errit Jan Zwier in IJsland: grote eenzaamheid Geen drang tot vernieuwing bij jongste generatie schrijvers Mager werk van Dolf de Vries üjJÓEKEN |)esk Top publishing ot activiteit insporende Jtoboeken voor beginner VV VV Een Warme Rug" in één avond CcidócGomcmt ZATERDAG 16 MEI 1987 PAGINA 17 14.01 eerste auteur uit de lange die door Gerrit Jan Zwier zijn nieuwe boekje worden TA^teerd. is J. J. Slauerhoff, 1M jn 1928 met het schip „Gel- "IJsland aandeed. Het kor- lot bezoek van Slauerhoff aan Ba sland zal hij later in een ge- memoreren; in zijn dag- is h j er echter heel kort - er: „Reykjavik, le dag niets; dag müde, geyser bereik ik 13.30 i" Bijna veertig jaar later is ■ON5 rrit Jan Zwier er, nadat hij ia» 1 edanc* a* tien jaar eerder oi 2 tocht. Van dit tweede be- 14.00 'i'i legt hij verslag af in een 18.40 ïoi boekje met de titel „Land 7f grote eenzaamheid", dat !-*■ die aardige reeks „Op schrijvers voeten" van uitge verij Veen is opgenomen. Behalve dat Zwier over het eiland gereisd heeft en op al lerlei plekjes ervan heeft gebi vakkeerd, heeft hij zich ook terdege verdiept in de litera tuur die over dat wonderlijke land te vinden is. IJsland blijkt door velen beschreven of vermeld te zijn, het sprak kennelijk zeer tot de verbeel ding. Door veel van wat hij ge lezen heeft weer te geven, na te vertellen of te citeren, geeft Zwier natuurlijk een heel rijk geschakeerd beeld. Prachtige stukken van zijn boek komen daaruit voort. Zoals de ver melding van brieven die een paar jaar geleden in het Nieuwsblad van het Noorden stonden. Twee studentes gaven daarin hun IJsland-ervarin gen, waaruit Zwier met ken nelijk plezier een deel noemt, dat gewiid is aan een „ontred- derende' voettocht. Citaten Natuurlijk is Zwier niet alleen geïnteresseerd in het woeste landschap van bergen, vlak ten, rivieren en geysers. De mensen hebben zijn bijzondere aandacht. Ook dat doet hij vaak citerenderwijs. Zo ont moet hij een Nederlandse vrouw, die zich met haar man op het eiland gevestigd heeft. Hij is Westlander en heeft in de omgeving van de hoofdstad bij hete bronnen kassen ge bouwd. „Daarin kweekte hij tomaten, komkommers; groen ten en snijbloemen. Het duur de nog even voor de IJslan- ders het menu van visstamp- pot en snert van gezouten lamsbout gingen afwisselen met pizza's en rauwkost, maar toen dat gebeurde kon het aantal kassen meteen worden uitgebreid". Die vrouw heeft een duidelijk beeld van het al coholgebruik van de IJslan- ders: „Een IJslander kan geen borrel drinken, die keert met een de hele fles om". En dan citeert ook zij weer een schrij ver: „Laxness, de schrijver, heeft eens geschreven, dat als hij in het buitenland op een receptie is en er is daar ie mand die dronken is en zich misdraagt, dan weet hij direct dat er nog een IJslander in het gezelschap is". Leegte Die techniek van citeren, ei gen commentaar, weergave van andermans bevinden, wordt door Zwier heel interes sant toegepast. Hij voert op ze ker moment een andere Ne derlandse IJsland-reiziger ten tonele, die het maar een saai land vindt. Die confrontatie geeft Zwier de mogelijkheid tot aardige observaties: „Wie een reisboek over IJsland wil schrijven, komt ogen en oren te kort. Maar de algemene toe rist raakt op IJsland slechts geconfronteerd met eigen leegte". Alles wat Zwier voor IJsland voelt, en dat is kennelijk heel veel, hangt samen met wat hij zijn „noordelijke gevoel' noemt: „Ik weet niet precies wat voor gevoel dat is. Het heeft te maken met een hang naar ruimte, naar eenzaam heid, naar zuiverheid mis schien. Het lijkt op nostalgie, die ook nooit bevredigd kan worden". Een romantisch ge voelen dus, zoals dat van Slauerhoff, dat ook hem steeds jachtig voortdreef. Tegelijk met „Land van grote eenzaamheid" verscheen in deze reeks een boekje over Ni caragua van Salman Rushdie, „Die glimlach van een jaguar". JAN VERSTAPPEN Gerrit Jan Zwier: „Land van grote eenzaamheid" - reisno tities over IJsland. Salman Rushdie: „De glim lach van een jaguar" - een reis naar Nicaragua Uitgaven in de serie „Op schrijvers voeten", uitgeve rij Veen. Prijs per deeltje ƒ22.90. Land van grote eenzaamheid Kemicliitcs oi'cr ifcfand k-n it Jan Zwier 13*1 ÏSIWYG (What You See Is 'OPO hat You Get). Zie hier de drukking die gebruikt ra rdt als men het over Desk 0. a Publishing heeft. Door ETfic i en Alleman aangeprezen het gaat om klein-offset- ikkers uit de markt te ve- (i en een van de grote at- 18.41 cues op de Grafivak, de 18.4$ ifische expositie in de RAI. 1#ht oój iéntatie op de markt van 13.4! 'P leert wel beter. Aller- 18.01 st is daar de afdrukkwali- van de laserprinter. Het >nd vermogen van de la- jfcrinter is 300 punten per lh wat voor de weergave het meeste sneldrukwerk voldoende is maar als 'j^faliteit een woordje mee I.0W spreken nog lang niet newlëd genoeg. Er wordt ge- P°%kt aan laserprinters met jjfjfihten per inch. Desk Top l^iüshing stimuleert het uit- i spnen van publicaties. Door de 19.*P zal de hoeveelheid ge- ■fMukte of geprinte publicaties ^Sgetwijfeld groeien en zal, ze- ™in absolute zin, de vraag •kleinoffset toenemen. .3. Ottenhoff heeft diep- ijjjjand onderzoek gedaan naar EtTmogelijkheden van Desk 8k A Publishing en komt eigen- li tot de slotsom dat er maar iele goede softwarepakket- op de markt zijn, t.w. Pa- fcaker of Ventura voor de W of IBM vriendelijke PC, iMacintosh voor het redelijk Lalbare en meer multi- ïktionele en de Documenter fur het super-professionele. de verkooppraatjes als DTP in een handomdraai leren zijn wijst Ottenhof in i boek resoluut van de bd. „Zoals Yehudi Menuhin Ier viool speelt dan het eer- paartje van de muziekschool, gaat dat eveneens op voor omgang met een designer, [ar overal in het land zijn er instituten die de opleidin- voor DTP ter hand ne- esk Top Publishing" is een tige handleiding voor al genen die er op kantoor te maken hebben of voor geïnteresseerd is in de ont- kkelingen. HAN NIEUWMANS l. Ottenhof: „Desk Top blishing". Prijs 37,50. opmars van de videocame- ten spijt, blijft het „ouder- tse" fototoestel toch voor en het uitdrukkingsmiddel uitstek. Zo de camera obs- ta niet in artistieke zin als 'oelsmedium wordt ge jukt, dan toch dient het sen- ieve derde oog als dé docu- sntalist van menselijke (va- ntie-)vreugd en verdriet. de gebruikers die de ho on ook wel eens recht op de 0 willen en zich aldoor af- igen waarom oma maar or de helft op de prent staat, rit de bekende auteur Emile ogel een tweetal uiterst in- uctieve boekjes geschreven. ..Iedereen kan fotograferen de reflexcamera" en „Ie reen kan 12 maanden per fotograferen" behandelt ogel ten overvloede de mo- ijkheden van de handzame Dexcamera. Wie een beetje ingevoerd in de fotobranche tt zich af te vragen waarom zo nodig weer dergelijke dqes moesten worden ver- ttdigd. De markt is immers ttvoerd. Nochtans is Voogel in geslaagd de voor velen zo m kende stof in een prettig «bare en tot activiteit aan- 0 irende stijl te presenteren. teer zelfs dat de min of er bedreven fotograaf de eitjes in een adem uitleest, was het alleen maar om de ®nis wat op te frissen. CHARLES BELS lile Voogel: „Iedereen kan bgraferen met de reflex- Iedereen kan 12 •anden per jaar fotografe- 1 Uitgeverij A.W. Bruna reeht/Aartaelaar. Prijs 0 'deelƒ22.90. In het televisie-programma „Van Dis en de AKO-literatuurprijs" morgenavond Nederland 2, 21.57 uur, een rechtstreeks verslag van de toekenning van deze, met 50.000 gulden ge doteerde, grootste literatuurprijs van ons land. Een jury bestaande uit voorzitter Hans van Mierlo, Kees Fens, Pierre Dubois, Hella Haasse en Paul de Wispelaere zal bekend maken wie van de zes genomineerde auteurs het forse geldbedrag mee naar huis mag ne men. Naast Jan Bernlef („Publiek geheim"), Inez van Dullemen („Het gevorkte beest"), Hermine de Graaf („Aanklacht tegen onbe kend"), Frans Kellendonk („Mystiek Li chaam") en J. Ritzerfeld („Zee van marmer") komt H.C ten Berge ervoor in aanmerking. Met laatstgenoemde, die gekozen is voor zijn roman Het geheim van een opgewekt hu meur" volgt hier een vraaggesprek. Dood en liefde zijn onlosma kelijk met elkaar verbonden. Schrijver H.C. ten Berge heeft het onderwerp tot thema van zijn laatst verschenen boek gemaakt. Hij gaf het de titel „Het Geheim van een opge wekt Humeur". Tijdens een gesprek naar aanleiding van „Het Geheim" verwijst hij naar pagina 200, waar de hoofdpersoon van de roman getuigt van een kosmisch le vensbesef tijdens een winters samenzijn op een joods kerk hof. Citaat: „Voor het graf van Rosa Lipschits nam ik Miri ams hoofd in mijn handen en keek haar aan. Haar ogen ke ken aandachtig terug. Over haar gezicht lag een transpa rante en ongrijpbare ver wachting. Ze geurde naar on eindigheid. Opeens ervoer ik wat Radstake (vriend van de hoofdpersoon - red.) bedoeld had, toen hij zei dat Helga op een avond, vier eeuwen gele den, onder de Mexicaanse sterrenhemel had gegeurd naar de oneindigheid. Er be staat maar één verlangen, zo begreep ik. En we dragen het onzichtbaar in ons mee. We ruiken het in anderen wan neer we ons door zintuigen in plaats van klokken en kalen ders laten leiden". Einde ci taat. Na deze scène gaan de twee gelieven in een erotisch opge laden stemming naar huis. In Het Geheim van een opge wekt Humeur spelen drie lo- katies een rol: het vervuilde en onbezielde Amsterdam, het zuidelijk deel van Mexico en de Nederlandse provincie, het gebied achter de IJssel (van uit de randstad gezien). Cen traal in dat laatste deel staat het plaatsje Zuidveen, waarin oosterlingen heel gemakke lijk, en niet alleen vanwege de woordspeling, Zutphen (de woonplaats van Ten Berge) herkennen. De drie lokaties zorgen ook voor een driedeling in de ge beurtenissen. „Het Geheim' is derhalve op meer manieren een drieluik. Ten Berge bouwt in zijn boe ken meerdere gedachtenlagen in. Zijn werken worden daar om wel eens als moeilijk toe gankelijk ervaren. Ten Berge: „Elk boek dat ik schrijf, mag worden gezien als een poging tot het vinden van een vorm die verder gaat dan de vorige. Daarbij is het evenwel ook mijn zorg dat m'n boeken voor de lezers toegankelijk blijven. Je moet jezelf letter kundig gezien niet dichtmet- selen, want dan word je niet meer gelezen. Overigens moet men omtrent de verspreiding van mijn boeken niet al te wilde fantasieën koesteren. Er zijn pakweg vijf tot acht schrijvers in de Benelux die goed verkopen en voor de overigen zijn de verkoopcij fers niet boeiend. Voor het schrijven van „Het Geheim" had ik bijna twee jaar nodig. Ik ben er alleen even tussen uit geweest om de novelle „Zelfportret met witte Muts" te schrijven. Ik moest even iets anders doen tussendoor". Over de kritieken op zijn boe ken zegt Ten Berge niet te mogen klagen. In het alge meen worden zijn werken gunstig besproken, zij het dat hij bij enkele kranten kenne lijk uit de gratie ligt, want daar worden zijn boeken stel selmatig - vermoedt hij - ge negeerd. Ten Berge: „Ik weet zelf heus wel welke plaats ik in de literatuur inneem. En dan heb ik het niet over com mercie en verkoopcijfer^ want op dat terrein sta ik on deraan de lijst". Geen vernieuwing Zo wordt hij bijvoorbeeld nauwelijks besproken in de NRC, een krant die toch bij zonder veel aan kunst, cul tuur en literatuur doet. Zelf staat Ten Berge uiteraard ook kritisch ten opzichte van het werk van zijn collega's. Hij zegt bij de jongste generatie schrijvers en dichters nauwe lijks drang tot verandering te kunnen bespeuren. „Er is geen nieuwsgierigheid meer naar de ontwikkeling van nieuwe vormen, maar eerder een terugkeer naar vormen van de negentiende eeuw. Een regressie die bovendien ondersteund schijnt te moeten worden door een smalende houding ten opzichte van wie wel willen vernieuwen". Schrijvers die risico's nemen zijn op dit moment nagenoeg allemaal boven de veertig jaar oud. Daartoe behoort hij ook zelf. Ten Berge: „Er zijn pio niers en meesters. En natuur lijk ook knoeipotten, maar die zijn hier oninteressant. De pioniers nemen risico's, ze ex perimenteren zoals in het tijd schrift Raster gebeurt. Wat ze eerder hebben gedaan kennen ze al. Dat willen ze niet nog eens proberen. De herhaling is voor hen onaantrekkelijk. Experimenteren in kunst en literatuur is belangrijk voor jezelf en voor je collega's. Boeken van vernieuwers zijn in het algemeen niet de meest gemakkelijke werken. Ze cir culeren in een circuit van kenners en liefhebbers. De meesters pakken de resulta ten van de experimenten op en maken vervolgens nieuwe vormen en ideeën toeganke lijk voor een groter publiek. Dat is althans een van hun funkties". Op het ogenblik is volgens Ten Berge het kamp van de vernieuwers leeggelo pen. Verandering is nodig volgens hem, want het is naar zijn smaak belangrijk om mensen van nu, die leven in een visuele cultuur, tot lezen te brengen of ze aan het lezen te houden. Kunstacademie Behalve schrijver is Ten Ber ge ook docent literatuur aan de kunstacademie in Arnhem. Wat doet een literator op een kunstacademie? Ten Berge: „De kunstacade mie in Arnhem was in 1970 de enige die literatuur, film en muziek in het lessenpak ket invoerde. Film is er later uitgehaald, maar literatuur en muziek zijn gebleven. We houden ons o.m. bezig met het beoefenen van de kunst van het scenario-schrijven. In ver schillende disciplines houdt men zich bezig met video. En wanneer je daarmee aan de gang gaat, ontkom je niet aan het schrijven van scenario's. Een onderschatte vaardigheid overigens". Ten Berge bracht het scena rio-schrijven in praktijk ten behoeve van twee films: Koc- kyn, een Kermiskroniek (re gie Rein Bloem, 1966) en Een Dichter in Texas (realisatie Jef Cornelis - BRT). Ten Berge is zich ervan be wust dat wat hij te vertellen heeft, slechts een klein pu bliek bereikt. Maar tevens acht hij de wereld van het boek niet het geëigende medi um om het volk in de schijn werpers van een bepaalde vi sie te zetten. Zijn poëziebun del „De witte Sjamaan" is bij voorbeeld een pleidooi voor een natuurlijker bestaan. Ten Berge: „In „De witte Sja maan" heb ik me letterlijk met de verloedering en de vervuiling van het bestaan bezig gehouden. Je wilt in je werk toch op de een of ande re manier kwijt dat je op een bepaalde manier wilt leven". Hij heeft niet de geitenwollen sokken-illusie dat we ooit nog terug naar de natuur kunnen. Zelf heeft hij in de jaren ze ventig enige tijd in de arcti sche gebieden gewoond. Daar was hij teruggeworpen op het meest elementaire in het menselijk bestaan"en hij heeft er veel over geschreven. Hij heeft er een verlangen naar een bestaan in natuurlijker verhoudingen aan overgehou den. Maar hij voelt zich ten prooi aan gedempte wanhoop door het besef dat een auteur voor kleine parochie preekt. Ten Berge: „Wanneer je als schrijver een soortgelijke po sitie als Tolstoi destijds in Rusland zou hebben, is het mogelijk je visie via je boeken uit te dragen. In onze heden daagse maatschappij zijn an dere media dan net boek, de aangewezen middelen om de publieke mening te beïnvloe den". Reizen H.C. ten Berge is geen antro poloog, maar hij heeft wel veel over antropologie gepu bliceerd. Hij bereisde daartoe de arctische gebieden en Mid- den-Amerika. Zijn ervaringen legde hij o.m. neer in de boe ken „Siberische Vertellin gen",,, De Dood is de Jager" (Indiaanse mythen van Noord-west-Amerika), „De Raaf in de Walvis" (mythen en fabels van de Eskimo) en „Poezie van de Azteken", om maar enkele werken te noe men. De mythen en fabels voor zijn trilogie op dat gebied verza melde hij ter plekke, maar ook in zijn eigen romans maakt hij fabelachtig gebruik van mythologische ingrediën ten. Uit veel van zijn werken spreekt telkens weer verlan gen naar, en bewondering voor culturen waaraan heden ten dage alleen nog herinne ringen bestaan. Er zijn nog steeds redenen om gebruik te maken van mythen. Ten Berge: „In de mythologie worden alle taboes geschon den die in het dagelijks leven niet geschonden mogen wor den. De fantasie fungeert daarin als bliksemafleider. In mythen mogen dingen gebeu ren die in werkelijkheid niet mogen gebeuren". Dagboeken en filmscenario's hebben ook zo'n soort funktie. Ten Berge is zelf geen dag boekschrijver, maar hij leest dagboeken (echte of gefin geerde van anderen) met groot plezier. Ten Berge: „Geen dagboeken die niet veel méér zijn dan verslagen van dagelijkse beslommerin gen en ontmoetingen, maar dagboeken waarin het per soonlijke lot van mensen is verweven met het algemene lot en dan bij voorkeur ge schreven in een superieure stijl. Dagboeken van mensen zoals Max Frisch die over het bestaan schrijven zonder dat ze daar feitelijkheden uit het eigen leven voor hoeven op te sommen". Zijn romanfiguren laat hij dagboeken bijhouden. In de romans citeert hij alleen dan uit die dagboeken, wanneer zo'n dagboekfragment van be lang voor het boek is, wat hem dan weer de gelegenheid geeft in die gefingeerde dag boeken bepaalde ideeën en gedachten te ontwikkelen. In „Het Geheim" heeft Ten Berge filmscenario's verwerkt die het taboe van incest tot onderwerp hebben. Hij is zo als gezegd sowieso geïnteres seerd in de spanningen en verhoudingen tussen mannen en vrouwen. Hij w$dde een boekje aan aan de verslinden de (bedreigende) vrouw. Het kreeg de titel „De Mannen schrik". De bedreigende vrouw is volgens Ten Berge een verwaarloosd aspect in de discussie over sexuele verhou dingen vanuit feministisch oogpunt. In hoeverre zit Ten Berge zelf in zijn roman „Het Geheim"? „Mensen vragen je als schrij ver altijd of je werk autobio grafisch is. Of de hoofdper soon dezelfde als dé schrijver is. Dat is bij mij slechts in ge ringe mate het geval. Het schrijven van een boek ver schaft me de mogelijkheid om anderen een bepaalde proble matiek voor te zetten - liefst op een spannende wijze - zon der dat ik mezelf met huid en haar aan de lezer overlever. Als in „Het Geheim" de hoofdpersoon Moortgat over een filmscenario vertelt, ver schaft mij dat de mogelijkheid om in dat scenario taboes of vermeende taboes ter sprake te brengen. Je zet het pro bleem (het taboe), los van je zelf, neer in een gefingeerde entourage". Die entourage be staat bij Ten Berge vaak uit beeldend beschreven land schappen, waarboven het ver loop der seizoenen een sfeer bepalende rol meespeelt. „Ik ben persoonlijk geïnteres seerd in de verhoudingen (spanningen) tussen de ge slachten. Maar het hoofdthe ma van het boek (incest) is niet mijn probleem, als je dat soms bedoelt. Er zijn uiter aard zaken die een mens niet kan begrijpen, als hij ze niet zelf ervaren heeft. Maar in een roman is sprake van een bepaalde verhouding tussen verbeelding en werkelijkheid, gebaseerd op een hoop ver borgen ervaring en waarne ming. Maar dan wel omge bouwd. Geen tweedehands kennis dus". Inspiratie Inspiratie vindt Ten Berge een onbruikbaar woord: „De inval, de eerste impuls is maar een moment. Daarna moet de uitwerking volgen en die kost veel meer tijd". Hij brengt een uitspraak van hardloper Wim Slijkhuis in herinnering: „ie leert lopen door te lopenTen Berge: „En zo is het ook met schrij ven: je leert schrijven door te schrijven. Er zijn schrijvers die zich beklagen over de on toereikendheid van de taal om gevoelens en gedachten over te brengen. Ik denk dat die hun vak niet verstaan. We zullen het er toch mee moeten doen. Als je ie meester van de materie (taal) waant, weet je dat je je meesterschap telkens weer opnieuw zult moeten be wijzen. In het begin is er een gevoel van onmacht. Door hard te werken moet je iezelf telkens weer over die drem pel van de onmacht heen hel- Een. En als het karwei ge- laard is, weet je heel goed of iets gelukt is of niet. Ik stel mezelf als eis dat een boek pas naar de uitgever gaat als ik er zelf van overtuigd ben dat het inderdaad is gelukt". GE TOL Vonne van der Meer „Een Warme Rug" van Vonne van der Meer is het verhaal van een jonge vrouw die terugkijkt op een schokkende liefdeserva ring uit haar jeugd. Dat gebeurt op een moment als haar zuster, Marita, naar het ouderlijk huis komt om over haar voorgenomen scheiding te praten en haar vader door een beroerte getroffen niet meer kan spreken. De hoofdpersoon Catherine, bijgenaamd Prikkebeen, Meisje-op-de-zwavelstokjes, Kluut of Sëkerhets Tëndstickor. wordt verliefd op de man die haar na een rol- schaatsongeluk naar huis brengt. Maar als deze Gilles meer be langstelling voor haar moeder dan voor het meisje toont, begin nen de verwikkelingen. De alwetende vertelster zet het verhaal nu eens neer vanuit de moeder en dan weer vanuit Prikkebeen gezien, maar nergens verschuiven de perspectieven zo dat er van de lezer wat meer dan ontspannen lezen wordt verwacht. Het is zoals op de laatste bladzijden van het boek wordt beschreven als het gezin naar oude familiefilms kijkt. „Als ik iets herkende was het toch weer anders dan in mijn herinnering, want gefilmd vanuit hun stand punt". Welke invloed de 'eerste liefde' op het leven van Prikke been heeft gehad komen we niet te weten. De personen komen aardig uit de verf: Prikkebeen, een jonge vrouw die nog niet weet hoe ze met de „grote liefde" moet om gaan, de moeder, een eenzame vrouw en dochter Marita die een verbond met de moeder heeft gesloten. De titel van het boek verwijst naar de Catherine's herinnering van de warmte die dc blote rug van de moeder die heeft gezonnebaad uitstraalde „Het was alsof de wereld een halve slag draaide. Alsof het heelal waarnaar ik duizelig van onbegrip had opgezien, zich plotseling onder me bevond. Ik had neergekeken op die sterrenhemel van sproeten en gedacht: mijn moeder. Hoe ik ook oordeel, hier zal ieder verwijt uiteindelijk verdwaald raken. Zij is een warme rug die mij passeert." Bij die herinnering verzint Catherine dat Gil les bij een ongeluk als fotograaf voor een Frans persbureau in Vietnam wel is getroffen, maar niet is gedood. Zo nam ze kenne lijk een beetje wraak uit jaloezie na al die jaren. Schaamte is het centrale thema, net als in Van der Meers eerste boek, „Het limonadegevoel en andere verhalen" (1985), waar voor ze de Geertjan Lubberhuizenprijs voor debutanten heeft gekregen. De schriifster noemt het gêne als ze Prikkebeen laat voorstellen wat Gilles haar moeder zou toefluisteren als ze al leen waren. „Alsof de gêne, het woord dat ik toen nog niet ken de, alsof de gêne die ik toen liggend op de vloer, voelde, nu met terugwerkende kracht groter werd. Een woord, immens als de letters die reclamevliegtuigjes soms in de lucht schrijven- een woord dat alle andere woorden wegdrukte voor ze in mijn hoofd opkwamen". Een traditioneel thema is het ook. De rollen zijn niet verrassend. Een vader die altijd druk is met zijn werk en zich in de steek gelaten voelt door het gezin, dat niet voldoende aandacht voor hem heeft. De vrouwen zijn met de liefde bezig, niet met Werk. studie of maatschappelijke vraagstukken. De dialogen tussen de vrouwen zijn helder en eenvoudig. Maar wat ik op deze welis waar 'lekker lezende literatuur' tegen heb, is dat je er niets van 'meeneemt'. Je slaat het boek niet dicht met het gevoel dat je er nog eens over na wilt denken, dat je iets hebt aan de vragen die hoofdpersonen bij 'het leven' zetten. Niets geen vragen, simpel een verhaal waarin hier en daar sfeertjes heel goed zijn weerge geven. Er wordt niets aan de orde gesteld. Het is vanwege die prettige schrijfstijl dat je het boek zo uitleest. Je krijgt er gewoon voor een avondje een warme rug van. En dat kan soms wel ge noeg zijn. MARSCHA VAN NOESEL Vonne van der Meer „Een warme Rug"., Uitgeverij De Be zige Bij. Prijs 24,50. De muze van de toneelkunst heeft Dolf de Vries goed be deeld, de muze van de schrijf kunst vond dat kennelijk ge noeg en deed het op haar beurt aanmerkelijk zuiniger. Acteur, wereldreiziger en au teur De Vries mist in zijn laat ste (en nieuwste) rol namelijk nét datgene wat de literator onderscheidt van de stukjes- schrijver. Noem het originali teit Zowel wat de keuze van zijn onderwerpen als zijn taalge bruik betreft beweegt Hage naar De Vries zich over meer dan platgetreden paden. Dat hoeft overigens geen bezwaar te ziin voor wie graag aardige, alledaagse vertellingen leest. Dat, en niets anders, moet de lezer verwachten die De Vries' nieuwste bundel met korte verhalen ter hand neemt „Ge sloten Gordijnen", behandelt alle thema's die je in elf tekst fragmenten maar mee kunt pakken: jeugdherinneringen, ik-vorm, ouderdom en ontta keling, hij-vorm, liefde, oude re heer-jong meisje, artiesten milieu, derde wereld. IJver kan men De Vries derhalve niet ontzeggen. Maar altijd blijft hii aan de oppervlakte En omdat hij allerminst een begenadigd stilist is, weet hi; dat aperte gebrek aan inhoud maar zelden te compenseren door boeiende staaltjes van taalvaardigheid. Aardige ver telsels, maar beslist niet meer Dolf de Vries: „Gesloten Gordijnen". Uitgegeven bij Van Holkema Warendorf. Prijs ƒ19,90

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 17