Op een drafje naar het strand, bang om te laat te komen Zuid-Holland zit goed in de natuurgebieden klif" SS*"* de Zoetermeerse Plas verbon den. De laatste krijgt een in tensief op de watersport ge richt karakter. Surfoevers en overige voorzieningen voor de watersport, zoals een ha ventje komen aan de zuid- en westoever. De noordelijke en de oostelijke oever lenen zich uitsluitend voor recreatievor- men zoals wandelen, fietsen en vissen. Het noordelijke ge bied is bedoeld als overgangs gebied tussen het zuidelijke oevergebied en het agrarische gebied langs de Slootweg. Op net zuidelijk deel is over een lengte van 100 meter gelegen heid tot naaktrecreatie. Ver der is er een surfschool (Aa- zicht. Galjoenkade 29, tel. 079-410420), surfplankver- huur (Aquasport, Het Lage Land 5, tel. 079-316155) en roeibotenverhuur (Wester park, Voorweg, tel. 079- 410420) en een picknick plaats. Kager plassen De Kager Plassen worden door vier eilanden in zes stukken verdeeld. In de dor pen Warmond en De Kaag zijn de nodige jachthavens en scheepswerven naast cafés, restaurants, hotels en pen sions. Vanaf de Haarlemmer meerpolder via het westelijk deel van de Ringvaart is het vijf kilometer naar Lisse, het hart van de bloembollenvel- den. Van eind maart tot eind mei is daar de Keukenhof ge opend. Als de Ringvaart en de Oude Wetering iri oostelij ke richting worden bevaren bereikt men na ongeveer zes kilomter het Braasscmer Meer, een uitgestrekte open watervlakte, uitstekend ge schikt voor de zeilsport. zo wel op de oost- als de west oevers zijn moderne jachtha vens. Op de Kaag zijn twee zeilscholen: Zeil-, ski- en surfschool De Kaag, Wilhcl- minalaan 12, tel. 02524-4333 of 4514, type boten: 16 kwa draat en de Nederlandse Zeil- school. Balgerij 1, tel. 02524- 4487 en 5816. V lietland Ingeklemd tussen de Vliet en de rijksweg Amsterdam-Rot terdam. (A4) ligt achter Voor schoten het recreatiegebied Vlietland, waarvan de aanleg nog aan de gang is. Vlietland is een dertig meter diepe, 135 hectare grote, kunstmatige plas, die ontstaan is door zandwinning onder meer voor de aanleg van het Prins Clausplein, het verkeers knooppunt bij Leidschen- dam. Een particuliere jacht haven is er al: de Vlietopper. Deze wordt beheerd door de Watersportvereniging Leid- schendam omstreken. De haven is nog maar alleen te bereiken via de Kniplaan en een van veel bochten voor zien fietspad. Over de ont sluiting via een op afstand beweegbare fietsbrug bij de ijsbaan in Voorschoten is men het onlangs eens gewor den, maar naar verwachting is die brug niet voor 1990 klaar. Het gebied dat voor landrecreatie is bestemd, is ongeveer 150 hectare. Voor fietsers is er uitstekende gele genheid voor tochten, onder meer op de Vlietstrook. In Vlietland zijn diverse surf- stranden, er is een botenver huur en een terrein voor naaktrecreatie (halverwege de westkant), een restaurant en een zeilhaven. De motorboot haven aan de noordwestkant is alleen via de Vliet bereik baar. Van half april tot sep tember vaart in Voorschoten het pontje nabij het restau rant bij de Kniplaan dagelijks vele malen naar de overkant. Het grootste deel van Vliet land is nu ingericht, alleen het zuidelijk deel is nog een zandwinningsgebied: de Meeslouwerpolder. Daar moet in de toekomst vooral de zonaamde extensieve re creatie komen, recreatie die dus veel ruimte vergt, zoals wandelen, observeren van vogels en dergelijke. Het midden- en noordgebied van Vlietland is vooral voor de intensieve recreatie bedoeld. Aan de andere kant van de Kniplaan is het natuur- en re creatiegebied Leidschendam- merhout in aanleg. Hier komt onder meer een grote vogelplas, voor de aanleg waarvan gedeputeerde Borg man onlangs het startsein gaf. Een deel van het gebied wordt aangelegd voor de re creatie en een ander deel krijgt een agrarische bestem ming. Er komen fiets- en rui terpaden. Het zuidelijk deel wordt ingericht als zonnewei de met ondermeer een kam peerterrein. Het totale gebied is onderdeel van het Rand stad Groenstructuur gebied: de longen van de Randstad. Vlietland heeft een capaciteit van ongeveer achtduizend dagrecreanten. LÜUD VAN DER HAM BLEISWIJK - Ingesloten tussen de gemeenten Bleiswijk, Zevenhuizen en Bergschenhoek en in het zuiden grenzend aan de Rotterdamse wijken Hillegersberg en Ommoord ligt het viereneen- halve kilometer lange en zeshonderd meter bre de recreatiegebied De Rottemeren. Anderhalf miljoen bezoekers per jaar hebben dit gebied al weten te vinden. Zeilen is volop mogelijk op de Rottemeren. Tussen prachtige rietkragen loopt het riviertje de Rotte als een ruggegraat door het gebied. Op de Bleiswijkse Zoom, ten westen van de me ren is ruimte voor dagkam- peerders. Daar kan men met de auto tot aan de spartelvij vers rijden, waar gezwom men kan worden. Trouwens in het hele Rottemerengebied mogen op de gazons tenten worden opgezet. Wie echter wil overnachten kan terecht op het kampeerterrein Zeven huizen (tel. 01802-1654 of 2190) op de oostelijke oever van de Rottemeren. Vlak naast dat kampeerterrein ligt zwembad De Koornmolen, met een binnen- en buiten bad. Ongeveer een kilometer verder is een jachthaven en een sluis, waar diverse boten kunnen worden gehuurd. Op ongeveer drie kilometer af stand bevindt zich de Molen viergang. In de zomermaan den malen deze vier molens om de veertien dagen op za terdag. Bezichtiging is moge lijk na afspraak. Ideaal voor surfers is de Ze- venhuizerplas bij het plaatsje Oud Verlaat. Óp sommige plekken is het water hier 38 meter diep en heeft het een temperatuur van 2 graden Celsius. Zwemmen, surfen en zeilen en dergelijke activitei ten gaan zoals overal in het gebied staat aangegeven op eigen risico. De oevers van de Zevenhuizerplas lopen ta melijk steil naar beneden, zo dat het wel oppassen gebla zen is. Vanaf het kampeerterrein Ze venhuizen is het slechts een paar honderd meter naar het natuurreservaat Het Koorn- molengat. Dit in eerste in stantie voor vogels en andere dieren bedoelde reservaat is alleen tussen half juni en half september en dan alleen op de woensdagmiddag vanaf drie uur onder geleide te be zoeken. Regelmatig worden in het Rottemerengebied evenemen ten georganiseerd zoals een halve marathon, prestatie roeien, rolschaatsen, toerfiet sen en zelfs langlaufen. Ver dere inlichtingen over De Rottemeren via Provinciale Waterstaat: 01892-2233. Delfse hout Aan de Oostzijde van Delft ligt de Delftse Hout, een 425 hectare groot dagrecreatiege- bied met veel eroen en water partijen, wandel- en fietspa den, een grote plas met zwem- en surfmogelijkheden, verhuur van roeiboten en wa terfietsen (Botenhuis H. van Hecke, tel. 015-122990), kin derboerderij, hertenkamp, natuurreservaat de Noot- dorpse Plassen en het Abore- tum heempark. Een rond wandeling en routebeschrij ving zijn verkrijgbaar bij de VVV Delft (Markt 85, tel. 015-126100). Noord-a a Ten noorden, noordoosten en noordwesten van de Zoeter meerse woonwijk Noordhove wordt gewerkt aan een drie delig plassengebied van in to taal ongeveer tachtig hectare: de vergrote Noord-Aa, ook bekend als de Zoetermeerse Plas, de Noordhovense Plas en de Benthuizer Plas. Dit ger bied wordt de natuurlijke scheiding tussen Noordhove en de gemeente Benthuizen. De Zoetermeerse Plas is op gezet als uitbreiding om de intensieve recreatie rond de huidige Noord-Aa te kunnen verwerken. Hier komt de na druk te liggen op de kleine watersport en de oeverrecrea tie. Deze plas wordt 34 hecta re groot. Aan de noordelijke oever komt een uitbreiding van de huidige voorzieningen voor oeverrecreatie van onge veer 15 hectare. Via twee beperkt doorvaarten wordt de Noordhovense met Dagrecreatie een van de zonneweiden. Onder: Anderhalf miljoen bezoekers per jaaren toch zijn er nog genoeg rustige plekjes in recreatiegebied De Rottemeren. Weerstand kunnen ze niet bieden aan de lokroep van de zon. 's Zomers moeten ze naar Scheveningen. Dag in. dag uit. Ze wonen op het strand. Hun huizen in Den Haag zien ze alleen s avonds als de zon al tang in zee is verdwenen en de stranden uitgestorven zijn. Vier vriendinnen praten over hun verbondenheid met alles wat er rond de vloedlijn gebeurt. Ze kunnen er niet buiten. Zelf zouden ze het een fobie willen noe- DEN HAAG - Strand- mensen is het woord. Terrasjesmensen willen ze niet genoemd worden, want die behoren tot een geheel andere kaste. Dat moet wel duidelijk in de krant komen. De terras- jesmensen vinden ze de cadent. „Die groep wil graag gezien worden. Die mensen liggen topless. Het zijn de stallen die be zichtigd kunnen worden, zal ik maar zeggen". Tan te Cor (55) legt uit dat zij en haar vriendinnen niet naar het strand gaan om bewonderd te worden. Dat ze zelf zo nu en dan schalks de gebruinde mannenlijven naar waar de schatten, doet daar niets aan af. ,,We geven punten aan mooie mannen. Want ik heb mijn ogen natuurlijk niet in m'n zak zitten", bekent tante Diny (60). Weliswaar schijnt de kwaliteit van het gemid delde manvolk bar en boos te zijn, maar af en toe worden toch forse rapportcijfers ge noteerd. Tante Sieta (59) is daarentegen vooral geïnteres seerd in de kinderen. Hun vaste stek bevindt zich ter hoogte van het Kurhaus, aan het strand achter de Bijbel kiosk. Tante Sieta is de zo- mer-oma van het kroost van de strandtenthouder ter plaat se. Zij ontfermt zich over de kinderen, want de aandacht van de strandtenteigenaar en zijn vrouw, „schatten van mensen", wordt in het hoog seizoen opgeslokt door meer commerciële belangen. Ze heeft de kinderen op het strand, nog in de kinderstoel, gevoed. Toen hun kleine beentjes rap bewegen konden cn de wijde strandwereld lonkte, is er nooit een zoekge raakt. En dat is voor tante Sieta iets om trots op te zijn. De zus van tante Sieta, tante Dientje (57), bevestigt dat de vier dames de boel goed in de gaten houden. „We zijn na tuurlijk erg bruin, maar mijn rug blijft wit. Want als ik op mijn buik lig, kan ik niet zien wat er allemaal om me heen gebeurt. Er wordt veel gerod deld op het strand en veel ge lachen". De achternamen van de vier vriendinnen schijnen nie mand aan het Scheveningse strand iets te zeggen. Maar als „tantes" zijn zij net zo verbonden aan het strandle ven als de geur van frites en zonnebrandolie. £"U,,Ules"0"aor it j helbreien, Breien Toen in het najaar de strand tenten werden afgebroken, zaten ze nog op een boule vardbankje en keken wee moedig toe. Onder een be wolkte hemel zaten ze naast elkaar en zochten vertroos ting in het breien van truien. De winter was in aantocht. De lange zomer was afgelo pen. Nu zitten de dames thuis aan de koffie. Naast hen liggen weer breiwerkjes. Want behalve zon, zee en strand is breien hun geza menlijke passie. Hoe ze er nog zo gezond uit kunnen zien, is een raadsel. Zonneka- nonnen, zeggen de dames, komen er niet aan te pas. Maar tante Cor weet te ver tellen. dat je nooit meer wit wordt, als je 25 jaar lang aan het strand hebt gelegen. In die 25 jaar is er volgens haar wel het nodige veranderd in Scheveningen. De vader van tante Diny bijvoorbeeld, ging vroeger met haar vader en de rest van het gezin naar het strand en aan het einde van zo'n dag - als ze „bruin wa ren als okkernoten" - werd de tent onder het warme zand begraven. En de volgen de dag lag het tentdoek daar nog steeds. Nee, tegenwoor dig zou je zoiets niet meer hoeven te proberen. De men sen zijn ook agressiever ge worden en hebben meer pre tenties, vinden de vier vrien dinnen. Tante Diny heeft van kinds been af geleerd de charmes van het strand te waarderen. Waarschijnlijk dat ze daarom ook op haar zestigste nog tot de fanatiekste der strandgan- gers gerekend moet worden. „Mijn moeder had een filoso fie. De mens is uit water ge boren. Vruchtwater dus. Wa ter, de zee, zal mensen blij ven trekken. Het kalmeert, je wordt er rustig van", debi teert zij moeders wijsheden. Tante Cor is in feite altijd al verliefd geweest op het strand. De kinderen hadden bronchitis en de zeelucht was gezond. Toen de kinderen naar school gingen, zat ze thuis. Daarop besloot ze zich vooral 's zomers min of meer permanent op het strand te vestigen. Helaas houdt haar man niet van zon en zee. „Hij wil me er soms neerzetten en weer ophalen, maar blijven kan hij niet. Er is thuis al genoeg strand, zegt hij. Overal vindt hij zand dat ik in kleren, schoenen en handdoeken meebreng naar huis. Hij begrijpt het mis schien niet echt, maar zal me nooit van het strand af kun nen houden". Meneer Van Manen, de echtgenoot van tante Sieta, wil wel regelmatig op het strand verschijnen, maar distantieert zich van de vier vriendinnen. Hij zoekt zijn heil verderop op aan de kust. Tante Sieta begon een hechte band met het strand op te bouwen sinds zij in haar jonge jaren een vrijkaar- tje voor het luxebad aangebo den kreeg. Met haar zus Dientje was ze sindsdien niet meer van het strand weg te slaan. Tante Dientje: „Mijn man was werkzaam op het strand. Als elektricien werkte hij voor de strandtenthou ders. Het liefst wilde hij dat zijn as over het strand werd uitgestrooid. Zoveel voetstap pen heeft hij er nagelaten. Uiteindelijk heb ik dat niet gedaan". Doorgaans gaat één hunner voor dag en dauw naar Sche veningen teneinde vier stoe len te bezetten. De overige drie volgen spoedig. „Het is heel merkwaardig", zegt tante Cor, „maar soms ren ik naar de bus. Alsof ik bang ben te laat op het strand te komen. Ik moet gaan. Soms is het wel plezierig als er een slechte dag tussen zit. Dan is de drang minder en heb ik ein delijk de rust om in het huis te gaan werken". Tante Dien? tje vult aan: „Je bent nauwe lijks uit je bed, je kijkt naar buiten en weet niet hoe snel je naar zee moet gaan". Aan het begin van een stranddag drinken de dames allereerst een kopje koffie op het terras. Als de dag heel ge zellig wordt, kan er ook nog wel eens een glaasje sherry af Per week spenderen ze een gulden of 130 aan versnape ringen. Als de vier badgasten eenmaal hun posities inne men, „niet op de planken-ter rassen, maar met de voetjes lekker in het zand", is op het strand nog geen sterveling te bekennen. Een van de ken nissen die vrij geregeld in hun openluchtwoning „op vi site" komt, geeft strategisch aan wanneer de vier van stel ling moeten veranderen: „Meedraaien met de zon. 45 graden!". Het fijne van hun vaste stek is vooral dat er geen muziek gespeeld wordt. Er kan rustig gekeuveld wor den en niemand heeft de nei ging zijn oren met isolerend zand te laten vollopen. En als dan wel een onverlaat met een galmende radio de serene rust komt verstoren, biedt het probleem-oplossend ver mogen van de dames uit komst. Allervriendelijkst kwestie en manoeuvreren zich geanimeerd richting vo lumeknop. Tante Diny: „Zo doende wordt het publiek ge selecteerd. De mensen den ken dan: wat een trutten en gaan ergens anders zitten". „Die meneer schrijft het op, maar zo is het inderdaad", bevestigt tante Cor. Olifanten De vier Haagse zonnebaad- sters geven tijdens het praten hun ogen goed de kost. Ru ziënde echtparen en zeurende kleine kinderen worden vol leedvermaak in beschouwing genomen. Lachen hoort erbij. Tante Diny vertelt van de keer dat ze zo intensief aan het praten waren, dat het strandleven om hen heen vergeten werd. Alleen tante Sieta was alert en zei droog: „Hoe zouden jullie het vin den als er twintig olifanten in zee zouden staan?". De drie vriendinnen vreesden een zonnesteek. Maar toen zij zich omdraaiden, waren in derdaad twintig Jumbo's aan het pootjebaden: een publici teitsstunt van het circus. Eenmaal op het strand kun nen de vriendinnen moeilijk loskomen van de zonnestra len en het behaag}ijk warme zand. Bij een kennis gebeurde wat hen ook had kunnen overkomen. Tante Cor: „De vrouw was hoogzwanger. Om zes uur stond ze nog in zee. Om half negen lag het kind in de wieg. Tijdens het baren had ze het zand nog tussen haar tenen". En zo vervliegen de zomerse dagen. De vier komen als eer sten en vertrekken als het strand uitgestorven is. Alleen een paar krijsende meeuwen houden de dames dan nog ge zelschap. Niet alleen in het hoogseizoen zijn de vier da gelijks op het strand te vin den. Zelfs 's winters blijft de zee trekken. Weer of geen weer. Eens, in het najaar, werd Scheveningen geteisterd door een zware storm. Schui mende golven spatten op de boulevard uiteen. Parapluut jes waaiden aan stukken. De mensen konden zich met moeite staande houden. Bin nen konden de kachels niet hard genoeg branden. Maar tante Dientje was vrolijk over de boulevard aan het flaneren. Haar man hield het voor gezien en ging terug naar veiliger oorden. Tante Dientje: „Ik moest verder gaan hè. Het was eigenlijk prachtig op de boulevard. Werd ik plotseling aangehou den door de politie. Of ik misschien depressief was. Die agenten dachten dat ik zelf moord wilde plegen". WIM BUNSCHOTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 32