mtÊ L A I de A zandloper r is niet te stoppen SCHELDEN Jarenlang stond de letter „K" van kanker symbool voor de meest gevreesde ziekte, waarvan niemand de naam voluit durfde noemen. Hoe lang duurt het nog voordat zijn plaats wordt ingenomen door de „A" van aids? In Nederland zijn op dit moment „nog maar" 218 aidspatiënten, maar hun aantal verdubbelt zich elke tien maanden. In 1990 zullen 3500 mensen aan de ziekte lijden en ruim honderdduizend mensen besmet zijn met het gevaarlijke virus. Deze zogeheten „seropositieven" wachten angstig af wanneer de piekte toeslaat; morgen, volgende maand of over vijftien jaar. Daarna is er geen hoop meer. De dodelijke zandloper loopt en is niet te stoppen. Langer dan dertien maanden heeft de gemiddelde aidspatiënt niet te leven. Om zoveel mogelijk mensen dat lot te besparen start de overheid de komende week een grootscheepse campagne. Want als er van genezen geen sprake kan zijn, is voorkomen beter dan ooit. ZATERDAG 11 APRIL 1987 Aids dinsdag op tv De NOS-televisie zendt op dinsdag 14 april (Nederland 2, van half negen tot omstreeks middernacht) een themapro gramma uit over aids. Óp deze dag begint de landelijke voorlichtingscampagne over de ziekte. Wat is de aidsHoe krijg je die ziekte? Hoe weet je dat je besmet bent? Hoe kun je voorkomen dat je aids krijgt? Deze vier simpele vragen moeten helpen de zin en onzin over aids na de eerste pu bliciteitsgolf nog eens op een rijtje te zet ten. De centrale presentatie van deze live uitzending wordt verzorgd door Koos Postema en Leoni Jansen. Het eerste deel van het programma bevat vooral prakti sche informatiereportages uit Neder land, Engeland, Duitsland en de Verenig de Staten worden gevolgd door gesprek ken met deskundigen en betrokkenen in de studio. Kijkers kunnen een panel in de studio vragen voorleggen via een speciale aids-infolijn. Verder wordt een korte ver sie uitgezonden van het toneelstuk „On der de leden", een voorstelling van de Theaterunie over de ziekte aids. m 1 -u Bloed afnemen voor een aidstest. DEN HAAG - De schrik voor aids zit er goed in. Nu de ziekte de vorm van een epidemie dreigt aan te nemen en zijn oorspronkelijke grenzen (van landen en risicogroe pen) overschrijdt, wordt alom alarm geblazen. Zo heeft minister Korthals Altes van justitie ander halve week geleden voorgesteld nog deze maand overleg te voeren over bescherming van de EG-grenzen tegen reizigers die met het aidsvirus (HIV) zijn besmet. Daar zullen zijn meeste Europese collega's wel voor voelen. Anders dan in Nederland zijn in het bui tenland vergaande wettelijke maatrege len tegen aidsbesmetting genomen. Daarbij wordt een voortdurende discus sie gevoerd over de grenzen van het toe laatbare; in het ene land wordt een aidstest verplicht gesteld, in het andere worden binnenkomende buitenlanders op de ziekte gecontroleerd, in het derde wordt een meldingsplicht voor patiënten overwogen. In België is het verbod op reclame vóór het condoom opgeheven in het kader van een pleidooi voor veilige seks. Maar de overheid propageert het gebruik van een condoom niet. „Kies voor één trou we partner - zo niet, gebruik condo- men" staat er in de folders. Afrikaanse (beurs)studenten en terugkerende ont wikkelingswerkers worden getest op aan wezigheid van het aidsvirus. De Duitse deelstaat Beieren gaat het verst in de strijd tegen de „nieuwe dood". Daar wordt een virusdrager straf-: rechtelijk vervolgd omdat hij het bed met een vriend had gedeeld terwijl hij wist dat hij aids had. Alle ambtenaren en mensen die zich van buiten de EG in Beieren willen vestigen moeten een aids test ondergaan. Binnenkort zal waar schijnlijk ook een meldingsplicht voor virusdragers gaan gelden. In Frankrijk moeten trouwlustigen en immigranten zich laten testen, in Oostenrijk hebben besmette prostituées een werkverbod ge kregen en Engeland heeft zijn grenzen voor patiënten gesloten. Nederland In Nederland is van dergelijke maatrege len (nog?) geen sprake. Een ruime meer derheid in de Tweede Kamer is tegen een verplichte aidstest, voor wie dan ook. Ook staatssecretaris Dees van volksgezondheid voelt niet voor een ver scherpte controle op bijvoorbeeld asiel zoekers of een verplichte aanmelding van aidspatiënten. De overheid houdt het voorlopig op voorlichting. Komende woensdag gaat in ons land de grootscheepse aidscampagne van het mi nisterie van WVC van start. Maar valt er nog wel wat voor te lichten? Blijkens een onderzoek van het Amsterdamse bu reau „Centrum" is bijna iedereen in Ne derland al op de hoogte. Maar liefst 99,7 procent van de ondervraagden kent de ziekte. Een zeer hoog aantal. Maar dat wil niet zeggen dat het met de versprei ding van de ziekte binnenkort wel afge lopen zal zijn. Zo rooskleurig is de wer kelijkheid niet. Want het publiek mag dan weten wat aids is, uit hetzelfde on derzoek blijkt dat de angst voor aids ge paard gaat met een groot gebrek aan kennis over de wijze waarop de ziekte te voorkomen is. Nog voordat Dees' voorlichtingsactie is begonnen hebben de organisaties van ouders in het onderwijs, die zijn aange sloten bij de European Parents Associa tion (EPA), al forse kritiek gespuid. De ouders vinden dat zij tot nu toe te wei nig bij de voorlichting betrokken zijn, hoewel zij toch als eersten verantwoor delijk zijn voor het welzijn van hun kin deren. De morele, opvoedkundige en re ligieuze aspecten van hun opvoeding krijgen straks in de Nederlandse cam pagne te weinig aandacht, zo vrezen de ouders. Epidemie De eerste berichten over een „echte" aidsepidemie mogen dan afkomstig zijn uit de Verenigde Staten, er zijn heel wat landen waar de ziekte veel sneller om zich heen grijpt. In delen van Centraal- Afrika, vooral in de hoofdsteden, zou soms meer dan de helft van de prosti tuées seropositief zijn of aan aids lijden. Het aidsvirus wordt daar vooral via he teroseksueel contact overgedragen. De verspreiding van het virus in Europa en Australië loopt volgens schattingen van het aids-coördinatieteam in Amsterdam drie jaar achter op die in Amerika. In Zuid-Europa bevinden zich relatief veel druggebruikers (die elkaar via de uitwis seling van vervuilde naalden besmetten) onder de aidslijders. Per 1 januari van dit jaar telde Neder land 218 aidspatiënten. Het aantal men sen dat het virus inmiddels in zich draagt (de seropositieven) moet onge veer dertig tot honderd maal het aantal werkelijke patiënten zijn. Van al deze mensen wordt twintig tot dertig procent echt ziek. Tot nu toe zijn er in ons land 126 mensen aan de ziekte overleden, van wie elf door actieve euthanasie. Men verwacht dat er rond 1990 onge veer 3500 patiënten in ons land zijn. Veel patiënten (ongeveer 55 procent) ko men uit de regio Amsterdam. Volgens het coördinatieteam komt dat mede doordat veel mensen uit de voornaamste risicogroepen in Amsterdam wonen of de stad bezoeken. Maar ook buiten de hoofdstad komt aids voor. Ondanks alle moeite die voorlichters en artsen zich getroosten doen nog steeds behoorlijk wat misverstanden de ronde over de manier waarop het HIV-virus opgelopen kan worden. De één denkt dat het door zoenen wordt doorgegeven, de ander gelooft dat ook muggen het van mensenbloed naar mensenbloed vliegen. Hele volksstammen verkeren nog in de veronderstelling dat je ook aids kunt krijgen van besmet zwemwater. Maar dat is even grote onzin als te geloven dat je besmet kunt raken door een aidspa tiënt een hand te geven. Algemeen geldt dat besmetting kan plaatsvinden door contact tussen bloed en sperma en bloed en bloed. Dat kan gebeuren bij intiem seksueel contact, ge bruik van vuile naalden en spuiten en toediening van bloed- en bloedproduk- ten. Wat dat laatste betreft: uit tests is gebleken dat het bloed van de Neder landse bloedbanken veilig is. Van be smetting bij sociaal contact is nooit iets gebleken, dus kan niemand besmet ra ken door huidcontact, zoenen, tranen, zweet, adem, niezen, hoesten, gemeen schappelijk gebruik van glazen, borden, bestek, beddegoed of toilet. Het staat vast dat wisselende seksuele contacten de kans op aidsbesmetting vergroten. Maar terwijl de één duizend verschillende, maar „veilige", contacten heeft zonder het virus in zijn bloed te krijgen, krijgt de ander het net die ene fatale keer dat hij een uitzondering maakt op zijn monogame bestaan. Het virus wordt in 91,6 procent van de ge vallen verspreid via homoseksuele con tacten. Ongeveer 2,2 procent van de aidsgevallen doet zich voor bij „spuiten de" druggebruikers, 1,7 procent bij bloedtransfusie en 2,2 procent op andere wijze, zoals via heteroseksueel contact. Het laatste cijfer zal volgens deskundi gen de komende jaren alleen maar stij gen. Op dit moment vermenigvuldigt het aantal ziekte- en stervensgevallen zich ongeveer eens per jaar. Hoewel het me rendeel van de mensen die hun onge rustheid bij een arts komen uiten, géén aids blijken te hebben, raden voorlich ters aan bij onzekerheid naar de huis arts, een polikliniek voor geslachtsziek ten, een behandelend specialist of naar een aids-homo-spreekuur te gaan. Zulke spreekuren bestaan op dit moment in Den Haag, Zwolle en Amsterdam. Infecties De verschijnselen waarmee aids gepaard gaat, kunnen van geval tot geval zeer sterk verschillen. Zeker is dat de afweer snel vermindert, zodat infecties vat krij gen op het lichaam. Deze zijn vaak moeilijk te genezen en komen meestal ook weer terug. Veel getroffen zijn huid, slijmvliezen, luchtpijp, longen, maag- darmkanaal en hersenen. Bovendien lijdt de patiënt vaak aan zware ver moeidheid, slapte, nachtzweten, fors ge wichtsverlies, aanhoudende koorts en di arree, vlekken op de huid, gezwollen lymfeklieren, droge hoest en kortademig heid. Het voorkomen van bepaalde vor men van kanker kan een voorbode van aids zijn. Omdat het HIV-virus ook de hersenen kan aantasten, komt in sommi ge gevallen ook een vorm van dementie voor. De gemiddelde incubatietijd (de tijd tussen besmetting met het virus en het moment dat de ziekte zich open baart) bedraagt vier tot vijf jaar, hoewel de laatste tijd zelfs uitersten worden ge noemd van veertien tot vijftien jaar. Hoop op genezing is er vooralsnog niet. Medicijnen waarmee iemand blijvend van aids af komt zijn nog niet gevonden. Alleen een aantal symptomen kan tijde lijk bestreden worden. Wetenschappers zijn naarstig op zoek naar middelen die het virus en de vermenigvuldiging ervan kunnen bestrijden, het afweersysteem kunnen oppeppen en de kleine en grote infecties aanpakken. Hier en daar wor den patiënten experimenteel behandeld, maar de gebruikte middelen (AZT, Sura- mine en HPA-23) blijken vervelende bij werkingen te hebben. Nooit kunnen ze de dood voorkomen. De microbioloog dr. H. Schellekens, ad junct-directeur van het Primatencen trum van TNO in Rijswijk, verwacht ei genlijk niet dat er ooit een afdoende middel tegen aids gevonden wordt. Ook DNA-onderzoek biedt geen uitkomst. Schellekens in het weekblad Hervormd Nederland: „Ik denk dat we moeten le ren leven met het feit dat zo'n vaccin wel eens onmogelijk zou kunnen blijken te zijn. Het virus verandert voortdurend en trekt zich van antistoffen weinig aan. We kunnen ons beter richten op de the rapie en de preventie. En wie weet, ver dwijnt de ziekte vanzelf wel. Infectie ziekten komen en verdwijnen weer even plotseling. Geen wetenschapper kan dat verklaren. Als we niks doen verdwijnt aids heus wel een keer, zij het na talloze slachtoffers te hebben gemaakt". Aidstest Huisartsen en GGD's krijgen van het publiek erg veel verzoeken om getest te worden op de aanwezigheid van het aidsvirus. Volgens Karin van de Riet, een van de samenstellers van een stan daard antwoordenlijst voor aids-hulp- verleners, hangt het sterk van de situatie af of het wenselijk is iemand een test te laten ondergaan. „Voor iemand die tot de risicogroepen behoort en een kind wil, is het wel raadzaam". Over de consequenties van zo'n test 25 gulden) wordt verschillend gedacht. Aidsvoorlichters houden homo's die een test willen ondergaan voor dat het wei nig zin heeft. Immers, wie „negatief' is (en dus geen aids heeft), doet er goed aan zo te vrijen dat hij niet met het vi rus kan worden besmet. Maar wie sero positief is moet zich evenzeer tot veilige seks beperken, om anderen niet te be smetten. De uitslag van de test mag dus in feite geen invloed hebben op het sek sueel gedrag. Omdat het in medisch op zicht niet zoveel oplevert te weten dat iemand „positief' is (er is immers geen remedie tegen) en de wetenschap besmet te zijn een zeer zware psychische belas ting is, wordt in ons land grote terughou dendheid betracht bij het verrichten van de test. Hulpverlening Hoewel men helaas geen enkel uitzicht op genezing kan geven, is er een uitge breid netwerk van hulpverlening voor aidspatiënten. De meesten van hen wor den verpleegd in het Academisch Me disch Centrum in Amsterdam. Behalve de artsen, verplegers en vrijwilligers die zich ontfermen over de patiënten, opere ren hier en daar echter misselijke zak- kenkloppers die denken uit aids een slaatje te kunnen slaan. Zij hebben ad vertenties geplaatst waarin patiënten worden uitgenodigd deel te nemen aan een onderzoek met een natuurlijke krui dendrank tegen immuniteitszwakte. Wie op dit bedrieglijke aanbod ingaat, levert zich volledig uit. De patiënt moet ervoor tekenen de kuur ten minste een jaar te volgen. Bovendien is „gecontracteerde gedurende de kuur verplicht mee te wer ken aan elke reclame van welke aard of in welke vorm dan ook, waaronder vraaggesprekken met de media, het po seren voor fotomateriaal etcetera. Ge contracteerde zal daartoe zonder meer en zonder enig voorbehoud gevolg geven aan de in dit verband door of namens contractanten te geven instructies, op drachten opvolgen en gemaakte afspra ken nakomen", zo staat in het contract dat de oplichters aanbieden. Dan zijn de patiënten beter af bij het aids-coördina tieteam in Amsterdam, de Schorerstich ting (voor psycho-sociale hulp), de GGD of de huisartsen. Ook zij kunnen de zandloper naar de dood niet stoppen, maar wel zullen ze blijven vechten voor het bestaan van hun patiënten. STEVO AKKERMAN ARJEN VAN DER SAR Voor informatie kan men terecht bij de aids-info lijn. Deze lijn is vanaf komende dinsdag elke werkdag te bereiken van 14.00 tol 22.00 uur op een nieuw nummer: 06-32.12.120. Tot dinsdag geldt van 15.00 tot 20.00 uur het oude nummer: 020 -24.42.44 of 24.42.45. door Roger Simons In Engeland is schelden een kunst. Een goede Engelse scheldkanonnade getuigt van zin voor humor en vernuft. Geeft een Engelsman zijn collega Jim de scheldnaam „Bungalow Jim" dan betekent dit niet aat Jim een piepklein huisje bewoont, maar wel dat hij een ondermaatse bovenkamer heeft. Met andere woorden: Jim is geen verstandige knaap. In Engeland is schelden des te moeilijker als je in de politiek staat. Van politici wordt te allen tijde grote vindingrijkheid verwacht. Kamerleden die zich verlagen tot het gebruik van door de weekse scheldwoorden, slaan gewoon een kunst maar ook vakwerk dat i het beste overlaat aan specialisten. Dezen zijn zich ten volle bewust van de risico's die zii lopen, want alles blijft bewaard voor het nageslacht. Elk scheldwoordje. elk boosaardig verwijt komt letterlijk in de parlementaire verslagen. Neem die geregeld even door en je scheldwoordenschat is alweer een stuk rijker. Je kunt er trouwens van op aan dat ook de Britse kranten het uitvoerig zullen melden als Thatcher en Kinnock in de clinch hebben gelegen. Het dient gezegd te worden dat Maggie en Neil de laatste tijd steeds meer ruzie maken. Zij zitten verkiezingen c 't Is uiteraard in premier Thatchers voordeel dat zij ae datum mag kiezen waarop ze haar landgenoten naar de stembus roept. Margaret Thatcher kan dus oppositieleider Neil Kinnock naar hartelust pijnigen door hem zo lang mogelijk in onzekerheid te laten. Dat houdt de spanning er in. Neil is machteloos. Hij kan alleen afwachten en ondertussen slechts proberen Thatcher zodanig te prikkelen dat zij haar mond voorbij praat. Tot nu toe is hem dat met gelukt. Soms heeft dit dat hij tekeer gaat als een diep s heeft dit allemaal dik en geel". Thatcher en haar adjudanten waren woedend, want in 't Engels kan dik ook iets anders betekenen dan alleen maar zwaarlijvig. Kinnock bedoelde ermee dat volgens hem alle conservatieven oliekoekedom zijn. En de figuurlijke gele kleur maakt van een mens - dat weet u allicht van Amerikaanse cowboyfilms - een lafbek. De meeste waarnemers reageerden afkeurend. Zij vonden Kinnocks salvo niet netjes. Het was geen echt spiritueel verwijt waarvan het nageslacht nog lang zou kunnen snoepen. Toen Neil enkele bespot, snauwde premier Thatcher hem toe: „Dat overkomt mij ook, maar ik zit er niet over te janken!". Wat is er aan de hand met de goede oude Britse spot en hoon?", vroeg de Londense krant Today zich de volgende morgen bezorgd af. „Wi oliti moet het ci niet meer verfijnd Toch eerbiedigen de meeste Britse kamerleden nog de traditie dat zij in het Lagerhuis zich te allen tijde dienen te gedragen als echte gentlemen. Dus roepen zij daar nooit uit: „Die Maggie Thatcher is een echte toverkol!". Een dergelijke arrogante belediging komt nette heren en dames nooit over ae lippen. Zij omschrijven alles heel zorgvuldig en verbergen hun ware bedoelingen achter enkele keurige volzinnen. Kondigt premier Thatcher bijvoorbeeld forse bezuinigingen aan, dan zal iemand Om op een dergelijke opmerking t gevat antwoord te kunnen geven, moet je volgens Britse kenners van politieke scheldpartijen iemand zijn van het kaliber van wijlen Sir Winston Churchill. Bessie Braddock, een potig vrouwmens dat destijds vanuk de socialistische banken terreur zaaide in het Lagerhuis, slingerde de grote Churchill ooit in de wandelgangen haar het hoofd dat hij tegenstander Clem j bescheiden mannetje, maar hij heeft i zijn reden voor om nederig te blijven!". Van wijlen Lady Astor wordt verteld dat ze eens tegen Churchill zei: Winston, als ik met jou getrouw, mengen in je koffie!". Nancyantwoordde Churchill, „als jij mijn vrouw was, zou ik hem drinken!". De Britten zijn gek op politieke hoon van dat soort. Het Londense dagblad Today schreef dan ook: „Politieke beledigingen kunnen nooit kwaad. Wij vragen ons alleen af waarom ons huidige team niet beter zijn best doet?". >£eidóc6outtmit*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 24