Watersporters slaan vage waarschuwingen in de wind awr '£eidóc Soiwant" KNMI: HIER EN DAAR WINDSTOTEN DEN HAAG - De miljoen water sporters in ons land mogen niet mopperen. Zeeën van water naar ieders smaak - zoet en zout - bie den ondanks alle inpolderingen nog voldoende ruimte aan de paar honderdduizend zeilboten, motor boten en zeilplanken om net niet tegen elkaar aan te hoeven varen. Overal zie je ze varen: in vijvers en grachten, op kanalen en rivieren, op plasjes en meren, in beken en stromen, op vennen en zeeën. En soms lijkt het of de Nederlanders puur uit zuinigheid dit stukje Euro pa hebben uitgekozen om te kun nen leven van de wind. Bijna altijd en uit alle hoeken waait, briest, stormt en blaast het dat het een aard heeft. De wereldgeschiedenis staat gelijk een spinaker bol van de staaltjes Hollandse zeemanskunst. Maar belast met die ver plichtende erfenis treden veel waterre creanten anno 1987 de woeste elementen der natuur tegemoet met een zorgeloos heid die vaak lachwekkend is en soms tot grote drama's leidt. Ha, elke Hollan der kan toch zwemmen, dat weet men zelfs in Zuid-Boeroendi. En, zo rede neert men, wie kan zwemmen kan met een gerust hart gaan varen, ook als het stormt. Want kiept het bootje om, dan is men in Nederland toch in ten hoogste tien krachtige zwemslagen weer aan de kant. Het afgelopen weekeinde heeft echter weer eens aangetoond dat met wind en water niet te spotten valt en zeker niet als deze om het hardst met elkaar vech ten wie de meeste boten leegschudt. De buit is in eerste instantie voor het water, die een deel daarvan later met het land moet delen. Hoofddrama van het pinksterweekeinde was het omslaan op het IJsselmeer van de catamaran Maja. De vier opvarenden zijn opgegeven. De rijkspolitie denkt dat de catamaran is getroffen door een klei ne windhoos. „Bijna onmogelijk", rea geert meteoroloog J.J. Allan van het KNMI in De Bilt. „Bij een windhoos wordt water omhooggezogen. Dat zal hier nauwelijks zijn gebeurd. Nee, ik houd het op een windstoot". Niet alleen de opvarenden van de Har- derwijkse catamaran, maar ook veel an dere watersporters kwamen in de proble men door het stormachtige weer. De KNMI-meteoroloog is nog duidelijk boos: „Het is om moedeloos van te wor den. Wij waarschuwen de mensen dat het echt gevaarlijk kan zijn op het water. Uit en te na wordt ingegaan op te ver wachten windstoten. En wat gebeurt er? Die stomme watersporters gaan toch het water op. Wij waarschuwen blijkbaar voor lauwloene. Veel mensen gaan zon der enige kennis van zaken het water op. Ze huren een bootje en weten nauwelijks waarmee ze bezig zijn. Ze weten al hele maal niet hoe ze met een windvlaag moeten omgaan". Wisselvallig De heer Vallenduuk van de afdeling wa terrecreatie van de ANWB vertelt: „In alle opleidingen hameren wij erop dat men vooral goed naar de weerberichten moet luisteren. Maar die weerberichten komen niet altijd uit, het weer is wissel vallig, zodat watersporters op een gege ven moment kunnen gaan denken dat het zo'n vaart wel niet zal lopen. Het KNMI is sinds de problemen op Hemel vaartsdag van enkele jaren geleden voor zichtiger geworden. Bij verwachte buien voorspelt men voor de veiligheid soms liever buien mét windstoten". Maar niet alle watersporters slaan vage waarschuwingen als „hier en daar een in de wind. De heer Vallenduuk wil de problematiek rond de eigenwijze zeilers dan ook relativeren. „Je moet hun aantal altijd relateren aan het grote aantal schepen dat er is. Rond het IJssel meer liggen vijf- zesduizend schepen, maar afgelopen weekeinde kwamen er maar enkele tientallen in moeilijkheden en dus in het nieuws. Dergelijke water sporters hou je altijd". Wie behalve het KNMI waarschuwen nog dat er gevaarlijk weer op komst is? „Niemand", weet de heer Ter Kuile van de afdeling toeristische watersport van het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond (KNWV). „Je moet gewoon de weerberichten volgen, via de gewone ra dio, televisie, Radio Scheveningen of de marifoon. Dat is een eerste vereiste. Sa men met de Stichting Recreatie pleiten wij er al jaren voor om op dezelfde wijze als filevorming ook de ontwikkeling van slecht weer op de radio te krijgen. Het KNMI zegt: dat vinden we best. Wij vinden dat het ministerie van verkeer en waterstaat dat dan zou moeten doen. Het gaat daarbij om zo'n 50.000 gulden per jaar. Nu worden alleen stormwaar- schuwingen vanaf kracht zes aangekon digd. Dat zou veel uitgebreider en vaker moeten plaatsvinden en ook voor een wat langere termijn. Kijk, als je op de Kaag vaart heb je meestal nog wel tijd genoeg om naar de kant te gaan. Maar op het IJsselmeer bijvoorbeeld niet. Zee land, met al zijn Deltawerken, kent wel al een lokaal gericht weerbericht". Anders Volgens woordvoerder Ratsma van het ministerie van verkeer en waterstaat ligt de zaak iets anders. Ratsma: „De over heid koopt geen zendtijd, behalve dan met het programma Postbus 51. Het KNMI heeft de ondergrens van de stormvermelding al verlaagd en als je met het klimaat dat Nederland heeft ook nog zou gaan waarschuwen voor bij voorbeeld windkracht vier, dan betekent dat dat je dag en nacht op de radio bent. Die zendtijd wil de NOS niet afstaan en het zou praktisch gezien ook ondoenlijk zijn om om de tien minuten met een weerbericht te komen". Bij berichten over reddingspogingen lees je vaak dat de slachtoffers „volledig ver rast" waren. De heer Ter Kuile van het KNWV: „Ja, dat kan gebeuren. Je hebt bijvoorbeeld kanaalratten, kleine depres sies met een hoop wind die niet vooraf worden waargenomen. Tja, en als je een stormwaarschuwing een half uur van te voren krijgt en je moet anderhalf uur va ren naar de kust, ben je misschien niet echt verrast, maar je ontloopt de storm niet. Maar ik dacht dat het in het alge meen toch behoorlijk ging met onze wa tersporters. Er ligt bij iedereen natuurlijk een stuk eigen verantwoordelijkheid, ook bij de verhuurders van boten. Ik weet van vroeger dat er een verhuurder was die bij slecht weer het slechtste tui gage meegaf en dan een afspraak had met iemand die de in problemen geraak te huurders weer liet betalen om ze terug te brengen naar de verhuurder". Rijkspolitie Bij het landelijk commando van de rijkspolitie te water in Driebergen leeft de mening dat toch te veel watersporters te weinig acht slaan op het weer. Kapi tein G. Pors: „Afgelopen zaterdag werd via de radio zelfs afgeraden met cara vans de weg op te gaan. Wat denkt de watersporter dan wel te gaan doen? Ik denk dat sommigen zichzelf overschat ten of de watervlakte onderschatten. Ze hebben vaak het excuus: ben ik een keer vrij, 't is vooijaar, en dan wil ik toch wel graag wat doen. Vlak aan de kust ziet het er ook vaak beter uit dan voorspeld. En bij regenbuien bijvoorbeeld zijn ze niet opgewassen tegen de rukwinden. En als ze omslaan is er vaak het te koude water". „Elke boot op bijvoorbeeld het IJssel meer", vervolgt Pors, „zou over een open communicatiekanaal moeten be schikken. Je kunt dan het weerbericht volgen en ook zelf een oproep plaatsen als je in nood verkeert. Plankzeilers heb ben die apparatuur natuurlijk nooit. Dan trekt vaak pas veel later familie aan de bel, die dan ook alleen maar een vage positie kan opgeven van de vermiste". Vorig jaar schoot de rijkspolitie honder den boten te hulp, soms ook bleek het loos alarm. Pors: „Vanuit de politiewet geredeneerd heeft de politie mede de taak hulp te bieden. Je zou je echter de vraag kunnen gaan stellen of het nog wel een politietaak is. Als je kijkt naar de specifieke middelen die nodig zijn, zijn onze schepen ook niet optimaal uitge rust. Onze zeewaardige vaartuigen heb ben in het kader van de politiereglemen- ten een beperking bij het uitvaren tot windkracht acht". Ook bij windstil en droog weer kunnen goed uitgeruste boten in moeilijkheden raken. Kapitein Pors: „Dat gebeurt steeds meer. Het is dan net als op de weg: men houdt zich minder aan de wa terwetgeving. Botsingen kunnen ont staan doordat iemand niet weet wie voorrang heeft of niet goed inschat of een andere boot snel genoeg kan wen den. Dit probleem is verspreid door heel Nederland. De rijkspolitie heeft daarom onlangs een film uitgebracht met beel den van wat er zo allemaal mis kan gaan. Zonder met het vingertje te wijzen proberen we watersporters aan het den ken te zetten. Recreanten, maar ook be roepsschippers, moeten dan zelf hun conclusies trekken". De rijkspolitie te water heeft op een drukke dag alle 45 posten in bedrijf, al dan niet met dubbele bezetting of met grotere boten. Men beschikt over 65 gro te boten en 40 speedboten. De normale ZATERDAG 13 [UNI 1967 II nal Ie Dit stevige Skütsje loopt rustig voor de wind weg. samenwerking met andere instanties, zo als reddingsbrigades, brandweer en mili taire eenheden, is goed. Daarnaast is er de formele search- en rescueregeling, waarvan de coördinatie berust bij de marine luchtvaartdienst. Opleidingen De mensen op het water hebben te ma ken met een veelheid aan reglementen en wetten. Maar velen kennen ze niet of handelen er niet naar. Er bestaan een binnenvaartpolitiereglement, een zeeaanvaringsreglement, een gewoon vaarreglement en een serie ongeschreven wetten. De ANWB verleent zijn erkenning aan deugdelijke vaaropleidingen van particu lieren en verenigingen en is samen met het watersportverbond betrokken bij de uitgave van diploma's en certificaten. Woordvoerder Vallenduuk: „Bij steek proeven is gebleken dat de meeste water sporters toch wel een of andere vaar- opleiding hebben gevolgd, zeker voor op het grote water. De windsurfers hebben het wat dat betreft het makkelijkst, want voor hen is er al een basisopleiding van één dag. Voor een behoorlijk certificaat voor een zeilboot heb je ten minste een opleiding van twee weken nodig". Er bestaat ook nog zoiets als een ver plicht klein vaarbewijs (I en II) voor de wat langere boten. Maar dat bewijs heeft ook al weer zijn langste (korte) tijd ge had. Minister Smit-Kroes van verkeer en waterstaat deelde de Tweede Kamer in maart schriftelijk mee dat zij het ver plichte vaarbewijs daadwerkelijk wil af schaffen. Zij is niet tegen het vaarbewijs, maar de verplichting ervan heeft volgens haar vrijwel niet geholpen bij het voor komen van ongevallen met pleziervaar tuigen. De ANWB en het KNWV zijn het eens met de opheffing van deze ver plichting, de rijkspolitie en de schippers vereniging Schuttevaer niet. Woordvoerder Selis van het betreffende ministerie vertelt: „Voor die opheffing is een wetswijziging nodig, maar de proce dure daarvoor is nog niet in gang gezet. De hele zaak moet eerst nog met ande ren worden besproken. Dit najaar zal er meer duidelijkheid zijn en dan zal de feitelijke procedure nog eens anderhalf jaar duren. Het verplichte vaarbewijs kan daardoor formeel pas eind '88 of in 1989 worden opgeheven". Ronde om texel Vanochtend is de Ronde om Texel be- fonnen, de grootste „catrace" ter wereld, lier nemen ervaren wedstrijdzeilers be wust de allergrootste risico's om te kun nen winnen. Een blik in het wedstrijd magazine leert dat aan de veiligheid veel gedaan wordt. Aan boord van de cata marans moeten zijn: een deugdelijk an ker met lange lijn, één peddel per per soon, een oprichtlijn, een kompas, één noodsein per persoon. De zeilers moeten een speciaal pak dragen, een felgekleurd zwemvest, goede zeilschoenen en een medaillon met persoonlijke gegevens. Vanuit de lucht, vanaf de kant en vanaf het water wordt de race in de gaten ge houden door professionele vliegers, zwemmers, duikers en „gewone" red dingsploegen. Vanmiddag weten we of het allemaal voldoende is geweest. HERMAN JANSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 19