errit Jan Zwier in IJsland: grote eenzaamheid
Geen drang tot vernieuwing
bij jongste generatie schrijvers
Mager werk van
Dolf de Vries
üjJÓEKEN
|)esk Top
publishing
ot activiteit
insporende
Jtoboeken voor
beginner
VV
VV
Een
Warme
Rug" in
één avond
CcidócGomcmt
ZATERDAG 16 MEI 1987 PAGINA 17
14.01
eerste auteur uit de lange
die door Gerrit Jan Zwier
zijn nieuwe boekje worden
TA^teerd. is J. J. Slauerhoff,
1M jn 1928 met het schip „Gel-
"IJsland aandeed. Het kor-
lot bezoek van Slauerhoff aan
Ba sland zal hij later in een ge-
memoreren; in zijn dag-
is h j er echter heel kort
- er: „Reykjavik, le dag niets;
dag müde, geyser bereik ik
13.30 i" Bijna veertig jaar later is
■ON5 rrit Jan Zwier er, nadat hij
ia» 1 edanc* a* tien jaar eerder
oi 2 tocht. Van dit tweede be-
14.00 'i'i legt hij verslag af in een
18.40 ïoi boekje met de titel „Land
7f grote eenzaamheid", dat
!-*■ die aardige reeks „Op
schrijvers voeten" van uitge
verij Veen is opgenomen.
Behalve dat Zwier over het
eiland gereisd heeft en op al
lerlei plekjes ervan heeft gebi
vakkeerd, heeft hij zich ook
terdege verdiept in de litera
tuur die over dat wonderlijke
land te vinden is. IJsland
blijkt door velen beschreven
of vermeld te zijn, het sprak
kennelijk zeer tot de verbeel
ding. Door veel van wat hij ge
lezen heeft weer te geven, na
te vertellen of te citeren, geeft
Zwier natuurlijk een heel rijk
geschakeerd beeld. Prachtige
stukken van zijn boek komen
daaruit voort. Zoals de ver
melding van brieven die een
paar jaar geleden in het
Nieuwsblad van het Noorden
stonden. Twee studentes gaven
daarin hun IJsland-ervarin
gen, waaruit Zwier met ken
nelijk plezier een deel noemt,
dat gewiid is aan een „ontred-
derende' voettocht.
Citaten
Natuurlijk is Zwier niet alleen
geïnteresseerd in het woeste
landschap van bergen, vlak
ten, rivieren en geysers. De
mensen hebben zijn bijzondere
aandacht. Ook dat doet hij
vaak citerenderwijs. Zo ont
moet hij een Nederlandse
vrouw, die zich met haar man
op het eiland gevestigd heeft.
Hij is Westlander en heeft in
de omgeving van de hoofdstad
bij hete bronnen kassen ge
bouwd. „Daarin kweekte hij
tomaten, komkommers; groen
ten en snijbloemen. Het duur
de nog even voor de IJslan-
ders het menu van visstamp-
pot en snert van gezouten
lamsbout gingen afwisselen
met pizza's en rauwkost, maar
toen dat gebeurde kon het
aantal kassen meteen worden
uitgebreid". Die vrouw heeft
een duidelijk beeld van het al
coholgebruik van de IJslan-
ders: „Een IJslander kan geen
borrel drinken, die keert met
een de hele fles om". En dan
citeert ook zij weer een schrij
ver: „Laxness, de schrijver,
heeft eens geschreven, dat als
hij in het buitenland op een
receptie is en er is daar ie
mand die dronken is en zich
misdraagt, dan weet hij direct
dat er nog een IJslander in het
gezelschap is".
Leegte
Die techniek van citeren, ei
gen commentaar, weergave
van andermans bevinden,
wordt door Zwier heel interes
sant toegepast. Hij voert op ze
ker moment een andere Ne
derlandse IJsland-reiziger ten
tonele, die het maar een saai
land vindt. Die confrontatie
geeft Zwier de mogelijkheid
tot aardige observaties: „Wie
een reisboek over IJsland wil
schrijven, komt ogen en oren
te kort. Maar de algemene toe
rist raakt op IJsland slechts
geconfronteerd met eigen
leegte".
Alles wat Zwier voor IJsland
voelt, en dat is kennelijk heel
veel, hangt samen met wat hij
zijn „noordelijke gevoel'
noemt: „Ik weet niet precies
wat voor gevoel dat is. Het
heeft te maken met een hang
naar ruimte, naar eenzaam
heid, naar zuiverheid mis
schien. Het lijkt op nostalgie,
die ook nooit bevredigd kan
worden". Een romantisch ge
voelen dus, zoals dat van
Slauerhoff, dat ook hem steeds
jachtig voortdreef.
Tegelijk met „Land van grote
eenzaamheid" verscheen in
deze reeks een boekje over Ni
caragua van Salman Rushdie,
„Die glimlach van een jaguar".
JAN VERSTAPPEN
Gerrit Jan Zwier: „Land van
grote eenzaamheid" - reisno
tities over IJsland.
Salman Rushdie: „De glim
lach van een jaguar" - een
reis naar Nicaragua
Uitgaven in de serie „Op
schrijvers voeten", uitgeve
rij Veen. Prijs per deeltje
ƒ22.90.
Land van grote
eenzaamheid
Kemicliitcs oi'cr ifcfand
k-n it Jan Zwier
13*1 ÏSIWYG (What You See Is
'OPO hat You Get). Zie hier de
drukking die gebruikt
ra rdt als men het over Desk
0. a Publishing heeft. Door
ETfic i en Alleman aangeprezen
het gaat om klein-offset-
ikkers uit de markt te ve-
(i en een van de grote at-
18.41 cues op de Grafivak, de
18.4$ ifische expositie in de RAI.
1#ht
oój iéntatie op de markt van
13.4! 'P leert wel beter. Aller-
18.01 st is daar de afdrukkwali-
van de laserprinter. Het
>nd vermogen van de la-
jfcrinter is 300 punten per
lh wat voor de weergave
het meeste sneldrukwerk
voldoende is maar als
'j^faliteit een woordje mee
I.0W spreken nog lang niet
newlëd genoeg. Er wordt ge-
P°%kt aan laserprinters met
jjfjfihten per inch. Desk Top
l^iüshing stimuleert het uit-
i spnen van publicaties. Door de
19.*P zal de hoeveelheid ge-
■fMukte of geprinte publicaties
^Sgetwijfeld groeien en zal, ze-
™in absolute zin, de vraag
•kleinoffset toenemen.
.3. Ottenhoff heeft diep-
ijjjjand onderzoek gedaan naar
EtTmogelijkheden van Desk
8k A Publishing en komt eigen-
li tot de slotsom dat er maar
iele goede softwarepakket-
op de markt zijn, t.w. Pa-
fcaker of Ventura voor de
W of IBM vriendelijke PC,
iMacintosh voor het redelijk
Lalbare en meer multi-
ïktionele en de Documenter
fur het super-professionele.
de verkooppraatjes als
DTP in een handomdraai
leren zijn wijst Ottenhof in
i boek resoluut van de
bd. „Zoals Yehudi Menuhin
Ier viool speelt dan het eer-
paartje van de muziekschool,
gaat dat eveneens op voor
omgang met een designer,
[ar overal in het land zijn er
instituten die de opleidin-
voor DTP ter hand ne-
esk Top Publishing" is een
tige handleiding voor al
genen die er op kantoor
te maken hebben of voor
geïnteresseerd is in de ont-
kkelingen.
HAN NIEUWMANS
l. Ottenhof: „Desk Top
blishing". Prijs 37,50.
opmars van de videocame-
ten spijt, blijft het „ouder-
tse" fototoestel toch voor
en het uitdrukkingsmiddel
uitstek. Zo de camera obs-
ta niet in artistieke zin als
'oelsmedium wordt ge
jukt, dan toch dient het sen-
ieve derde oog als dé docu-
sntalist van menselijke (va-
ntie-)vreugd en verdriet.
de gebruikers die de ho
on ook wel eens recht op de
0 willen en zich aldoor af-
igen waarom oma maar
or de helft op de prent staat,
rit de bekende auteur Emile
ogel een tweetal uiterst in-
uctieve boekjes geschreven.
..Iedereen kan fotograferen
de reflexcamera" en „Ie
reen kan 12 maanden per
fotograferen" behandelt
ogel ten overvloede de mo-
ijkheden van de handzame
Dexcamera. Wie een beetje
ingevoerd in de fotobranche
tt zich af te vragen waarom
zo nodig weer dergelijke
dqes moesten worden ver-
ttdigd. De markt is immers
ttvoerd. Nochtans is Voogel
in geslaagd de voor velen zo
m kende stof in een prettig
«bare en tot activiteit aan-
0 irende stijl te presenteren.
teer zelfs dat de min of
er bedreven fotograaf de
eitjes in een adem uitleest,
was het alleen maar om de
®nis wat op te frissen.
CHARLES BELS
lile Voogel: „Iedereen kan
bgraferen met de reflex-
Iedereen kan 12
•anden per jaar fotografe-
1 Uitgeverij A.W. Bruna
reeht/Aartaelaar. Prijs
0 'deelƒ22.90.
In het televisie-programma „Van Dis en de
AKO-literatuurprijs" morgenavond Nederland
2, 21.57 uur, een rechtstreeks verslag van de
toekenning van deze, met 50.000 gulden ge
doteerde, grootste literatuurprijs van ons
land.
Een jury bestaande uit voorzitter Hans van
Mierlo, Kees Fens, Pierre Dubois, Hella
Haasse en Paul de Wispelaere zal bekend
maken wie van de zes genomineerde auteurs
het forse geldbedrag mee naar huis mag ne
men. Naast Jan Bernlef („Publiek geheim"),
Inez van Dullemen („Het gevorkte beest"),
Hermine de Graaf („Aanklacht tegen onbe
kend"), Frans Kellendonk („Mystiek Li
chaam") en J. Ritzerfeld („Zee van marmer")
komt H.C ten Berge ervoor in aanmerking.
Met laatstgenoemde, die gekozen is voor zijn
roman Het geheim van een opgewekt hu
meur" volgt hier een vraaggesprek.
Dood en liefde zijn onlosma
kelijk met elkaar verbonden.
Schrijver H.C. ten Berge heeft
het onderwerp tot thema van
zijn laatst verschenen boek
gemaakt. Hij gaf het de titel
„Het Geheim van een opge
wekt Humeur". Tijdens een
gesprek naar aanleiding van
„Het Geheim" verwijst hij
naar pagina 200, waar de
hoofdpersoon van de roman
getuigt van een kosmisch le
vensbesef tijdens een winters
samenzijn op een joods kerk
hof.
Citaat: „Voor het graf van
Rosa Lipschits nam ik Miri
ams hoofd in mijn handen en
keek haar aan. Haar ogen ke
ken aandachtig terug. Over
haar gezicht lag een transpa
rante en ongrijpbare ver
wachting. Ze geurde naar on
eindigheid. Opeens ervoer ik
wat Radstake (vriend van de
hoofdpersoon - red.) bedoeld
had, toen hij zei dat Helga op
een avond, vier eeuwen gele
den, onder de Mexicaanse
sterrenhemel had gegeurd
naar de oneindigheid. Er be
staat maar één verlangen, zo
begreep ik. En we dragen het
onzichtbaar in ons mee. We
ruiken het in anderen wan
neer we ons door zintuigen in
plaats van klokken en kalen
ders laten leiden". Einde ci
taat.
Na deze scène gaan de twee
gelieven in een erotisch opge
laden stemming naar huis.
In Het Geheim van een opge
wekt Humeur spelen drie lo-
katies een rol: het vervuilde
en onbezielde Amsterdam, het
zuidelijk deel van Mexico en
de Nederlandse provincie, het
gebied achter de IJssel (van
uit de randstad gezien). Cen
traal in dat laatste deel staat
het plaatsje Zuidveen, waarin
oosterlingen heel gemakke
lijk, en niet alleen vanwege
de woordspeling, Zutphen (de
woonplaats van Ten Berge)
herkennen.
De drie lokaties zorgen ook
voor een driedeling in de ge
beurtenissen. „Het Geheim' is
derhalve op meer manieren
een drieluik.
Ten Berge bouwt in zijn boe
ken meerdere gedachtenlagen
in. Zijn werken worden daar
om wel eens als moeilijk toe
gankelijk ervaren. Ten Berge:
„Elk boek dat ik schrijf, mag
worden gezien als een poging
tot het vinden van een vorm
die verder gaat dan de vorige.
Daarbij is het evenwel ook
mijn zorg dat m'n boeken
voor de lezers toegankelijk
blijven. Je moet jezelf letter
kundig gezien niet dichtmet-
selen, want dan word je niet
meer gelezen. Overigens moet
men omtrent de verspreiding
van mijn boeken niet al te
wilde fantasieën koesteren. Er
zijn pakweg vijf tot acht
schrijvers in de Benelux die
goed verkopen en voor de
overigen zijn de verkoopcij
fers niet boeiend. Voor het
schrijven van „Het Geheim"
had ik bijna twee jaar nodig.
Ik ben er alleen even tussen
uit geweest om de novelle
„Zelfportret met witte Muts"
te schrijven. Ik moest even
iets anders doen tussendoor".
Over de kritieken op zijn boe
ken zegt Ten Berge niet te
mogen klagen. In het alge
meen worden zijn werken
gunstig besproken, zij het dat
hij bij enkele kranten kenne
lijk uit de gratie ligt, want
daar worden zijn boeken stel
selmatig - vermoedt hij - ge
negeerd. Ten Berge: „Ik weet
zelf heus wel welke plaats ik
in de literatuur inneem. En
dan heb ik het niet over com
mercie en verkoopcijfer^
want op dat terrein sta ik on
deraan de lijst".
Geen vernieuwing
Zo wordt hij bijvoorbeeld
nauwelijks besproken in de
NRC, een krant die toch bij
zonder veel aan kunst, cul
tuur en literatuur doet. Zelf
staat Ten Berge uiteraard ook
kritisch ten opzichte van het
werk van zijn collega's. Hij
zegt bij de jongste generatie
schrijvers en dichters nauwe
lijks drang tot verandering te
kunnen bespeuren. „Er is
geen nieuwsgierigheid meer
naar de ontwikkeling van
nieuwe vormen, maar eerder
een terugkeer naar vormen
van de negentiende eeuw.
Een regressie die bovendien
ondersteund schijnt te moeten
worden door een smalende
houding ten opzichte van wie
wel willen vernieuwen".
Schrijvers die risico's nemen
zijn op dit moment nagenoeg
allemaal boven de veertig jaar
oud. Daartoe behoort hij ook
zelf. Ten Berge: „Er zijn pio
niers en meesters. En natuur
lijk ook knoeipotten, maar die
zijn hier oninteressant. De
pioniers nemen risico's, ze ex
perimenteren zoals in het tijd
schrift Raster gebeurt. Wat ze
eerder hebben gedaan kennen
ze al. Dat willen ze niet nog
eens proberen. De herhaling
is voor hen onaantrekkelijk.
Experimenteren in kunst en
literatuur is belangrijk voor
jezelf en voor je collega's.
Boeken van vernieuwers zijn
in het algemeen niet de meest
gemakkelijke werken. Ze cir
culeren in een circuit van
kenners en liefhebbers. De
meesters pakken de resulta
ten van de experimenten op
en maken vervolgens nieuwe
vormen en ideeën toeganke
lijk voor een groter publiek.
Dat is althans een van hun
funkties". Op het ogenblik is
volgens Ten Berge het kamp
van de vernieuwers leeggelo
pen. Verandering is nodig
volgens hem, want het is naar
zijn smaak belangrijk om
mensen van nu, die leven in
een visuele cultuur, tot lezen
te brengen of ze aan het lezen
te houden.
Kunstacademie
Behalve schrijver is Ten Ber
ge ook docent literatuur aan
de kunstacademie in Arnhem.
Wat doet een literator op een
kunstacademie?
Ten Berge: „De kunstacade
mie in Arnhem was in 1970
de enige die literatuur, film
en muziek in het lessenpak
ket invoerde. Film is er later
uitgehaald, maar literatuur en
muziek zijn gebleven. We
houden ons o.m. bezig met het
beoefenen van de kunst van
het scenario-schrijven. In ver
schillende disciplines houdt
men zich bezig met video. En
wanneer je daarmee aan de
gang gaat, ontkom je niet aan
het schrijven van scenario's.
Een onderschatte vaardigheid
overigens".
Ten Berge bracht het scena
rio-schrijven in praktijk ten
behoeve van twee films: Koc-
kyn, een Kermiskroniek (re
gie Rein Bloem, 1966) en Een
Dichter in Texas (realisatie
Jef Cornelis - BRT).
Ten Berge is zich ervan be
wust dat wat hij te vertellen
heeft, slechts een klein pu
bliek bereikt. Maar tevens
acht hij de wereld van het
boek niet het geëigende medi
um om het volk in de schijn
werpers van een bepaalde vi
sie te zetten. Zijn poëziebun
del „De witte Sjamaan" is bij
voorbeeld een pleidooi voor
een natuurlijker bestaan. Ten
Berge: „In „De witte Sja
maan" heb ik me letterlijk
met de verloedering en de
vervuiling van het bestaan
bezig gehouden. Je wilt in je
werk toch op de een of ande
re manier kwijt dat je op een
bepaalde manier wilt leven".
Hij heeft niet de geitenwollen
sokken-illusie dat we ooit nog
terug naar de natuur kunnen.
Zelf heeft hij in de jaren ze
ventig enige tijd in de arcti
sche gebieden gewoond. Daar
was hij teruggeworpen op het
meest elementaire in het
menselijk bestaan"en hij heeft
er veel over geschreven. Hij
heeft er een verlangen naar
een bestaan in natuurlijker
verhoudingen aan overgehou
den. Maar hij voelt zich ten
prooi aan gedempte wanhoop
door het besef dat een auteur
voor kleine parochie preekt.
Ten Berge: „Wanneer je als
schrijver een soortgelijke po
sitie als Tolstoi destijds in
Rusland zou hebben, is het
mogelijk je visie via je boeken
uit te dragen. In onze heden
daagse maatschappij zijn an
dere media dan net boek, de
aangewezen middelen om de
publieke mening te beïnvloe
den".
Reizen
H.C. ten Berge is geen antro
poloog, maar hij heeft wel
veel over antropologie gepu
bliceerd. Hij bereisde daartoe
de arctische gebieden en Mid-
den-Amerika. Zijn ervaringen
legde hij o.m. neer in de boe
ken „Siberische Vertellin
gen",,, De Dood is de Jager"
(Indiaanse mythen van
Noord-west-Amerika), „De
Raaf in de Walvis" (mythen
en fabels van de Eskimo) en
„Poezie van de Azteken", om
maar enkele werken te noe
men.
De mythen en fabels voor zijn
trilogie op dat gebied verza
melde hij ter plekke, maar
ook in zijn eigen romans
maakt hij fabelachtig gebruik
van mythologische ingrediën
ten. Uit veel van zijn werken
spreekt telkens weer verlan
gen naar, en bewondering
voor culturen waaraan heden
ten dage alleen nog herinne
ringen bestaan. Er zijn nog
steeds redenen om gebruik te
maken van mythen.
Ten Berge: „In de mythologie
worden alle taboes geschon
den die in het dagelijks leven
niet geschonden mogen wor
den. De fantasie fungeert
daarin als bliksemafleider. In
mythen mogen dingen gebeu
ren die in werkelijkheid niet
mogen gebeuren".
Dagboeken en filmscenario's
hebben ook zo'n soort funktie.
Ten Berge is zelf geen dag
boekschrijver, maar hij leest
dagboeken (echte of gefin
geerde van anderen) met
groot plezier. Ten Berge:
„Geen dagboeken die niet
veel méér zijn dan verslagen
van dagelijkse beslommerin
gen en ontmoetingen, maar
dagboeken waarin het per
soonlijke lot van mensen is
verweven met het algemene
lot en dan bij voorkeur ge
schreven in een superieure
stijl. Dagboeken van mensen
zoals Max Frisch die over het
bestaan schrijven zonder dat
ze daar feitelijkheden uit het
eigen leven voor hoeven op te
sommen".
Zijn romanfiguren laat hij
dagboeken bijhouden. In de
romans citeert hij alleen dan
uit die dagboeken, wanneer
zo'n dagboekfragment van be
lang voor het boek is, wat
hem dan weer de gelegenheid
geeft in die gefingeerde dag
boeken bepaalde ideeën en
gedachten te ontwikkelen.
In „Het Geheim" heeft Ten
Berge filmscenario's verwerkt
die het taboe van incest tot
onderwerp hebben. Hij is zo
als gezegd sowieso geïnteres
seerd in de spanningen en
verhoudingen tussen mannen
en vrouwen. Hij w$dde een
boekje aan aan de verslinden
de (bedreigende) vrouw. Het
kreeg de titel „De Mannen
schrik". De bedreigende
vrouw is volgens Ten Berge
een verwaarloosd aspect in de
discussie over sexuele verhou
dingen vanuit feministisch
oogpunt. In hoeverre zit Ten
Berge zelf in zijn roman „Het
Geheim"?
„Mensen vragen je als schrij
ver altijd of je werk autobio
grafisch is. Of de hoofdper
soon dezelfde als dé schrijver
is. Dat is bij mij slechts in ge
ringe mate het geval. Het
schrijven van een boek ver
schaft me de mogelijkheid om
anderen een bepaalde proble
matiek voor te zetten - liefst
op een spannende wijze - zon
der dat ik mezelf met huid en
haar aan de lezer overlever.
Als in „Het Geheim" de
hoofdpersoon Moortgat over
een filmscenario vertelt, ver
schaft mij dat de mogelijkheid
om in dat scenario taboes of
vermeende taboes ter sprake
te brengen. Je zet het pro
bleem (het taboe), los van je
zelf, neer in een gefingeerde
entourage". Die entourage be
staat bij Ten Berge vaak uit
beeldend beschreven land
schappen, waarboven het ver
loop der seizoenen een sfeer
bepalende rol meespeelt.
„Ik ben persoonlijk geïnteres
seerd in de verhoudingen
(spanningen) tussen de ge
slachten. Maar het hoofdthe
ma van het boek (incest) is
niet mijn probleem, als je dat
soms bedoelt. Er zijn uiter
aard zaken die een mens niet
kan begrijpen, als hij ze niet
zelf ervaren heeft. Maar in
een roman is sprake van een
bepaalde verhouding tussen
verbeelding en werkelijkheid,
gebaseerd op een hoop ver
borgen ervaring en waarne
ming. Maar dan wel omge
bouwd. Geen tweedehands
kennis dus".
Inspiratie
Inspiratie vindt Ten Berge
een onbruikbaar woord: „De
inval, de eerste impuls is
maar een moment. Daarna
moet de uitwerking volgen en
die kost veel meer tijd". Hij
brengt een uitspraak van
hardloper Wim Slijkhuis in
herinnering: „ie leert lopen
door te lopenTen Berge:
„En zo is het ook met schrij
ven: je leert schrijven door te
schrijven. Er zijn schrijvers
die zich beklagen over de on
toereikendheid van de taal
om gevoelens en gedachten
over te brengen. Ik denk dat
die hun vak niet verstaan. We
zullen het er toch mee moeten
doen. Als je ie meester van de
materie (taal) waant, weet je
dat je je meesterschap telkens
weer opnieuw zult moeten be
wijzen. In het begin is er een
gevoel van onmacht. Door
hard te werken moet je iezelf
telkens weer over die drem
pel van de onmacht heen hel-
Een. En als het karwei ge-
laard is, weet je heel goed of
iets gelukt is of niet. Ik stel
mezelf als eis dat een boek
pas naar de uitgever gaat als
ik er zelf van overtuigd ben
dat het inderdaad is gelukt".
GE TOL
Vonne van der Meer
„Een Warme Rug" van Vonne van der Meer is het verhaal van
een jonge vrouw die terugkijkt op een schokkende liefdeserva
ring uit haar jeugd. Dat gebeurt op een moment als haar zuster,
Marita, naar het ouderlijk huis komt om over haar voorgenomen
scheiding te praten en haar vader door een beroerte getroffen
niet meer kan spreken. De hoofdpersoon Catherine, bijgenaamd
Prikkebeen, Meisje-op-de-zwavelstokjes, Kluut of Sëkerhets
Tëndstickor. wordt verliefd op de man die haar na een rol-
schaatsongeluk naar huis brengt. Maar als deze Gilles meer be
langstelling voor haar moeder dan voor het meisje toont, begin
nen de verwikkelingen.
De alwetende vertelster zet het verhaal nu eens neer vanuit de
moeder en dan weer vanuit Prikkebeen gezien, maar nergens
verschuiven de perspectieven zo dat er van de lezer wat meer
dan ontspannen lezen wordt verwacht. Het is zoals op de laatste
bladzijden van het boek wordt beschreven als het gezin naar
oude familiefilms kijkt. „Als ik iets herkende was het toch weer
anders dan in mijn herinnering, want gefilmd vanuit hun stand
punt". Welke invloed de 'eerste liefde' op het leven van Prikke
been heeft gehad komen we niet te weten.
De personen komen aardig uit de verf: Prikkebeen, een jonge
vrouw die nog niet weet hoe ze met de „grote liefde" moet om
gaan, de moeder, een eenzame vrouw en dochter Marita die een
verbond met de moeder heeft gesloten. De titel van het boek
verwijst naar de Catherine's herinnering van de warmte die dc
blote rug van de moeder die heeft gezonnebaad uitstraalde „Het
was alsof de wereld een halve slag draaide. Alsof het heelal
waarnaar ik duizelig van onbegrip had opgezien, zich plotseling
onder me bevond. Ik had neergekeken op die sterrenhemel van
sproeten en gedacht: mijn moeder. Hoe ik ook oordeel, hier zal
ieder verwijt uiteindelijk verdwaald raken. Zij is een warme rug
die mij passeert." Bij die herinnering verzint Catherine dat Gil
les bij een ongeluk als fotograaf voor een Frans persbureau in
Vietnam wel is getroffen, maar niet is gedood. Zo nam ze kenne
lijk een beetje wraak uit jaloezie na al die jaren.
Schaamte is het centrale thema, net als in Van der Meers eerste
boek, „Het limonadegevoel en andere verhalen" (1985), waar
voor ze de Geertjan Lubberhuizenprijs voor debutanten heeft
gekregen. De schriifster noemt het gêne als ze Prikkebeen laat
voorstellen wat Gilles haar moeder zou toefluisteren als ze al
leen waren. „Alsof de gêne, het woord dat ik toen nog niet ken
de, alsof de gêne die ik toen liggend op de vloer, voelde, nu met
terugwerkende kracht groter werd. Een woord, immens als de
letters die reclamevliegtuigjes soms in de lucht schrijven- een
woord dat alle andere woorden wegdrukte voor ze in mijn hoofd
opkwamen".
Een traditioneel thema is het ook. De rollen zijn niet verrassend.
Een vader die altijd druk is met zijn werk en zich in de steek
gelaten voelt door het gezin, dat niet voldoende aandacht voor
hem heeft. De vrouwen zijn met de liefde bezig, niet met Werk.
studie of maatschappelijke vraagstukken. De dialogen tussen de
vrouwen zijn helder en eenvoudig. Maar wat ik op deze welis
waar 'lekker lezende literatuur' tegen heb, is dat je er niets van
'meeneemt'. Je slaat het boek niet dicht met het gevoel dat je er
nog eens over na wilt denken, dat je iets hebt aan de vragen die
hoofdpersonen bij 'het leven' zetten. Niets geen vragen, simpel
een verhaal waarin hier en daar sfeertjes heel goed zijn weerge
geven. Er wordt niets aan de orde gesteld. Het is vanwege die
prettige schrijfstijl dat je het boek zo uitleest. Je krijgt er gewoon
voor een avondje een warme rug van. En dat kan soms wel ge
noeg zijn.
MARSCHA VAN NOESEL
Vonne van der Meer „Een warme Rug"., Uitgeverij De Be
zige Bij. Prijs 24,50.
De muze van de toneelkunst
heeft Dolf de Vries goed be
deeld, de muze van de schrijf
kunst vond dat kennelijk ge
noeg en deed het op haar
beurt aanmerkelijk zuiniger.
Acteur, wereldreiziger en au
teur De Vries mist in zijn laat
ste (en nieuwste) rol namelijk
nét datgene wat de literator
onderscheidt van de stukjes-
schrijver. Noem het originali
teit
Zowel wat de keuze van zijn
onderwerpen als zijn taalge
bruik betreft beweegt Hage
naar De Vries zich over meer
dan platgetreden paden. Dat
hoeft overigens geen bezwaar
te ziin voor wie graag aardige,
alledaagse vertellingen leest.
Dat, en niets anders, moet de
lezer verwachten die De Vries'
nieuwste bundel met korte
verhalen ter hand neemt „Ge
sloten Gordijnen", behandelt
alle thema's die je in elf tekst
fragmenten maar mee kunt
pakken: jeugdherinneringen,
ik-vorm, ouderdom en ontta
keling, hij-vorm, liefde, oude
re heer-jong meisje, artiesten
milieu, derde wereld. IJver
kan men De Vries derhalve
niet ontzeggen. Maar altijd
blijft hii aan de oppervlakte
En omdat hij allerminst een
begenadigd stilist is, weet hi;
dat aperte gebrek aan inhoud
maar zelden te compenseren
door boeiende staaltjes van
taalvaardigheid. Aardige ver
telsels, maar beslist niet meer
Dolf de Vries: „Gesloten
Gordijnen". Uitgegeven bij
Van Holkema Warendorf.
Prijs ƒ19,90