Titanic: Een grafzerk van roest op 3900 meter diepte „He zing omdat mijn hart huilt" Eenvoud Met een zwemmend oog naar 's werelds grootste zeemansgraf HET VERBORGEN VERDRIET VAN HONGARIJE: Hongarije op Holland Festival Nederland en Hongarije hebben iets moois. Al jaren lang. Eeuwen lang zelfs. Het zijn historische banden, die in de jaren zestig verankerd werden in een cultureel verdrag. De Hongaren, voorzichtig bezig met het veroveren van een eigen positie in het oostblok, zien in dit verdrag in de eerste plaats een mogelijkheid openingen naar het westen te hou den. Met in gedachten de woorden „We willen niet breken, maar wel beter leven", zoals een lid van de Handelskamer in Boedapest zei, staan in de week van 9 tot 15 juni van dit jaar in Nederland twee han delsbeurzen op het programma: in het wereldhandelscentrum in Am sterdam en in de Rotterdamse Ka mer van Koophandel. Voorts zijn er in het kader van het Holland Festi val deze zomer tal van optredens door allerlei Hongaarse gezelschap pen. Deze activiteiten zijn het ant woord op een reeks Nederlandse manifestaties eind vorig jaar in Hongarije, met als een van de hoog tepunten het staatsbezoek van ko ningin Beatrix. Vorige maand bracht op uitnodiging van de Hon gaarse regering een groepje van tien Nederlandse journalisten een tegen bezoek aan Hongarije. Een van hen was onze redacteur Ed Figee. Hier onder zijn verslag. BINNENLAND/BUITENLAND CeidaeSou/nMit ZATERDAG 11 APRIL Ik lees dat de yuppies al ra als vergeelde bladeren van bomen vallen, ook al is hei lente. De jonge, gladde, cosmopoliete ridders van h rijke leven gedijen slecht i het laagland. Ze geven aanstoot door de enige zon tegen het fatsoen, die we I te lande nog kennen, tot de te verheffen: het publiekei de lof bezingen van het gi geld. Het is nog steeds zo i i openbare vrouwenknijperij toch een zeer ernstig vergt u minder zwaar zal won aangerekend als het uitmel van levenloze effecten. Wa geld is vies. De yuppies dromen een Amerikaanse droom van Wall Street behangen met schatkistpap i Ze zijn gouden kalftypetjes met een „lifestyle" die nie lang meer als roos van goudstof op kraag en schouders van de donkere overjas van ons nationale imago zal liggen. Het is opmerkelijk dat de flowerchildren van Weleer zulk een merkwaardig nageslacht van skinheads, punkers en yuppies hebbel gekregen. Bij het afsterven van wedei een „lifestyle" stel ik vast ik zelf nooit erg modebew ben geweest. Ik sta buiten mode. Ik was een miseralx yup in de lieve, wat melancholieke dagen van i flowerpower. Onder de kroonluchters van de Walt Astoria en de St. Regis nipl droge champagne en ik vo die satijnen oorden des verderfs heel wat aangem dan de duistere rookholen Greenwich Village, waari nog even als beatnik heb gebivakkeerd. Als voortijd, yup liet ik mijn schoenen poetsen bij de ingang van grote financiële instellingt in de hoop daar de inside op te vangen die de grond zou vormen voor mijn eei miljoen. Aan diners en banketten ontmantelden iw Lockheed, analyseerden Hughes Tool en besloten soya of rijst op termijn te kopen. Het was een leeg, n heerlijk bestaan. Nu, vele jaren later, staat i leven in het teken van ee welhaast karige eenvoud. Zoals sommige lieden er b tijd en wijle op uit trekken in Antwerpen breedschali gaan drinken, in Brugge bourgondisch te eten of wi de bruinen aan de Cóte d'Azur, zo heb ik mij geve bij een kleine schare nieuwlichters, die af en to weelde van huis en haard verlaten om een weekeini primitief te leven op het platteland, als het even ki van de vruchten des velds staan bekend als de ASIE groep. De naam is opgetrokken uit de beginletters van woorden arcadisch, simpel, eenvoud en lamaarwaaien. Twee dozijn asielzoekers arriveerden het afgelopen i weekeinde in een J kampeerboerderij, waarin ijzersterke trampolinebedjt stonden opgesteld voor maximaal 120 welpen. Pei persoon konden wij dus o\ vijf legersteden beschikkei 5 Over de omliggende velde was, kort voor onze aankc een ragfijn sluier van varkensmest gehangen, di j longen prikkelde en diê d te zeer verwende stadstyp brakend naar binnen joeg.1 Slechts een onzer, een wa i agrarisch bevlogen man, s I alsof hij boven een kruid{ stoofpot stond en zei, bene van genot: „Hurluk, hurlu dit is de lijf geur van het la I Later ontstonden er bekommerde gesprekken 11 de vraag of grote delen vi I Brabant, bij aanhoudende noordwestelijke wind, niel meren van varkensmest zi afdrijven naar midden-Be Lang hebben we daarvan wakker gelegen op de ijze I welpenbedjes waarin een volwassen mens niet ken kan, noch woelen. Ik heb bittere pijnen in geledén alvorens, bij het aanbreke van de dag, rigor mortis intrad. Mogelijk door de breeduithangende gierna\ ontstond de situatie dat et kudde van meer dan hom geiten (die toch ook niéi wekelijks met water en schuim worden gewasssen aangenamer rook dan de ASIEL groep. Door de hardheid van het buitenM begonnen de welstandsgebondenen aid tekenen van verval te vertonen. Ze begonnen en hulpeloos liit te zien, als uitgetreden monniken, op\ zoek naar een nieuwe Hm De bedoeling is dat wij ali ASIEL groep zodanig aai I eenvoud gaan wennen, d&\ na 2000 slechts lichtjes zul drukken op ons sociale bolwerk. (Van onze correspondent Jo Wijnen) WASHINGTON Het moet een schokkende er varing zijn geweest. Ro bert Ballard, die op 1 sep tember 1985 de eerste glimp opving van de don kere massa die niets an ders dan de romp van de Titanic kon zijn, schreef later: „Het duurde niet langer dan twee minuten. Maar die eerste blik op de immense, zwarte romp zal voor altijd in mijn geheu gen gegrift blijven". Ballard is een van de weten schappelijke medewerkers van het Amerikaanse Oceanogra- fisch Instituut van Woods Hole op het schiereiland Cape Cod (Massachusetts) die het wrak van de Titanic opspoorde en er later meer dan 53.000 foto's en vele uren videofilm van maakte. Miljoenen Amèri- kaanse televisiekijkers hebben al met verbazing en ontzag naar die films gekeken: een reeks van spookachtige, maar soms ook ontroerende opna mes, gemaakt in het intense duister dat op de bodem van de oceaan heerst. De kijkers zagen niet alleen de vage omtrekken van het rampschip, maar ook huive ringwekkende details, zoals een wijnfles, het porceleinen kopje van een pop, stukken meubilair, takelwerktuigen, sierlijke flessenkoelers, een weg gespoelde wc-pot, een met roest overdekt bad. In het bin nenste van het schip, bewe gend op de trage stroom van het water, hing het restant van een kristallen kroonluchter. Op een deur was nog een bordje te zien met het op schrift: „This Door for Use of Crew Only". In die donkere wereld van wat eens 's werelds machtigste oceaanstomer was het schip dat niet kon zinken is een monument van roest ontstaan; roest dat in de loop van de meer dan zeventig jaar dat de Titanic op de oceaanbodem rust, is gaan drijven, druppe len en uitdijen en aldus mach tige, diepbruine en rode stalag- tieten heeft gevormd die langs patrijspoorten, opgescheurae gaten, restanten van deuren, luiken en relingen en zelfs langs de nog goed zichtbare vormen van de voorsteven naar beneden druipen. Dat roest zal de Titanic over vele, vele jaren volkomen verteren. Middenschip Er zijn nog steeds schatzoekers en avonturiers, die ervan dro men het wrak van de Titanic te bergen. Maar de ontdekking van het schip heeft tot de on ontkoombare conclusie geleid dat dat nooit mogelijk zal zijn. Alleen al het bereiken en het fotograferen van het schip plaatste de wetenschap voor bijna onoverkomelijke proble men. Het wrak ligt ongeveer 350 zeemijlen ten zuidoosten van New Foundland. Het be vindt zich op een diepte van 3900 meter. Gewone duikers kunnen het wrak ongemoge- lijk bereiken vanwege de enorme neerwaartse druk die er heerst: ettelijke duizenden kilo's per vierkante centime ter. Het enorme schip is op weg naar de diepte en als gevolg van de neerwaarste druk in drie stukken uiteengevallen. Het voorschip met een deel van de brug en een aantal dekken is nog het meest intact. De boeg heeft zich diep in de Kapitein Smith van de Titanic maakte zijn laatste reis. modder van de oceaanbodem gewoeld. Ongeveer een kilo meter verderop ligt het ach terschip. Tussen beide nog herkenbare scheepsdelen in liggen de uiteengevallen res ten het middenschip. De vier machtige schoorstenen zijn, net als de masten, afge broken. Alleen de neergelaten laadboom boven het ruim van het voorschip is nog redelijk intact. De brug is onder de druk van het water bezweken. Er hangen nog steeds stalen lijnen langs de flanken van de Titanic. Die moeten van de reddingsboten zijn geweest die tijdens de ramp werden neer gelaten. Het Oceanografisch Instituut van Woods Hole maakte bij de speurtocht naar het wrak ge bruik van de Alvin, een in 1964 in gebruik genomen duikboot die speciaal is ont worpen voor diepzeeonder- zoek. De duikboot biedt plaats aan drie personen. De Alvin kan de enorme neerwaartse druk van het water tot op on geveer 4000 meter diepte weerstaan. Er zijn enkele klei ne kijkluiken en openingen voor de lenzen van tv-came- ra's in de buitenste wanden van het vaartuig aangebracht. Trappenhuis Aanvankelijk was het niet mo gelijk de Alvin dieper 2000 meter te laten duiken. Maar in 1970 toen nieuwe, sterkere materialen beschikbaar kwa men besloot het Oceanogra fisch Instituut de duikboot om te bouwen en aan te passen. De Alvin kon nu, geheel zelf standig en zonder met lijnen bevestigd te zijn aan een con ventioneel, aan de oppervlakte varend schip, naar diepten van rond de 4000 meter afda len. Vanaf dat moment werd gedacht aan het opsporen van de Titanic. In de zomer van 1985 voer het onderzoeksschip Knorr naar de plaats waar het wrak van de Titanic zich moest bevinden. De Alvin werd te water gela ten en op 1 september ontdek ten Robert Ballard en twee an dere medewerkers van zijn in stituut, na 33 uur zoeken, het wrak van de Titanic. En nog datzelfde jaar begonnen de po gingen het schip uitvoerig te filmen en te fotograferen. Tij dens de speurtocht naar het Titanic was gebruikt gemaakt van een „zwemmend oog" dat door de onderzoekers "Argo" was genoemd. Dat oog bestond in feite uit hypergevoelige len zen die aan videocamera's wa ren verbonden en die in totale duisternis konden „zien". Het probleem was alleen dat het „zwemmend oog" zich niet echt kon voortbewegen, niet bestuurbaar was en dus ook geen verkenningen kon uit voeren in tevoren vastgestelde gebieden. Technici ontwierpen nu een klein duikbootje dat electronisch kon worden be stuurd en dat met een 65 me ter lange besturingsliin aan de Alvin was verbonden. Dat vaartuigje werd J.J. genoemd. De „onzlnkbare" Titanic had niet voldoende reddingsboten aan boord. J.J. droeg het zwemmend oog met zich mee en was boven dien voorzien van twee zeer sterke schijnwerpers. J.J. bleek een wonder van perfec tie en bestuurbaarheid te zijn. In opdracht van de mannen aan boord van de Alvin, bracht hij het zwemmend oog zelfs in het enorme trappen huis in het nog intacte voor schip van de Titanic, Vier dek ken diep. Getuigenissen Aldus hebben Alvin en J.J. miljoenen mensen een blik ge gund op het graf van 1522 mensen die in die vijftiende aprilnacht in 1912 verdronken in het ijskoude water van de Atlantische Oceaan. Het tragi sche lot van de Titanic is tot op de dag van vandaag tot de verbeelding blijven spreken. Over de dramatische onder gang van het schip zijn dui zenden artikelen en honder den boeken geschreven. Er is zelfs een film gemaakt over de laatste uren van het schip, waarbij dankbaar gebruik is gemaakt van de getuigenissen van de overlevenden. Het verhaal over de ramp met de Titanic is legendarisch ge worden. In speelgoedwinkels is nog steeds het plastic model van het rampschip verkrijg baar. En het beeld van het zin kend schip, waarvan de ach tersteven zich enkele minuten voor de definitieve ondergang trillend en stampend boven de golven verheft, is in het ge heugen van miljoenen gegrift, ofschoon er geen echte foto's of filmbeelden van de ramp bestaan. De discussie over de werkelijke oorzaak van de ramp zal waarschijnlijk nooit meer ophouden. De ramp is al meer dan zeven tig jaar het onderwerp van speculatie en gissing. Zo gelo ven we nog steeds dat de leden van de scheepsband, al tot hun middel in het water zittend, een laatste, heroïsch „God Save the Queen" speelden in de balzaal van de Titanic voor dat het grootste passagiers schip ooit gebouwd in de diep te van de Atlantische Oceaan verdween. Misschien dat de schokkende beelden van de Titanic die het vorig jaar door J.J. werden gemaakt, de my thes van de Titanic alleen nog maar versterken. Hoe dan ook: het raadsel van de ramp zal ook na de ontdekkingen van Robert Ballard en na het hui veringwekkende beeldverslag van J.J. nooit worden opgelost. Robert Ballard schreef: „De speurtocht naar de Titanic is voorbij. Laat haar nu rusten in vrede' BOEDAPEST Het Er- kel Theater brengt het, Honvéd Volksdans En semble. Op het podium een koor en een paar mu sici die op inheemse strij kinstrumenten zigeuner klanken spélen en solisten begeleiden. Geen gebrei de kousen en wapperende rokken, maar weeklagen de muziek bij een emotio neel verhaal over een bruiloft, verrassend sier lijk en gracieus uitgebeeld op een manier die het midden houdt tussen bal let en volksdans. Het verhaal speelt in 1848 wanneer de Hongaren onder leiding van dichter-soldaat Pe- töfi in opstand zijn gekomen tegen de Oostenrijkers, die hen overheersen. De verwor ven vrijheid duurt maar kort. Ruim honderd jaar later doen de Hongaren opnieuw een po ging een vreemd juk van zich af te schudden, ditmaal tegen de Russen, en weer loopt het verkeerd af. In de Ullöi Utca, een straat in het hartje van Boedapest, waar hard gevoch ten is, en in de Corvik Köz, vlakbij een bioscoop, zijn tallo ze kogelgaten stille getuigen. Het cliché als zou Hongarije „de vrolijkste barak van het kamp" zijn, zegt alleen maar iets over wat slechts aan de oppervlakte zichtbaar is. Het blijkt lang niet de werkelijk heid te dekken. Hongaren lij den, maar doen dat bij voor keur in stilte. Iemand zei: „De opstand van '56 is een trauma dat nooit meer weggaat; verge ten kunnen we het niet. Dat is onze aard niet". In Hongarije is het aantal zelf dodingen krankzinnig hoog. Bestaat er daarom dat schrij nende, op straat niet zichtbare, maar levensgroot aanwezige alcohol-probleem? De weinig florissante economische situa tie is ook debet. En dat exorbi tant hoge aantal echtscheidin gen dan? In Hongarije heeft alles met alles te maken. Is de liberalisatie, waar iedereen het in het westen over heeft, slechts een vernisje? Eigenlijk wel. Michiel de Ruyter Wie zich in de situatie schikt, heeft een redelijk bestaan; wie zich verzet, heeft het moeilij ker, maar kan zich handha ven. Dat is een verdienste van de liberalisatie. Hongarije is een verhaal over vallen en op staan, over emoties, zigeuners, voorzichtig opererende politi ci, een zwakke economie maar een springlevende cultuur. Eén van de belangrijkste ad viezen voor een westelijke be zoeker aan Hongarije is, niet van de veronderstelling uit te gaan in een Oosteuropees land te zijn. Dit land behoort tot midden-Europa. Het is bepa lend voor de sfeer waarin de langdurige en soms opmerke lijk openhartige gesprekken met hen verlopen. Nederland is in tal van opzichten dichter bij dan Bulgarije en dan het naburige, door Hongaren zo gehate Roemenië. Waar komt die relatie tussen Nederland en Hongarije vandaan? In het Oosthongaarse stadje Debrecen, vlakbij de Roe meense grens, staat zelfs een beeld van onze nationale trots, admiraal Michiel de Ruyter, omdat hij ooit door zeerovers gevangen genomen Hongaarse predikanten bevrijdde. Na de eerste wereldoorlog, die het Habsburgse rijk spleet en Hon garije van Oostenrijk los weekte, reisden enkele duizen den kinderen naar Nederland om hier aan te sterken. Onder hen een klein meisje, dat later Jónos Kódór zou trouwen, de huidige sterke man van Hon- 6arij* beerde aan de Russische over heersing te ontsnappen en in een bloedige opstand het on derspit delfde, verlieten velen hun land. Nederland nam vijf duizend vluchtelingen op. Sommigen trokken verder, een slordige drieduizend ble ven. Tot voor de tweede we reldoorlog was Hongarije een groot land, maar door de gis tende politieke verwikkelin gen uit de eerste helft van deze eeuw, slonk het van lie verlee tot een betrekkelijk on beduidende omvang. Imperialisme De oude generatie, op een bankje langs de Donau genie tend van de eerste lentezon, kan daarvan meepraten. Maar deze generatie maakte ook de opstand van '56 mee en leed opnieuw. Zij vertelt de jonge ren hoe het ooit was en waar schijnlijk nooit meer worden zal. Zij vertelt over de geschie denis van een land dat niet aan grootheidswaan lijdt, maar dat zichzelf graag terug zou willen vinden omdat Honga ren in zekere zin van elkaar houden en zich aan elkaar ge bonden weten. Daar ligt het gevoelige klankbord dat de weeklagende tonen draagt van Mórta Sebestyéns liedje „Ik zing omdat mijn hart huilt", tot duizenden, duizenden kilo meters ver. Hongaren wonen niet alleen in westelijke landen, maar door het opschuiven van de grenzen ook in Joegoslavië, Tsjechoslowakije, de Sovjet- Unie en in Roemenië, waar ze een grote minderheid vormen die stelselmatig wordt onder drukt en gediscrimineerd. De relatie met Roemenië is om die reden buitengewoon slecht. „Voor een Hongaar in Roeme nië is het moeilijker naar het moederland te reizen dan voor een Hongaar vanuit zijn moe derland naar het westen. De discriminatie in oost-Ruro- Winkelpromenade „Er zijn in totaal vijftien mil joen Hongaren; vijf miljoen daarvan woont in het buiten land; ons land telt tien miljoen inwoners. Een derde woont el ders, stelt u zich voor!". Plaats vervangend minister van cul tuur Ferenc Rótkai wil liever niet diep op het Roemeense probleem in gaan („Vraag het hen zelf, dan hoort u het wel"). Er is wel contact tussen beide staten, maar dat verloopt stroef. Rótkai: „Iedereen hier heeft wel familie in het bui tenland. Daarom reizen wij veel en komen hier veel men sen op bezoek. En daarom slaan wij op cultureel gebied onze vleugels uit, ook naar Ne derland. We hebben culturele banden met 76 landen, in het oosten, het verre oosten, de derde wereld, maar vooral ook in het westen. De Hongaarse cultuur moet overal meer her kenbaar zijn, want ons volk leeft in een diaspora". In een drukke platenzaak aan de rijke winkelpromenade Vóci Utca, de straat waar be halve de Russische partijleider Gorbatsjov („Zo moet het in Moskou ook worden"), vorig jaar tijdens het tweedaagse staatsbezoek ook koningin Beatrix winkelde, pakt het winkelmeisje voor een klant een plaat van Mórta Sebestyén uit een volgepakt rek. „We houden allemaal van haar", laat ze weten. ÈD FIGEE Gebruikte literatuur: Honga rije, uit de Dominicus-reeks van uitgever J.H. Gottmer uit Haarlem, zojuist verschenen. pa vloeit voort uit vrees voor een opbloeiend Hongaars im perialisme. „Grote onzin is dat. Wat ze bedoelen, heeft niets met imperialisme te maken. Hongaren hebben een sterke lotsverbondenheid die ze wil len delen, maar dat wordt niet goed begrepen", zegt een stu dente. De opstand van '56 was volgens haar in de eerste plaats een explosie van opge kropt verzet tegen het alsmaar verder onderdrukken van cul turele eigenheid en daarna verzet tegen politieke over heersing.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 6