In Zuid-Afrika is het niet onge bruikelijk dat zwarte mijnwerkers worden verplicht bloed af te staan, zonder dat ze daarvoor een vergoe ding krijgen. Het bloed wordt ver volgens verkocht aan Japan, waar het wordt gebruikt voor de farma ceutische industrie. De Wereld raad van Kerken heeft heftig ge protesteerd tegen deze praktijken. Volgens Nefarma wordt er in Ne derland geen menselijk bloed ge bruikt voor de farmaceutische in dustrie. De Tweede Kamer stemt dinsdag over een voorstel van CDA en PvdA om de import van bloed alleen nog bij hoge uitzondering toe te staan. Het geven van bloed moet volgens de meerderheid van de Kamer een ideële zaak blijven; bloed mag geen koopwaar worden. De stroom bloedprodukten uit het buitenland groeit evenwel: in Nederland is het aandeel van de buitenlandse industrie tien a vijftien procent. In West- Duitsland is dat inmiddels al ruim tachtig procent en velen vrezen dat het in Nederland dezelfde kant zal opgaan als de huidige Bloedwet uit 1961 niet wordt aangepast. Bovendien is er nog het gevaar van besmetting met vooral aids en hepatitis, dat bij buitenlands bloed veel groter blijkt te zijn. DEN HAAG - Ze heten geen Dracula Incorporate, maar hebben alledaagsere namen als Travenol en Armour; firma's die in bloed handelen. Hun werkterrein ligt in Mexico, Haïti, India en Costa Rica, maar bovenal in de Verenigde Sta ten. De bedrijven mikken op de sociaal zwakkeren, die maar al te graag een paar dollar willen verdienen door wat bloed af te staan. Amerika kent zelfs zo'n drie honderd firma's die op deze manier (voordelig) aan hun bloed komen en het vervolgens aan het buitenland verkopen. Zo voorziet de VS inmiddels tachtig procent van de rijke Westeuropese lan den van bloed. Nederland kent sinds 1961 een wet die alle commerciële handel in bloed ver biedt. In de praktijk komt dat erop neer dat in Nederland niet op winstgevende basis bloed mag worden ingezameld, maar dat er wel bloed uit het buitenland wordt geïmporteerd. Tot halverwege de jaren zeventig was bloed in Nederland geen probleem, er waren genoeg donors om aan de behoefte te voldoen. Daarna werd de vraag naar bloed en bloedpro dukten almaar groter, mede door de be handeling van de bloedziekte hemofilie. Nederland was zelf niet in staat aan die behoefte te voldoen, dus moest het bloed ergens anders vandaan komen. Aanvankelijk kon het Rode Kruis, de enige instantie die in Nederland bloed mag inzamelen, nog terecht bij buiten landse zusterorganisaties. Maar ook dat was uiteindelijk niet voldoende, getuige het tekort in 1985 van 35.000 liter, wat overeenkomt met 140.000 donaties. Weerstand De enige oplossing was het inkopen van bloed bij bedrijven die daar hun brood mee verdienen. De weerstand daartegen nam met het jaar toe, omdat Nederland er nog altijd van uitgaat dat het geven van bloed een ideële zaak is. Door bete re conserveringsmethoden en wervings campagnes voor donors kon het tekort weliswaar worden teruggebracht tot 14.000 liter, maar dat is nog te veel om „selfsupporting" te zijn. In die tijd nam de invloed van de commerciële bedrij ven alleen maar toe. Momenteel is Ne derland voor tien vijftien procent af hankelijk van buitenlands bloed, dat dus in de meeste gevallen afkomstig is van mensen in een ver land die het hebben afgestaan om weer brood op de plank te hebben. „En dat is een belachelijke situatie, want Nederland heeft ongeveer een half mil joen donors en dat zijn er in principe ge noeg om aan de vraag te voldoen". Ine ke Haas-Berger van de PvdA zegt het alsof ze er zelf nog over verbaasd is. Ze kan er niet over uit dat Nederland zijn toevlucht zoekt tot het buitenland ter wijl dat helemaal niet nodig is. Met haar CDA-collega Ria Oomen-Ruiten besloot ze dat daar dan ook maar eens een eind aan moet komen. Geheel overeenkoms tig de bedoelingen van de Wereld Ge zondheids Organisatie (WHO) en de Raad van Europa, die vinden dat elk land in zijn eigen behoefte aan bloed moet kunnen voorzien. Samenwerking De samenwerking leidde tot het voorstel de invoer van bloed nog slechts bij hoge uitzondering toe te staan. Hun voorstel len werden de afgelopen dagen opnieuw behandeld in de Kamer, die dinsdag zal stemmen over de nieuwe Wet inzake Bloedtransfusie. En aangezien CDA en PvdA een meerderheid hebben in de volksvertegenwoordiging, zal staatssecre taris Dees ondanks zijn bedenkingen weinig anders kunnen doen dan de nieu we wet naar de wensen van Haas-Berger en Oomen-Ruiten in te vullen. „De huidige wet biedt geen bescherming aan patiënten", zegt Ineke Haas-Berger. „Het is niet duidelijk wie nu eigenlijk het bloed mag inzamelen en wie het ver deelt. Want volgens de huidige wet mag dat weliswaar alleen het Rode Kruis zijn, maar ziekenhuizen kopen buiten lands bloed meestal direct van zo'n be drijf. Er zitten dus wel degelijk risico's aan het huidige systeem. Tot de jaren zeventig viel dat nooit op omdat we ons zelf konden „bedruipen". Maar vanaf het moment dat het moeilijker ging, raakte die hele zaak in een schemertoe stand". Bloedbanken In principe mag in Nederland dus alleen het Rode Kruis bloed inzamelen. Dat doet ze via 22 regionale bloedbanken en één landelijke. Daar geven donors vrij willig een halve liter bloed; mannen twee keer per jaar, vrouwen één keer. produkten. Het gevolg daarvan is ge weest dat toen aids de kop opstak bij onze oosterburen veel mensen met een bloedtransfusie zijn besmet. Dat is in Nederland gelukkig veel minder het ge val geweest. In het afgelopen jaar hebben wij bij vijftien donors het aids-virus ont dekt voordat ze bloed konden geven. We zijn er redelijk zeker van dat de kans op seropositief bloed vrijwel nihil is, laat staan dat er nog een kans is om via bloedtransfusie met Nederlands bloed besmet te raken. Aids is een les geweest, een les die we ons ter harte moeten ne men". „In vei^elijking met de commerciële do nors zijn Nederlandse donors gemiddeld een stuk welvarender, ze hebben een be tere scholing en letten vermoedelijk ook beter op hun gezondheid. Als je, zoals in de Verenigde Staten en helemaal in de ontwikkelingslanden, mensen gaat beta len voor hun bloed, dan trek je allerlei volk aan. Uiteraard wordt er, zeker in de VS, flink gecontroleerd, maar het blijft desondanks heel moeilijk om narigheid buiten de deur te houden". Piet Hagen deelt die bezorgdheid, met dien verstande dat hij zich minder druk maakt om de gangbare, bekende ziekten. „We kunnen testen op de het aids-virus en de vorm van hepatitis die we kennen. Maar er zijn meer varianten van aids en verschillende soorten hepatitis als non-A en non-B, waarvan we nog maar erg wei nig weten. En die blijken nu juist in bui tenlands bloed vaker voor te komen dan in Nederlands bloed. Het gevaar bestaat dus dat door buitenlands bloed jarenlang mensen besmet kunnen worden zonder dat we het weten. Want hoe je het ook bekijkt, handel in bloed blijft toch een riskant bedrijf'. DICK HOFLAND ARJEN VAN DER SAR ZATERDAG 6 JUNI 1987 Een deel van dat bloed wordt vervolgens verkocht aan ziekenhuizen in de omge ving voor transfusies bij patiënten. Een ander deel gaat naar het Centraal Labo ratorium van het Rode Kruis in Amster dam. Daar worden er hoofdzakelijk bloedprodukten van gemaakt: altumine (onder meer voor behandeling van shocks), stollingsfactoren (onder meer voor behandeling van hemofiliepatiën- ten) en immunoglobine (voor de afweer tegen bepaalde ziekten). Het meeste bloed en de meeste bloedprodukten zijn dus bestemd voor patiënten, wat weer betekent dat ziekenhuizen zo goed als volledig de vraag naar bloed bepalen. Voor research is er ook bloed nodig, maar dat is in vergelijking maar gering; met enkele druppels kan al enorm veel onderzoek worden gedaan. „Dat neemt niet weg dat er altijd wel be hoefte aan buitenlands bloed zal blijven bestaan, juist voor hoogwaardig onder zoek", zegt Ineke Haas-Berger. „Voor die hoeveelheden bloed moeten dan cer tificaten worden afgegeven, maar verder mag er niets meer binnenkomen. Ik ver wacht dat er in de toekomst chemische bloedprodukten zullen komen, waardoor de afhankelijkheid van menselijk bloed uit het buitenland nog kleiner zou moe ten worden". CDA en PvdA vinden dat al het bloed in Nederland alleen mag worden ver spreid via het Centraal Laboratorium en de bloedbanken. Dat pleziert dr. C. Du- dok de Wit, secretaris van de Centrale Medische Bloedtransfusiecommissie. Grootgoed „Als de Kamer de voorstellen van CDA en PvdA inderdaad overneemt, zou dat de rol van het buitenlandse bloed terug dringen, waardoor het Nederlandse bloed weer meer ruimte geven", ver zucht hij. „Bloed geven is gelukkig een van de weinige dingen die mensen nog doen zonder er iets voor terug te verlan gen. De enige drijfveer is dat je iets doet voor een ander. Dat is een groot goed en dat mogen we nooit verliezen". Volgens Dudok de Wit moet Nederland voor alles zorgen dat Nederland zich niet door buitenlandse industrieën laat overrompelen. „Want als je de bloedpro- duktie uit handen geeft, dan zul je uit eindelijk ook een flink deel van je ken nis en research op dat gebied verliezen en nóg afhankelijk worden van ande ren". Zuiverder Dudok de Wit krijgt daarin steun van Piet Hagen, auteur van het boek „Bloed: gift of handel". Volgens Hagen is de hui dige situatie vooral ontstaan door een gebrek aan organisatie. Daardoor ligt er wel eens bloed in Maastricht dat beter in Amsterdam had kunnen zijn. „Maar er zijn ook wel degelijk artsen en patiënten die vinden dat buitenlands bloed zuiver der is", vertelt Hagen. „Dat is alles bij elkaar een enge ontwikkeling, die je het best kunt illustreren aan de hand van West-Duitsland. Dat land is inmiddels al voor tachtig a negentig procent afhan kelijk van buitenlands bloed. Daar heeft de industrie praktisch een monopolie en vliegen de prijzen omhoog". „Engeland zou een goed voorbeeld voor Nederland kunnen zijn. Dat land was vijf jaar geleden voor zeker de helft af hankelijk van buitenlands bloed. De re gering heeft ondanks de nodige bezuini gingen toch miljoenen geïnvesteerd in een laboratorium voor het splitsen van bloed. Het gevolg is dat Engeland bin nenkort weer bijna helemaal zichzelf van bloed kan voorzien". Besmetting De investeringen in Engeland werden in gegeven door de aids-problematiek. Daarmee is meteen nog een indringend aspect van bloed genoemd: het gevaar voor besmetting. Dudok de Wit: „De aanmaak uit bloed van stollingsfactor VIII voor de behandeling van hemofilie- patiënten vond in West-Duitsland op een gegeven moment bijna niet meer Claats. De medische wetenschap daar ge mikte alleen nog maar Amerikaanse Bij de foto's: Het Rode Kruis is de enige instantie in ons land die bloed mag inzamelen. „En bloed geven is gelukkig nog een van de weinige dingen die mensen doen zonder er iets voor terug te verlangen". FOTO'S: CEES VERKERK foicUeCouttMit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 23