De Keukenhofse
bloei
van een elektronische tulp
Vliegen
ZATERDAG 9 MEI 1987
Uit het gapende niets met de regelrechtheid van een
wiskundige reeks in minder dan tien jaar naar de top. Geen
wonder dat de twee mannen achter Tulip Computers
binnenkort op de televisie tot voorbeeld gesteld zullen worden
aan de schoolverlatende jeugd. Als niemand anders hebben zij
laten zien wat wapperende handjes vermogen. En ze stormen
door, beloven ze, totdat hun vestigingen de horizon vullen.
„Eindhoven is toch ook één grote Philipsfabriek?". Waarom
bollen met Keukenhofse vermenigvuldigingsdrift konden
uitspruiten, terwijl asters in de knop gebroken worden.
DEN BOSCH - Mochten de heren
Rob Romein (38) en Franz Hetze-
nauer (36) het op 23 mei tijdens
het schier avondvullende televisie
programma „Eindexamen Festi
val" van de KRO vergeten te zeg
gen, dan zeggen ze het alvast op
deze plaats. „Het is onze bedoeling
om door te stormen. We willen elk
jaar met veertig procent groeien.
Daar zijn we vanaf het begin rond
voor uitgekomen. Het is ons tot nu
toe meer dan gelukt. En dat gaan
we volhouden. Ericsson in Zwe
den. Bull in Frankrijk. Apricot in
Engeland, Siemens in Duitsland,
die kunnen we op korte termijn
voorbij en dan behoren we met
Olivetti en Armstrad tot de top
drie van computerfabrikanten in
Europa. Of een landje als het onze
niet te eng is voor zo'n stormachti
ge groei van bijna een verdubbeling
per jaar? Dreigen de horizonten
straks overwoekerd te raken met
Tuhp-vestigingen? Ach, Eindhoven
is toch ook één grote Philipsfa
briek? Op dezelfde manier zullen
wij doorstormen totdat Den Bosch
te klein is".
Het Eindexamen Festival dat de KRO
vanuit de Brabant Hallen aldaar in de
vaderlandse huiskamers gaat brengen, is
bedoeld om schoolverlaters diets te ma
ken over de mogelijkheden die er liggen
voor wie zich bereid toont de handen te
laten wapperen. Het demonstratiemate
riaal waarvan de programmamakers zich
daarbij bedienen, zal in niet geringe
mate uit de heren Hetzenauer en Ro
mein zelf bestaan, belichamers als ze
zijn van de dagdroom die menige jonge
starter uit de slaap houdt. Nog geen tien
jaar geleden begonnen ze met vier stuks
personeel en een aanvangskapitaaltje
van vijfendertigduizend gulden. Familie
leden stelden zich met have en goed ga
rant ter verkrijging van de nodige bank
kredieten. Een omzet van achthonderd
duizend gulden dachten de twee broekjes
in ondernemersland dat eerste jaar te ha
len. Het werd vier miljoen. Inmiddels is
dit resultaat (de cijfers over 1986) per
bedrijfskundige raket op een hoogte van
96 miljoen gebracht, hetgeen een netto
winst van 9,2 miljoen opleverde. Voor
1991 wordt gemikt op een omzet van
misschien wel vijfhonderd miljoen. Een
waardig tussenstation in deze astronomi
sche ontwikkeling is het jaar 1983 ge
weest. Toen won het piepjonge bedrijf
de Willem-I-Plaquette voor energiek on
dernemerschap en kwam prins Bernhard
de hoofdzetel aan de Bossche Hamba
kenwetering openen. Beide feiten vindt
de bezoeker bij de balie van de receptie
met gepaste trots gememoreerd. Onder
tussen echter rijst uit een belendende ka
vel al het geraamte van een nieuwe
hoofdzetel omhoog. Wie dat komend na
jaar nu weer moet gaan openen?
Domper
De dag voordat er met Rob Romein
over het succesverhaal van Tulip Com
puters gepraat zal worden, heeft presi
dent Duisenberg van de Nederlandsche
Bank zijn toekomstvisie op de economie
ontvouwd. Een sombere visie. „Er is
zwaarder weer op komst in de wereld-
huishouding", luidde de boodschap.
„Bovendien is onze eigen exportpositie
verslechterd als gevolg van de dure gul
den en van recente loonstijgingen. De ja
ren van overschotten op onze betalings
balans liggen voorlopig definitief achter
ons". Wat vindt hij, met zijn hemelbe
stormende jaarverslag in de hand, van
Duisenbergs schatting? „Ik vind dat hij
het wel wat diplomatieker had kunnen
zeggen. We verkeren allemaal een beetje
in een jubelstemming en daar komt hij
dan een domper op zetten. Dat lijkt me
niet zo slim. Bovendien
•en ik het gevoelsmatig met hem on
eens. Ik denk dat een verdere groei van
de economie, hoe moeilijk ook, wel de
gelijk mogelijk is. Als ik om me heen
kijk, merk ik niets van een somber
beeld. Het bedrijfsleven is eerder bereid
méér te investeren dan dat er terughou
dendheid heerst. Men is bezig met de
ontwikkeling van allerlei nieuwe pro-
dukten. De middenstand toont zich te
vreden. Je ziet de verkoop van auto's
blijven groeien - altijd een belangrijke
graadmeter. Het consumentengedrag is
goed. Nee, ik schat de toekomst niet zo
somber in als Duisenberg. Met name op
als Amerika nu. Niet meer tegen de Ja
panners of anderen roepen: komt maar
binnen met uw chips. Naar protectie
moeten we toe. Maar dat zeg ik al zo
lang".
De stoffering van het directievertrek
waar het interview zich afspeelt, is in
giro-blauw gehouden. De tint past bij
Rob Romein
(links) en
Franz
Hetzenauer
voor hun
bedrijf in Den
Bosch dat nu
al aan
uitbreiding toe
is. En het moet
nog groter
worden. „Net
als Eindhoven
één
Philipsfabriek
is, zo moet Den
Bosch een
Tulip-stad
worden".
een uitspraak van Romein als deze: „De
uitdaging van heel de computerindustrie
is: meer computerkracht leveren voor
minder geld, en daarbinnen is het de uit
daging van Tulip die race te winnen".
Toen hij met zijn voormalige Eindho-
vense buurman Franz Hetzenauer in de
handel van elektronische tulpen ging,
was er nog een ander Nederlands com
puterbedrijfje dat zijn produkt de naam
van een bloem gaf. Aster heetten die
computers. Een bloei echter in de knop
gebroken. Terwijl de bollen van Tulip
met Keukenhofse vermenigvuldigings
drift ontsproten, deden de asters niets.
Waarom lukt de één wat de ander niet
lukt? „Aster heeft het volgens mij maar
heel kort volgehouden om drie redenen.
Ze kwamen met een produkt dat niet be
antwoordde aan de standaard die in de
computerwereld gold. Ze pasten een ver
ouderde technologie toe. En ze waren
duurder dan de concurrent. Wij hebben
die fouten vermeden".
Slim
foefje
Zo simpel echter kan een succesformule
niet zijn die uit het gapende mets met de
regelrechtheid van een wiskundige reeks
naar de Europese computertop dient te
leiden. Misschien hadden ze bij Aster
eens in Japan moeten rondneuzen, pre
cies zoals Tulip heeft gedaan. Jazeker,
van hetzelfde Japan waaraan hij nu des
noods een handelsoorlog verklaard wil
zien, heeft Romein samen met compag
non Hetzenauer een verschrikkelijk slim
foefje afgekeken. „Als we daar in zo'n
computerfabriek vroegen op welke afde
ling ze dit of dat onderdeel maakten,
werd er eens smakelijk gelachen. Dat
maken we hier helemaal niet, zeiden ze
wanneer ze uitgelachen waren, dat wordt
honderd kilometer verderop door een
ander gemaakt". Ziedaar het recept. Te
gengesteld aan de gangbare mening, tot
in de computervakpers toe, maakt Tulip
Computers vrijwel niets eigenhandig.
„Wij zijn in feite een assemblagebedrijf.
Als we iets zelf moeten maken, zijn we
verkeerd bezig, zeg ik altijd. Doordat we
alles uitbesteden, kunnen we heel snel
inspelen op de wisselende vraag van de
markt. We zijn flexibel, want we zitten
niet vast aan een log voorbereidings- en
produktie-apparaat. Bovendien kunnen
we op deze manier te allen tijde beschik
ken over de beste computercomponen
ten die de markt te bieden heeft. Jullie
hadden dus op grond van die filosofie
evengoed boormachines kunnen gaan fa
briceren, zegt u. Inderdaad, en dat zou
wellicht net zo'n succes hebben opgele
verd. Maar het zijn computers gewor
den, want toevallig hebben we verstand
van computers en niet van boormachi
nes".
Toen Tulip de filosofie van de assembla
ge omarmde, was die buiten Japan nog
nauwelijks doorgedrongen. „We deden
iets vrij unieks, ja. We hebben indertijd,
toen we met onze voorbereidende studie
bezig waren, bijvoorbeeld een schrijfma-
chinefabriek hier in de buurt bezocht.
Daar kwam als het ware aan de ene kant
het hete ijzer de fabriek binnen en rol
den er aan de andere kant machines uit.
Ze waren er nog apetrots op ook. Het
zelfde hebben we gezien op onze studie
reizen naar Amerika. Daar stond de fa
bricage ook nog op het peil van: kijk
eens wat we allemaal zelf maken. Maar
wat gebeurt er met zulke bedrijven wan
neer het opeens slechter gaat? Dan zitten
ze met de gebakken peren. Want al dat
personeel moet doorbetaald krijgen".
Dertig man
Neem Tulip. Wanneer we alles zelf zou
den maken, hadden we driehonderd per
soneelsleden meer nodig. De assemblage
vergt dertig man. Welnu, driehonderd
mensen doen pijn en dertig mensen
doen geen pijn, mocht je met een inzin
king te kampen krijgen. Als onze nieuwe
bedrijfsruimte straks klaar is, kunnen we
met een relatief gering aantal werkne
mers in eigen dienst toch honderddui
zend computers per jaar produceren. O
ja, daar zal vraag naar zijn, denken we.
Er bestaat in ons land ruimte voor mis
schien nog wel vijf computerfabrikanten,
zo groot is de potentiële behoefte aan
personal computers. Maar wanneer de
vraag onverhoopt terugvalt, zijn we veel
minder kwetsbaar dan vaak gedacht
wordt. En zoals gezegd: we kunnen nog
altijd iets anders gaan assembleren".
Romein heeft verstand van meer dan
computers, dat zal ondertussen duidelijk
zijn. Toen hij, na een afgebroken studie
wiskunde aan de TH Delft, als program
meur bij Philips kwam te werken, ging
hij in de avonduren blokken op bedrijfs
kunde. „Zo kreeg ik bepaalde ideeën
over hoe je een zaak in elkaar moet zet
ten". Het duurde niet lang of hij vestig
de zich zelfstandig als systeemanalyst en
automatiseringsadviseur. Zijn buurman
was Franz Hetzenauer, commercieel di
recteur van een computerfirma. Van het
een kwam het ander. Ze richtten ge
tweeën - „Ik besefte dat je alleen in de
handel nog een grote klap kon ma
ken" - een importbedrijf van computers
en randapparatuur op. Als troef hadden
ze de Exidy Sorcerer, een Amerikaanse
micro-computer waarmee ze in de prij
zen vielen toen Teleac besloot dat dit
machientje bij uitstek geschikt was voor
zijn computercursus op de televisie. Er
werden meteen vijftienhonderd stuks
van verkocht. Zo rolde het balletje ver
der. „Wat ons voor ogen stond, was een
computer met een duidelijk herkenbare
identiteit, compacter, sneller en toege
rust met een groter geheugen dan wat er
toen op de markt aan relatief kleine be-
drijfscomputers beschikbaar was".
Know-how
Dank zij een ontwikkelingskrediet van
tegen de zeven ton, verschaft door het
ministerie van economische zaken, kon
dat geesteskind daadwerkelijk gebaard
worden. De Tulip System I, ten minste
vijfmaal zo snel als duurdere soortgeno
ten, heel kien opgebouwd uit onderdelen
die op de internationale markt moeite
loos verkrijgbaar waren. Hetzenauer en
Romein bleken gelijk te hebben gehad
met de door hen beleden opvatting dat
„het ontwerpen en bouwen van een mi
cro-computer in feite neerkomt op niets
anders dan het combineren van onder
delen die door toeleveranciers, stuk voor
stuk specialisten in hun eigen vakgebied
je, vervaardigd worden; het is de keus
uit die onderdelen en de manier waarop
de samenwerking van de verschillende
componenten tot stand komt, die het ka
rakter en de eigenschappen van een mi
cro-computer bepalen". Maar het moe
ten Nederlandse of ten minste toch Eu
ropese onderdelen zijn, dat wel. Waar
om? „Wat we weten, is dat er straks
geen apparaat meer te verzinnen valt
waarin geen micro-elektronica verwerkt
is. Welnu, als we niet heel goed oppas
sen, komt alle micro-elektronica in de
toekomst uit Japan en de Verenigde Sta
ten. We zullen ons aan die landen uitge
leverd hebben en gedwongen zijn hun
produkten te importeren, want daar zal
zich de know-how geconcentreerd heb
ben, en wat er dan vooY Europa over
blijft, dat is alleen een beetje handel. Ik
vind het dus een absolute noodzaak om
in de race te blijven en Tulip wil een
steentje bijdragen aan de daartoe nood
zakelijke infrastructuur door de onder
delen voor zijn computers hier te laten
maken. Mits ze, vergeleken met Japan,
niet meer dan vijf procent duurder uit
vallen. Want we zijn natuurlijk geen dief
van eigen portemonnee. Daarom wijken
we wel eens uit naar Taiwan. Dan nog
zijn we bereid met een bedrijf hier te be
kijken hoe ze hetzelfde zouden kunnen
maken voor de prijs van Taiwan. Zoveel
belang hechten we eraan".
Eigengereid
Als eigengereid worden de twee mannen
achter Tulip wel afgeschilderd. Het be
stuur van de Amsterdamse beurs heeft
ze ooit op het matje geroepen omdat
hun krasse prognoses de aandelenkoers
onevenredig omhoog joegen. Romein
probeert de vermoorde onschuld te spe
len, geeft zijn poging op en stemt toe:
„Ik denk dat we best wel een beetje ei
gengereid zijn. We hebben nu eenmaal,
in tegenstelling tot anderen, een toe
komstvisie die we waarmaken. We heb
ben laten zien dat we het kunnen. Nie
mand heeft ons ooit kunnen betrappen
op leugens. Natuurlijk streelt het je wan
neer je verwachtingen zo prachtig uitko
men. En dan wek je snel de indruk dat
je te zelfverzekerd bent. Maar ik houd
vol dat ons succes berust op reële gron
den en wel de volgende. Ten eerste heb
ben we een goed gevoel voor wat de
markt van de micro-computer is en wat
hij zal zijn. Ten tweede beschikken we
over de nodige flexibliteit en over een
daaraan gekoppelde produktfilosofie die
neerkomt op: wat standaard is in de
computerindustrie, maken we na, maar
we voegen er ook iets aan toe, een grote
re prestatie voor een lagere prijs. Ten
derde hebben we de publiciteit mee, het
geen me niet ongerechtvaardigd lijkt; ik
bedoel: zo'n Willem I Plaquette krijg je
niet voor niets. En ten vierde werken we
met een dynamisch team van jonge
mensen aan wie we veel delegeren, veel
verantwoordelijkheid overlaten. Dat is
onze opvatting over modern manage
ment. Geef je medewerkers de kans alle
creativiteit die ze in zich hebben, uit te
dragen. Dan kunnen ze zich het best
ontplooien en zie: met hen ontplooit
zich het bedrijf'.
PIET SNOEREN
'CcidócSotrumt1
door Gerard Kessels
Toch een andere vliegreis dan anders. Als
betrekkelijk nieuw Romeins correspon
dent maak ik voor het eerst een buiten
landse reis mee van de paus. Het doel
van het pastoraal bezoek: West-Duits-
land. Vlak voor mij, aan de andere kant
van het groene gordijn, zit de plaatsver
vanger van Petrus die meer vlieguren
heeft dan al zijn voorgangers bij elkaar.
De routinier Johannes Paulus II is van
daag begonnen aan zijn 34e buitenland
se reis. Een paar weken eerder zag ik
hem in Rome in mijn parochiekerk Elke
zondag, als hij niet uitstedig is, bezoekt
hij een parochie in de stad, luistert naar
het kerkkoor, praat met verenigingen en
laat zich informeren over de problemen
van alledag. Ook vrijwel elke regio en
stad in Italië krijgt bezoek van de paus.
Maar het zijn de grote buitenlandse rei
zen die internationaal de aandacht trek
ken. Dan zijn alle Vaticanisten van de
partij, de journalisten die dagelijks in de
perszaal van het Vaticaan te vinden zijn
en elke toespraak, elk woord van de paus
op een goudschaaltje wegen.
Waarom kust de paus altijd de grond als
hij uitgestapt is? Omdat hij met Alitalia
moet reizen! Dat is een van de stan
daardgrapjes over de pausreizen. Maar
onderweg zijn met de paus is een van de
veiligste manieren om je te verplaatsen.
De veiligheidsmaatregelen zijn uiterst
streng. Op de Romeinse luchthaven Fiu-
micino moeten alle journalisten hun kof
fers openen. Snelle handen schieten door
hemden, jassen en broeken. Een persman
van Alitalia geeft iedere journalist een
mapje met een beschrijving van de crew.
Want wie weet, misschien is er wel een
journalist die als een belangrijke mede
deling aan het thuisfront wil doorgeven
dat het pauselijke Alitalia-toestel wordt
gevlogen door Luigi Bigone, geboren op
7 augustus 1938 in Asti, die inmiddels 12
000 uren achter de stuurknuppel heeft ge
zeten. De beschrijving leert mij verder
dat bij Alitalia de benaming „stewar
dess" plaats heeft moeten maken voor
die van „vluchtassistente". Een zinnetje
uit het persbericht wordt druk becom
mentarieerd: „De service aan boord be
staat uit een warme snack voor de Heili
ge Vader en een koude snack voor het ge
volg en de journalisten".
Maar reden tot klagen is er eigenlijk
niet. Wat Alitalia al te bescheiden aan
duidt als "koude snack" is een aantal ui
terst exquise hapjes met kaviaar, zalm,
kreeft, aie weggespoeld worden met voor
treffelijke wijnen. Boze tongen beweren
dat de meereizende journalisten, die voor
een ticket meer moeten neertellen dan
het normale tarief, in feite ook betalen
voor de paus en zijn gevolg. Het Vati
caan, in grote financiële problemen, zou
hier weer een mogelijkheid ontdekt heb
ben geld te besparen.
De vluchtassistente, die mij verzoekt de
gordel vast te maken, vraag ik of dat wel
nodig is in een vliegtuig waarin zich ook
de paus bevindt. Mijn buurman Dieter
Kronzucker, die ook niet vastgesnoerd
zit, heeft verder nog als sterk argument
dat hij onmiddellijk uit moet kunnen
stappen wanneer de hemel plotseling in
zicht zou komen. Kronzucker, die het
journaal voor het tweede Duitse televisie
net presenteert, stond nog wel op de no
minatie om correspondent in Rome te
worden. Tijdens een vakantie in de Tos
cane werden echter zijn beide kinderen
ontvoerd. Ze werden vrijgelaten nadat de
journalist een losgeld van enkele miljoe
nen marken betaald had. „Je begrijpt dat
ik daarna geen zin meer had om naar
Italië te gaan", vertelt hij. Het werd
Amerika en nu is hij dus weer terug in
Duitsland.
Kronzucker hoopt 's avonds in het jour
naal een kort gesprekje met de paus te
kunnen presenteren. De paus, zo wil het
gebruik immers, mengt zich altijd even
onder de journalisten. Alleen, hoe korter
de reis hoe korter ook het verblijf bij de
journalisten. Dan komt hij. De collega's
springen naar voren. Kronzucker, die
vlak voor me staat, kan twee vragen stel
len. Of de paus ook gemerkt heeft dat er
enig protest was aan de vooravond van
zijn reis. „Ach", antwoordt de paus, „ik
weet niet of het nu moeilijker wordt dan
bij mijn eerste bezoek. Er wordt zoveel
geschreven
Voor ik de kans krijg iets over de Neder
landse kerk te vragen, draait de paus
zich om en verdwijnt weer achter het gor
dijn. De journalisten worden getroost
met een sleutelhanger die bevestigd is
aan een herinneringsmunt van het be
zoek dat nog moet beginnen.
Vier dagen later de terugreis vanuit
Stuttgart. Er wordt gevlogen met een toe
stel van de Lufthansa. Zo gaat het altijd:
de paus vertrekt vanuit Rome met Alita
lia en keert terug met een luchtvaart
maatschappij van het land dat hij be
zoekt. Lufthansa heeft voor een Poolse
stewardess gezorgd, zodat de paus in zijn
eigen taal zijn wensen kenbaar kan ma
ken. In het gedeelte waarin het Lufthan-
sa-personeel zich ophoudt is een papiertje
opgeplakt met instructies hoe de hoge
gasten aangesproken moeten worden.
„Santita" (Heiligheid) voor de paus,
„Eminenza" voor de kardinalen en „Ec-
celenza" voor de bisschoppen. De paus
komt deze keer niet bij de journalisten.
Waarschijnlijk is hij te moe na het
waanzinnige programma dat hij in de
Bondsrepubliek heeft afgewerkt.
De journalisten zijn in elk geval niet zo
moe dat ze afzien van het traditionele
kussengevecht. Tot verbijstering van het
Lufthansa-personeel vliegen de witte kus
sentjes in het rond. De krachtmeting
duurt tot het toestel gaat dalen. Op Fiu-
micino wacht de fraaie helikopter van het
Vaticaan (meestal aangeduid als „holy-
copter") om Johannes Paulus II naar
huis te brengen.
•f