BREINBAASJES uit werken voor meer Bouwen aan een toekomst in de bouw fieidóc Qowuvni' „Oh, maar ik heb daar een mannetje voor De bijna honderdduizend softwa- respecialisten komen nog maar net kijken, maar hebben intussen al een dominante positie op de ar beidsmarkt veroverd. De softwarebranche heeft sowieso een aantal typische kenmerken, waarvan de ongegeneerd hoge sala rissen anderen het meest kwellen. Voorts ligt de gemiddelde leeftijd bijzonder laag (arrivés zijn nog geen veertig) en werken de meesten zich compleet uit de naad. Sommi ge fanatici zouden zelfs nooit het einde van hun vakantie halen we gens onoverkomelijke computer- heimwee. Voor de vakbonden vormt de software- sector nog een witte plek op de kaart. De eerste generatie ..breinwerkers" lijkt nooit gehoord te hebben van klassete- genstellingen, kraakpanden, spandoeken en dergelijke. Waarom ook, zeggen ze. Het gaat toch goed? Macht Inderdaad, het gaat zeker goed. De toe name van het aantal softwaredeskundi- gen is dermate sterk achtergebleven bij de snelle ontwikkeling van de computer, dat de vraag naar computerdeskundigen het aanbod momenteel vier tot vijf maal overtreft. En dat biedt de breinbazen be halve financiële voordelen ook uitzicht op een riante machtspositie. De meeste bedrijfstakken leveren in deze tijd zware strijd om net iets sneller en beter dan de (buitenlandse) concur rentie het produktieproces te computeri seren. Die haast en het belang van de zaak maken de ondernemingen sterk af hankelijk van de computerdeskundigen. In feite zijn zij het die het tempo en de kwaliteit van het vernieuwingsproces naar believen naar hun hand kunnen zetten. Managers van willekeurige ondernemin gen en (niet lachen) ook de overheid moeten zowat op htin knieën om vol doende software-geleerden binnen de be- drijfspoorten te lokken. Een premievrij pensioen, volledige vergoeding voor stu diekosten, de beschikking over een nieu we snelle auto van de zaak en dergelijke, zijn voor computerdeskundigen heel ge wone arbeidsvoorwaarden. Al dergelijke inspanningen ten spijt, zijn sommige werkgevers gedwongen bij de achterdeur van de concurrent met bank biljetten te wapperen. Gist-brocades bij voorbeeld, heeft vijfduizend gulden be loning uitgeloofd voor degene die enkele computerdeskundigen aan het bedrijf weet te binden. Tot afgrijzen van het gewone werkvolk liggen de salarissen in de computerbran che momenteel gemiddeld tien tot vijf tien procent hoger dan in de industrie. Een leerling-programmeur begint be scheiden met twee- tot drieduizend gul den bruto per maand, maar komt al snel op de 80.000 gulden per jaar. Blijft hij gestaag bijstuderen en van bedrijf naar bedrijf springen, dan zal hij toch al gauw het jaarsalaris van een kleine ton beu ren. Kool Intussen groeien de meeste van de vele kleine en enkele grote softwarebedrijven nog steeds als kool. Het beeld wordt al jaar op jaar bepaald door hoge groeicij fers en snelle, almaar voortdurende tech nologische en commerciële ontwikkelin gen. Toch zal de koek eens op zijn. Insiders houden allang rekening met een algeme ne „shake-out" binnen enkele jaren. En kele hardlopers zullen dan door de mand vallen, collega-bedrijven met zwakke fundering met zich meesleurend. Bovendien verschijnen tegen die tijd - als olie op het vuur - de eerste vers opgeleide software-deskundigen afkom stig van inderhaast gestarte opleidingen zoals de Informatica-universiteit in Den Heeft u ook een mannetjeVoor de tuin, het schilderwerk of voor al het loodgietwerk? Hartstikke handig en goedkoop, zo 'n mannetje, maar er zit wel een tragi-komisch aspect aan: de bezitsaanduiding. ledereen heeft het over z'n eigen mannetje. „Ik heb daar een mannetje voor", is de neerbuigende standaardzin. In een Engelse tv-comedy viel onlangs de volgende dialoog te beluisteren tussen twee buurmannen: „Jouw vrouw had toch een mannetje voor het metselwerk?". „Nee hoor, dat is mijn mannetje". „Mij best, heb je dan z'n telefoonnummer voor me?" „Eh, nee, dat moet je aan m'n vrouw vragen". Als klein kind heb ik lange tijd gedacht dat er op de hele wereld maar één zo'n mannetje was. En dat mannetje kon alles. En deed al die klusjes alleen voor ons. Het verbaasde me toen ook vaak dat ook andere mensen een goed onderhouden tuin en een fris behangen huiskamer bezaten zonder dat ik ooit een officiële bedrijfswagen voor hun deur had zien staan. Maar zo'n mannetje zie je natuurlijk niet. Die glipt naar binnen, doet wat van handige mannetjes wordt verwacht en glipt weer naar buiten. Het blijkt overigens een misverstand dat alle mannetjes zwart worden betaald. Waartegen weer kan worden ingebracht dat een klusjesman die een officiële rekening presenteert inclusief btw er ogenblikkelijk minder als een echt mannetje gaat uitzien. Bij een heus mannetje hoort in elk geval dat je hem niet maanden van tevoren hoeft te reserveren. Z'n telefoonnummer krijg je van een tevreden kennis en zodra je dat nummer hebt gedraaid is een afspraak op korte termijn een feit. Het is daarna ook des mannetjes (vrouwtjes zijn er nog niet) dal hij komt klussen op de wat meer incourante uren. Dus 's avonds of in het weekeinde. Want op doordeweekse dagen heeft zo iemand vaak een vaste baan. Zo'n dubbelbaans mannetje werkt snel en efficiënt, omdat hij werken gewend is en tijd voor hem kostbaar is. De mannetjes die overdag komen klussen omdat ze in de ww dan wel in de wao lopen, beschikken over een zee van tijd met een daaraan aangepast tempo. Wij hadden thuis ooit een schilder met één arm. De goede man kwastte of zijn leven er van afhing, maar liep ons toch twee weken langer voor de voeten te morsen dan nodig was. Het spreekt vanzelf dat een dergelijk mannetje niet met een uurtarief op de proppen durft te komen. Nu moet ik stoppen met het inspreken van deze woorden, want over vijf minuten komt iemand de cassette-recorder afspelen en deze tekst uittikken. Mijn mannetje. Ik weet niet hoe hij heet. maar u kent hem vast wel.' Hij doet momenteel ook veel tuinen en is 's winters niet vies van wat behangwerk. Joop is zijn naam, geloof ik. Of was dat mijn monteur? HERMAN JANSEN Haag. Beseffen die studer »n wel dat ze momenteel worden klaargestoomd voor een alledaags beroep van computermon teur? Lachende derde wordt waarschijn lijk de vakbeweging die eindelijk een voet tussen de deur zal krijgen. De nu zo blitse branche zal dan wegzinken in or thodoxe arbeidsmarktverhoudingen en het gewone maandagochtendgevoel. Virus Voorlopig kunnen we nog genieten van - waar gebeurde - indianenverhalen uit informatica-land. Neem Fr&ns Bitter. In woner van Zoetermeer, nog maar 31 jaar, getrouwd, twee kinderen en direc teur/eigenaar van Press Support in Zoe termeer, een in '85 opgericht softwarebe drijf met middelgrote grafische bedrijven als doelgroep. Vroeger volgde Frans de vierjarige dag opleiding voor graficus aan de dagschool van de Staatsuitgeverij. Hij haalde zijn diploma's, maar zag toch eigenlijk wei nig in het beroep van drukken, binden en zetten. Hij versleet daarop de ene na de andere werkgever en kwam uiteinde lijk via een uitzendbureau op de auto matiseringsafdeling van Shell in Den Haag. Het computervirus kreeg hem te pakken. Avond na avond werkte hij thuis achter zijn pc, volgde verschillende computer cursussen en klom op tot operator, pro grammeur, systeem-analist, chef compu tercentrum. Als hoofd automatisering werkte hij verscheidene jaren bij Brou wer Offset (met filialen in Delft en Rijs wijk; met 300 werknemers één van de grote jongens in de grafische branche). Frans kon daar zijn hart ophalen als au tomatiseringsdeskundige waarbij zijn va kennis als drukker van grote waarde was. Toen eenmaal alles was geautoma tiseerd, had hij zichzelf overbodig ge maakt. Frans nam ontslag en sloot zich thuis op. Een jaar later kwam hij tevoor schijn - tevreden en voldaan over zijn basispakket automatisering voor grafi sche bedrijven, de vrucht van vele dagen en nachten programmeren. Met een collega-vriend van Brouwer richtte hij Press Support in Zoetermeer op. In het eerste jaar van de onderne ming 1985) werden twee pakketten ver kocht. In 1986 waren het er zes en in het eerste kwartaal van dit jaar al zeven. Daarmee is 1987 reeds volgeboekt. Frans Bitter: „Als er nu een vent komt die zegt: Ik wil volgende maand een pak ket en anders niet, dan zeg ik: Nou dan niet. Daar zit ik niet mee. Ik houd me momenteel bezig met volgend jaar". Prutsers Kortom, Frans maakte een bliksemcar rière en een flitsende start als zelfstandig ondernemer. Specialisatie, of liever ge zegd, maatwerk, is de sleutel tot zijn suc ces. „Jezelf uit de naad werken, dat is de prijs", voegt hij toe. Frans: „Automatiseringsfirma's kunnen alleen maar automatiseren. Ze hebben geen know-how per branche. Ze automa tiseren een bedrijf tegen kostprijs, verbe teren dat pakket en verkopen het vervol gens aan andere bedrijven binnen die branche. Hoe vaker het pakket verkocht wordt hoe beter. Tenslotte worden de hoge ontwikkelingskosten maar eenmaal uitgegeven. Daarna is het slechts een kwestie van verkopen, want kosten voor grondstoffen of materialen zijn er niet". Frans benadrukt dat een dergelijke han delwijze goed mogelijk is in een branche waarin de bedrijfjes onderling weinig af wijken, zoals tandartspraktijken. Grafi sche bedrijven kunnen daarentegen soms als dag en nacht van elkaar ver schillen. Bitter: „Voor een grafisch be drijf dat gebaksdozen bedrukt heb je een totaal ander automatiseringsprogramma nodig dan voor een bedrijf dat etiketten maakt. Bovendien ontwikkelen die be drijven zich voortdurend en daaraan moet de software worden aangepast". Nederland telt circa vijfendertig bedrij ven die zich bezighouden met het auto matiseren van drukkerijen. Daarvan doet Frans er dertig af als „prutsers". „Personen die prima met een computer kunnen omgaan, maar niets van het gra fische vak weten en derhalve geen maat werk kunnen leveren. Bij Press Support werken alleen computerdeskundigen met een grafische achtergrond en derhalve weten wat er speelt in een drukkerij. Vandaar dat we onze computer- en grafi sche kennis hebben kunnen bundelen in ons basispakket. Per bedrijf passen we dat aan voor de prijs van een standaard pakket. Dan is wel duidelijk dat voor ons pakket gekozen wordt". Prijs Press Support behaalt dit jaar een omzet van circa twee miljoen gulden. Een ge deelte daarvan komt op de bankrekening van Bitter. „M'n bankrekening? Ha, ha! Nou, oké, zeg maar tien procent van de totale om zet dit jaar. Ja leuk hè, maar als ik gewe ten had wat het betekent om zonder er varing een eigen bedrijf op poten te zet ten, had ik het nooit gedaan. Tegen woordig heb ik nu en dan een vrije avond in de week of een vrije dag in het weekeinde. Dat is wel anders geweest in de afgelopen jaren. Ik ben nu eenmaal iemand die zal bereiken wat-ie zich in z'n kop heeft gezet. Dus, als je wat wilt bereiken, moet je niet zeuren dat je je kinderen bijna nauwelijks ziet en werk weken maakt van tachtig, negentig uur. Doordeweeks elke dag van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, ook in het weekeinde, geen vakantie". HENK ENGELENBURG Frans Bitter: Als er nu een vent komt die zegt: Ik wil volgende maand een pakket en anders niet, dan zeg ikNou dan niet. Voor dit jaar zitten we vol". DEN HAAG - De lego- en blok kendoos heeft in menig pril jon gensleven een belangrijke rol ge speeld. Er zijn nog altijd handige, Invlogen knaapjes die met plastic steentjes of houten blokjes fraaie bouwwerken tot kniehoogte op trekken. Toch kiezen de meesten als ze groot zijn voor een carrière ver verwijderd van de bouwsteiger. Daarom is de Stichting Vakoplei ding Bouwbedrijf (SVB) begonnen met een grootscheepse landelijke wervingscampagne onder het mot to „Wie handig is, kiest een baan in de bouw". De SVB richt zich met onder meer met advertenties in kranten en tijdschriften, folders en ander voorlichtingsmateriaal op lts- en mavo-leerlingen. „De aanwas van jonge vaklieden voldoet niet meer aan de vraag. We hebben maar liefst vierhonderd leerplaatsen vacant", vertelt ing. G. R. Deelman, stafmedewerker op leidingen en onderwijs van het Alge meen Verbond Bouwbedrijf (AVBB) waarin tien werkgeversorganisaties in de bouw, weg- en waterbouw en het bagger bedrijf zijn verenigd. „Als we uitgaan van de noodzakelijke vervanging van mensen, die met de vut gaan of om een andere reden de bouw verlaten, hebben we volgens onze prognose tot en met 1990 jaarlijks 4500 timmerlieden en 1500 metselaars nodig. We kunnen er per jaar slechts 3500 opleiden. En die leerplaatsen krijgen we niet eens vol". Ing. Deelman is behalve stafmedewerker van de AVBB plaatsvervangend be stuurslid van de SVB, waarin werkge vers, werknemers en het onderwijs sa menwerken. De SVB verzorgt de leer- lingwezen-opleidingen in de bouw. De lagere technische school (lts), is voor velen de geijkte weg naar de bouwplaats, ofschoon er ook andere mogelijkheden zijn om binnen te komen. De bouwvak ker in spe krijgt op de lts een voorberei dende beroepsopleiding voor timmer man of metselaar. De school levert ech ter geen volleerde vaklieden af. Een lts'er, die zich na zijn opleiding bij een bouwbedrijf aanmeldt, moet nog heel wat leren voordat hij zich vakman mag noemen. Hij begint zijn carrière met een introductie-periode van drie maanden. Die introductie is bedoeld om vast te stellen of hij wel geschikt voor de bouw is. Een lts-diploma is hiervoor nog geen garantie. Bij twijfel wordt de proeftijd nog eens met drie maanden verlengd. Bij gebleken geschiktheid biedt de werkge ver de nieuweling een leer-arbeidsover- eenkomst aan voor een periode van twee jaar in het kader van het leerling wezen. Doorleren De praktijk leert hij op de werkvloer en de theorie, een dag per week, op de streekschool. Deze „primaire" opleiding wordt bekroond met een landelijk er kend diploma. De leerling-bouwvakker in de Haagse regio kan voor het theorie gedeelte terecht op de streekschool in Voorburg. De Haagse streekschool heeft geen bouwafdeling. De jongeman of vrouw (vrouwen kun nen ook bouwvakker worden, al is het animo gering) met ambities en voldoen de capaciteiten kan na de primaire leer periode een voortgezette opleiding vol gen, die eveneens twee jaar duurt. De bouwvakker die daarna nog hogerop wil kan doorleren voor assistent-uitvoerder of uitvoerder. Hij kan vervolgens ook nog naar de aannemersopleiding gaan, verzorgd door stichting Kader en Onder nemersopleiding Bouwbedrijf (KOB). Deze opleiding wordt ook gevoed door afgestudeerden van de mts. Een andere toegangspoort tot de bouw is de kmbo. Deze afkorting staat voor kort middelbaar beroepsonderwijs. Het gaat om zogeheten tweede-kansonderwijs. De opleiding bestaat eveneens uit een prak tisch (op de bouwplaats) en een theore tisch gedeelte (op de streekschool). De kmbo is onder meer bestemd voor jon geren, die bijvoorbeeld hun mavo of lts niet hebben afgemaakt. Het eindniveau komt ongeveer overeen met dat van de eerder genoemde primaire opleiding. De opleidingsduur is afhankelijk van de vooropleiding. Mavo-scholier Door de daling van het aantal geboortes die jaren geleden is ingezet, is ook de schoolbevolking van het voortgezet on derwijs teruggelopen. Deelman: „De lts, door velen beschouwd als rest-onder- wijs, heeft daar meer onder te lijden dan andere scholen. Ouders sturen hun kin deren als het maar enigszins kan nu een maal liever naar de mavo of havo. Er wordt nog altijd op de lts neergekeken. Ik kan me van de ene kant de opstelling van die ouders wel voorstellen. In een maatschappij waarin intellectueel ver mogen hoger wordt aangeslagen dan handvaardigheid, wenst immers ieder een dat zijn kind toch op z'n minst de universiteit haalt. Toch denk ik dat het lager beroepsonderwijs (waartoe de lts behoort) een heel goede onderwijsvorm is die ik persoonlijk hoger acht dan de mavo. Doordat de lts te weinig jongeren voor de bouw aflevert, zijn we gedwon gen ook naar andere opleidingen te kij ken. We richten ons daarom nu ook op de mavo. De mavo-scholier kan na zijn eindexamen bij ons terecht voor de leer- lingwezen-opleiding. Door de onbekend heid van deze mogelijkheid is het animo hiervoor echter nog gering. Daarom be naderen we nu ook de mavo-decanen in onze voorlichtingscampagne". Veel bouwelementen, zoals trappen en kozijnen worden tegenwoordig in de fa briek gemaakt. Toch moet, aldus Deel man, de bouw het nog altijd voor een belangrijk deel hebben van handvaardig heid en vakmanschap. „De aanvoer van geprefabriceerde elementen is maar be trekkelijk. Bovendien moeten die kant- en-klare trappen wèl worden gesteld. Dat vereist veel vakmanschap. En de kozij nen moeten goed worden aangesloten op de muren. Dat doe je ook niet zomaar. Verder werken we vandaag de dag met materialen die ontzettend goed op elkaar moeten worden afgestemd. Anders krijg je vochtplekken, rottingsverschijnselen en andere narigheden. We werken ook steeds meer met chemische middelen en veel elementen worden verlijmd. Daar moet je echt wel verstand van hebben. Het is alleen jammer dat er op de lts nog zo weinig aan die nieuwe technieken wordt gedaan". Specialisten De timmerman en de metselaar zijn in de regel in dienst van de hoofdaanne mer. De bouw kent verder een reeks van ondernemers met hun mensen, die ge specialiseerd zijn op een bepaald gebied, zoals tegelzetten, schilderen en loodgie- ten. Ook de opperman, die ervoor zorgt dat het bouwmateriaal op tijd op de juis te plaats bij de juiste persoon terecht komt. maakt deel uit van de bouw plaatsbevolking. Voor hem bestaat er nog geen specifieke opleiding. „Maar we zijn bezig met het ontwikkelen van een cursus", vertelt Deelman. Over cursus sen gesproken: De SVB verzorgt behalve de leerlingwezen-opleidingen voor tim merman en metselaar ook soortgelijke opleidingen voor betonstaalvlechter, voeger, betontimmerman. betonmodel- maker, tegelzetter, ovenbouwmetselaar en natuursteenbewerker, allemaal specia listen op hun vakgebied. De SVB is tele fonisch bereikbaar onder nummer: 070- 858500. Op de valreep zegt Deelman: „Omdat we nu meer gericht zijn op kleinschalige bouwprojecten en renovatie zijn we op zoek naar de multi-disciplinaire vak man, zoals een metselaar, die ook nog even de sleuven freest voor de elektri sche bedrading en en passant de leidin gen en de contactdozen aanlegt. Hier door kan het afstemmingsverlies (de ene vakman moet wachten op de ander) worden gedrukt. Maar dat heeft nog veel haken en ogen. We zijn er nog niet uit". GE ANSEMS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 33