogst haalbare in kinderboekenland en dat, terwijl er zo veel ande re goede boeken verschenen. Is „Lena" dan het allerbeste? Het duurt een poosje, maar dan blijkt hoe exact tekenin gen en begeleidende teksten op elkaar aansluiten. Het is een kijk- en leesboek gewor den, dat in gunstige zin erg veel van het kind vraagt De avonturen van Lena stellen op zich niet veel voor, maar zijn dermate doordacht en door leefd, dat het jonge kind (van af een jaar of vier) de geringe avonturen toch in spanning zal volgen en er alle beschikbare fantasie bij zal kunnen gebrui ken. De avonturen worden in tal van kleine tekeningen, steeds op de linker pagina, beeldend weergegeven; rechts gebeurt hetzelfde, maar dan met woor den. In zoverre vullen teke ningen en tekst elkaar aan. De twee bladzijden vormen el- kaars bevestiging, alsof het zelfde verhaalde steeds door een ander wordt verteld. On bewust zal de jonge lezer door Lena worden gestimuleerd in „kreatief kijken", zodanig le zen en kijken dat de lezer méér in zich opneemt dan ob jectief wordt geboden. De avonturen van Lena lena - die naamsverdubbeling is niet echt functioneel - gaan over het meisje dat onder an dere een rat van haar lange haren wil laten eten, wurmen laat verhuizen, regenthee drinkt met dieren in de zon en Q L R i D.O spelletjes speelt met twee lol lystokjes. Voor jonge kinderen om uren mee bezij FRITS Harriet van Reek: „De avon turen van Lena lena". Uitg. Querido, Amsterdam. Prijs: 25,50. N.V. Ruimtetaxi (brengt u overal), de laatste jeugdroman van Henk van Kerkwijk, moet even op gang komen. Maar als na de eerste inleidende bladzij den de lezer op vertrouwde voet is gekomen met de hoofd personen, komt vaart in het verhaal dat wordt gedragen door de jongen Job, die later heerser moet worden over vijf planeten en Aristoteles, ruim te-taxichauffeur. Bijfiguren zijn Anita, dochter van Aristo teles, die vooer de romantische noot in het verhaal zorgt, Hi dalgo de tandarts-halfmuis als knorrige redder in nood en Turn Turn, de dertienpotige inktvis die dank zij zijn stevig pantser het gezelschap, zeker op de laatste bladzijden, over angstaanjagende problemen heenhelpt. In de ruimte van Van Ker kwijk kan alles. Snelheden tot duizendmaal die van het licht zijn bereikbaar geworden en evenals in deze tijd moeten boze elementen bestreden worden. Dat doet Aristoteles, hoewel tegen zijn zin. En als zijn vader hem in zijn kleuter jaren niet zo minachtend had behandeld, was hij nooit de beste taxichauffeur van de ruimte geworden. Zijn vakkennis blijkt noodza kelijk. Om redenen die gaan deweg duidelijk worden, heeft Aristoteles een vervelend jon getje aan boord gekregen, een jongen met een opdracht en de overige passagiers zitten er maar mee. Een misdadige oom zendt voortdurend nieuwe en gerds, de halfmuis mist zijn belangrijke vergadering, het gezelschap is het ene gevaar nog niet ontvlucht of het an dere doemt op. Maar dank zij de gedreven tandarts/halfmuis met zijn verdoofpistooltje en de plannen van Aristoteles raakt het gezelschap toch op de goede koers. Als aan het slot de laatste moeilijkheden opdoemen en Turn Turn bijna het loodje legt, komt alles toch nog in orde; Van Kerkwijk laat zijn helden niet zo maar te loor gaan. Alleen dat kinder huwelijk, dót kon hij toch maar niet voorkomen in een krachtig geschreven geschie denis, waarin echter een tele foonnummer nog wordt ge draaid en dat in een tijd waar in telefoonnummers vermoe delijk worden ingetikt... FRITS BROMBERG Henk van Kerkwijk: „N.v. Ruimtetaxi (brengt u over al)". Uitg. Leopold, Den Haag. prijs ƒ22,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 13