Racen is een soort verslaving Je moet bovenal jezelf blijven' m J3AKKENISTE SYLVIA COLIJN: I W WOUTER EIKENHOUT: Sport fiewióe Souoont ZATERDAG 30 MEI 1987 PAGINA 17 8« EGSTGEEST Ze is >n uitzondering in het ee cewereldje, maar geen Ej- ;nling. Sylvia Colijn JJjj ïemt regelmatig plaats d een zijspan, zo'n drie- kefielig racemonster, waar de de passagier zich in het •'elJveet moet werken om ^J)or zichzelf en de stuur- een veilige en liefst d fer snelle rondgang te D ewerkstelligen. Met Har- epj)ld Endeveld, die tijdens race verantwoordelijk voor het sturen en gas- ieven, is Sylvia vast van ,J*lan als bakkeniste flink aam te gaan maken in de •lie ederlandse zijspanwe- i dfeld. Succes werd inmid- els al geboekt. „Al in de 3V »rste race werden we ierde en vielen we in de oprijzen", vertelt Sylvia, Miiijzend op één van de r <tyee bekers die op het PeJlevisietoestel prijken. "2 la, en sindsdien is het i c en soort verslaving". pa: 1 is Sylvia een van de weini- vrouwen die zich vol elan de racewereld hebben ge- ke ort, uniek is ze niet. „Bij vier e£n de 22 zijspancombinaties isfe in Nederland racen zit er eu ;n meisje in de bak", laat de een jarige Oegstgeestse weten, rdgich direct daarop verbete va nd: „Nee, het zijn er 21, eec ant startnummer 13 wordt naa .et uitgegeven...". Ondanks Z1jn it er vier meisjes bij de zij- lS jAannen meedoen, blijken de iensen toch wel raar op te ooi ijken als blijkt dat er tijdens race een meisje schuilging jel( i het pak en de helm. „Men foetfndt het apart en kijkt toch boffel raar op als ik mijn helm all 'zet. Bij de eerste race van o et seizoen, toen we zevende ttet erden, kwam er ook gelijk w{ :n cameraman van de TROS gee mij af", meldt ze nog nage- gee ietend. Tijdens het gesprek 3 e ordt duidelijk dat Sylvia de naak van het racen duidelijk aag t pakken heeft. Er komen al- ree! urns °P tafel met foto's van jrijj e eerste race en ze laat, bege- tHè id door enthousiast commen- 'dajsar. de videobeelden zien van dai aar race-activiteiten. N vensgezel vond het meteen een goed idee, waarmee een nieuw, gemengd zijspanduo was geboren. Sinds augustus vorig jaar, toen het kersverse duo voor het eerst in een wedstrijd uit kwam, klimt Sylvia dan ook resoluut over de achterkant van het zijspan. „Het is echt teamwerk hoor. Als er geen bakkeniste is gaat het hele span op zijn kant. Zonder bak kenist krijg je 'm gewoon het parcours niet rond. In de bochten linksaf moet ik hele maal op het linkerwiel gaan zitten, anders gaat de bak om hoog. En gaan we rechtsaf, dan moet ik over het achter wiel hangen, anders zeilen we de bocht uit", deelt de bepaald niet bange dame uit Oegstgeest mee. Het haastig heen en weer klimmen op de rijdende mo torfiets vereist nogal wat rou tine. „Ach, je moet het ervaren als je in het bakje zit, elkaar tijdens het rijden vertrouwen en goed luisteren naar de an dere combinaties. De anderen willen je graag helpen, want de zijspanwereld is een echte Rechts: Bakkeniste Sylvia Colijn: „Met het blok heb ik Harrold voor het blok gezet" FOTO: WIM VAN NOORT familie. En verder moet je als bakkeniste gewoon niet bang zijn, resoluut van links naar rechts gaan en een beetje lenig zijn". Angst voor ongelukken heeft Sylvia helemaal hiet. Ze legt uit: „Ik weet dat Harrold veilig rijdt. Je moet ook niet koste wat koste eerste willen worden, want dan neem je te grote risico's. Racen is niet ge- vaarljk zolang je redelijk blijft denken". Moeilijk Voordat Sylvia en Harrold daadwerkelijk konden gaan racen moest er heel veel ge daan worden. De beginfase was dan ook het moeiljkst. „Leo Kuipers heeft ons in de begintijd echt goed geholpen, je kan wel zeggen dat hij ons aan het rijden heeft gebracht", vertelt de bakkeniste. „Het be gon al met het blok. Dat was krom en we hebben het in de oven moeten verwarmen om het recht te kunnen trekken. Daarna moest er natuurlijk een aanhanger komen om het zijspan in te kunnen vervoe ren en een auto om 'm te trek FOTO: JOHAN BLOM ken", vertelt Sylvia bij het vertonen van de videobeelden van de eerste race van haar le ven. „De aanhanger heeft Harrold zelf gebouwd en met de auto hebben we enorm ge luk gehad. Bij het garagebe drijf waar ik werk, stond een camper te koop, die we als trekauto gekocht hebben". Al met al blijkt uit de verha len van Sylvia dat ze het in de racerij weliswaar enorm naar haar zin heeft, maar dat deze snelle hobby wel een heleboel geld verslindt. Elk seizoen telt negen races die meetellen voor het klassement voor het Ne derlands kampioenschap, naast een viertal internationa le wedstrijden en ongeveer zes nationale wedstrijden. „We hebben er dan ook wel even goed over nagedacht voor we besloten een vol seizoen te gaan racen. Want per seizoen kost het ons toch gauw zeven acht duizend gulden. En dan mogen er echt geen gekke din gen gebeuren, zoals een vastlo per waardoor het hele blok kapot gaat". Veel geld dus voor een hobby, waarvoor het tweetal overigens niet kan te rugvallen op een van geld bul kende sponsor. Bij het bekij ken van de foto's en video beelden was dat overigens al opgevallen. De prachtige me tallic blauwe driewielsbolide wordt niet „ontsierd" door de namen van wereldbekende si garettenmerken, bandenfabri kanten of oliegiganten. „Nee, het is voor ons een hele echte hobby. We hebben maar twee kleine sponsors: een aanne mingsbedrijf en mijn werkge ver, die zorgt voor de olie voor een heel seizoen", vertelt de enthousiaste zijspan-acrobate. „Maar het is wel de bedoeling om in de loop van dit racesei zoen een aantal bedrijven te benaderen voor sponsoring. Het wachten is alleen op wat aansprekende resultaten. En we kunnen dan wel een beetje profiteren van het feit dat ik een van de weinige vrouwen ben die als bakkeniste mee doet". Steeds beter Resultaten mogen we, gezien de eerste races die Harrold en Sylvia tot nu toe volbrachten wel verwachten. „De eerste race reden we vorig jaar sep tember in Almere. Het was ei genlijk een test om te kijken hoe het samen zou gaan. We werden meteen vierde en kre gen een beker". Dit jaar zijn er pas twee races verreden voor het Nederlands kampioen schap. In de eerste werden Sylvia en Harrold al zevende, een prestatie die ze in de twee de race nog verbeterden. Eer gisteren namelijk was in Assen voor hen een zesde plek weg gelegd, waardoor het gemengd duo doorschoof naar de vierde plaats op de ranglijst Tevens verbeterden ze in de training en later in de wedstrijd nog maals hun ronderecord, het kon op Hemelvaartsdag dus niet beter. „Er komen nog ze ven races dit seizoen en ik denk dat we dit jaar ongeveer op de vijfde zesde plaats kunnen eindigen, want het gaat elke keer als we rijden wat beter". Toch spelen de prestaties voor haar en haar vriend niet de hoofdrol. „Het gaat ook om het gebeuren er omheen. Je bent voor een wedstrijd het hele weekeinde op pad en mijn va der en moeder gaan steeds mee. Mijn vader helpt sleute len en mijn moeder neemt al les op op de video. Het is ge woon zalig joh zo'n weekeinde. Je bent in die twee dagen niet alleen bezig met de race. Je praat ook met de tegenstan ders, wisselt ervaringen uit. Je helpt elkaar en drinkt met el kaar koffie. Het is net één fa milie. En dan natuurlijk de spanning van de wedstrijd hè. Zo vlak ervoor sta je stijf, want we rijden wel zo goed als we kunnen natuurlijk. Snap je nou dat het racen een soort verslaving is?". ERIK HUISMAN e^joeval n och is ze niet van jongs af Ün| m bezeten geweest van het naa aten. „Ik rolde eigenlijk een ini eetje toevallig de zijspanwe- ?rij| eld in. Met Harrold, die al ze- ïeid en jaar racet, was ik wel eens kijlbeegeweest en ik vond het ra ck ?n best een leuke sport", legt aan ylvia uit. „Maar ik dacht er ontyen helemaal niet aan om zelf el ij p of in een zijspan te kruipen, neeilou had Harrold zelf ooit een aire jspan gekocht, maar dat ding ion niet rijden. Er zat nameljk SEIeen mo orblok in, want daar- oor had hij nog geen geld. Gcfiuim een jaar geleden kon ik ridofo'n blok kopen van Leo Kui- >rs (Nederlands Kampioen 186 bij de zijspannen, E.H.). kwam toen op het idee om et blok te kopen en met Har old te gaan racen. Ik kocht et blok en heb toen Harrold oor het blok gezet met de nededeling dat ik graag mee- 'ilde in de bak". Sylvia's le Wouter Eikenhout met Bloemendaal aan de voet van de Europese titelstrijd: „Ik denk dat ik de juiste beslissing heb genomen". FOTO: ANDRE VAN HAASTEREN LEIDEN Welk lid van de Leidsche Mixed Hoc keyclub kent niet de naam Eikenhout? De broers Wouter (25) en Maurits (21) gaan op in het clubgebeuren. Hun in zet voor de club is groot, doordat zij nauw betrok ken zijn bij de opleiding van de jeugd. Zij zijn er altijd bij wanneer er iets te beleven valt op „de club". Momenteel is dat in het geval van Wouter voor de buitenstaander een opmerkelijke zaak. Na de laatste competitiewed strijd in 1986 van Leiden in de hoofdklasse kondigde Wouter zijn vertrek aan naar lands kampioen Bloemendaal. „Ik was daarvoor al een paar keer benaderd door ex-Leiden trai ner Roeland Oltmans, die door het wegvallen van Ronald Jan Heyn behoefte had aan een nieuwe spits. Aangezien hij mij door en door kende, denk ik dat hij destijds veel vertrou wen in mij had", vertelt Ei kenhout. „En nu nog", laat hij er direct op volgen. Bloemen daal heeft momenteel nog een mogelijkheid om landskampi oen te worden. „HGC moet daarvoor in de laatste wed strijd tegen Amsterdam wel minimaal gelijk spelen. Maar dat zie ik ze nog wel doen". Op 18 februari studeerde de Oegstgeestenaar af aan de Haagsche Academie voor Fy siotherapie. Inmiddels heeft hij nog geen vast werk gevon den binnen dit onder hockey ers vrij populaire beroep. „Het is een bekend en eentonig ver haal. De tragiek van het vak. Maar ik ben allerminst van plan om mij daarbij neer te leggen. Wel komt het mij mo menteel goed uit dat ik een waarneming heb voor slechts twintig uur per week", aldus Eikenhout. Geen wonder, want de Bloemendaalselectie traint per week ruim acht uur. De trainingsintensiteit is door trainer-coach Oltmans en looptrainer Koppelaar zover opgevoerd met het oog op de komende Europese kampioen schappen in Barcelona. Daar doet naast Bloemendaal ook Kampong, de titelhouder van vorig jaar, aan mee. „Dat vele en langdurige trainen is iets waar je jezelf op in moet stel len", laat „fysio" Wouter we ten. „Maar het went. Ik merk nu pas hoe belangrijk het is echt gericht te trainen. Als rechtsbuiten krijg ik ook oefe ningen die specifiek zijn voor een rechterspits, waardoor ik mijn medespelers vaak blinde lings kan vinden. Iets waaraan het in het verleden nog wel eens ontbrak". Doordat Bloemendaal al in fe bruari 1987 het landskampi oenschap in de zaal behaalde, bestaat nu nog de mogelijkheid dat binnen een jaar de drie be langrijkste titels worden be de drie titels voor ons een haalbare kaart. Ze moeten er dus maar een naam voor ver zinnen", merkt Eikenhout la coniek op. „Het elftal draait perfect. Een soort Ajax van het hockey, maar wilskracht zal een grote rol gaan spelen". In de aanloop naar het We reldkampioenschap in Londen viel Eikenhout uit de selectie van het Nederlands elftal. Wouter: „Dat was te voorzien, maar als ik nu goed blijf pres teren dan is een herverkiezing heel wel mogelijk. Zeker als Bloemendaal het goed blijft doen. Ik vind overigens wel, dat de kwaliteit van het Ne derlandse hockey opge schroefd zou kunnen worden door een play-off te houden van de vier hoogst geëindigde clubs. Dat maakt het voor het publiek ook een stuk aantrek- publiek o keiijker". 3d. „Vroeger wonnen we nog wel eens drie toernooitjes op rij, maar dat waren gezel- ligheidstoernooitjes. Van die drie titels kan je haast alleen maar dromen. Het is volgens mij nog nooit een hockeyclub gelukt om dat te bereiken. De- salnietemin is het behalen van Het gebeurt niet vaak dat een Leidse hockeyer de top haalt. „Ik kom dan ook oorspronke lijk uit Delft", meldt Eiken hout gekscherend. „Maar zon der gekheid, je moet bovenal jezelf blijven en boven die eeuwige stortvloed van kritiek staan. Die komt vaak van de mensen die geen verstand hebben van hockey. Met die mensen moet je vooral veel over andere dingen praten. Goede vrienden zijn ook van groot belang, vooral om je prestaties te relativeren. Zowel in positieve als in negatieve zin". Die beste vrienden vindt Eikenhout voornamelijk in zijn woonplaats en bij zijn oude hockeyclub, waar ze on herroepelijk beweren: „Die Ei kenhout? Blijft altijd de oude". HERMAN HARTEVELD Onder redactie van Gert-Jan Onviee Met bijdragen van Erik Huisman en Gert Veithuizen. Bondscoach De verzamelde Leidse Sport pers heeft het in de loop der zag jaren in het kader van de tra hu regl agW •enei e pa ont man ons tot een kleine bloemle zing); het zijn mannen die al len hun sporen op het voet balveld hebben verdiend. Wij van Hutspo(r)t en onze colle- ditionele ontmoeting op het ga's die zich in de regel voetbalveld al tegen heel wat slechts buiten het veld mani- roemruchte trainers opgeno- festeren zijn derhalve al men. heel wat gewend. Mannen als Gerard Désar, Desondanks stuiten de Leidse Leo Hol1, Laurens Mouter, sportjournalisten en hun gast- Mattie Kantebeen, Arie La- spelers komende vrijdag gejgendijk, Ruud de Groot en (19.15 uur) op het ASC-terrein deJ Rob Theuns (wij beperken aan de De Kempenaerstraat jldei hui r zijl been it von ver- iedi iak?n nede- "HOF op een geheel nieuw feno meen, Piet Buter genaamd. Zij die hun klassieken ken nen, weten dat er met gast- speler Buter op zich niets nieuws onder de zon is. De oud-trainer van Noord wijk speelde al drie keer mee en scoorde daarbij ook nog eens zes keer. Echter: Buter deed dat „gewoon" als oefenmees- ter van Noord wijk. Nu echter komt Buter naar Oegstgeest, met een ook door „Zeist" ge tekend contract op zak... En dat bedoelen Wij van Hut- spo(r)t nu. We hebben het vanaf mei 1976 in deze reeks tegen heel wat roemruchte trainers opgenomen. Maar nog nooit kruisten wij de degens met een heuse bondscoach... Waarvan acte. mmw w-mw Bondscoach... FOTO: WIM VAN NOORT Blijdschap De laatste maanden bekroop ons het gevoel dat het met het juichen in de sport niet goed ging. Wij van Hutso(r)t voel den ons recht onbehaaglijk. Natuurlijk, al het hele jaar sneeuwt de televisie ons elk weekeinde onder met honder den juichende hardlopers, voetballers en andere succes volle sportlieden. Steevast echter misten wij bij die veel al professioneel succesvollen in de sport de ware ontroe ring, de echte blijdschap. Maar dat gevoel zijn wij sinds Crescendo afgelopen week einde kampioen werd in 3D volledig kwijt. Wat een heer lijke beelden leverde het vei ligstellen van de titel op! Het laatste fluitsignaal was nog niet weggestorven of de kam pioenen stortten zich onver vaard in eikaars armen. Tol lend van vreugde over de be haalde hoogste stek daalden zij voor de voeten van het pu bliek neer in het frisgroene gras, gevolgd door een niets ontziende knuffelpartij, waar bij de geslaakte kreten ons vaag aan Indianenfilms deden denken. Wij van Hutspo(r)t kunnen weer heel wat surro- gaatgejuich van de profs op televisie hebben. En we hou den de foto bij de hand. Om te kunnen zien hoe het ook al weer echt moet... Bomen De districtskampioenschap pen atletiek werden het afge lopen weekeinde afgewerkt op de vernieuwde Dordtse kunststofaccommodatie. Daar móest onze medewerker, een veteraan die bijna alle atle tiekbanen van Nederland kent, natuurlijk naar toe. Welnu, de hernieuwde con frontatie met genoemde ac commodatie viel onze routi nier tegen. Zwaar tegen. De Blijdschap... reden: het feit dat men in Dordrecht onvervaard de hakbijl bleek te hebben ge hanteerd. Een zware tegenvaller, zoals reeds gememoreerd, juist om dat onze doorgezomerde me dewerker in het verleden me nig gezellig kwartier tussen de bomen die de Dordse atle- FOTO: ANDRE VAN HAASTEREN Bomen... tiekpiste omzoomden, ver poosde... Het gevoel van mishagen werd nog sterker toen de ve teraan de reden voor de ver dwijning van het geboomte achterhaalde. Want: ze ston den niet in de weg bij de aan leg en verbreding van de baan, ze waren niet ziek, nee, het lag zelfs niet aan de duis tere aktiviteiten die zich tus sen het groen zouden voltrek ken. Niets van dat al. De bomen verloren gewoon teveel blaad jes, die waaiden dan op het nieuwe kunststof en maakten FOTO: ANDRE VAN HAASTEREN de baan vies... Maar goed dat ze dat in Lei den nog niet weten. Immers: zonder het omringende Leid se Hout met al z'n bomen zou zo'n mooi, sfeervol plaatje met onze Leidse trots Yvonne van Dorp toch absoluut niet meer mogelijk zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 17