1
1
II
inal
Ie
Contact
lenzen
ZATERDAG 23 MEI 1987
BOEDAPEST - Hongarije heeft
(opnieuw) een standbeeld opgericht
voor Raoul Wallenberg, de Zweed
se diplomaat die in 1945 na de be
vrijding uit de Hongaarse hoofd
stad Boedapest verdween en vol
gens de Sovjet-Unie twee jaar later
in de Loebjanka-gevangenis in
Moskou is gestorven. Aan Wallen
berg danken tienduizenden Hon
gaarse joden hun leven. Dat hijzelf
zou zijn overleden stuit nog steeds
op een massaal ongeloof.
Het nieuwe standbeeld is een illustratie
voor de veranderende verhoudingen tus
sen de Sovjet-Unie en de Oostbloksta-
ten. Al in december 1945 werd in Boe
dapest een straat naar Wallenberg ge
noemd. In april 1949 zou er een stand
beeld voor hem worden onthuld, maar
dat verdween de avond tevoren. Na de
officiële Sovjetverklaring in 1957 over
de dood van Wallenberg, was zijn naam
in Hongarije taboe. Maar toen dit jaar,
op 8 april, in de gemeenteraad van Boe
dapest de motie werd aangenomen om
toch een standbeeld op te richten, stond
het er vrijwel onmiddellijk - er was
reeds lang in het geheim aan gewerkt.
De „glasnost", de nieuwe openheid in de
Sovjet-Unie, neeft er nog niet toe geleid
dat de vele raadsels rond het verdwijnen
van Raoul Wallenberg dichter bij een
oplossing zijn gekomen. Nog steeds ver
klaren ooggetuigen dat hij in leven is,
maar sinds 17 januari 1945 ontbreekt
elk persoonlijk levensteken.
Als Wallenberg nog leeft, zou hij nu 75
jaar zijn. In 1944 vertrok hij, 32 jaar
oud, naar Hongarije, nadat het Joods
Wereldcongres een dringend beroep had
gedaan op het neutrale Zweden om een
einde te maken aan de volkerenmoord
die op de joden werd gepleegd. De geal
lieerde regeringen waren toen al op de
hoogte van het feit dat er vernietigings
kampen bestonden, al zou de gruwelijke
omvang van het drama pas na de bevrij
ding zichtbaar worden.
Hongarije, met achthonderdduizend jo
den, was één van de landen waar het
voltooien van de Endlösung in al zijn
hevigheid doorging, ondanks de gekeer
de kansen voor de Duitsers. Adolf Eich-
mann, de meest efficiënte jodenvervol
ger uit het Derde Rijk, werd in zijn si
nistere werk bijgestaan door de Hon
gaarse fascistenorganisatie, het Pijlkruis.
Hij zou er in slagen 100.803 joden te
vermoorden.
Bij een herdenking twee weken geleden bij het onlangs opgerichte monument voor Wal
lenberg in Boedapest was een delegatie van het Joods Wereldcongres aanwezig.
Diplomatie
Wallenberg was zelf niet joods, maar lu
thers. Hij was afkomstig uit een bank
iersfamilie en werkte in 1936 bij een
bank in Haifa, Palestina, waarheen veel
joden uit Duitsland waren gevlucht. Uit
hun mond hoorde hij de eerste verhalen
over de pesterijen tegen de joden die la
ter zouden escaleren tot een doelbewuste
poging een compleet ras te elimineren.
Toen Zweden vrijwilligers vroeg voor de
missie naar Boedapest, bood Wallenberg
zich aan. Op de Zweedse ambassade in
de Hongaarse hoofdstad richtte hij de
„Humanitaire Sectie C" op, waarin hij
vrijwilligers, voornamelijk joden, aan
het werk zette. Hij kocht 32 apparte
menten in het stadsdeel Pest en hing er
demonstratief de Zweedse vlag uit:
voortaan was het neutraal gebied, verbo
den voor Duitsers en voor de Pijlkruis
organisatie. De vloeren werden volge-
legd met matrassen. Op een bepaald mo
ment bood hij zo huisvesting aan naar
schatting vijftienduizend mensen.
Joden die erin slaagden de ambassade te
bereiken, werden door hem voorzien
van Zweedse paspoorten - ze waren zo
Zweeds staatsburger geworden, inwoners
van een neutraal land, en op hen waren
de anti-joodse wetten dus niet langer
van toepassing.
Zonder overdrijving kan worden gesteld
dat Raoul Wallenberg op één enkele dag
meer dan zeventigduizend joden heeft
gered. Dat was op 10 januari 1945, toen
de Russen de buitenwijken van Boeda
pest al hadden bevrijd en de resterende
joden uit de hoofdstad waren samenge
dreven in een getto. De algemeen bevel
hebber van de SS-troepen, August
Schmidthuber, wenste zich in één klap
van de joden te verlossen, door een poli
tiemacht van honderd man het getto te
laten omsingelen en binnen moordcom
mando's hun gang te laten gaan. Wallen
berg liet hem meedelen dat hij er dan
persoonlijk zorg voor zou dragen hem
na de bevrijding te laten berechten door
een oorlogstribunaal. Schmidthuber zag
daarop van zijn plannen af.
Gevangen
Op 11 januari bliezen de Duitsers de
bruggen op tussen de stadsdelen Boeda
en Pest. Daardoor werd, op 13 januari,
alleen Pest bevrijd. In de heuvels van
Boeda groeven de Duitsers zich in. Ze
zouden de strijd daar nog een maand
voortzetten. Wallenberg stak vanuit
Boeda de Donau over om voedsel te ko
pen voor de duizenden joden die, nog
steeds, onder zijn verantwoordelijkheid
vielen. Hij had voldoende (Amerikaans)
geld bij zich, afkomstig uit het humani
taire fonds dat voor de slachtoffers van
de jodenvervolging was opgericht. Op 16
januari liet het Sovjet-ministerie van
buitenlandse zaken de Zweedse ambas
sade in Moskou officieel weten: „De
heer Wallenberg is in Boedapest gevon
den en onder bescherming van het Rus
sische leger gesteld".
De volgende dag kwam hij - eventjes -
terug bij zijn appartementen. Hij vertel
de zijn assistenten dat hij naar Debrecen
ging. tweehonderd kilometer oostelijk
van de hoofdstad. Hij zou daar de Rus
sische maarschalk Rodion Malinkovski
persoonlijk ontmoeten. Maar hij voegde
er aan toe: „Ik weet niet of ik daarheen
ga als hun gast, of als hun gevangene".
Sindsdien ontbreekt van Raoul Wallen
berg elk spoor.
Ongetwijfeld is Raoul Wallenberg door
de Sovjet-autoriteiten voor een spion
aangezien. De grote hoeveelheid geld die
hij bij zich had en zijn zorgen over jo
den wekten argwaan. Hij werd gevangen
genomen. Gedurende twaalf jaar waren
alle pogingen om informatie over Wal
lenberg te verkrijgen tevergeefs. Op 7
maart 1945 meldde Radio Kossuth, het
Sovjet-station voor bevrijd Boedapest,
dat Wallenberg op weg naar Debrecen
door de Gestapo was overvallen en ver
moord. In 1947 antwoordde het ministe
rie van buitenlandse zaken aan de
Zweedse ambassade: „Raoul Wallenberg
is niet in de Sovjet-Unie en is ons niet
bekend". Toen in Boedapest het eerste
standbeeld verdween, werden mensen
die probeerden uit te vinden waar het
gebleven was gewaarschuwd met een
„het is beter voor u dat u Raoul Wallen
berg niet kent".
Op 7 februari 1957 doorbrak de Sovjet-
Unie het stilzwijgen. Ongetwijfeld had
de destalinisatie, die in gang was gezet
met de toespraak die partijleider Nikita
Kroestsjov een jaar eerder op het partij
congres in Moskou had gehouden, te
maken met die „openheid". Wat Wal
lenberg was overkomen gebeurde im
mers tijdens het stalinisme. Dat kon de
huidige leiders niet meer worden aange
rekend. In een korte verklaring gaf de
Sovjet-Unie toe dat Wallenberg ten on
rechte in de gevangenis had gezeten. Dat
was de schuld geweest van Viktor Aba-
koemov, een vroegere minister van
staatsveiligheid en een van Stalins beu
len - onlangs was hij geëxecuteerd. Wal
lenberg was op 17 juli 1947, in cel 123
van de Loebjanka-gevangenis aan een
hartaanval overleden. De Unie van Soci
alistische Sovjet-Republieken sprak haar
leedwezen uit over deze gang van zaken.
De verklaring was ondertekend door mi
nister van buitenlandse zaken Andrei
Gromyko.
Ongeloof
Het verhaal was weinig overtuigend.
Niet alleen omdat de dood van Wallen
berg eerst tien jaar was verzwegen en
ook nu geen spoor van bewijs werd toe
gevoegd, maar ook omdat er intussen tal
van getuigen waren opgedoken die Wal
lenberg levend hadden ontmoet - na
1947.
Een van de eersten was de Italiaanse di
plomaat Claudio de Mohr, die tot 1951
in Russische gevangenissen zat, onder
meer in Loebjanka, in cel 152. Hij gaf
een perfect signalement van de bewoner
van cel 151, met wie hij had gecommu
niceerd door middel van klopsignalen.
Voor de Zweedse premier Tage Erlander
was dat in 1956 aanleiding de kwestie-
Wallenberg persoonlijk bij Kroestsjov
aan te kaarten. Maar de partijleider werd
kwaad en schreeuwde: „Ik wil die naam
niet meer horen! Ik weet niets over die
man en wil ook niets over hem weten!".
Overeenkomstige verklaringen kwamen
later van zes Duitse krijgsgevangenen,
de Britse spion Grenville Wynne en een
Poolse en een Russische jood. De laat
ste, Chaim Mosjinski, meldde in 1973
dat hij Wallenberg had ontmoet in een
berucht kamp op het eiland Wrangel in
de Oostsiberische Zee. waar de tempera
tuur soms zakt tot 55 graden onder nul
en nooit boven het vriespunt komt.
De laatste meldingen over Wallenberg
dateren uit 1985 en waren afkomstig van
een rooms-katholiek priester uit de Oek
raïne en een voormalig KGB-officier.
Nooit in de afgelopen 41 jaar heeft ook
maar één persoonlijk levensteken van
Wallenberg het Westen bereikt.
Standbeeld
In mei 1984 werd de naam Wallenberg
in Hongarije voor het eerst weer open
lijk genoemd. Rabbi Laszlo Salgo eerde
hem tijdens een ceremonie naar aanlei
ding van de veertigste verjaardag van de
eerste deportatie van Hongaarse joden
naar vernietigingskampen, als „de
Zweedse diplomaat die persoonlijk het
leven redde van veel Hongaarse joden".
Hij zweeg over de verdwijning. Die
kwam echter wel uitvoerig ter sprake
toen enkele dagen later een groep joodse
leiders uit Canada en de Verenigde Sta
ten door minister van binnenlandse za
ken Istvan Sarlos werd ontvangen. Zij
vroegen hem waarom Hongarije niets
deed om de Zweed te eren. De minister
wilde wel toestaan dat in de Wallenberg
straat - die was blijven bestaan - een
plaats werd ingericht om kaarsen te
branden, maar een standbeeld hield hij
voor uitgesloten.
In april dit jaar kwam de gemeenteraad
van Boedapest uiteindelijk met de motie
om dat standbeeld toch op te richten. Al
een week later meldde de New York Ti
mes dat het er al stond, aan de oever
van de Donau in het stadsdeel Boeda.
Het was uit Zweeds graniet opgetrokken,
bekostigd door de vroegere Amerikaanse
ambassadeur Nicholas Salgo, een jood
die Hongarije verliet voor de Duitse in
val, en gebeeldhouwd door Imre Varga.
Twee weken geleden werd Wallenberg er
openlijk eer bewezen door het Joods
Wereldcongres, dat in Boedapest verga
derde.
Het feit dat het standbeeld er nu staat il
lustreert de toegenomen speelruimte
voor de Hongaarse overheid in de bin
nenlandse politiek. Tegelijk is de steeds
gespannen verhouding met Zweden aan
zienlijk verbeterd en zijn er intensieve
contacten met Israèl, dat echter nog op
een nieuwe erkenning wacht nadat de
betrekkingen in 1967 werden verbroken.
Moskou is nog steeds niet teruggekomen
op de officiële overlijdensverklaring, on
danks al die getuigen die zeggen later
nog contact met Wallenberg te hebben
gehad. Laat staan dat Wallenberg, zo hij
nog in leven mocht zijn, in staat werd
gesteld naar huis terug te keren.
Onder de verklaring van zijn overlijden
staat de handtekening van de toenmalige
minister van buitenlandse zaken, Andrei
Gromyko, die hem in 1980 nog eens be
vestigde. Hij is intussen president. Mo
gelijk moet voor- de definitieve onthul
ling van de raadsels zijn dood worden
afgewacht. Want functionarissen in de
Sovjet-Unie maken geen fouten. Dat
doen alleen hun voorgangers.
ANDRÉ HORLINGS
Een jaar of vijf geleden, om precies
te zijn van 16 tot 18 oktober 1982,
organiseerde de contactlenzenfabri-
kant Bausch en Lomb een „Euro-
pèes Symposium over contactlen
zen". Het congresboekje ligt naast
me, en is voornamelijk gevuld met
levensbeschrijvingen van de dertien
deskundige dames en heren die het
congres toespraken, met daarbij
een pasfoto van de betreffende
dame of heer. Opmerkelijke foto's.
Van de dertien deskundigen dra
gen, anders dan je in dit gezelschap
zou verwachten, vijf een fikse bril.
Eigenlijk niet zo verwonderlijk, want be
halve de vele voordelen, hebben contact
lenzen ook hun nadelen. Het dragen er
van is tamelijk bewerkelijk, je moet er
aan wennen, niet zelden protesteren de
ogen met allerlei verschijnselen en dat
alles komt doordat contactlenzen in
principe „onfysiologisch" zijn, medisch
sjiek voor onnatuurlijk.
Eerst maar de voordelen. Wanneer we
met het licht mee het oog inreizen dan
komen we eerst het hoornvlies tegen, de
gebolde doorzichtige voorkant van het
oog. Vervolgens passeren we de pupil en
daarna de lens, die het licht haarscherp
op de gevoelige plaat van het oog, het
netvlies, werpt. Bijna de helft van de
Nederlanders krijgt dat laatste niet goed
voor elkaar omdat hun lenzensysteem
van hoornvlies en lens samen of te
zwak, of te sterk is. Dat wordt dus bril
len, maar brillen hebben ook hun nade
len. Omdat de lens van de bril tamelijk
ver van de ooglens staat, moet hij extra
sterk zijn om het oog te corrigeren. Hij
wordt dan al gauw erg zwaar en maakt
het gezichtsveld kleiner. Verder helpen
ze niet bij alle afwijkingen van het oog.
En het laatste, maar niet minste be
zwaar: veel mensen vinden een bril niet
staan, want „men do not make passes to
girls who wear glasses", ofwel „mannen
willen geen meisjes met brillen" en an
dersom natuurlijk. Aan al die brilbezwa-
ren komen contactlenzen voortreffelijk
tegemoet. Voor oogafwijkingen met
tongbrekende namen als anisometropie
of irregulair astigmatisme zijn contact
lenzen een uitkomst. Maar zo'n medi
sche reden is zeldzaam. Nogal eens
draagt men contactlenzen voor de han
digheid (sporters, dansers, acteurs, foto
grafen, chirurgen en koks) en meestal
voor de mooi.
Nu de bezwaren. Het hoornvlies, de
doorzichtige kant van het oog, is een
buitengewoon gevoelig en kwetsbaar
weefsel. Bloedvaten komen er niet in
voor, want dan zou het niet langer door
zichtig zijn. Het hoornvlies haalt zijn
zuurstof en voeding uit het almaar stro
mende traanvocht, dat tussendoor ook
voor de reiniging zorgt. Goed, laten we
nu eens op dat hoornvlies een ouderwet
se, zogeheten „harde" contactlens zetten.
Zo'n lens is tamelijk zwaar, zodat het
zwaardrijvend op de tranenstroom de
toevoer van voedsel en zuurstof belem
mert. Bovendien laten ze zelf geen zuur
stof door. Het uiterst gevoelige hoorn
vlies reageert op dit zuurstofgebrek door
een oedeem - een waterzuchtige zwel
ling - en niet zelden door een soms blij
vende vervorming van het hoornvlies.
Een kleine beschadiging van de lens
krast onherroepelijk het hoornvlies stuk.
Gevolg: pijn, krasjes op het hoornvlies,
en als het echt tegenzit de gevaarlijkste
complicatie: een hoornvlies verwoesten
de ontsteking. Deze „harde" contactlens
wordt nauwelijks meer gedragen. De
nieuwe contactlenzen zijn\ stukken lich
ter, laten zuurstof door en zijn vaak
zacht doordat ze zich (tot veertig pro
cent van hun gewicht) vullen met traan
vocht.
Een paar maanden geleden schreven de
oogartsen dr. B. Polak en prof. dr.
C. Kok van Alphen in het Nederlands
Tijdschrift voor Geneeskunde een ver
haal over de complicaties van het dragen
van contactlenzen. Een bloemlezing.
Reinigings- en opbergvloeistoffen kun
nen irritaties en allergische reacties van
het oog veroorzaken. Bij vooral zachte
lenzen kunnen bloedvaatjes in het
hoornvlies gaan groeien, waardoor het
gezichtsvermogen ernstig wordt aange
tast. Pijn, een betrouwbare waarschu
wing dat er iets mis is met het hoorn
vlies, wordt door de lenzen onderdrukt.
Dit is een belangrijk gegeven, want via
die beschadigingen kunnen ziektekiemen
gemakkelijk het hoornvlies binnenklim
men en soms onherstelbaar verwoesten.
„Met name zachte contactlenzen zijn in
dit opzicht berucht". Die lenzen slijten
namelijk snel en gaan niet langer dan
anderhalf jaar mee. „Vele patiënten zijn
geneigd om oude lenzen door te blijven
dragen uit gemakzucht of om financiële
redenen met alle risico's vandien". Die
risico's vallen wel mee, want bij de mil
joenen dragers van zachte contactlenzen
komen die infecties betrekkelijk weinig
voor, maar toch vindt het geleeroc twee
tal het noodzakelijk dat die dragers zich
elk half jaar laten controleren door oog
arts of contactlensspecialist.
Oogartsen hebben het niet zo op die
contactlensspecialist. De Gezondheids
raad rept in 1985 van een „niet optimale
contactuele situatie tussen oogarts en
contactlensspecialist", een wollige om
schrijving voor pure broodnijd. Diezelf
de Raad vindt wel dat de contactlens
specialist (een opticien die heeft doorge
leerd) zelfstandig contactlenzen mag
aanmeten en controles mag doen. Van
dit advies is tot op heden niets terecht
gekomen. Sterker nog, het beroep van
contactlensspecialist is nog steeds niet
beschermd, iedereen die wil kan zo een
zaakje beginnen. Contactlensspecialisten
zijn te herkennen aan een vignet met de
tekst Algemene Nederlandse Vereniging
voor Contactlensspecialisten. Daarmee
beschermen ze de ldant, en ook zichzelf,
tegen beunhazerij.
£eidóc@ou4a*it