Slacht offers van Tsjernobyl zijn door iedereen vergeten Zwak CeidócSouomit ZATERDAG 25 APRIL IS Inwoners van de Poolse hoofdstad Warschau in de rij voor een apotheek om jodiumo- plossing te kopen. Het gebied is ongeveer zo groot als Friesland. De ooievaars zijn er net weer teruggekeerd naar hun nesten. Kippen, ganzen en eenden schransen dagelijks hun portie eten bij elkaar en hebben nog maar één gezamenlijke vijand: de vos, die maar een enkele keer per dag hoeft toe te slaan om z'n honger te stillen. De huizen van de ongeveer honderd dorpen zijn gezellig ingericht. Aan de muren hangen familieportretten en schilderijen. De bedden zijn netjes opgemaakt. Op sommige kachels staat een pannetje eten. Maar nergens op het oppervlak van 4500 vierkante kilometer is een mens te bekennen. Het is de omgeving van Tsjernobyl, waar vorig jaar een kernreactor ontplofte. De 135.000 bewoners werden geèvacueerd. De boeren zijn verdwenen. De bodem is kaal, afgegraven of geasfalteerd. Het oppervlak moest worden schoongemaakt. Dertig centimeter van de bovengrond werd verwijderd. En nu nog is de straling er gevaarlijk hoog. Het gebied is voorlopig, tot op een afstand van dertig kilometer van de kerncentrale, tot verboden zone verklaard. TSJERNOBYL - 26 april 1986. Een on- bekend stadje ten noorden van Kiev in de Sovjet-Unie wordt getroffen door een catastrofe. Het zal een halve week duren voordat het nieuws erover wereldkundig wordt gemaakt. Dan moeten in Neder land ijlings de koeien, die juist de grazi ge weiden hebben opgezocht, terug naar de stal. Dan is melk even niet gezond voor elk. Dan kun je van spinazie niet sterk, maar doodziek worden. In de win kels ontstaat een run op blikgroenten. Want er waart een spook door Europa - het spook van de radioactieve straling. In september wordt door de Sovjet-Unie aan de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) in Wenen een openhartig rapport overhandigd. Het on geluk in de kerncentrale van Tsjernobyl was, zo wordt gemeld, te wijten aan een reeks grove fouten van het personeel dat de veiligheidsnormen negeerde tijdens een experiment. De druk in het hart van reactor 4 was op 26 april 1986, om 01.23 uur precies zo groot geworden, dat de gloeiend hete splijtstofstaven barstten en stukken ervan in het koelwater terecht kwamen. Dat veranderde direct in stoom. De buizen van het koelsysteem konden de druk niet houden en scheur den. Er volgden waterstofexplosies. Het zware dak werd van de reactor geblazen. Brandende brokstukken vlogen door de lucht. Radioactieve stoffen werden hoog de atmosfeer ingestoten. De wind voerde de wolk in eerste instantie naar Zweden. Het was een aannemelijke verklaring. Hij bevestigde, in grote trekken, wat al werd vermoed. De ontploffing heeft nu, een jaar later, uiterlijk maar weinig sporen nagelaten. In Nederland zijn ernstige gevolgen na genoeg uitgebleven. Misschien zullen uiteindelijk, zo luidt één van de medi sche prognoses, drie Nederlanders ster ven als gevolg van het ongeluk van Tsjernobyl. Misschien ook niet. De rui terlijke erkenning uit Moskou dat het ongeluk te wijten was aan menselijke fouten, aan een uit de hand gelepen ex periment, werkte vertrouwenwekkend. De ramp was het kennelijke gevolg van een samenloop van omstandigheden, had dus voorkomen kunnen worden en behoefde derhalve niet automatisch het einde in te luiden van het atoom als energiebron. Wanneer het ongeluk al mensen aan het denken heeft gezet, dan dacht men vooral aan zichzelf. Veilig? Onmiddellijk na de ramp ontstond de discussie: hoe veilig zijn onze eigen kerncentrales? De nog steeds voorlopige conclusie: veilig, althans veiliger dan die in de Sovjet-Unie. Vrijwel niemand maakte zich zorgen over het lot van de getroffenen zelf: de 135.000 bewoners van het getroffen gebied die werden geè vacueerd en de duizenden mannen aan hulptroepen die werden ingeschakeld om de dreigende „meltdown" te voorko men, de brand in de centrale te blussen en het gebied schoon te maken. Door een volstrekt ontoereikende voorlichting zijn verder miljoenen burgers van de Sovjet-Unie langdurig aan een onverant woord hoge stralingsdosis blootgesteld. De „glasnost", de nieuwe openheid in de Sovjet-Unie, heeft wat dat betreft gerust stellend gewerkt; verdoezelend zelfs. Na de schandalige eerste weken, waarin vrij wel uitsluitend valse of misleidende in formatie werd verspreid, is Moskou vrij open geworden over de ramp. Alleen de gezondheidsproblemen blijven tot nu toe volstrekt onderbelicht. Het officiële aantal slachtoffers is in de Sovjet-Unie definitief vastgesteld op 76. In maart zei de minister van gezondheid in de Oek raïne, Nikolaj Romanenko, dat ten hoogste 200 tot 600 mensen aan de ge volgen van de opgelopen straling zouden bezwijken. Dat valt dan geweldig mee. Maar waarschijnlijk rekent de Sovjet- Unie alleen maar die doden als slachtof fer, die direct met het stralingsongeluk te maken kregen. Westerse deskundigen vrezen dat er tienduizenden mensen aan kanker zullen sterven; misschien nog wel veel meer. Het zal evenwel niet te con troleren zijn. Iedereen kan immers kan ker krijgen. Door allerlei oorzaken. Evacuatie Aan de Westduitse grens werden vrachtwagens die uit het Oostblok kwamen door goed ingepakte brandweerlieden ont daan van modder en stof die radioactief waren. De Sovjet-staatscommissie voor kern energie werd al drie uur na het ongeluk ingelicht, zo blijkt later. Maar met de in formatie wordt aanvankelijk niet veel gedaan. De „maatregelen", waarover het tv-journaal rept, komen pas zondagmid dag op gang. Als de reactor al 36 uur brandt en onverminderd radioactieve straling in de lucht brengt, wordt de stad Pripjatj, bij de cen trale, ontruimd; van het ene moment op het andere, zonder waarschuwing voor af. Elfhonderd auto bussen zijn in Kiev en omgeving gechar terd. De 49.000 in woners krijgen geen gelegenheid iets in te pakken. Naar kinde ren die buiten spelen, mag niet worden ge zocht; er zal ook voor hen worden ge zorgd. Het zal in sommige gevallen weken duren voordat gezinnen weer zijn herenigd. De was blijft aan de lijn, het eten op tafel zal niet worden gegeten. Uit eindelijk zijn er 135.000 geévacueer- den. Inclusief de in woners van drie dor pen die zich op een afstand van 135 kilo meter van de centra le bevinden, omdat de straling daar door regen was neergesla- de buurt van Kiev wordt getest op radioactiviteit De kleine Katja Litvinova uit een dorpje in Niets aan de hand. De kinderen die uit het gebied rond Tsjernobyl zijn geevacueerd, lijn gezond en hebben het best naar hun zin in het jeugdkamp waar zij naartoe zijn gebracht. Dat was de teneur van de berichtgeving over de ramp in de Sovjet unie. In Pripjatj stijgt de straling die zondag morgen tot 600 millirem per uur; 50.000 keer meer dan in de natuur. Hij neemt in de komende uren alleen maar verder toe. Het besluit tot evacuatie valt pas als de inwoners gemiddeld al aan dertig maal meer straling hebben blootgestaan dan een werknemer in een kerncentrale in een jaar mag incasseren. In het Westen volgt een lawine van pu bliciteit. Het Zweedse vermoeden is be vestigd. De theoretische rapporten over de mogelijkheid van ongelukken met kerncentrales worden uit de la gehaald: Zoveel rem is zoveel doden. Dus moet het aantal slachtoffers rond Tsjernobyl in de duizenden lopen. Het zijn theoreti sche speculaties, maar uit de Sovjet- Unie zelf komt geen spoor van informa tie. Geen verrassing trouwens. Voortdu rend heeft de Sovjet-Unie de veiligheid van de eigen kerncentrales geprezen. Consequent wordt ontkend dat er al in de jaren vijftig een kernramp plaats vond, in de buurt van Sverdlovsk. Het getroffen gebied is ook nu nog ontoegan kelijk. Desinformatie In de eerste dagen na de ramp doet de Sovjet-Unie er alles aan om het ongeluk te kleineren. De speculaties over duizen den doden worden gebagetelliseerd als westerse propaganda: het zijn er - Sov jet-journaal van 29 april, 21.00 uur - twee. „De stralingssituatie heeft zich ge stabiliseerd". Op welk niveau? Dat blijft onduidelijk. De schaarse informatie over de catastro fe gaat in de Sovjet-Unie gepaard met uitvoerige artikelen over ongelukken die in westerse kerncentrales hebben plaats gevonden. De gevaren van Harrisburg (bijna-ramp) en Windscale (voortduren de incidenten) worden uitvoerig toege licht. Maar er wordt geen melding ge maakt van het feit dat in Polen de ver koop van melk is beperkt en jodiumta- bletten beschikbaar zijn gesteld voor de bevolking. De volgende dag ontberen de Sovjetburgers het bericht dat in Honga rije, Joegoslavië, Italië, Zwiterland, Bel gië en Frankrijk op 30 april een verho ging van de radio-activiteit in de atmos feer is gecontateerd, terwijl het niveau in Zweden en Polen aan het afnemen is. Tegelijk krijgen de westerse journalisten in Moskou te horen dat het „helaas" on mogelijk zal zijn vanaf 1 mei films te verzenden via de satelliet. Technische problemen, sorry. De mogelijkheden om rechtstreeks verslag te doen van de pa niek die intussen toch is ontstaan, wor den daarmee geblokkeerd. Het nieuws over de ramp is in de* Sov jet-Unie al gauw gemeengoed. Veel bur gers van de Sovjet-Unie luisteren im mers niet alleen maar naar de Sovjetzen ders - juist niet. De westerse stations, BBC, Deutsche Welle, de Nederlandse Wereldomroep staan, terwijl de Sovjet pers nog steeds een onbetekenend inci dent suggereert, al dagen bol van infor matie over de kern ramp. Kiev komt op z'n kop te staan. Voor de schooljeugd breekt plotseling, volstrekt onver wacht, vakantie aan. De jongens en meis jes verdwijnen naar zomerkampen. Zeer veel volwassenen proberen dé stra lingszone te ont vluchten. Er ontstaat een run op tickets voor de trein, een vliegtuig, als de be stemming maar ver weg is. In Kiev neemt niemand meer risico's. Maar niet vergeten mag worden dat, om de ramp echt te over winnen, de medewer king noodzakelijk was van tienduizen den „vrijwilligers" die werkelijk hun le ven riskeerden om nog ernstiger gevol gen te voorkomen. Het Sovjet-weekblad Ogoniok wijdde er een heroïsche repor tage aan. „Achter deze muur is de reac tor; de straling. Om hem te bouwen was grote moed nodig. Uit de dekking sprong een mens, met specie op een spatel. Klatsj. Terug. Na hem een bouwvakker met een bak steen. Pletjs. Op de specie. Weg. In dek king. Elke seconde telde". Op die ma nier, aldus het weekblad, werden de werkzaamheden verricht die noodzake lijk waren om de gevolgen van de ramp tot een minimum te beperken. Het arti kel prijst de helden. Terecht. Zonder hen zouden de gevolgen van de kernramp van Tsjernobyl nog ernstiger zijn ge weest. Het gevaar van een „meltdowm", de kernsmelting werd bedwongen door het bouwen van een tunnel. Om die te realiseren was de inzet noodzakelijk van tientallen al-dan-niet-vrijwilligers, van wie onvermijdelijk een aantal intussen overleden is. hier al eerder. „Nooit meer Hamsburj was toen één van de leuzen. Toen lui^ terde bijna niemand en dat is vandaf-- niet anders. Aan de andere kant van <U Westerschelde, in Doel, hebben zever honderd werknemers wekenlang gr staakt. Twee kerncentrales werden k„. aan de gang gehouden door hondef)^ werkwilligen. Het waren eerst vier ceLn trales, maar rond Pasen is er mindfl stroom nodig. Het afkoppelen had, <l thans volgens de officiële verklaring niets te maken met het vraagstuk van d veiligheid. Afgezien van een heftig briefwisseling op regeringsniveau leCt niemand zich echt bezorgd te maken. EL| een inspectie van het Osart-team is ije tussen gebleken dat aan de veilighef van de centrale van Borssele nog veel La) verbeteren is. In Frankrijk blijken de ij stallaties van Pierrelatte en Creys-Ma- ville bij voortduring te lekken. Maar 0 een jaartje windstilte komen aarzelen, Tienduizenden „vrijwilligers" riskeerden hun leven om noj.M ernstiger gevolgen te voorkomen. ijk weer de plannen op tafel voor uitbralel ding van kernenergie. In de Sovjet-Untm zijn de Tsjernobyl-reactors 1 en 2 allaiyoi weer aan het werk, wacht centrale nuijoc mer 3 op reparatie en de bouw vio nummer 5 en 6 zal binnen afzienbafru tijd worden voortgezet. Donderdag riöch: de Russische minister van energiezakqM dat het aantal centrales in de Sovjqev Unie nog voor 1995 verdrievoudigd z/en worden. Alleen centrale vier is onder e$ia; koepel van beton en staal verdwenen, lui ANDRÉ HORLINQnf Jaar later 25 april 1987. Gisteren, vandaag en morgen wordt de kerncentrale van Bors sele geblokkeerd. „Nooit meer Tsjerno byl", zeggen de spandoeken. Maar de be toging is meer een reünie dan een uiting van ernstige, massale onrust. Het over grote deel van de demonstranten was j. Met de bekendheid van ziekten is het raar gesteld. Iedereen kan zo zeggen wat een hartinfarct is, angi na pectoris of hypertensie, maar waar decompensatio cordis op slaat, weet waarschijnlijk niemand te vertellen. Komt decompensatie dan weinig voor? Nee, integendeel. Ongevaarlijk dan? Ook niet. Waar om dan zo onbekend? Omdat, denk ik, de kwaal erg moeilijk is uit te leggen. Goed, we doen ons best. Voor decom pensatio cordis bestaat eigenlijk geen handzame lekenterm. Patiënten noemen het wel eens „vocht achter de longen" of ook wel „een zwak hart". De verschijn selen heeft iedereen ofwel bij zichzelf, of bij een ouder familielid of bekende kun nen meemaken. Een op het oog bizarre reeks. De meestal oudere patiënt klaagt over kortademigheid bij inspanning, hij moet er 's nachts vaak uit om te plas sen, slapen gaat het best met een stapel kussens in de rug, aan de enkels kan oe deem ontstaan zodat je na een lange dag moelijk in je schoenen kunt, een beetje inspanning maakt hem (of haar natuur lijk) gauw moe. De geneesmiddelen te gen deze toestand zijn tamelijk beroemd: digitalis en plaspillen, vooral deze twee worden in de praktijk met redelijk suc ces aangewend. Een bizarre reeks klachten die een groot ste gemene deler kan hebben: een te zwak hart. Hoe dat precies in zijn werk gaat is een van de belangrijkste ontdek kingen van de medische wetenschap. Elk schoolkind weet dat het hart het bloed in cirkels rondpompt. Laten we eens als het startpunt het linker punt van het hart nemen, en vervolgens met het bloed meereizen. Het linker deel hart pompt met elke harteklop het bloed de grote li chaamsslagader ofwel aorta in. De aorta vertakt zich in steeds kleinere haarvaat jes en die voorzien weer elke lichaamscel van voedsel en zuurstof. De cellen depo neren als dank hun afvalstoffen in de haarvaatjes. Al die haarvaatjes komen uit op de grote holle ader, die vervolgens het afgewerkte bloed naar het rechter hartdeel stuurt. Maar dan. Voordat het bloed naar het linker hart gaat, maakt het nog even een omweg langs de longen om nieuwe zuurstof op te doen en komt dan pas in het linker deel van het hart terecht. Dan is de cirkel gesloten. Heel logisch, maar toch was er een geni aal man voon nodig om dit te ontdek ken. De moeilijkheid was dat de haar vaatjes - de verbindingsstukken tussen slagaderen en aderen - niet met het blo te oog te zien zijn. Het leek tot 1628 net als of het bloed vanuit het linker hartge- deelte spoorloos in de organen ver dween. In dat jaar schreef William Har vey op grond van briljant onderzoek in zijn boek „De motu cordis et sanguinis": „Het bloed beweegt zich bij levende we zens in een kring; de beweging van het hart en de hartslag zijn de enige oorza ken". Vanaf toen is het hart in medische ogen niets anders dan een ordinaire pomp, dat het bloed door een gesloten buizennet (de bloedvaten) stuwt. Fysiologen, medische ingenieurs, kon den nu bij wijze van spreken zo uitreke nen wat er gebeurt als de pompkracht van het hart achteruitgaat. Stel: het hart gaat in kracht achteruit, wat dan? Zeker bij inspanning krijgt het hart het niet voor elkaar om voldoende bloed de sla gaderen in te pompen. Het gevolg ligt voor de hand: bij inspanning word je al gauw moe. De nieren, de aftapkranen van de bloedbaan die nu ook minder bloed krijgen, komen op het verkeerde idee dat er te weinig vocht in de bloed vaten zit en gaan minder water en zout uitplassen. Verkeerd idee of niet, in het begin geeft een beetje overvulling van de bloedvaten het hart meer kracht. Er gebeurt nog iets belangrijks. Als het hart te weinig bloed de slagaderen kan Inpompen, dan kan het ook te weinig bloed uit de aderen wègpompen. Gevolg: het bloed hoopt zich vooral bij inspan ning voor het hart, in longen of andere plaatsen op. Wat dan gebeurt is ook lo gisch. Het file-geparkeerde bloed in de longen kan nu te weinig zuurstof opne men zodat je bij inspanning al gauw kort van adem wordt. In het uiterste geval loopt de overmaat aan vocht de long blaasjes in: longoedeem. In elk geval verklaart deze toestand waarom patiën ten liefst zo rechtop mogelijk willen sla pen, op die manier blijft de overmaat aan vocht zoveel mogelijk in de benen hangen. De overmaat aan vocht geeft in de aderen nog meer problemen, het pompt de weefsels op met vocht: de le- ille ver kan opzwellen of anders wel lage êm len, meestal de enkels, van het lichaa»e^ Dan dat 's nachts plassen, 's Nachts, fed rust, heeft de bloedsomloop dat ex^ door de nieren vastgehouden vocht nPel meer nodig. Het overdag opgebouwe.^ oedeem wordt dan uitgeplast, vand#11' decompensatie-patiënten fas 's nachts vaker uitmoeten. Wat er aan te doen? De - logische^ therapie bestaat uit het uitdrijven vanpu! overmaat aan vocht door zoutloos din11 en plaspillen, en het oppeppen van f131 hartkracht door bedrust en digitalis. 7az mei ijk nieuw is het ontlasten van hart met bloedvatverwijdende middelrJ11 Helpt dat? Jawel. Decompensatio cor£a: kan bij elke overbelasting van het hfl* optreden, maar komt in zijn chronisAj vorm het meest voor bij oudere mens£le met een min of meer „versleten" havei Die kunnen met deze therapie aardig !e 1 weg worden geholpen. Dat de kwaal to1111 zo weinig bekend is - bedenk ik al i pend - komt doordat de behandelingr weinig spectaculair is: geen heroisc^-1 operaties, geen hartrenwagens (meesu geen luchtbruggen en een gemiddefcr huisarts kan de was doen. 'ut

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 24