I Ml
De
steile
wand
en
het
niemandsland-effect
Windsurfen: sportieve vrijetijdsbesteding
ANWB op de bres voor betere surfopleiding
NANDRIN - Het is toch
even slikken. „Kijk es
hoe lief die meisjes la
chen", zegt Ed de instruc
teur. Inderdaad: Yolanda
en Mariette, die alle ver
richtingen van veilige af
stand gadeslaan, lachen
heel hef en bemoedigend.
Maar weten ze wel dat
hier een mensenleven aan
een nylon draadje hangt?
„Laat je maar zakken, ga
maar lekker achterover in de
touwen hangen", vervolgt de
instructeur op vriendelijke
maar dringende toon. Daar
beneden staan hele kleine
poppetjes op de afdalers te
wachten. Hoewel niet-kijken
misschien nog erger is, durf
ik voor geen prijs in de peil
loze diepte te blikken. Eén
ding is zeken een weg terug is
er niet. De lange route naar
beneden móet afgelegd wor
den. Al is het met van de kou
en kramp bloedeloze knuis
ten. De rotswand lijkt mee te
beven, als ik even later de be
nen strek.
's Avonds aan de bar in het
slaperige Belgische plaatsje
Nandnn wordt alle angst
luchtigjes weggepraat. Eng?
Die afdaling aan de steile
wand? Welnee, het was zelfs
reuze leuk! Het eerste mo
ment was misschien een beet
je spannend geweest. Maar
eenmaal halverwege de steile
wand kon je, de touwen lang
zaam vierend, als een ge
wichtloze maanwandelaar
van links naar rechts sprin
gen - meters ver. En dan
Jaap! Jonge jonge wat een
sprongen waren me dat! Hij
had nog wel drie keer naar
beneden gewild, maar helaas:
daar was geen tijd meer voor.
En Yolanda en Mariette, die
immers de doodsangst zelve
in de ogen hadden gezien,
hebben het toch maar mooi
nagedaan. Dapper hoor!
Bloedstollend
De organisatie Outdoor-Cen
tre, met diverse jeugdcentra
in de Belgische Ardennen,
grossiert zo'n beetje in bloed
stollende weekeinden. Met
gevoel voor understatement
worden deze halsbrekende
ondernemingen „activiteiten"
genoemd. Zo zijn er naast de
activiteit-bergklimmen de
grottentocht, het wildwater
varen en de overlevingstocht.
Iets minder avontuurlijk
maar ook leuk zijn het lang
laufen 's winters en de drop
pings die voor groepen jonge
ren georganiseerd worden.
Wie aan deze op het oog on
schuldige weekeinden deel
neemt, wordt vrijwel zeker
met zijn neus op de grenzen
van het eigen kunnen ge
duwd. „Ik heb mijn best ge
daan, maar hier houdt het
voor mij op", denkt de avon
turier dan. Waarna hij met
lichte drang nèt eventjes over
die grens wordt geschoven.
Het wonderlijke daarbii is,
dat iedere waaghals zichzelf
steeds weer een poets bakt.
Want op het moment dat hij
zeker weet een grens te over
schrijden, blijkt die zich ietsje
te hebben verlegd. Wie het
avontuur wil aangaan, moet
er dus rekening mee houden
lange tijd in een soort nie
mandsland door te brengen.
Met steeds weer die uitdaging
van een imaginaire grens
overgang.
Schoorsteen
De Haagse instructeur Ed de
Vries weet alles over grenzen.
Hij kan er 's avonds bij het
haardvuur zelfs spannend en
zichtbaar geamuseerd over
vertellen. Bijvoorbeeld over
die keer toen hij met een
vriend en een Canadese kano
trachtte Terschelling te „ron
den". Mensenkinderen, hoe
de vloed 's nachts op de
Wadden kwam opzetten
Dat was gewoon angstaanja
gend! Of toen hij diep onder
het Belgische maaiveld nieu
we spelonken aan het verken
nen was. Met «en ferme klop
op zijn buik: „Je zal maar
vast komen te zitten in een
schoorsteenpijp tussen een
onderaardse gang en een on
deraardse zaal die je per se in
wilt. Omlaag kun je wel met
mijn gewicht, maar terug is
soms toch wel een beetje
moeilijk".
Het moet gezegd worden: aan
dat soort echt riskante avon
turen waagt het Outdoor-
Centre zich niet. Het is in de
eerste plaats de bedoeling dat
wie aan een weekeinde deel
neemt het naar zijn zin heeft
en niet te ver boven zijn
macht grijpt. Waar mogelijk
worden maatregelen getroffen
om de veiligheid en gezond
heid van de cursisten te ga
randeren. Ed: „Je komt hier
niet om een geweldige presta
tie te leveren, maar om het
samen met anderen naar je
zin te hebben. Tijdens de ac
tiviteiten zie je vaak dat jon
geren elkaar geweldig helpen,
want iedereen moet toch over
een bepaald dood punt heen.
Randgroep
Als ie bovenaan die berg
wand staat heb je echt niet zo
veel zin om achterwaarts in
de touwen te gaan hangen. Je
doet het uiteindelijk mis
schien voor die andéren die
je beneden staan aan te moe
digen".
Aanvankelijk lag bij het Out
door-Centre het accent op
- zoals dat heet - rand
groepjongeren en „witneus-
jes" uit de grote stad. Ed kan
zich nog wel herinneren dat
enkele Haagse jongeren in de
grotten bij Nadrin vloekend
en tierend hun angst tracht
ten te verbergen. „Teringleier
ik mot er uit!", galmde het,
door die kruipgangetjes. La
chend: „Die jongens probeer
je dan toch op hun gemak te
stellen, want het is de bedoe
ling dat je er samen doorheen
gaat".
Maar inmiddels gooit het
Outdoor Centre het dus over
een andere boeg. Zoals zovele
instellingen heeft de commer
cialisering toegeslagen. Er
zijn meerdere vestigingen op
gezet en de verhuur van wild-
waterkano's heeft professio
nele vormen aangenomen.
Via onder meer de NBBS zijn
volledig verzorgde weekein
den of activiteitenweken te
boeken. Het Outdoor Centre,
vroeger min of meer een soci
ale instelling, heeft zijn doel
groep zelfs uitgebreid tot het
zakenleven. Jawel: ook mana-
f,ers, bedrijfsleiders en afde-
ingshoofden hangen tegen
woordig in het Belgische heu
velland aan nylon koorden te
bungelen. Er worden ook
vlotten gebouwd, speciale op
drachten uitgevoerd en toch
ten met zware bepakking ge
maakt. De achterliggende ge
dachte is, dat met deze avon
tuurlijke „trainingen" de sa
menwerking tussen de team
leden behoorlijk verbeterd
kan worden.
De confrontatie met grenzen
en mogelijkheden schijnt ook
voor het dagelijkse kantoor
werk een heilzame werking te
hebben - mits de cursisten
maar goed begeleid worden.
Daarvoor is onder anderen
een ervaren bedrijfspsycho
loog ingehuurd, die de ver
richtingen van de managers
scherp in de gaten houdt. Of,
zoals het in de glanzende fol-.
der een beetje omslachtig is
omschreven: „De kursist
wordt geassisteerd om de
operationalisering van het ge
leerde funktioneel toe te pas
sen op zijn werkplek". Maar
eng blijft het.
PAUL KOOPMAN
Meer informatie over avontu-
renweekeinden bij:
NBBS: tel: 070 - 465819
Outdoor Centre: 076
212686
1830
„Hoewel niet-kijken
misschien nog erger is,
durf ik voor geen prijs
in de peilloze diepte te
blikken".
DEN HAAG - Zelden
heeft een onderdeel van
de watersport een zo fa
belachtige groei meege
maakt als het windsurfen
of in beter Nederlands ge
zegd: het plankzeilen. En
dat is natuurlijk niet zo
verwonderlijk. Voor rela
tief weinig geld is een
surfplank te koop en het
vervoer geeft in de mees
te gevallen ook niet veel
problemen. Met een een
voudige imperial op het
autodak of een simpel
wagentje bestaande uit
twee fietswielen met een
steuntje is de ranke „mi
niatuur zeilboot" gemak
kelijk naar elk water te
brengen. Steeds meer wa
tersporters die door een
soort surfsyndroom wor
den bevangen, stemmen
hun vakantiebestemming
dan ook af op het surfge-
beuren, waarvoor alleen
al in eigen land een zee
van ruimte is.
Hoewel alle begin moeilijk is,
is het windsurfen betrekkelijk
snel te leren. Natuurlijk kun
je op eigen gelegenheid met
de plank op stap en dan maar
wat aanmodderen. De erva
ring leert echter, dat deze
dde-het-zelvers er soms bij
zonder lang over doen om de
sport onder de knie te krij
gen. Alleen de besturing van
de plank geeft al de nodige
problemen, want als beginner
ben je snel geneigd te denken
dat dit met de voeten ge
beurt. Een wat meer ervaren
surfer weet dat alleen met het
zeiltuig is te manoeuvreren.
Alleen al deze wetenschap be
tekent een stuk minder vallen
en het vermoeiende uit het
water klimmen. Voor de toe
schouwer aan de kant overi
gens vaak een kostelijk ge
zicht. Wat zeillessen vooraf
in een „ouderwetse" zeilboot
leert ook al snel dat een aan
getrokken zeil de boeg van de
boot naar de wind toe wil
draaien. Hierbij speelt het zo
geheten windvaaneffect een
directe rol. De fabel dat
windsurfen alleen voor
krachtige mensen zou zijn
weggelegd, is dan ook meteen
Brandingsurfen is voor de zeer ervaren plankzeiler een ware sensatie.
uit de wereld, want ook bij
het slechts met weinig kracht
aantrekken van het zeil vaart
de plank.
Hoewel het vaarreglement op
dit ogenblik een groot aantal
regels voor de windsurfers
bevat, zijn er voor de balan
cerende evenwichtskunste
naars in en om veel gemeen
ten in de Haagse en Leidse
regio tal van plassen en bre
dere vaarten beschikbaar. In
de omgeving van Den Haag
ligt bijvoorbeeld het schitte
rende recreatiegebied de
Delftse Hout waar in het cen
trum een gigantische plas ligt,
die speciaal is bestemd voor
de zwem- en windsurfsport.
Iets verder van de Residentie
is het uitgestrekte merenge
bied te vinden, met als mid
delpunt de Braassemermeer.
Ten oosten liggen dan de
Westeinderplassen en wat
westelijker de Kaag. Hoewel
deze gebieden qua waterop
pervlakte zeer uitgestrekt
zijn, is het niet bepaald ver
standig hier op eigen houtje
te gaan oefenen. Zeker de Ka-
gerplassen hebben bij mooi
weer en zeker in het weekein
de veel weg van de Amster
damse Kalverstraat en door
de drukke vaart is een onge
luk dan ook niet denkbeeldig.
Vooral voor de grotere zeil
en motorboten is het een
schier onmogelijke zaak een
snelle stop te maken. Het
aantal bij na-ongelukken is
dan ook legio.
Overigens geeft de ANWB af
deling watersport een heel
handig waterkaartje uit,
waarop precies is te zien waar
men in de Randstad wel en
niet mag surfen. In het infor
matieblad Watersport in Ne
derland geeft de ANWB een
aantal duidelijke tips voor
veilig surfen. De bond advi
seert in elk geval niet in ha
vens, op drukke kanalen en
rivieren te gaan plankzeilen.
Verder verdient het aanbeve
ling een vaargeul altijd haaks
over te steken en ruim achter
andere vaartuigen langs te
varen. Tenslotte is het erg be
langrijk met de weersomstan
digheden rekening te houden
en zeker als beginnend surfer
op klein water te blijven.
Meer informatie over het sur
fen is te verkrijgen bij het
Koninklijk Nederlands Wa
tersport Verbond en andere
watersportverenigingen. Het
adres luidt postbus 53034,
1007 RA Amsterdam, tele
foon 020-642611.
Een geheel ander hoofdstuk
in de surferij is het zogeheten
brandingsurfen. Deze sport is
natuurlijk alleen geschikt
voor zeer ervaren surfers. Op
zee heb je namelijk met veel
meer factoren te maken dan
op de vaak rimpelloze meren.
De stroming bijvoorbeeld
zorgt voor een zeer groot ge
vaar. Het is dan ook zeker
niet aan te raden, zelfs als
men de surfkunst redelijk
machtig is alleen met de zeil
plank het ruime sop te kie
zen. De kans dat men niet
meer bij het strand terug
komt is zeer groot. Het veili
gste is lid te worden van een
kustzeilvereniging, die meest
al op zee een met boeien uit
gezet wateroppervlak heeft
„afgepaald". Bovendien wor
den de leden constant in de
gaten gehouden en kan als er
iets mis gaat een snelle red
dingsactie op touw worden
gezet. Toch laten vele surfers
zich jaarlijks verleiden de zee
op te gaan en moeten de le
den van de plaatselijke red
dingsbrigades het eigen leven
in de waagschaal stellen om
een dergelijke „sporter"
het zilte nat te vissen.
ROB DE ROO
Visserslatijn
in
Scheveningen
SCHEVINGINGEN
De sportvissers spreken
hun talen. In de kantines
van de Scheveningse re
derijen doen zij, vaak ge
sterkt door een borrel, in
hoogstaand visserslatijn
verslag van hun helden
daden. Niet minder dan
vier rederijen weten door
deze enthousiaste groep
vissers al jarenlang het
hoofd boven water te
houden.
Dagelijks rond acht uur in
de ochtend kiezen de kot
ters en trawlers het zeegat.
De schepen varen de och
tendnevel aan flarden, ter
wijl de sportvissers, dik in
gepakt, hun hengels in orde
maken. Als drie kwartier la
ter de eerste ankerplaats is
bereikt, zijn de opvarenden
klaar voor de jacht op ka
beljauw, schar en wijting.
Daar is het hen althans in
winter en vooijaar om te
doen.
Over een kleine twee maan
den heeft een ieder zijn zin
nen gezet op de vraatlustige
makreel. Het makrelensei-
zoen loopt van 13 iuni tot
eind september. Ankers ko
men er in die periode niet
aan te pas. De schepen
moeten blijven varen. Mak
relen verplaatsen zich
voortdurend in „scholen".
Vakmanschap van de Sche
veningse schippers moet er
garant voor staan, dat zo'n
school wordt onderschept.
De sportvissers aan boord
doen de rest. Ze hangen een
veertjes met haakjes in het
water en de altijd hongerige
makreel hapt gelijk toe. Er
zijn mensen, die binnen
korte tijd genoeg makreel
voor de rest van het jaar bij
elkaar gehengeld hebben.
De enorme hoevelheden
worden thuis ingevroren.
Als het even niet wil vlot
ten, of als de sportvissersar-
men juist vermoeid zijn ge
raakt door „urenlang geta-
kel van vissen die groter,
zwaarder en sterker zijn dan
de wetenschap ooit voor
mogelijk had gehouden",
kunnen de visgrage mannen
en vrouwen vertroosting
zoeken in de warme bar be-
nedendeks. Rond vier uur
meren de vissersschepen
weer af aan de rede van
Scheveningen. Tientallen
doorwaaide sportvissers
stappen aan wal na een dag
op zee (voor 35 gulden),
vaak hunkerend naar de
volgende reis.
Een enkele rederij organi
seert ook driedaagse tochten
op de Noordzee. Overnach
ten gebeurt buitengaats. De
charme van de zee laat zich
dan nog beter doorgonden.
Degene die niet precies weet
of zeevissen zijn hart zal
stelen, maar die het toch
eens wil proberen, kan aan
boord een hengel huren. De
bemanning of andere vis
sers willen maar wat graag
praten over de kunst van
het vak. Inlichtingen over
de zeevismogelijkheden in
Scheveningen kunnen ver
kregen worden bij de WV-
kantoren in Den Haag.
DEN HAAG - Het is een
chaos in de Nederlandse
surfschoolwereld. Algemene,
door iedereen nageleefde
richtlijnen voor een goede
opleiding van windsurfers
ontbreken en de beunhazerij
beleeft gouden tijden in deze
branche. Er zijn in ons land
naar schatting zo'n 130
windsurfscholen waarvan
het overgrote deel, volgens
de ANWB zeker zeventig
procent, uitblinkt in ondes
kundigheid van de instruc
teurs en slecht materiaal.
Toch lijkt er verbetering in
deze situatie te komen. De
ANWB heefi het afgelopen
seizoen een groot aantal op
leidingsinstituten bezocht
om vervolgens een klein
aantal hiervan (tot nog toe
bosch. Dat de opleiding pit
tig is, blijkt uit het aantal
geslaagden; slechts een der
de van hen haalt het diplo
ma. De ANWB hoopt hier
mee Beun de Haas, die op
zonnige zomerdagen met
auto, trailer en gammele
tiendehands surfplank de
waterkant afstroopt op zoek
naar leergierige plankzei
lers, de wind uit de zeilen te
nemen.
In de directe omgeving
van Den Haag ligt het
schitterende
recreatiegebied de Delftse
Hout met in het centrum
de plas speciaal bestemd
voor de zwem- en
windsurfsport.
Plankzeil
vakantie steeds populairder
dertien) te „erkennen". Die
erkenning wordt verleend
als de instructeur van een
school gediplomeerd is en de
opleiding over een behoorlij
ke accommodatie beschikt.
Een soort windsurf-bovagbe-
wijs dus.
Verder is de ANWB zich
gaan bezighouden met de
opleiding van windsurfin-
structeurs, een zorgenkind
in de plankzeiler ij. De
ANWB organiseert in sa
menwerking met een al be
staande surfschool een vijf
volle dagen durende oplei
ding in Hank, in de Bies-