lerste Vestdijk- biografie is in aantocht
PLATEN
oelgakov nog steeds verbazend actueel
I
Romeinse maatschappij
gaf jongeren veel vrijheid
Spanning, vaart en humor in N.V. Ruimtetaxi
Verdiende Gouden Griffel voor
„De avonturen van Lena lena"
—Roeken en platen
^OORPUBLIKATIE MAAKT EEN OVERTUIGENDE INDRUK
Plezierige koerswijziging
van The Replacements
CeidaeGouMMit
ZATERDAG 20 JUNI 1987 PAGINA 13
ige
'0t dusver is aan een van de
belangrijkste schrijvers van
leze eeuw, Simon Vestdijk,
lodige
ensen
:rtalenfc
iet
t deel
laand
nktie,
/er-
r-
in het
ag.
heer
een biografie gewijd. Dat
leeft verschillende oorzaken,
leeft verschillenc
loals het feit dat Vestdijk zelf
n een zeer uitvoerig ge-
chrift, „Kind tussen vier
vrouwen", heel veel over zijn
vroege jeugd vertelde. Het
boek was niet bedoeld om ge
publiceerd te worden, de ver-
chijning ervan leverde de
Vestdijk-lezers een enorme
boeveelheid informatie. Later
naakte Vestdijks weduwe
vaak moeilijkheden als er
mensen plannen smeedden
0m aan een biografie te begin
nen. Zij was dan zo kritisch,
Üat zij weigerde inzage te ge
ven in bronnen en brieven,
waardoor het werk heel moei-
werd.
is Visser, die eigenlijk
geen letterkundige is, trok
ach hier niets van aan en be-
aan een biografie van Si
mon Vestdijk, die in Leeu
warden dezelfde middelbare
school bezocht als de biograaf.
Het werk van Visser is inmid
dels voltooid, in de boekhan
del ligt een boekje, waardoor
de lezer kennis kan maken
met deze biografie, die de titel
krijgt „Simon Vestdijk een
schrijversleven", Deze voor-
publikatie heeft de titel „Si
mon Vestdijk - kinderjaren".
Hans Visser is eigenlijk che
micus. Hij is iets boven de
vijftig en zat in Leeuwarden
op de HBS. Daar las hij Vest
dijks Anton Wachterroman
„De andere school" en hij
herkende er zijn eigen school
in. Zo raakte hij geïnteres
seerd in de feiten achter de
Anton Wachterboeken, de au
tobiografische reeks romans
van Vestdijk. Hij sprak ook
met de figuren die Vestdijk
gekend hebben en die optre
den in deze romans. Verder
kon hij steunen op het materi
aal van Nol Gregoor en kreeg
hij hulp van Max Nord - die
mede op de titelpagina ge
noemd wordt -, literator en
Vestdijk-kenner.
In eerste instantie zou Visser
dit boek samen met Anne
Wadman schrijven voor De
Bezige Bij. Mevrouw Vestdijk
van der Hoeven, de weduwe
van de schrijver, wees hun
werkstuk echter af, waarna
zij Visser ook elke medewer
king ontzegde. Hij mocht geen
gebruik maken van het mate
riaal in het Letterkundig Mu
seum, dat deel uitmaakt van
de nalatenschap van Vestdijk
en hij mocht niet uit brieven
citeren. Desondanks is er nu
toch een biografie.
Deze eerste publikatie eruit
beslaat bijna zestig pagina's.
Hij beschrijft de kinderjaren
van Vestdijk, die in Harlingen
werd geboren in 1898. In een
zeer duidelijke, informatieve
stijl blijft Visser bij de feiten,
die hij logisch en systematisch
rangschikt. Geen commentaar
op de beschreven gebeurtenis
sen, geen interpretatie, geen
vergelijking van feiten uit de
kinderjaren met het latere
werk. Dat is dan ook heel dui
delijk niet de bedoeling van
Visser: hii wil dat zijn biogra
fie „beschrijvend en toelich
tend" is, niet „interpreterend
en literair-kritisch". Dat stre
ven lukt zo goed, het uit-
gangspunt is zo goed vastge-
ouden in deze eerste hoofd
stukken uit de biografie, dat
je je afvraagt waarom juist
zo'n biograaf beperkingen zijn
opgelegd door de erven van
de schrijver.
Interpretatie
Daar komt nog bij dat de fei
ten bijna smeken om inter
pretatie. De afkomst van
Vestdijk (kleinkind van een
vondeling), de tegenstelling
tussen zijn ouders (zeer extra
verte, overheersende vader
en een stille, lieve, romanti
sche moeder), het feit dat hij
in Harlingen toch niet hele
maal thuis was, zoals Harlin-
fen eigenlijk niet helemaal bij
'riesland hoort Elementen
die volop in verband kunnen
worden gebracht met Vest-
dijk's werk. Visser blijft daar
duidelijk vanaf. Hij wil dan
wel vermelden dat een be
paalde jeugdfoto van de
schrijver (het kind is verkleed
in een Wilhelm-helm, uni
formjas en sabeltje en het
heeft een snor opgetekend ge
kregen) voorkomt als ver
haalelement in „Meneer Vis
sers hellevaart", maar daar
laat hij het bij, hoewel dat
portretje van alles doet ver
moeden over de opvoeding
van Vestdijk. Deze foto is
trouwens, met veel andere
beelden uit Vestdijks jeugd, in
dit boekje te zien. Opvallend
is dat meestal niet in een bij
schrift gemeld wordt wie van
de gefotografeerden Vestdijk
is, maar dat je het onmiddel
lijk ziet, zelfs als het gaat om
een volle klas kinderen. Het
kan niet missen.
Verwachten
Van de komende Vestdijk-
biografie is dus veel te ver
wachten. Als de biograaf in
staat blijkt heel moeilijke epi
sodes uit Vestdijks leven (die
vol waren van psychische
spanningen) op deze manier
uit de doeken te doen, dan is
de taak die hij zichzelf stelde
al voor een groot deel uitge
voerd.
Interessant is overigens ook
de uitgave die onlangs ver
scheen van Vestdijks „Narcis-
sus op vrijersvoeten", een
verzameling van zes verha
len, door uitgever Nijgh
Van Ditmar gepresenteerd in
een fotografische reproduktie
van een oudere editie, zo
blijkt uit de typografie, al
staat het niet in het boek ver
meld. Kees Fens zorgde voor
een nawoord, waarin hij na
tuurlijk wel interpreteert en
de verhalen plaatst in zijn op
vatting dat Vestdijk het hier
heeft over het schrijvers
schap, waar de mythische jon
geling Narcissus, die zich in
het water weerspiegeld ziet,
alles mee te maken heeft.
JAN VERSTAPPEN
Hans Visser: „Simon Vest
dijk, kinderjaren" (in sa
menwerking met Max
Nord). Uitgave Libris. Prijs
ƒ3.50.
Simon Vestdijk: „Narcissus
op vrijersvoeten", met een
nawoord van Kees Fens.
Uitgave Nijgh Van Dit
mar. Gebonden.
39,90.
Prijs
49.
GENETISCHE MANIPULATIE CENTRAAL IN „EIEREN DER RAMPP-SPOED" EN „HONDEHART"
n.
een verlichte geest in de
itunie de begrippen „glas
lost" en „perestroika" intro-
luceerde, staat de westerse
ereld op z'n achterpoten om
|-over de „wankele" Berlijnse
uur heen- het aldaar op gang
orach te proces van demo-
itisering argwanend, danwel
jeloos, te begluren. Ook bin
nen de Communistische repu
blieken blijft het kiiken en af
tasten, iets wat in belangrijke
mate geldt voor de Sovjet-lite
ratuur.
De publicatie van Vladimir
Nabokov's roman „De verde-
liging" in het blad „Moskva"
vorig jaar duidde al op een
versoepeling van de censuur.
Een lijn die werd voorgezet
met -niet alleen- de rehabilita
tie van de verguisde Nobel
prijswinnaar Boris Pasternak -
auteur van „Dr. Zhivago"-
maar zelfs met het verzoek om
1990 uit te roepen tot interna
tionaal Pasternak-jaar.
kihoog tempo worden tegen
woordig werken uitgegeven
van tot voor kort verboden
schrijvers. Hier en daar uiter
aard wel met de nodige kies
keurigheid. Nabokov's mees
terwerk „Lolita" is -evenals
het werk van Solzjenitsin- nog
steeds taboe. Ook het literaire
oeuvre van de satiricus Mi-
chail Boelgakov (1891-1940)
staat voor een groot deel nog
steeds op de index. Zijn hoofd
werk „De meester en Margari-
-waaraan hii vanaf 1928 tot
zijn sterfbea werkte- werd
in 1967 in de Sovjetunie
ibliceerd, misvormd en
linkt door de censuur,
laast „De Meester en Marga
rita" vormen de halverwege
de jaren twintig geschreven
romans „De eieren der
Ramp p-spoed" en „Honde-
hart' de kern van Boelgakov's
oeuvre. Deze twee „toekomst"-
romans -de kwalificatie scien
ce-fiction is hier enigzins mis
plaatst- dragen in een tijdperk
waarin de tot wasdom komen
de genetische manipulatie vele
ethische vraagstukken op
werpt, nog verbazend veel ac
tualiteitswaarde.
In de „Eieren der Rampp-
spoed" ontdekt de wereld
vreemde professor Persikov
per ongeluk een rode licht
straal, die het proces van
voortplanting vele malen ver
snelt. Bij een proef op kikkers
blijken de beesten een buiten
proportionele omvang aan te
nemen, terwijl ze zich uiter
mate agressief gedragen. De
onderling hevig concurreren
de Moskovietische dagbladen
werpen zich op Persikov's ont
dekking en de professor krijgt
van staatswege de mogelijk
heid onderzoek te doen naar
de geheimzinnige straal. Wan
neer de hoenderpest echter
alle kippen van de Radenrepu
bliek omlegt, komt de ambi
tieuze partijman Rampp op het
catastrofale idee met deze „le
vensstraal" in no-time een
nieuwe pluimveestapel op te
bouwen. Persikov staat tegen
zijn zin de uitvinding af. Niet
zozeer, omdat hij in staat is de
rampzalige gevolgen te over
zien, als wel omdat hij aan
zienlijk minder mogelijkheden
krijgt voor zijn experimenten.
Hij wil zijn rode straal uitpro
beren op een groot aantal rep
tielen en tropische schaaldie
ren. Een ongelukkige verwis
seling bezorgt Persikov de kip-
peëieren, terwijl Rampp in zijn
sovchoz inmiddels gigantische
slangen, krokodillen, struisvo
gels en leguanen aan het kwe
ken is. De gevolgen zijn niet te
overzien: de reuzenreptielen-
clan breidt zich in hoog tempo
uit en stroopt het platteland af
naar voedsel richting het
dichtbevolkte Moskou.
H.G. Wells
„De eieren der Rampp-spoed"
doet een beetje denken aan
H.G. Wells' „War of the
worlds", maar dan ook niet
meer dan dat. De lijn van het
verhaal vanaf het moment dat
de noodlottige eieren zijn uit
gebroed, loopt gedeeltelijk pa
rallel aan de door Wells be
schreven invasie vanuit Mars.
Beiden situeren het verhaal -
in tegenstelling tot reguliere
science-fiction schrijvers- niet
in een toekomstige maatschap
pij, maar in hun eigen tijd; ook
op andere vlakken volgen bei
de verhalen dezelfde koers: de
volkspaniek; de vergeefse
strijd; het morele verval en de
wonderbaarlijke redding (al
hoewel Wells dat laatste iets
geloofwaardiger heeft uitge
werkt).
Toch zijn de verschillen we
zenlijker dan de overeenkom
sten. Bij Wells komt het ge
vaar van buitenaf, bij Boelga
kov duidelijk van binnen. Het
is de mens, die door zijn ambi
ties en onverantwoordelijk
heid zijn eigen ondergang
dreigt te bewerkstelligen.
Verder vormt „De eieren der
satire op
de door
Persikov" ontdekte straal is
niet voor niets rood. Boelga
kov schreef het boek in de ja
ren van Lenin's Nieuwe Eco
nomische Politiek (NEP),
waarin aan economisch herstel
de hoogste prioriteit had in de
Sovjetunie. In de roman is -
vaak op subtiele, maar ook op
een onomwonden manier- dui
delijk het schipperen van de
autoriteiten tussen communis
me verdund met een beetje
kapitalisme te constateren. Het
opportunisme en de chaos vie
ren hoogtij in de NEP-periode,
en de satiricus Boelgakov
maakt daar „dankbaar" ge
bruik van in zowel „De eieren
der Rampp-spoed" als in
„Hondehart Het slot is niet
sterk. De dieren worden ten
slotte vernietigd door twee da
gen achttien graden vorst in
augustus. Ongeloofwaardig,
maar het doet al met al toch
weinig afbreuk aan het ver
haal.
Hondehart
„Hondehart" is min of meer
de tegenhanger van „De eie
ren der Rampp-spoed". De we
tenschapper Preobrazenski
plant -in het kader van zijn
verjongingsexperimenten- de
straathond Sjarik de teelballen
en het hersenaanhangsel van
een criminele balalajkaspeler
in. Het experiment leidt ertoe
dat de hond een lichamelijke
transformatie ondergaat en
menselijke eigenschappen be
gint te vertonen. Het resultaat
is de scheldende, onhandelba
re proletariër Sjarikóv, die
door de voorzitter van het
huisbestuur Svjonder wordt
opgezet tegen Preobrazenski.
Dat Sjarikóv het binnen korte
tijd weet te schoppen tot direc
teur van de onderafdeling van
de Moskouse Gemeentereini
ging, bevestigt Boelgakov's ge
voel voor satire. Wanneer de
hond gevaarlijke, criminele
neigingen begint te ontwikke
len, ziet Preobrazenski in dat
zijn experiment mislukt is en
dat het de mens niet gegeven
is straffeloos in te grijpen in de
natuur. Met alle risico's -Sjari
kóv is inmiddels officieel Sov-
iet-staatsburger- van dien pro
beert hij zijn ingreep weer on
gedaan te maken.
Diepgaander
In vele opzichten wordt het
vraagstuk van wetenschappe
lijk ethiek in „Hondehart be
ter en diepgaander uitgewerkt
dan in „De eieren der Rampp-
spoed". In tegenstelling tot
Persikov realiseert Preobra
zenski zich heel goed de maat
schappelijke implicaties van
zijn onderzoek en zijn verant
woordelijkheid als weten
schapper. Dit morele vraag
stuk neemt in „Hondehart"
een grotere plaats in, het af
wegingsproces van Preobra
zenski is door Boelgakov pri
ma in beeld gebracht.
Vanwege de diep satirische,
openlijke kritiek op de com
munistische staat in beide ro
mans -in „Hondehart" nog
grover dan in „Rampp-spoed"-
zou het voor veel fans van
Boelgakov in de Sovjetunie
nog wel eens lang kunnen du
ren voordat ze van deze ver
halen kunnen genieten, on
danks de „glasnost". Een vol
ledige rehabilitatie voor Boel
gakov zal er dan voorlopig ook
nog niet inzitten.
JOOST GALEMA
Michail Boelgakov: „De eie
ren der Rampp-spoed//Hon-
dehart". Uitgeverij G.A. van
Oorschot Prijs 29,90
„Wie de roede spaart, haat zijn kind", een bijbels gezegde dat in de Romeinse opvoeding druk in
praktijk werd gebracht (muurschildering in Pompejl). De schrijver Qulntilianus was het er niet mee
eens: „Niemand mag al te veel macht hebben over een leeftijd die nog zwak is en blootgesteld aan
Relschoppende supporters bij
de wagenrennen in het circus.
Groepen jongeren die 's nachts
na stevig alcoholgebruik de
straten onveilig maken en wil
lekeurig wie in elkaar slaan.
Het is idlemaal niet nieuw. In
zijn boek „De onstuimigen.
Jeugd en ondeugd in het oude
Rome" beschrijft de Belgische
classicus Emiel Eyben de om
standigheden waaronder de
jonge Romein volwassen werd.
Opmerkelijk is dat in de Ro
meinse maatschappij uitspat
tingen van jongeren tot een
zekere hoogte geaccepteerd
worden. Zo is de schrijver en
filosoof Cicero van mening dat
„hartstochten" gevierd moeten
kunnen worden: „Als men ze
te lang opsluit en tijdens de
ieugd onderdrukt en beteugelt,
barsten ze vaak toch uit en
ontbranden ze alle tezelfder
tijd".
Zolang het niet al te veel geld
kostte, vonden veel ouders de
uitspattingen van hun kinde
ren niet ernstig. Jongeren
hielden zich in de oudheid
echter niet alleen met ondeug
den bezig maar hadden ook
idealen. Eyben geeft in zijn
boek een uitgebreide schets
van de sociale omstandigheden
en het geestelijk klimaat in het
Romeinse rijk. In hoofdstuk
ken gewijd aan sport en ont
spanning, opleiding en cultuur
en huwelijk en seksualiteit
staat de jongere centraal.
Het resultaat is een boeiend
boek met veel citaten, dat een
levend beeld geeft van de we
reld van de Romeinse jonge
man. Vrouwen komen in het
boek niet voor want zij wer
den op jeugdige leeftijd uitge
huwd. Het boek gaat vooral
over mannen uit gegoede mi
lieu's omdat er over het leven
van de lagere sociale klassen
weinig bekend is. Het huwe
lijk betekende voor velen het
einde van de jeugd. Het werd
gezien als de oplossing voor
hopeloze gevallen en de veili
gste manier om de jeugd vast
te snoeren.
Kerngedachte van het boek is
de onstuimigheid, door de Ro
meinen ferocitas genoemd.
Deze onstuimigheid werd als
kenmerkend voor de jeugd ge
zien. Zij onderscheidde haar
van andere leeftijdcategorieën
waaraan rijpheid en ernst
werd toegeschreven. „De on
stuimigen is een boeiend re
laas. Alleen wordt zo nu en
dan te veel kennis van het La
tijn vereist. Meestal is een ver
taling aanwezig, maar een lijst
van begrippen had verhelde
rend gewerkt.
FRANK DE KLERK
Emiel Eyben: „De onstuimi
gen. Jeugd en ondeugd in
het oude Rome". Uitgeverij
Kok Agora, Kampen. Prijs
ƒ34.75.
Na het opvallende, maar niet
altijd even gemakkelijke Tim
hebben The Replacements op
hun vijfde langspeler Pleased
To Meet Me (Sire 925 557-1)
voor een even logische als
plezierige lichte koerswijzi
ging besloten: de nieuwe
plaat staat bol van de uiterst
toegankelijke uptempo rock
'n roll, zoals ze die alleen in
Minneapolis kunnen maken.
Minneapolis lijkt zo'n beetje
de bakermat van de hardcore
garagerock en heeft in Htls-
ker DU wat dat betreft een
van de bekendste exponen
ten. Maar ook The Replace
ments beginnen, wellicht
mede dankzij hun contacten
met „peetvader" Alex Chil
ton, op de nodige fronten
door te breken. Ze maakten
aan het begin van dit decen
nium drie trash-achtige al
bums, waarvan Let It Be de
meest veelzijdige was.
Het album stelde The Repla
cements in staat om onder
dak te vinden bij een grote
platenmaatschappij, met als
eerste resultaat het verras
sende Tim. Het recente Plea
ses To Meet Me is wellicht
minder verrassend maar
daarom niet minder leuk: op
een enkele uitzondering na,
zoals de bijna-cocktailjazz in
Nightclub Jitters (compleet
met treurige saxofoon), wordt
in hoog tempo een serie frisse
melodieën afgewikkeld, vaak
opgevuld met de scheurende
gitaar van zanger Paul Wes-
terbejg. The Ledge is daar
een uitnemend voorbeeld
van.
De band met Alex Chilton
wordt nog eens benadrukt
door een naar hem genoemd
nummer en bovendien is de
man op gitaar te horen in
Can't Hardly Wait, het zinde
rende slot van een opmerke
lijk en vooral spannend al
bum.
Spear Of Destiny
Om zijn venijn op een wat
meer gestructureerde wijze
uit te dragen richtte Kirk
Brandon een jaar of vijf gele
den Spear Of Destiny op. Het
betekende het einde van
Theatre Of Hate, maar nie
mand hoefde te treuren want
al op de eerste elpee Grapes
Of Wrath bleek dat Brandon
nog lang niet uitgeblust was.
Ook op de volgende twee el
pees toonde hij met veel ge
zonde bombast aan dat de
wereld nog rekening met
hem dient te houden.
Op de nieuwe en vierde Spe-
ar Of Destiny-langspeler
Outland (10 Records 208
282-630) heeft de Grote Mat
heid echter keihard toegesla
gen. Brandon in een berus
tende rol, het is haast niet te
geloven. Maar bovendien is
het gros van de negen com
posities tamelijk vervelend
en slaagt Spear Of Destiny
(overigens in een praktisch
f;eheel vernieuwde opstel
ing) er geen moment in om
de van vorig plaatwerk be
kende overtuigingskracht
hier opnieuw te demonstre
ren.
Herhaling is de kracht van
de reclame, moet Brandon
gedacht hebben toen hij een
nummer als Miami Vice
schreef, hoewel gitarist Mar
co Peroni uitgerekend in dit
voorlaatste nummer los
komt. Waarop de band pas in
het slotnummer Never Take
Me Alive iets van de oude
glorie doet herleven. Maar
net kwaad is dan al geschied.
GERT MEIJER
DF AVONTURFN VAN
Op het eerste gezicht valt het
niet mee begrip op te brengen
voor de hoge bekroning van
„De avonturen van Lena lena"
van de Rotterdamse kunstena-
resse Harriet van Reek. Har
riet kreeg voor haar debuut de
Gouden Griffel, het hoogst
haalbare in kinderboekenland
en dat, terwijl er zo veel ande
re goede boeken verschenen.
Is „Lena" dan het allerbeste?
Het duurt een poosje, maar
dan blijkt hoe exact tekenin
gen en begeleidende teksten
op elkaar aansluiten. Het is
een kijk- en leesboek gewor
den, dat in gunstige zin erg
veel van het kind vraagt De
avonturen van Lena stellen op
zich niet veel voor, maar zijn
dermate doordacht en door
leefd, dat het jonge kind (van
af een jaar of vier) de geringe
avonturen toch in spanning zal
volgen en er alle beschikbare
fantasie bij zal kunnen gebrui
ken.
De avonturen worden in tal
van kleine tekeningen, steeds
op de linker pagina, beeldend
weergegeven; rechts gebeurt
hetzelfde, maar dan met woor
den. In zoverre vullen teke
ningen en tekst elkaar aan. De
twee bladzijden vormen el-
kaars bevestiging, alsof het
zelfde verhaalde steeds door
een ander wordt verteld. On
bewust zal de jonge lezer door
Lena worden gestimuleerd in
„kreatief kijken", zodanig le
zen en kijken dat de lezer
méér in zich opneemt dan ob
jectief wordt geboden.
De avonturen van Lena lena -
die naamsverdubbeling is
niet echt functioneel - gaan
over het meisje dat onder an
dere een rat van haar lange
haren wil laten eten, wurmen
laat verhuizen, regenthee
drinkt met dieren in de zon en
Q L R i D.O
spelletjes speelt met twee lol
lystokjes. Voor jonge kinderen
om uren mee bezij
FRITS
Harriet van Reek: „De avon
turen van Lena lena". Uitg.
Querido, Amsterdam. Prijs:
25,50.
N.V. Ruimtetaxi (brengt u
overal), de laatste jeugdroman
van Henk van Kerkwijk, moet
even op gang komen. Maar als
na de eerste inleidende bladzij
den de lezer op vertrouwde
voet is gekomen met de hoofd
personen, komt vaart in het
verhaal dat wordt gedragen
door de jongen Job, die later
heerser moet worden over vijf
planeten en Aristoteles, ruim
te-taxichauffeur. Bijfiguren
zijn Anita, dochter van Aristo
teles, die vooer de romantische
noot in het verhaal zorgt, Hi
dalgo de tandarts-halfmuis als
knorrige redder in nood en
Turn Turn, de dertienpotige
inktvis die dank zij zijn stevig
pantser het gezelschap, zeker
op de laatste bladzijden, over
angstaanjagende problemen
heenhelpt.
In de ruimte van Van Ker
kwijk kan alles. Snelheden tot
duizendmaal die van het licht
zijn bereikbaar geworden en
evenals in deze tijd moeten
boze elementen bestreden
worden. Dat doet Aristoteles,
hoewel tegen zijn zin. En als
zijn vader hem in zijn kleuter
jaren niet zo minachtend had
behandeld, was hij nooit de
beste taxichauffeur van de
ruimte geworden.
Zijn vakkennis blijkt noodza
kelijk. Om redenen die gaan
deweg duidelijk worden, heeft
Aristoteles een vervelend jon
getje aan boord gekregen, een
jongen met een opdracht en de
overige passagiers zitten er
maar mee. Een misdadige oom
zendt voortdurend nieuwe en
gerds, de halfmuis mist zijn
belangrijke vergadering, het
gezelschap is het ene gevaar
nog niet ontvlucht of het an
dere doemt op. Maar dank zij
de gedreven tandarts/halfmuis
met zijn verdoofpistooltje en
de plannen van Aristoteles
raakt het gezelschap toch op
de goede koers. Als aan het
slot de laatste moeilijkheden
opdoemen en Turn Turn bijna
het loodje legt, komt alles toch
nog in orde; Van Kerkwijk
laat zijn helden niet zo maar te
loor gaan. Alleen dat kinder
huwelijk, dót kon hij toch
maar niet voorkomen in een
krachtig geschreven geschie
denis, waarin echter een tele
foonnummer nog wordt ge
draaid en dat in een tijd waar
in telefoonnummers vermoe
delijk worden ingetikt...
FRITS BROMBERG
Henk van Kerkwijk: „N.v.
Ruimtetaxi (brengt u over
al)". Uitg. Leopold, Den
Haag. prijs ƒ22,50.