'finale' WERELDTOERNEE EGINT IN DE KUIP CeicUcSouAont ZATERDAG 30 MEI 1987 De bar wordt gesierd door de toog die eens het pronkstuk was van „Chez Maxim's" in Brussel. In de eetzaal meteen getrokken door het het fantastisch beschilderde plafond. FOTO'S: PERS UNIE MONACO - Verrassend. Dat is de eerste indruk die je van het 57 me ter lange schip krijgt. Verrassend hoe weinig elegant het aan de bui tenkant is. De boeg en vijf dekken zijn geschilderd in de Maxim's- kleuren rood, zwart en wit. Vooral het zwart geeft de „Maxim's des Mers" iets van een gewone schuit. Verrassend is echter ook het inte rieur en de inrichting door de Pa- rijse modeontwerper Pierre Cardin. Je waant je in het wereldberoemde restaurant van de Parijse Rue Roy ale: dit is „Chez Maxim's"op het water. In de bar-salon is de indrukwekkende toog, die ooit „Chez Maxim's" op de Grote Markt in Brussel sierde, dé blik vanger. Een enorm mahoniehouten meubel met koperen inlegwerk waaraan de jet-set aperitiefjes nipt, gemixed en geshaked door een discrete barman en begeleid door een pianist die zachtjes zit te tokkelen op een mahoniehouten pia no. Rechts van deze bar-salon bevindt zich de restaurantzaal. Hier wordt de blik onmiddellijk naar boven getrokken. Het plafond is één groot verlicht art- nouveauwerk van dik glas. Het is be schilderd met groen lover, roze bloesems en oranje sinaasappels. Kleine tafels zijn gedekt met fijn porselein, flonkerend kristal en glanzend zilverwerk. Een groot venster biedt uitzicht op een marmeren zwembad in Hollywoodstijl. Raquelenliz Pure weelde is het aan boord van dit schip cruise-schip dat maar zestien sui tes heeft wat maximaal 32 passagiers per reis betekent. En nog mooier wordt het als je hoort dat die 32 mensen verzorgd worden door een bemanning van 32 koppen! De „Maxim's des Mers" staat in het te ken van de kunst: elke suite is anders en kreeg de naam van een bekende artiest, schilder, zanger of actrice. De kasten en deuren in de slaapkamer van deze suite zijn helemaal gedecoreerd met schild padschildtekening. De badkamer is een droom: een enorme ronde badkuip - met bubbelbad - is volledig inge bouwd in mahoniehout en de wanden zijn bekleed met antieke spiegels. Twee grote vensters bieden zicht op een pnvé- dek waar de gast ongestoord kan zonnen en ontbijten. Geen wonder dat Raquel Welch verrukt was over dit nachtverblijf dat ze ter beschikking kreeg tijdens een cruise in het Caribisch gebied. Miss Welch kreeg Liz Taylor als buurmeisje in de „Toulouse Lautrec" waar in de slaapkamer en salon nijlgroen domi neert, naast het zachtgrijs van de mar meren badkamer. In het restaurant „des Mers" is het even goed toeven als in het wereldbekende eethuis te Parijs. De drie koks stammen allen uit families die beroemde chef koks hebben voortgebracht. Purser An- toine Fanton, zoon van de Franse minis ter van defensie in het kabinet-Pompi- dou, is onder meer verantwoordelijk voor het hotelgedeelte en het personeel. „Ik heb sollicitatiegesprekken gevoerd met 280 personen om negentien beman ningsleden te selecteren", vertelt hij. On der dat personeel bevindt zich slechts één vrouw, namelijk de jongedame die de wasserij beheert. Reden: „Dit is maar een kleine boot voor een cruiseschip. Daarom moet de hele bemanning voor alles kunnen worden ingezet. En ik kan bijvoorbeeld moeilijk aan een kamer meisje vragen de veertien zware koffers van Raquel Welch aan boord te sjou wen. Daar heb je „kameijongens" voor nodie". De „Maxim's des Mers" vaart vooral in het Caribisch gebied, maar zal deze zo mer in de Middellandse Zee toeren. Met Monaco als thuishaven gaat de „Maxim's des Mers" achttien cruises van een week maken. Prijzen vanaf 7500 gulden per persoon per week. MIMI SMITH Omdat het voor psychologen in dit door en door geloogde land steeds moeilijker blijkt hun licht ergens over te laten schijnen dal al niet beschenen is. wordt er wat afgepiekerd in de branche. En dus geschiedde het onvermijdelijke: eeen psycholoog die zijn licht liet schijnen over het verschijnsel piekeren. Thomas Borcovec heet de man en dit is. getuige een artikel van zijn hand in het vakblad Psychologie, wat zijn licht aan het licht bracht. „Stel. wanneer u last hebt van dat eeuwige malen door uw hoofd, een half uur per dag in waarop u rustig en geconcentreerd kunt piekeren. Doe dit elke dag op hetzelfde tijdstip en dezelfde plek. Gebruik uw dagelijkse pieker-halfuurtje om zo diep mogelijk uw grootste zorgen van dat moment te overdenken. Een onmogelijke opdracht, aangezien het typerende van piekeren nu juist is dat het zich geheel builen uw wil om voltrekt? Nee. De piekeraar moet attent zijn op zijn gedachtenstromen. Zodra u merkt dat u in gepieker dreigt te vervallen, moet u trachten dat uit te stellen tot het bewuste halfuurtje. Hoe? Probeer uzelf te concentreren op iets waar u mee bezig bent of op iets anders in uw omgeving". Maar op wat?, piekert de piekeraar. Tot zover reikt het licht van Thomas Borcovec helaas niet. Wel dat van mevrouw Simonsz echter en haar oplossing zij het piekerende volksdeel bij deze aangeboden. Snooker Mevrouw Simonsz is de buurtgenote op nummer 123. Hoogbejaard, weduwe, broos als Delfts plateel en slecht ter been, dus zelden buiten de deur te zien. Wat ze de hele dag scharrelde in haar woning, wist eigenlijk niemand, maar ze scheen te beschikken over een grote mate van zelfredzaamheid, want een beroep op burenhulp had ze nog nooit gedaan. Geen type dat om de zorgzame maatschappij van Brinkman zat te springen, mevrouw Simonsz. Ernstig en collectief was dan ook de verontrusting toen er op een avond een auto van Tafeltje Dek Je bij haar kwam voorrijden. Mevrouw Simonsz zou toch niets overkomen zijn? Gepieker alom totdat de voormalige maatschappelijk werkster op nummer 135 die vaker met zulke bijltjes had gehakt, de gedachte opperde een delegatie samen te stellen teneinde discreet te onderzoeken hoe het gesteld was met het welzijn op nummer 123. Nou, dal viel mee Mevrouw Simonsz werd. dubbelgebogen vanwege haar voortschrijdende bijziendheid, aangetroffen voor de televisie, filtersigaretje in de rechter mondhoek, knabbelnootjes binnen bereik van haar linker hand. Nee hoor, ze mankeerde niets. Ze had zich alleen op Tafeltje Dek Je geabonneerd omdat er, sinds ze het snookeren had ontdekt, nauwelijks tijd meer was om in de keuken te staan. BBC I, BBC 11 en nu ook Super Chanel nog, hoe sloft een mens het bij? Vroeger had ze zich met Nederland I en 11 beholpen. Wist ze veel waar al die kanalen zaten? Maar kort geleden was haar zoon overgekomen die als diplomaat werkt in het buitenland en die had het toestel piekfijn afgesteld. Een wereld was er voor haar opengegaan. De wereld van het snooker. Ze wist er inmiddels alles over te vertellen, over het spel met de vijftien rode en zes anders gekleurde ballen die volgens een voor de leek ondoorgrondelijk systeem in de zakken gestoten moeten worden van een biljart, zo groot dat er niet zelden hulpstukken aan te pas dienen te komen. Het scoren, wist ze, kan daarbij ondergeschikt zijn aan hel in moeilijkheden brengen van de tegenspeler, al levert het behalen van hel maximale aantal punten - dat zijn er 147, wist ze - gauw een premie van tienduizend Britse ponden of een luxe sportwagen op. Wat haar zo boeide in het snooker, zei ze, was de subtiele tactiek, het ritueel van aanval en verdediging dat - ondanks prollige hoofdprijzen van vijftigduizend pond of meer per toernooi - iets sacraals hield. En of de delegatie nu maar weg wilde gaan, want er stond een partij tussen Alex Higgins en Dennis Tayfor te beginnen. Wist de delegatie niet wie Alex Higgins was? Bijgenaamd „de Orkaan" vanwege het tempo waarin hij zijn stoten plaatste en de kracht waarmee hij de ballen in de zakken joeg? Higgins was de eerste snookerspeler die brak met het verplichte vlinderdasje. Dat had indertijd nog een hele rel gegeven, maar Higgins had gewonnen door met een doktersverklaring te komen dat hij van een dichtgeknoopt boordje exceem kreeg in zijn nek. En Dennis Taylor? Dat was de man met de idioot grote bril, maar die bril was helemaal niet idioot; die was zo groot om ervoor te zorgen dat Taylor niet over het montuur heen hoefde te turen wanneer hij gebogen stond boven zijn keu. Men ziet: piekeren is er voor mevrouw Simonsz niet meer bij. Hooguit piekert ze over de vraag hoe laat ze Tafeltje Dek Je kan bestellen zonder tijdens het snookeren gestoord te worden. Vanavond en morgenavond staat de Kuip in Rotterdam voor het eerst sinds twee jaar (Bruce Springsteen) weer eens ouderwets op zijn kop. David Bowie, de onnavolgbare magiër van de pop, start er zijn wereldtournee die hem in zes maanden over zes continenten voert. Hoe die show er uit zal zien, na zijn veelgeprezen en indrukwekkende „Serious Moonlight-tour" van 1983, is nog niet bekend, maar dat Bowie zijn publiek opnieuw zal verbazen staat nu al vast. Want Bowie mag dan getuige zijn laatste platen over zijn muzikale hoogtepunt heen zijn, hij blijft een pure showman. Een indruk van leven en werk van de man die zich via een indrukwekkend veelzijdig oeuvre opwerkte tot de lieveling van miljoenen, soms al wat oudere popliefhebbers. ROTTERDAM - Juni 1983, De Kuip in Rotterdam. Op het immense doek bo ven het al even grote podium zijn alle bewegingen van David Bowie, ooit voor al populair bij een relatief klein en voor al uit intellectuelen samengesteld pu bliek, door de 50.000 bezoekers perfect te volgen. Het is een Bowie in zijn meest sympathieke rol: die van Bowie zelf, als de entertainer, de rockster, de man die van zijn publiek houdt en het zelfs grijn zend tegemoet treedt. Mei 1987, De Kuip in Rotterdam. Het lijkt alsof de tijd heeft stil gestaan. Da vid Bowie, vanwege zijn vele gedaante verwisselingen op en buiten het podium veelal gekarakteriseerd als „de kamele on", staat er opnieuw als David Bowie. Vier jaar zijn er gepasseerd, maar aan Bowie is niets veranderd. Geen ooglap jes meer, geen halfzachte travestie, geen spierwit geschminkte gratenzak. De tij den van Ziggy Stardust, Aladin Sane en de Thin White Duke zijn voorbij, maar die van David Bowie zijn gebleven. „Er is geen echte David Bowie", zei hij zelf ooit, maar het lijkt erop dat hij die woorden terug moet nemen. Vraag is of de man die vanavond en morgen, vermoedelijk gekleed in zwarte broek. T-shirt en leren jack, een onge twijfeld uitzinnig publiek aan zich bindt inderdaad zichzelf is. Misschien zet hij zijn talloze fans nog een keer finaal op het verkeerde been door alsnog op te tre den in Tiroler Lederhosen of in zee manskostuum. Het zal weinig uitmaken, want zelfs als zichzelf lijkt Bowie slechts een rol te spelen. De man die zo vrolijk in interviews vertelt hoe hij alle zwart galligheid, alle „coolness" van zijn vori ge creaties heeft afgelegd, maakt de in druk van iemand die vooral zichzelf moet overtuigen. Maar misschien ont staat die indruk vooral door zijn schizo frene verleden, waarin hij alles deed om de aandacht te trekken en zich daarvoor de meest schockerende rollen aanmat. Muzikaal gezien heeft Bowie inderdaad een jasje uitgedaan. Van nieuwe wegen inslaan is al lang geen sprake meer. Bo wie maakt nu „music for the millions", wat zowel kan slaan op zijn publiek als op het geld dat hij verdient. Met zijn el pees „Let's dance" en „Tonight" bond de meester van de vermomming begin jaren tachtig een nieuw publiek aan zich, terwijl zijn fans-van-het-eerste-uur klaag den over de risicoloze disco-dreunen op die platen. Ook zijn nieuwe elpee „Ne ver let me down" blaakt niet van origi naliteit, al blijft wat hij ten gehore brengt uiteraard van hoog gehalte. Maar Bowie speelt vooral leentje-buur bij zijn vorige elpees en lijkt het zoeken naar nieuwe invalshoeken te hebben opgege ven. Waarmee andere woorden die de meester onlangs schertsend sprak, „Ik word de Frank Sinatra van de jaren tachtig", angstwekkend werkelijkheid lij ken te worden. Dat is met name opmerkelijk, omdat Bowie werd gezien als een nieuwlichter, een trendsetter in wiens muzikale voet sporen talloze beginnende en gearriveer de groepen en solisten traden. Bowie wist als geen ander in welke richting de muzikale smaak van het publiek zich zou ontwikkelen, en voegde zich er naar. Het Amerikaanse blad „Time" schreef ooit dat groepen als Talking Heads en The Human League en solisten als Gary Numan en Boy George een diepe bui ging in zijn richting dienden te maken, als dank voor de wegen die hij voor hen geplaveid had. Daarentegen constateer den de muziekbladen dat Bowie zelf eveneens niets anders deed dan te rade gaan bij tijdgenoten en voorgangers, waarbij zelfs het woord plagiaat niet werd geschuwd. Bowie zette de trend, maar op basis van het werk van ande ren. Hij deed dat echter zo smaakvol, voegde er zoveel aan toe, dat het slechts weinigen opviel. Maar zoals Mick Jagger ooit woedend opmerkte, nadat Bowie een hoesontwerp van The Rolling Stones bijna had gekopieerd: „Draag nooit nieuwe schoenen waar Bowie bij is". Volwassen Bowie is nu veertig, woont in Zwitser land, is de vader van een zoon van vijf tien. en zo op het oog definitief „geset teld". De rebelse jaren van „Rebel, re bel" liggen achter hem, het magere broe kie is volwassen geworden. Een proces dat volgens eigen zeggen werd ingezet met de dood van zijn vriend John Len- non en dat werd voltooid met het con cert van Live Aid. De eerste gebeurtenis schudde hem wakker uit een lethargische periode waarin hij door drugs en depres sies terecht was gekomen en ondanks miljoenen fans diep-eenzaam was. De laatste gebeurtenis overtuigde hem van het feit dat popmuziek meer is dan een leven aan de zelfkant, dat het ook als middel kan dienen daadwerkelijk iets aan het door hem zo veelbezongen on recht te doen. Zijn professionele koel heid, die hij als een masker droeg overal waar hij zich maar vertoonde, werd afge legd, en daaronder vandaan kwam een Bowie die meer warmte vertoont dan ie dereen ooit voor mogelijk had gehou den. Die switch naar „het gewone leven" heeft hem in elk geval behoed voor een vroegtijdig einde h la zoveel andere pop sterren. Het heeft ook bij hem niet veel gescheeld. Zo vertrouwde hij een journa list onlangs toe dat hele gedeelten uit zijn leven uit zijn herinnering verdwe nen zijn door druggebruik. „Ik ben hele stukken uit mijn leven kwijt. Van 1975 weet ik niets meer. Ik heb pas een stukje film gezien waarop ik woordeloos in de lens staar. Als een zombie. Naast me staat John Lennon, ook niet al te fris". En: „Van de week keek ik een oud adressenboekje in. Ik schrok me wild. Zoveel vrienden dood. Indertijd deed het me niet veel, waarschijnlijk uit zelf bescherming, want hun lot hing ook mij boven het hoofd". Bowie leefde naar zijn personages, die allemaal hetzelfde doodsverlangen leken te delen. Het asgrauwe, sombere gelaat bestond niet alleen uit schmink. „Ik hoefde niet veel te doen om er zo uit te zien, want ik was gewoon zo". Nu die tijd achter hem ligt erkent hij dat hij zich beter voelt dan ooit. „Ik was toen aan het experimenteren. Ik was zo „cool" dat ik het er ijskoud van kreeg. Na die slechte periode ben ik me meer en meer bewust geworden van het be staan van mijn zoon en de verantwoor delijkheid die ik tegenover hem en ande ren heb. En ik heb me nog nooit zo goed gevoeld als nu". Hoopvol Die laatste opmerking doet hoopvol uit kijken naar de concerten die Bowie dit weekeinde geeft. Hij is energieker dan ooit, bereid om tot het uiterste te gaan in zijn streven met zijn „Glass Spider Tour" zijn vorige „Serious Moonlight Tour" te overtreffen. De afgelopen twee weken heeft hij in sportpaleis Ahoy' ge middeld drie uitvoerige repetities per dag afgewerkt. Waarbij zo ongeveer zijn hele discografie de revue passeerde. De repetitietijd ging daarnaast voor een groot deel op aan het afstemmen van het licht, dat in het theater-spektakel dat van hem verwacht wordt een hoofdrol zal spelen. Ook brengt Bowie een heuse balletgroep op het podium. En nog steeds circuleren hardnekkige geruchten dat ook Mick Jagger onverwacht zal op draven. Het blijft echter gissen. Zo open als hij vroeger was over zijn pri véle ven („De grootste fout die ik ooit maakte was dat ik een journalist vertelde dat ik bisek sueel was. Ik was nog zo jong. ik was aan het experimenteren"), zo gesloten is hij momenteel over zijn optredens in De Kuip. Het is David Bowie in de rol van regisseur, als een spin in zijn web. de touwtjes strak in handen houdend. Het gaat hem beter af dan als acteur: zijn filmrollen missen de uitstraling die wel van het podium komt. Bowie laat zich kennen als een wat vlak acteur, met een nimmer falende neus voor de verkeerde rollen. Eigenlijk is er maar een rol die hem goed past: die van rock-and-roll-ster, de bespeler van een massa. In die hoedanig heid is hij nauwelijks te overtreffen. Waarbij voor het publiek in De Kuip een geruststellende gedachte mag zijn dat hij muzikaal misschien over zijn hoogtepunt heen is, maar als mens nu bezig is aan zijn gloriejaren. Het spant de verwachtingen hoger dan ooit. KOOS VAN WEES David Bowie als zichzelf zonder schmink en opsmuk. FOTO: EMI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 23