Ed Roos staat model voor
nieuwe koers Feyenoord
Outsider
in Parijs-
Roubaix"
Van A totZ
I
ft ffióe Qowiant
ROTTERDAM - De aangeboden lift
naar een koffiehuis op „Hollands Spoor"
wordt bijna gretig aanvaard. „Ik moet
pas om half een beginnen, maar ik ben
altijd liever wat te vroeg dan te laat. Ik
ga gewoon eerst even een bakkie drinken
bij een vriend van me". Even later stapt
Ed Roos uit, slaat een sporttas over de
schouder en verdwijnt tussen passanten
het station in. Een voetballer op weg
naar zijn baan-voor-halve-dagen bij de
PTT. Op de afdeling telefoonaansluitin
gen. „Ik doe dat werk sinds begin okto
ber", heeft de Feyenoorder thuis nog
verteld. „En het bevalt me wel. Ik heb
tegenwoordig wat andere dingen aan
mijn hoofd dan alleen maar voetbal.
Sterker, ik heb het zelfs druk. En dat is
goed voor me. Dan voel ik me goed".
Ed Roos of Eddie zoals hij zichzelf tele
fonisch eerder meldde staat sinds kort in
de belangstelling. De 20-jarige Hagenaar
zou zelfs bijna model kunnen staan voor
de verjonging die bij Feyenoord de laat
ste tijd wordt doorgevoerd. Noodge
dwongen, dat wel. Maar toch. „Er zijn
inderdaad nogal wat blessures en schor
singen", vertelt de zoveelste Haagse
voetballer die aan de oevers van de
Nieuwe Maas furore lijkt te maken.
„Daardoor heb ik de laatste weken kan
sen gekregen". En naar het oordeel van
menigeen gegrepen. Want Ed Roos, een
wat slordige blonde coiffure boven een
prettig open gezicht en een opvallend
slank, slechts 69 kilo wegend lichaam,
heeft de voorbije weken aardig aan de
weg getimmerd bij Feyenoord. Viermaal
achtereen vervulde hij een invalbeurt,
acteerde alsof hij nooit anders had ge
daan in de top-elf van Rinus Israel en
scoorde en passant tweemaal. „Tegen
Twente en afgelopen weekeinde tegen
Excelsior. Beide keren in de verre hoek.
Ja, de verre hoek. Toeval? Ik weet het
niet. Wel lekker natuurlijk".
Minder opgewekt
Nog niet zo lang geleden keek Ed Roos
aanzienlijk minder opgewekt aan tegen
zijn leven van semi-profvoetballer.
„Voor de winterstop draaide het hele
maal niet lekker", vertelt de bescheiden
ogende en pratende Hagenaar. „Ik speel
de niet goed, de scherpte ontbrak. Oor
zaak? Ik weet het niet". Waarop vader
Roos, Ed senior, even invalt. „Het had
gewoon te maken met te weinig spelen,
te veel op de bank zitten. Dan ga je ge
woon wat van je ambitie verliezen, je
raakt uitje ritme". Ed junior knikt. Blikt
wat verder terug en komt tot de conclu
sie dat ook een portie teleursteling een
rol speelde. „In de voorbereiding heb ik
vrijwel alle wedstrijden gespeeld. Er
werd veel gewisseld, ik kwam steeds in
actie en speelde goed. Dat vonden ande
ren ook. Maar toen het seizoen begon
was ik er niet bij. Israel koos voor een
vaste formatie. Begrijpelijk, maar verve
lend voor mij. Israel had natuurlijk veel
nieuwe spelers en dat die speelden vond
ik billijk. Je gaat geen duur aangekochte
nieuwe spelers die aan elkaar moeten
wennen al na een paar wedstrijden ver
vangen. Maar voor mij was het niet
leuk. Veel trainen, in het tweede spelen
en alleen maar op de bank zitten bij het
eerste werkt niet bepaald stimulerend".
Rinus Israel hield lang vast aan zijn for
matie, te lang vond menige volger van
de matige prestaties van Feyenoord. Ed
Roos, voorzichtig, ook. „Misschien heeft
de trainer zijn ploeg wel te lang intact
gelaten. Het is in elk geval wel erg leuk
dat sinds er een aantal jongeren wordt
ingepast het een stuk beter gaat". Door
een vloedgolf van (langdurige) blessures
van Van Herpen, Roth en Heus moest
Rinus Israel gaandeweg jeugd gaan in
passen. Waarbij Ed Roos' vriend en
mede-Hagenaar Peter Barendse, dit sei
zoen in het bezit een full-profcontract,
het voortouw nam. Maar de voorbije
weken dus werd gevolgd door Roos, on
langs tegen Sparta door verdediger Ton
ZATERDAG 11 APRIL 1987
'S-HEERENHOEK - Jan Raas is een
pragmatisch ingestelde man voor wie
nostalgische gevoelens nauwelijks tellen.
Het verleden is passé en de huidige
ploegleider van Superconfex is er de
man niet naar om er vol trots op terug
te blikken, ook al heeft hij daar alle re
den toe. De voormalige wereldkampioen
en winnaar van vele grote wedstrijden
gebruikt zijn ervaringen liever ten be
hoeve van zijn ploeg. Met name voor
Parijs-Roubaix, 's werelds zwaarste klas
sieker die morgen wordt afgewerkt en
waarvoor de renners met meer instruc
ties dan in welke wedstrijd ook op pad
worden gestuurd. Omdat de Hel van het
Noorden een wedstrijd met een eigen,
weerbarstig karakter is.
Jan Raas weet er als geen ander over
mee te praten, omdat hij ooit (in 1982)
Parijs-Roubaix won en er vele malen
een vooraanstaande rol in speelde. Maar
vraag Raas niet wanneer hij de kasseien-
klassieker won. Dan zal hij antwoorden:
„Geen idee. Data vind ik onbelangrijk,
alleen het heden telt".
Raas mag zich dan verre houden van
statistische gegevens, hij weet zich de
koersverlopen van Parijs-Roubaix als ac
tief wielrenner nog goed te herinneren.
Bijvoorbeeld op die vooijaarsdag in
1982 toen hij met steun van ploegmaat
Ludo Peeters alleen en als eerste op de
wielerbaan in Roubaix arriveerde. Zoals
hij ook niet de andere dagen vergeet
waarop hij de zege in Parijs-Roubaix
verspeelde.
„Dat kwam voornamelijk doordat ik een
bril draag", geeft Jan Raas als uitleg. „Ik
ondervond daar bijzonder veel hinder
van. Ooit heb ik contactlenzen uitgepro
beerd, maar dat bleek in mijn geval geen
oplossing. Het gekke was dat ik Parijs-
-Roubaix nimmer won op dagen dat ik
in topvorm was. Die keer dat het me wèl
lukte had ik voor mijn gevoel helemaal
geen superdag. Daaruit blijkt dat de win
naar van Parijs-Roubaix niet alleen een
goed wielrenner moet zijn, maar op die
dag ook geluk moet hebben. Want dat ik
de overwinning ooit door externe facto
ren heb gemist staat voor mij vast. Met
wat minder pech had ik Parijs-Roubaix
beslist vaker gewonnen".
Geblokt
Het is volgens Jan Raas ook uitgesloten
dat Parijs-Roubaix wordt gewonnen
door een knecht, zoals Milaan-San
Remo in het geval Erich Machler. Dat
heeft de geschiedenis van de Hel van het
Noorden bewezen en komt door de hoge
moeilijkheidsgraad van de klassieker.
door Frank Werkman
De voetbalclub met de meest onappetijte
lijke naam ter wereld, AZ, heeft een plan
gelanceerd dat door de brave Noordhol
landers uniek wordt genoemd. Toeschou
wers dit weekeinde bii de thuiswedstrijd
tegen Go Ahead Eagles behoeven pas te
betalen als hun club wint. En de hoogte
van de bijdrage wordt bepaald door het
aantal gescoorde treffers.
Er schuilt iets tragisch in AZ. Neem nu
alleen al de plaats waar deze voetbalclub
opereert. Historisch is Alkmaar een plek
waar ooit iets moois ontstond. Maar met
de teruglopende kwaliteit van ons vader
landse onderwijs is de kans groot dat de
helft van het aantal ondervraagden niet
eens weet wie Alva was. En dat er eens
tachtig jaar lang strijd werd geleverd tus
sen Oranje en Spanje zal zich, vrees ik,
evenmin in een grote bekendheid mogen
verheugen. De kreet „In Alkmaar begint
de victorie" zal dan ook bij weinigen een
bel doen rinkelen.
Alkmaar was nog niet zo lang geleden
een centrum van bedrijvigheid. Hetgeen
niet alleen werd veroorzaakt door de
kaasmarkt, maar vooral een gevolg was
van de centrale ligging. Ik ben er nog
eens schoolgegaan en ik bewaar plezieri
ge herinneringen aan de sfeer die Alk
maar kenmerkte en die werd bepaald
door jongelui die van heinde en verre
naar het stadje togen om zich ergens in
te bekwamen. Er was altijd één groot be
zwaar: zodra de scholen uit waren ging
eenieder zijn weegs. Het centrumpje was
weer voor de autochtonen en het stadje
werd weer een groot dorp.
Dat karakter heeft de plaatselijke voet
balclub immer parten gespeeld. Al vanaf
het begin van het betaalde voetbal, hal
verwege de jaren vijftig, was er een prof
club in Alkmaar, die evenwel naarmate
de tijd vorderde een steeds kwijnender be
staan ging leiden. Vandaar dat er medio
jaren zestig een nogal gekunstelde fusie-
vorm werd gekozen. Alkmaar '54 ging
samen met een club uit de Zaanstreek,
die zelf was voortgekomen uit KFC en
ZFC. De nieuwe club ging eerst Alk
maar/Zaanstreek heten, maar dat kon
den supporters natuurlijk niet „uit de
bek" krijgen. Het werd aus AZ '67 en de
thuishaven werd Alkmaar, waarmee de
nieuwe Noordhollandse club de Zaanse
aanhang al snel van zich vervreemdde.
Desondanks braken er dank zij de in
wasmachines handelende broers Mole
naar mooie tiiden aan voor AZ '67, hoe
wel het lang duurde voordat de miljoenen
die in de voetbalclub werden gepompt re
sultaat opleverden. Pas in het begin van
de jaren tachtig greep de Alkmaarse club
eindelijk de landstitel en stootte zelfs
door naar een UEFA-Cup finale.
Toen al deed het provinciale sfeertje zich
ernstig gevoelen. AZ '67 bouwde ener
zijds een reputatie op van poenige club
waar snelle, met veel goud behangen
mannen en in lange, dure bontjassen ge
stoken vrouwen hun veertiendageliikse
uitje beleefden. Aan de andere kant bleej
de rest van Noord-Holland weg, mis
schien wel een beetje afgeschrikt door het
elan van de nouveau riche.
AZ '67 kon het ondanks al het blinkende
goud en bontgeschitter niet bolwerken.
Molenaar trok de stop uit de wastobbe en
er ontstond een ware uittocht van spelers.
AZ '67 terug naar af, van goud naar oud.
Aan het begin van dit seizoen kon er op
nieuw een doodskreet uit de Alkmaarder-
hout worden opgevangen. De voetbalclub
trok zich terug op zijn laatste bastion en
deed afstand van de beladen jaartalaan-
duiding. Wat resteerde was de meest on
aantrekkelijke naam voor een voetbal
club die je je maar kunt voorstellen. En
tevens een symbolische, want de keuze
voor de eerste en laatste letter van het al
fabet suggereert iets van begin en eind.
Welnu, het begin heeft de club dus al
lang en breed gehad, het wachten kan
dus eigenlijk alleen maar zijn op het ein
de.
Maar dat willen ze in Alkmaar bijna
wanhopig zo lang mogelijk uitstellen.
Vandaar het deze week gelanceerde plan
het publiek gratis toegang te bieden. Dat
is niet nieuw, het werd eerder gepresteerd
door FC Den Haag en Vitesse. Bij eerst
genoemde club kwamen er veel toeschou
wers op af. Hagenaars zijn kennelijk
mensen die graag voor minder dan een
dubbeltje op de eerste rang zitten. AZ
vond zo'n aanpak een beetje goedkoop.
Je produkt om niet aan de man brengen
heeft iets van geringschatting, je zelf niet
zo erg serieus nemen tenslotte.
De kans dat de toeschouwers bij AZ, ge
lokt door de gratis entree, achteraf een
rekening krijgen gepresenteerd is overi
gens klein. De club heeft inmiddels thuis
elf wedstrijden gespeeld, waarvan er
slechts vier werden gewonnen. Het aantal
op eigen veld gescoorde treffers was
slechts twaalf en de grootste overwinning
werd met 3-0 geboekt tegen Excelsior.
AZ is bovendien met 21 doelpunten de op
twee na minst produktieve ploeg in de
eredivisie, slechts Haarlem en Go Ahead
Eagles produceerden minder, respectieve
lijk negentien en zeventien treffers. In dat
laatste aantal schuilt waarschijnlijk de
clou van het idee van AZ, dat overigens
in verdedigend opzicht de Deventer ploeg
precies in balans houdt, beide clubs heb
ben 35 keer de bal uit het net moeten ha
len.
AZ verdient lof voor zijn idee. Maar wat
kost een doelpunt als de ploeg met pak
weg 7-2 wintGaat dan ae penningmees
ter met een collectebus rona? En herhaalt
AZ het experiment als dit weekeinde
wordt gelijkgespeeld of binnenkort verlo
ren wordt tegen PSV?
Aan één ding moet men in de Hout défT
ken. Wie A zegt moet ook B zeggen.
Zelfs bij AZ.
Rietbroek en afgelopen weekeinde door
aanvaller Reza Uitman. Een viertal jon
geren, dat overigens een leeftijd heeft be
reikt waarop collega's elders al geruime
tijd zeker zijn van een basisplaats.
Voorzichtig
Vandaar de ambitie van ook Ed Roos,
die het niet hardop uitspreekt, maar in
voorzichtige bewoordingen aangeeft dat
hij zo langzamerhand recht meent te
hebben op meer dan een plaats op de re
servebank. „Zeker nadat was gebleken
dat het bij Feyenoord niet draaide met
een aantal aangekochte spelers", zegt de
Hagenaar, die zelfs de schijn wil vermij
den aan zelfoverschatting te lijden. Van
daar ook dat uit zijn mond, ook na enig
aandringen, niet één opmerking is op te
tekenen die duidt op een overdaad aan
zelfbewustzijn. Roos wil niemand verve
lend voor de voeten lopen. „Maar", stelt
hij wel vast, „ik voel gewoon dat ik ben
gegroeid. Ik speel veel zelfverzekerder en
met meer zelfvertrouwen dan pakweg
een jaar geleden. Dat voelde ik al in de
aanloop naar dit seizoen, vandaar dat
het een teleurstelling voor me was dat
mijn kans pas zo laat kwam".
„In de vorige competitie heb ik één keer
in de basis gestaan, dit jaar nog geen en
kele keer. Zondag tegen PSV? Ik hoop er
natuurlijk wel op. Zeker nu Mario Been
is geschorst. Dat is aan één kant erg jam
mer, want Been en ook Tahamata gin
gen de laatste weken steeds beter spelen.
Dan is het zonde dat een toch belangrij
ke man als Beën tegen PSV ontbreekt,
hoewel het mijn kansen vergroot".
Ed Roos zou morgen wel eens in de ba
sis van Feyenoord kunnen verschijnen
in het duel met de aanstaande lands
kampioen PSV. Een treffen dat dank zij
de verbeterde prestaties van de Rotter
dammers tijdens de laatste weken ineens
weer kan worden beschouwd als een top-
duel, in elk geval de uitgesproken topper
van het weekeinde.
„Ik reken nergens op", verklaart Roos
zoals het een full-prof in de dop be
taamt. „Maar zelfs al moet ik invallen,
ik probeer er te staan. Het maakt mij
niet uit of ik vijf minuten voor het einde
moet invallen of zoals afgelopen week
einde vrij kort na de pauze tegen Excel
sior. Ik sta op scherp. Zodra de trainer
aangeeft dat ik moet gaan warmlopen
voel ik nog wel even vlinders in m'n
buik. Maar vanaf het moment dat ik in
het veld sta is dat over, voel ik me op
geen enkele manier geremd of belast".
Vier jaar
Al vier jaar pendelt Ed Roos tussen de
Haagse Beresteinlaan en de Kuip. Op
16-jarige leeftijd werd hij ontdekt in een
wedstrijd van het Haagse jeugdteam,
waarin de scout van Feyenoord kwam
kijken naar Leo Schellevis. De laatste
speelt inmiddels bij FC Den Haag, waar
ook de derde man die toen de succesvol
le frontlinie van de Haagse jeugd vervol
maakte, Arthur Dijkstra, terecht kwam
maar intussen weer verdwenen is.
„Dat was een sterke ploeg", herinnert Ed
Roos zich. „Een aantal spelers is inder
daad bij FC Den Haag terecht gekomen,
Frans Danen, Albert van Oosten en Leo
Schellevis. Toen ik een beetje in een dal
zat, een paar maanden geleden, dacht ik
wel eens daaraan. Dat zij het ondertus
sen wel hadden gered en eredivisie speel
den en ik niet. Maar dat speelt nu niet
meer. Ik voel me goed, speel goed. Het
heeft misschien te maken met het feit
dat ik nu die baan bij de PTT heb.
Daardoor ben ik niet alleen maar met
voetballen bezig. Kijk, een full-profcon
tract blijft natuurlijk mijn wens. Maar
tot dat moment is deze combinatie pri
ma".
„Mijn contract bij Feyenoord loopt aan
het eind van dit seizoen af. Er is nog
niet gepraat. Ik wacht maar af wat Feye
noord me biedt. Aan de hand daarvan
bepaal ik wel wat ik doe. Het bevalt me
nu weer erg goed in de Kuip. Het reizen
tussen Den Haag en Rotterdam is goed
te doen. Ik reis steeds met Peter Barend
se. We praten veel over onze ervaringen,
zoiets is nuttig. Belgié? Ach, het liefst
blijf ik bij Feyenoord. Maar op voor
hand zeg ik nergens nee tegen. In Belgié
kun je wel flink verdienen. Dat is na
tuurlijk wel aantrekkelijk".
Ed Roos is één
van de jongere
spelers die de
laatste tijd bij
Feyenoord in
actie komen.
„Nu Mario
Been is ge
schorst is de
kans groot dat
ik zondag in de
basis sta tegen
PSV".
Foto Milan
Konvalinka.
Het hangt van de beslissing van Rinus
Israel af of Ed Roos inderdaad morgen
in de basis staat tegen PSV. Veel erva
ring met de trainer van Feyenoord heeft
de Hagenaar nog niet, omdat hij door
zijn werk veel traint onder Cees Zwam-
born. Eerder had Wim Jansen de jeugd
onder zijn hoede. „Daar heb ik veel aan
gehad, veel van hem geleerd", vertelt Ed
Roos. „Hij is de laatste tijd wat negatief
in het nieuws, maar ik vind hem een
goede trainer. En Israel? Hij kan inder
daad harde grappen maken, maar aan
voetbalhumor ben ik wel gewend".
Waarop vader Roos aanvult: „Dat heeft-
ie met de paplepel ingegoten gekregen".
Evenals het maken van doelpunten, zou
daaraan kunnen worden toegevoegd. „Ik
heb altijd veel gescoord", zegt de Hage
naar. „In het tweede bij Feyenoord
maakte ik er begin vorig seizoen negen
in vier wedstrijden. Meer dan Elstrup in
het eerste? Ja, maar toch is Lars een
completere voetballer dan ik. Ik moet
nog veel leren".
Hetgeen Ed Roos de laatste weken rede
lijk is afgegaan. Zelfs zodanig, lijkt het,
dat de Hagenaar meer kan betekenen
dan alleen maar model staan voor de
nieuwe koers bij Feyenoord. Waar bijna
iets begint te ontstaan wat bij Ajax al
sinds mensenheugenis gebruikelijk is:
het voortdurend doorbreken van eigen
kweek. Aan de inzet van Ed Roos zal
het ook morgen zeker niet ontbreken.
FRANK WERKMAN
Ploegleider Jan Raas, ooit zelf winnaar van Parijs-Roubaix, meent dat het in de Hei
van het Noorden aankomt op klasse, kracht en koersinzicht. Slechts enige renners ma
ken dan ook kans op de overwinning.
„Het is bijna niet mogelijk dat Parijs-
-Roubaix door een outsider wordt ge
wonnen, omdat het aankomt op klasse,
kracht en koersinzicht", aldus de ploeg
leider, die eveneens vindt dat de koers
over de stenen niet geschikt is voor elk
type renner. „Parijs-Roubaix is een wed
strijd voor sterke, geblokte renners of
voor hen die ervaren zijn in het veldrij
den zoals in het verleden Roger de Vlae-
minck. De wat zware coureurs, die na
het slopend gefiets over de keien nog
krachten over hebben, komen in aan
merking voor de zege. Mannen als Mo-
ser, als hij tenminste deelneemt, Kelly,
Vanderaerden, Van der Poel en Pee
ters".
Om Parijs-Roubaix te kunnen winnen is
het hebben van ervaring een vereiste.
Ten eerste om te weten waar de proble
men opdoemen en ten tweede om te
kunnen zien wie van de concurrenten
goed rijdt. Ploegleiders laten het ook wel
uit hun hoofd om de kopmannen te la
ten assisteren door lichtgewichten. Jan
Raas laat van zijn neo-profs er morgen
slechts één debuteren in Parijs-Roubaix.
Dat is de Belgische belofte Edwig van
Hooydonk, een renner van wie de
Zeeuwse ploegleider in de toekomst hoge
verwachtingen heeft.
Raas: „De Hel van het Noorden is geen
wedstrijd om te experimenteren. Daarin
moet je starten met je sterkste ploeg en
je kunt er alleen debutanten op los laten
van wie je zeker weet dat zij de ontbe
ringen kunnen doorstaan en die in de
toekomst mogelijk kunnen uitgroeien tot
een toprenner. In mijn ploeg is Edwig
van Hooydonk zo'n coureur. Met hem
moet je dan ook niet te lang wachten.
Daarentegen laat ik het wel uit mijn
hoofd om bijvoorbeeld een sprinter als
Jean-Paul van Poppel te laten rijden."
Een niet onbelangrijke voorwaarde om
Parijs-Roubaix te kunnen volbrengen is
het materiaal. In geen enkele koers
wordt zoveel van de fiets geèist als op de
kasseienstroken in Noord-Frankrijk. De
renners gaan van start op fietsen met
een speciale voorvork met een verbeter
de vering. En speciale, dikke banden om
het risico van lek rijden zo klein moge
lijk te maken. In Parijs-Roubaix worden
nog wel eens nieuwe ontwikkelingen op
materiaalgebied uitgetest. Dat geldt mor
gen niet voor de ploeg van Raas. „Wij
komen wel met aangepast materiaal,
maar niet met nieuwe snufjes", vertelt
Jan Raas, die het betreurt dat hij als
ploegleider niet in het voorste gelid van
de volgerskaravaan kan rijden.
„In tegenstelling tol vorig jaar staat mijn
ploeg dit jaar niet zo hoog in het ploe-
genklassement voor de wereldbeker,
waarvan de volgorde van de ploeglei
derswagens afhankelijk is. Dat is met
name in Parijs-Roubaix van groot be
lang, omdat de wegen niet alleen slecht,
maar ook smal zijn. Als één van de eer
ste auto's stopt, kan de rest niet passe
ren. En dat kan heel vervelend zijn als
een van jouw renners op dat moment
lek rijdt. De knechten krijgen in Parijs-
-Roubaix dan ook de strikte opdracht zo
lang mogelijk op de kasseien in de buurt
van de kopmannen te blijven om in het
geval van een lekke band een wiel af te
staan".
Een speciale voorbereiding op Parijs-
-Roubaix acht Jan Raas niet nodig. „Al
thans, ik deed dat nooit. Mijn voorberei
ding was voor elke klassieker gelijk. Het
is van belang dat je niet op cruciale mo
menten lek rijdt, maar vooral die dag in
topvorm verkeert. Degene die topfit is
zal gemakkelijker over de stenen fietsen
en niet zo snel in een gat rijden. Dat is
nu eenmaal een ongeschreven wet in de
wielersport, maar die nergens zo sterk
geldt als in de Hel van het Noorden".
HENK STOUWDAM