Voetbalvandalisme in Engeland is nog lang niet uitgeroeid i mal Ie BRAMAPPEL „Voor het geld ben ik te vroeg geboren maar voor spelvreugde niet ■P i v Sill! lillllllli 1111111 m 1 r - ^1 i i y ,t.iA t Jr jmL j^v NIETS VERANDERD NA HEIZELDRAMA: Kapsel CfiidócSouAont' i ZATERDAG 30 MEI 1987 - t t v Kyi'. /TfjL- 3 <r - v.v**-' i j. s V*-. Iffij Brant Appel in actie in één van zijn twaalf interlands. In de volle Kuip staat hij op het punt de Belg Dries de verkeerde kant op te Sturen. FOTO: ANEFO WASSENAAR - Terug naar de ba sis. Archipel, de Haagse afdelings club, het beginpunt van een loop baan als voetballer en als trainer, die hem internationale vermaard heid opleverde en een mooi, onver getelijk leven. Bram Appel, ooit be kend als een spits van Het storm ram-type, twaalfvoudig internatio nal, één van de eerste Nederlanders die als prof ging voetballen in het toen als het Mekka beschouwde Frankrijk, trainer bij ondermeer Volendam en PSV dat zelfs lands kampioen werd, was even terug op de plaats waar hij zijn eerste trap pen tegen een bal gaf in vereni gingsverband. Waar hij jaren niet was geweest kwam Bram Appel in korte spanne tijds twee maal vanuit Geleen, zijn vaste woon plaats sinds hij er neerstreek om er te voetballen voor het inmiddels verdwe nen Fortuna'54. Eerst toog hij voor tv- opnamen naar het pal tegen de Wasse- naarse renbaan Duindigt gelegen com plex van zijn eerste club. Een oproep voor een reünie van zijn club voor Vero nica Sport. Een hele dag uit Limburg voor een spotje van hooguit anderhalve minuut. De tweede keer vertoefde hij langer bij Archipel omdat hij het stralen de middelpunt was op die reünie. Staande op het nog steeds bestaande veld waar ruim vijftig jaar geleden alles begon ontwaart hij, turend in de verte, zijn toenmalig ouderlijk huis. „Daar juist waar de bomenrij even ophoudt, daar woonde ik vroeger", meldt hij niet zonder enige weemoed. Dierbare herin neringen borrelen op. „Daarnaast, in de tuin van een buurman ligt nog een hond van ons begraven. Een Schotse schaaps hond. een schat van een beest. Hij was overleden, wij wilden hem weg laten ha len. Je weet, dan gaat-ie naar een de structiebedrijf. En dat wilde onze buur man niet. Begraaf-em maar in mijn tuin zei hij". Paarden Zijn jeugd bracht Bram Appel niet alleen door op het voetbalveld. Zijn vader was trainer van dravers en dat verklaart het feit, dat het gezin Appel zich zo dicht bij Duindigt had gevestigd. „Een prachtig leven toen, zo tussen de paarden", mij mert Bram Appel. „Je kon als het ware met die beesten spreken, eten en drin ken. Zonder enig risico liep je onder die beesten door; moest je ergens bijkomen dan stapten zij automatisch even opzij. Werkelijk, je was zo één met hen". Toch zou er geen loopbaan in de paar- denwereld in het verschiet liggen. „Ui teraard werd er thuis bijna uitsluitend gepraat over die sport. Nou, de dingen die in die wereld gebeurden weerhielden mij ervan daar in te stappen. Het was mij allemaal te duister. In elk geval zo danig dat ik er op grond van mijn karak ter gewoon niet tegen kon". Voetballen deed Bram Appel in zijn pril ste jeugd in de buurt van de Haagse Theresiastraat tot politie-agent Hazel ambtshalve het jongensplezier moest on derbreken. „Geen kwaaie, hoor", voegt hij er aan toe. „Die man nam alleen even de bal onder zijn arm en adviseer de ons naar Archipel, een echte voetbal club te gaan. Hij moet echt een hele la ding leden hebben aangebracht. Ik be hoefde destijds bij Archipel geen contri butie te betalen. Training kreeg ik van een melkslijter, Leen Zuidwijk. Hij deed het op zijn manier, maar ik had er toen wel wat aan". Sensationeel „Terugdenkend aan dat begin realiseer je je hoe dankbaar je Archipel moet zijn. Daar is toch alles begonnen dat voor mij en mijn gezin heeft geleid tot een mooi leven. In 1$45 ben ik een jaar bij ADO geweest, vervolgens bij Sittardse Boys. En toen ben ik prof geworden, bij Stade de Reims. Man. als de dag van gisteren weet ik nog dat ik thuis kwam bij mijn vrouw met de mededeling: Wij gaan naar Frankrijk, ik word er prof, duizend gulden schoon per maand, gratis wonen. Sensationeel voor die tijd. Wat wil je, wij waren nog jong, mijn vrouw in ver wachting. Onze dochter is in Frankrijk geboren, opgegroeid, school gegaan, sprak beter Frans dan wij. Gespeeld met Raymond Kopa, een beroemdheid in die tijd. Hij kwam van Nantes, moest een proefwedstrijd spelen. Kopa stond be kend als een zeer individualistisch inge stelde jongen, terwijl het elftal van Reims juist een enorm sterk collectief was. De jongens waren wis en zeker van plan hem dan ook geen enkele bal toe te spelen. Zijn tijd bij Reims leek bij voor baat tot mislukken gedoemd. Echter, van beide kanten werd er vooraf ver standig gehandeld. De jongens hadden een gesprek met Kopa. zeiden hem wat zij van hem wisten en dachten. Weet je wat Kopa's antwoord was? „Ik stel mij in dienst van het elftal". Hij hield woord, Reims en hijzelf zijn er bepaald niet slechter van geworden. Eén jaar heb ik maar gevoetbald bij Lausanne Sports. Eén jaar maar, omdat ik het er niet pret tig vond. Vreemd? Zwitserland, een prettig en rustig land? Ik knapte af op die Zwitsers. Zij hadden het naar mijn gevoel wat hoog in de'bol. Zij hadden in hun hele geschiedenis nog nooit oorlog gehad, zij hadden zich altijd neutraal op gesteld, zij hadden het geld en meer van die dingen voortkomend uit een zelfin genomenheid waarvan ik eng werd". Watersnood Bram Appel was in maart 1953 actief be trokken bij een duel die bekend werd als de „Watersnoodwedstnjd". Ten bate van de slachtoffers van de overstromin gen in Zeeland en de Zuidhollandse ei landen speelde een elftal van in Frank rijk als prof spelende Nederlanders tegen het onverslaanbaar geachte Franse elftal. De door de Nederlanders met 2-1 ge wonnen wedstrijd in het oude Pare des Princes in Parijs maakte bij het thuis front enorme indruk en gaf uiteindelijk de aanzet tot de invoering van het prof voetbal in Nederland. En de terugkeer van Bram Appel. Fortuna'54 uit Geleen profiteerde nog een aantal jaren van zijn aanvalskwaliteiten, evenals Oranje. Ap pel kan bogen op een hoog scoringsper centage, in zijn twaalf interlands maakte hij immers tien doelpunten. Na zijn actieve loopbaan volgde een trainerschap bij Volendam en vervol gens bij PSV waarmee hij in 1962 lands kampioen werd en Europa-Cupwedstrij den speelde. „Mooie tijden", herinnert hij zich, maar bekent ook na verloop van tijd afgeknapt te zijn op de mentali teit die hij toen (jaren zestig) al tegen kwam. „Zeker bij PSV, waar alles voor iedereen werkelijk tot in de puntjes was geregeld. Voor die tijd konden die gasten kapitalen verdienen. Aan salaris, aan premies en wat niet meer". „En toch kwam ik vaak ontevredenheid, laconiek gedrag en gebrek aan inzet te gen. Ik ging tegen hen tekeer, donderde hen uit het elftal maar tekende als trai ner mijn eigen doodvonnis. Misschien had ik dat met meer tact en geduld moe ten oplossen, maar ik was nog altijd ide alist, begreep die gasten daarom niet. Ik heb daarna nog wat gedaan bij Beringen in België, bij VVV. Fortuna'54 en Eind hoven. Maar gaandeweg is een baan in de maatschappij, bij een bouwbedrijf in Limburg, voor mij het belangrijkste ge worden. Daar heb ik mijn pensioen ge haald. Ik heb het goed. Wat zeg ik? Uit stékend! Mijn vrouw gezond, mijn doch ter, schoonzoon, kleinzoon, ik. Dat is toch rijkdom! Te vroeg geboren als voet baller? Wat de verdiensten betreft mis schien wel. Niet wat het voetballen zelf betreft. Ik ben ervan overtuigd dat ik als voetballer de prettigste tijd van deze sport heb meegemaakt. Al maken de verdiensten en van tijd tot tijd successen veel goed, écht plezierig qua spelvreugde lijkt het voetbal in de top mij niet zo zeer". FRANS LEERMAKERS L_—s Elk weekeinde is het wel ergens raak op de Engelse voetbalvelden. En dan mag de politie vechtende supporters uit elkaar haleni.^ LONDEN - Het drama in het Brusselse Heizelstadion voltrok zich gisteren precies twee jaar gele den. Maar de dronken Engelse voetbalfans zijn ondertussen weinig veranderd. Diverse overheidsmaat regelen, waaronder een verbod op de verkoop van alcoholische drank tijdens wedstrijden, de installatie van videocamera's die de suppor ters overal bespieden en bijzonder zware gevangenisstraffen voor de brutaalste hooligans, hebben het vandalisme nog steeds niet onder drukt. Engels voetbalvandalisme is als een draak met zeven koppen die bliksemsnel opnieuw aangroeien telkens wanneer men er een heeft afgehakt. Van de week verspreidde de plaag zich zelfs naar het anders zo rustige cricketveld van Edg- baston, een voorstad van Birmingham in Midden-Engeland. Voorheen was niets zo vreedzaam als een Engels cric ketveld, maar toen afgelopen maandag in Edgbaston het Pakistaanse team speelde tegen Engeland brak er de hel los. Zo'n vijftig fans werden van het terrein gejaagd en twintig gearresteerd. De poli tie had versterking nodig om groepen ri valiserende supporters van elkaar ver wijderd te houden. Zij bestreden elkaar met losgerukte planken. Talrijke vech tersbazen raakten gewond. Een Paki staanse vader van twee jonge kinderen liep een diepe snij wond op aan de hals die werd veroorzaakt doordat iemand een gebroken wijnfles in zijn richting gooide. Een politieagente moest de wond dichtdrukken tot de ambulance kwam om te voorkomen dat de man dood bloedde. Autoriteiten De volgende dag slaagden de Britse au toriteiten er niet in dit cncketvandalis- me in Birmingham te verklaren. De vraag of er racistische oorzaken waren, bleef onbeantwoord. Thatchers minister van sport. Dick Tracey, klaagde: „Eerst voetbalvandalen en nu cricket-hooli gans! Als het zo doorgaat, zal er in Enge land na verloop van tijd geen enkele kijksport meer overblijven". De beruchte Engelse voetbalfan liet deze week trouwens ook van zich horen. Hij bewees nogmaals dat hij nog lang niet verslagen is. In een provinciestadje bra ken ernstige rellen uit. De supporters van de plaatselijke voetbalclub vierden de. overwinning op hun tegenstander. Tóen hen 's avonds laat in het café te kennen werd dat het sluitingstijd was, ontstaken de fans in dronkemanswoede. Wat ertoe leidde dat zij op straat voor bijrijdende auto's met bierglazen en an dere projectielen begonnen te bekogelen. Steeds meer kameraden sloten zich bij hen aan en uiteindelijk kwam het tot verwoede straatgevechten. De plaatselij ke politie moest versterkingen laten uit rukken en er werd een ware veldslag ge leverd met de opgehitste voetbalsuppor ters. Nog een ander bewijs dat het Engelse voetbalvandalisme bij lange na niet dood is, werd afgelopen zondag geleverd door de Londense krant Today. Deze meldde exclusief dat een plan om van de interland Engeland-Schotland - die de dag tevoren was gespeeld in het Schotse Glasgow - een bloedbad te maken, tij dig door de politie was verijdeld omdat zij een tip van Today had nagetrokken. Londense supporters tierden bij hun aankomst op het station van Glasgow: „Wij zijn de koppensnellers van Chel sea!". Er werden meer dan honderd ar restaties verricht. De meeste fans bleken gewapend met messen, kettingen en an der gevaarlijk wapentuig. Eén van de bendeleiders zei tegen Today's verslagge ver: „Wij waren van plan om hier een pak herrie te schoppen dat de glorie van Liverpool op de Heizei compleet zou hebben verduisterd De mensen weten hier niet hoe gelukkig zij zijn dat de smerissen ons te vlug af zijn geweest!". Een andere hooligan, die beweerde dat hij de leider was van een zeventig man sterk contingent uit Plymouth, pochte met zijn kleding. „Kijk," zei hij, „wij dragen kleren zoals de middenstand: de signer jeans en fraaie hemden. Maar de boel op stelten zetten, dat is ons leven! Wij kennen hier jongens, die geregeld van Schotland naar Engeland reizen om daar, samen met ons, na een grote voet balwedstrijd de boel lekker kort en klein te slaan. Het gaat er telkens reuzegezellig aan toe!". Deze vrolijke voetbalfan zat vol helden verhalen met betrekking tot het seizoen dat vrijwel afgelopen is. „Ik was betrok ken bij echt zwaar geweld toen Exeter af gelopen september tegen Cardiff speelde. Met een groepje van vijftien trokken wij naar Exeter om daar de jongens terzijde te staan tegen de bezoekers uit Cardiff. Samen hebben wij die Welsen duchtig afgeranseld. Het was een feest om nooit te vergeten", vertelde hij enthousiast. ROGER SIMONS door Frank Werkman Als je Yannick Noah in actie ziet. dringt zich voor de Nederlandse verslaggever onwillekeurig de vergelijking op met Ruud Gul lit. Ik geef toe. hel is vrij voor de hand liggend met deze sportlieden, die opmerkelijke atletische verrichtingen gepaard doen gaan met het laten wapperen van hun exotische haardracht. Die door Noah overigens meer aan banden wordt gelegd dan door Gullit, die als een soort Simson lijkt te menen dal zijn kracht in zijn haren schuilt. Maar er is meer. Of het aan hun coupe ligt, of aan hun extroverte karakter, weet ik niet, maar er zijn opmerkelijke overeenkomsten tussen de Franse toptennisser en de Nederlandse aspirant- voetbaltopper. Een aantal jaren geleden verzocht Noah de goden door in een uiterst openhartige bui te verklaren dat hij zich wel eens te buiten was gegaan aan verdovende middelen. Dat is op zich niets bijzonders. Iedere avontuurlijk ingestelde hedendaagse jongere, zo lijkt het, experimenteert wel eens met geestverruimend spul. Al was het maar om erover te kunnen meepraten. Noah ging evenwel een stapje verder. De oud- Afrikaan klapte uit de school door uit te roepen dat ook veel collega 's de verveling te lijf gingen met drugs. Dat nu werd Noah niet in dank afgenomen. Er kwam weerwerk van andere tennissers, maar hun verhaal werd er niet sterker op door berichten over de inmiddels gestopte Vitas Gerulaitis. Deze Amerikaan, bij wie immer zijn reputatie als playboy om voorrang streeft met zijn roep als toptennisser, werd ooit voor het gerecht gedaagd vanwege het bezit van aope. Noah kreeg na zijn ontboezemingen heel sportminnend Frankrijk en de halve sportwereld over zich heen. Hij vluchtte naar New York, hield zich enige tijd schuil en inmiddels is de bui volledig overgewaaid. Noah is weer een gerespecteerd lid van de sportgemeenschap en zal zich niet snel weer compromitterende opmerkingen laten ontvallen. Hij heeft leergeld betaald. Overigens heeft de Franse dubbel van wijlen Bob Marley sinds zijn ophefmakende verhaal van een paar jaar geleden nimmer meer het niveau gehaald van voor die tijd. Bij Ruud Gullit heeft zich een soortgelijke ontwikkeling voorgedaan. Zij het dat de Nederlandse voetballer zich tot dusver heeft onthouden van onthullingen over gebruik van drugs in onze vaderlandse voetbalwereld. Zo af en toe duikt er wel een verhaal op over stimulerende middelen, maar daar hoort allang niemand meer van op. Nee, Gullit heeft zich op een aanzienlijk onschuldiger manier de evenknie van Yannick Noah getoond. De binnenkort naar Italië vertrekkende import- Eindhovenaar, kwam slechts met quasi- onthullingen over de gang van zaken achter de schermen bij PSV. Hij maakte ploeggenoten en Hans Kraay een kopje kleiner, maar kreeg daarmee wel voor elkaar, dat hij naar Italië mocht vertrekken. De overeenkomst tussen de tennisser en de voetballer is ook dat beiden na hun geruchtmakende geredekavel nauwelijks meer iets presteerden. Noah, die in 1983 de titel op Roland Garros veroverde, waarna de publiciteitsmachine met alle genoemde gevolgen over hem heen daverde, liet maandenlang niets meer van zich horen. Gullit heeft sinds het tekenen van het contract bij AC Milan ook vrijwel niets meer gepresteerd. Sterker, slechts in verbaal opzicht vestigde hij nog de aandacht op zich door in Milaan bij zijn perspresentatie de ene domheid na de andere uit te kramen. Hij liet zich laatdunkend uit over Gianni Rivera, een van de beste voetballers die AC Milan en het Italiaanse voetbal ooit hebben gekend. Bovendien gaf Gullit blijk er totaal niet mee te zitten dat AC Milan wellicht deelneming aan het Europa-Cupvoetbal zou missen. Inmiddels is Gullits nieuwe werkgever daar wel zeker van, maar reken maar dal de onverstandige uitlatingen van de Nederlander hem worden nagedragen. Hij zal zeker de eerste tijd in Italië extra kritisch worden bejegend. Noah en Gullit. Hoe je ook over deze twee extroverte sporters mag denken, ze blijven toch figuren die kleur geven aan het sportgebeuren. Waarbij het prijskaartje dat aan het tweetal hangt ze nog een extra-dimensie verschaft. Gullit, de man die zeventien miljoen kostte - Noah, de man die in zijn carrière inmiddels meer dan zes miljoen gulden verdiende. Maar dan wel in zijn eentje. Zo ver is Gullit nog niet. Noah was vier jaar geleden degene die heel sportminnend Frankrijk aan zijn voeten bracht. Dat zal Gullit in eigen land nog niet zo gauw voor elkaar krijgen. En om op een wereldpodium erkenning van de massa te krijgen, is het nodig dat het Nederlands elftal zich weer eens kwalificeert voor een belangrijk toernooi. De enige hoop voor Gullit ligt daarom bij AC Milan, dat zich op de valreep verzekerde van een Europees ticket. Het is dan wel zaak dat de Nederlander niet net zo lang in een mentale crisis zal verkeren als zijn tennissende lotgenoot Noah. Die kostte het bijna twee jaar om er weer bovenop te krabbelen. Waarbij er experts zijn, die durven te verklaren dat de Fransman nimmer meer het niveau zal bereiken als van voor zijn publieke terechtstelling. Zo erg is het met Gullit nimmer geweest. Maar ook over de voetballer zijn de meningen inmiddels verdeeld geraakt. Werd de strop rond de nek van Noah nimmer geheel aangetrokken, het prijskaartje rond de hals van Gullit zou op hem wel eens net zo'n verstikkende uitwerking kunnen krijgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 25