ÊeidócGomatit'
ZATERDAG 11 APRIL 1987
Jonge hondjes zijn vertederend en ermee sj.
er later geen land meer met ze te bezeilen
gaat Netto verder, „past een bepaalde
pup. Er zijn geen slechte puppies. In het
algemeen kiest men een dier uit een nest
om zijn uiterlijk. En dan sla ik het ras al
over, welke keuze vaak al de eerste fout
is".
Met de Campbell-puppietest uit het
boek „Behaviour problems in dogs" uit
1975 kun je per nest de sociaalste of
meest dominante pup eruit pikken. De
voorspellende waarde valt achteraf na
toetsing nog vaak tegen, omdat onvol
doende wordt meegewogen hoe de eerste
en de latere opvoeding zijn geweest.
Bij een niet autoritaire persoon past al
leen een onderdanige hond, maar in feite
is zo'n figuur eigenlijk helemaal niet ge
schikt voor een hond. Netto: „Het is ook
een misverstand dat er alleen bij vrien
delijk gedrag een goede baas-hondrelatie
kan ontstaan. Niets is minder waar. Dat
kun je afleiden uit de wolf, een echt roe-
is leuk. Toch mag je ze bij het spelen
deldier in een sterk dominante hiërar
chie. Zo'n dier let veel meer op de roe
delleider dan op andere soortgenoten.
Hij vindt het prachtig om bij de leider te
horen".
„Met een pup spelen is hartstikke leuk.
Je laat hem aan een doekje trekken of
lekker in je hand bijten. Een onderzoek
heeft aangetoond dat de spelsituatie kan
veranderen in agressief spel en ten slotte
in pure agressie. Wat doet de mens? Die
laat zijn jonge hond tijdens het spelen
winnen. Maar de pup is serieus bezig
zijn gedrag te ontwikkelen. Wij besteden
aan spelen veel tijd, maar in de natuur
wordt geen tijd verspild. Een pup oefent
in het spel vechttechnieken en het rege
len van dominantie-relaties. Een pup
mag je bij het spelen nooit in je kleren
of handen laten bijten. Bij dociele hon
den valt het resultaat meestal nog wel
mee, maar bij dominante honden ben je
nt in kleren of handen laten bijten. Want
met dergelijke spelletjes bezig de proble
men van morgen te creëren. Zelfs bij
heel goede fokkers wordt dat niet altijd
ingezien. Sommige rassen hebben een la
gere agressiedrempel dan andere. Je kunt
bijvoorbeeld niet van elke willekeurige
rottweiler of dobermann zeggen dat deze
agressiever is dan een hond van ras X.
Maar gemiddeld zijn dergelijke honden
meer geneigd tot het verdedigen van hun
baas en van zichzelf dan veel andere".
Lichaamstaal
Drs. ing. Netto schudt meewarig zijn
hoofd als hij eraan denkt hoe mensen
met honden praten, vaak met hele vol
zinnen. „Men communiceert met hon
den op een intellectueel niveau. Maar
het gaat vooral om de intonatie van wat
er gezegd moet worden. Maar een hond
'gelijke spelletjes kunnen ertoe leiden dat
Foto: MILAN KONVALINKA
is vooral een visuele communiceerder,
gebruikt veel lichaamstaal. Daarom
•moet je als mens bij een bevel ook veel
vertoon maken. Dus niet als een paal
blijven staan en Bello zachtjes verzoeken
of hij bereid is zich naar zijn baasje te
begeven. En je hond corrigeren of straf
fen doe je zoals een moederteef dat zou
hebben gedaan".
Aan fokkers, africhters en hondebezitters
de taak zich nog beter met de ontwikke
ling van hun dieren bezig te houden. Ne
derland kampt met een ontoelaatbaar
aantal problemen met honden. Afgelo
pen jaar werden alleen al in ziekenhui
zen 17.000 mensen behandeld vanwege
een hondebeet. Een zeer groot deel van
de slachtoffers werd door de eigen hond
gebeten. Aan elke relatie moet je blijven
werken, sprak ooit een beroemde vrijge
zel.
HERMAN JANSEN
Het politie-
koppel uit
Miami Vice,
met rechts de
wat arrogante
Don Johnson
(Sonny
Crocket in de
serie) met wie
het niet zo
prettig
werken is.
MIAMI - Don Johnson en de
tv-serie Miami Vice mogen in Ne
derland erg populair zijn, in Ame
rika is de serie het afgelopen sei
zoen fors gedaald op de lijst van
meest bekeken series. In Miami
zelf wordt nota bene vaak schoude
rophalend over Miami Vice gespro
ken. Sommigen noemen de serie
smalend „Miami lies", de Miami-
leugens. Om de serie weer wat be
tere kijkcijfers te bezorgen, wordt
een beroep gedaan op „interessante
Europese acteurs". Zo werkte onze
eigen Jeroen Krabbé mee aan een
aflevering, die dezer dagen werd
opgenomen.
Met Hollandse nuchterheid bekijkt Je
roen Krabbé de aantrekkelijke Ameri
kaanse filmwereld. „Topacteurs zijn hier
in Amerika complete godheden. Zo wor
den ze ook behandeld", concludeert hij.
Aan het werken met de nogal arrogante
filmheld Don Johnson (Sonny Crocket'
in de serie) heeft Krabbé geen al te pret
tige herinneringen overgehouden. Don
Johnson is in „the States" dan ook een
soort godheid. Hij is een van die volle
dig afgeschermde idolen. Dat geldt ove
rigens voor het hele team dat aan de se
rie meewerkt. De meeste scènes worden
in Miami zelf opgenomen. Het gezel
schap is er dikwijls op te sporen via de
reusachtige zwarte truck, waarop in gro
te letters het woord „Unique" prijkt.
De opnamen voor veel straatscènes vol
trekken zich in de stadswijk Miami Be
ach, vooral op de brede boulevard Col
lins Avenue tussen aan de ene kant de
pastelkleurige hotels en aan de andere
kant de palmbomen en het weidse parel
witte strand. In die hotels slijten veel ge
fortuneerde Amerikaanse bejaarden hun
levensavond. Ook voor hen vormen de
opnamen voor Miami Vice een aardig
verzetje.
Zo ook de opnamen die daar voor de af
levering met Krabbé werden gemaakt.
Voor een leegstaand hotel dat voor deze
gelegenheid met wat reclameborden, lap
werk en neon-verlichting in een wat lou
che uitgaanstempel was veranderd, wer
den in de prak gereden auto's tegen el
kaar geplaatst. Een „ongeluk" heeft zich
voltrokken. Achter dranghekken ver
dringt het publiek zich om een glimp op
te vangen van de filmhelden.
Don Johnson houdt zich in een groen
T-shirt ver van het publiek verwijderd.
Zo niet „inspecteur" Edward Olmos, die
in zijn zwarte pak ogenschijnlijk ont
spannen met de handen in zijn zak een
praatje maakt met een actrice. Jeroen
Krabbé ziet het allemaal rustig aan. Hij
reageert echter breed lachend en enthou
siast bij het zien van Nederlanders. Veel
tijd om te praten is er niet, want „the
show must go on". Er moet gewerkt
worden.
Geheimzinnig
Na het werk gaat het Miami-Vicegezel-
schap terug in de ivoren toren. De „ster
ren" zijn amper te benaderen. Hun adres
wordt geheim gehouden. Maar toch is er
iemand die ons kan vertellen dat de ver
blijfplaats het sjieke hotel The Alexander
in Miami Beach is. We bellen het num
mer van het hotel en dan blijkt de tele
foniste zeer benieuwd te zijn naar de
wijze waarop we dit hotel in verband
hebben kunnen brengen met Miami
Vice. Officieel weet zij van niks, maar
na aandringen bevestigt zij de aanwezig
heid van „een kantoortje" in dat hotel.
Het betreffende telefoonnummer weigert
zij te verstrekken.
Dan maar opnieuw bellen en vragen
naar Krabbé. Bingo! Krabbé verblijft in
ihe Alexander. Hij laat duidelijk weten
dat hij best wil „babbelen", mits het niet
gaat over Miami Vice of zijn rol daarin.
Krabbé: „Ik heb me te houden aan af
spraken. Contact met de pers dient hier
uitsluitend via de filmmaatschappij te
verlopen. Zo werkt dat hier. Ja, in Ne
derland gaat dat eenvoudiger. Daar kan
bij wijze van spreken iedereen de filmset
op en journalisten kunnen er zeker hun
gang gaan. Hier is alles afgeschermd en
doe je als verslaggever niets zonder toe
stemming".
Wel noemt Krabbé het telefoonnummer
van het Vice-bureau" in The Alexander
en de contactpersoon Simmy. We bellen
Simmy en die is allervriendelijkst. Een
dag filmen van Miami Vice kan, zo zegt
hij, door een journalist bijgewoond wor
den. Daartoe dienen echter vergunnin
gen afgegeven te worden door de maat
schappij in Los Angeles. Hij vreest dat
dit proces „ten minste drie dagen" zal
vergen, terwijl er nog maar één dag ge
filmd hoeft te worden voor deze afleve
ring. We proberen het nog via de maat
schappij in Los Angeles. Vanaf de ande
re kant van Amerika, waar Los Angeles
ligt, laat persagente Kim Wells weten dat
inderdaad vergunningen vereist zijn.
„Dat kost zeker drie dagen. We willen
waarborgen dat alles, óók de publiciteit,
snor zit. Helaas is over drie dagen de
laatste draaidag al achter de rug. Spijtig,
maar het is niet anders".
Inspiratie
De kritiek op Miami Vice richt zich
vooral op de te zwakke verhalen, die te
vaak over drugs gaan. Miami mag dan
wel de de belangrijkste drugsstad van
Amerika zijn, er is voor een creatief
schrijver meer uit Miami Vice te halen,
menen de televisiekijkers. Gelijk hebben
ze. De nachten in Miami zijn heet, ook
in de criminele sfeer. Zo meldde de
krant The Miami Herald op 21 maart
dat in 1986 het aantal moorden 392 be
droeg, er 932 verkrachtingen waren gere
gistreerd en dat autodieven, voor zover
bekend bij de politie, 27.818 maal had
den toegeslagen. Een dagrapport van de
politie kan dus al volop inspiratie bie
den voor een aflevering van Miami
Vice.
Met opvallende gastrollen alleen win je
de kijkersgunst niet terug. Zelfs het feit,
dat Don Johnson erin is geslaagd zijn
mooie ex-vrouw Patti D'Arbanville te
strikken voor een rol in Miami Vice, zal
daarin geen verandering kunnen bren
gen. Wel levert het een foto op in de gro
te krant USA Today, waarvoor Don
Johnson en zijn ex-vrouw nog eens pose
ren als dolgelukkig koppel. „Miami
lies".
WOUT SLEIJSTER
„GEZELSCHAP MET EEN STAARTJE"
AMSTERDAM - De lente drijft veel mensen er elk jaar toe een jong
hondje aan te schaffen. Als je zo'n rakker gaat kopen is vaker sprake van
een puppietest dan van een baasjestest. Met alle problemen vandien in huis
en op straat. Alle aspecten van het houden van een hond of een kat komen
morgen in de RAI aan bod op het congres Gezelschap met een staartje".
Organisator is de Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde, die dit
jaar haar 125-jarig bestaan viert.
UTRECHT - Ooit kocht ik een praten
de en fluitende papegaai van een dame
die volgens een advertentie op het punt
stond voor lange tijd naar het ziekenhuis
te gaan. De aanwezigheid van vijf droe
vig kijkende kindertjes rondom haar di
van leek hun moeders verhaal te beves
tigen. De papegaai ging - voor een lief
sommetje - mee naar ons huis. Ten dele
een miskoop, zo bleek al snel. Het dier
hield zijn snavel en liet mij praten als
Brugman en fluiten naar m'n centen. De
„zieke" dame adverteerde dat jaar nog
wel dertig keer met steeds weer andere
papegaaien.
Maar je houdt van dieren en nadat de
papegaai van ouderdom van z'n stokje
was gegaan, lieten wij ter afwisseling het
oog vallen op een Franse langoor. Een
voltreffer, die nooit in een kooi hoefde.
Tijdens het kaarten ging het zwarte ko
nijn bij jan en alleman op de voeten lig
gen slapen. Dank zij z'n graafpoten ken
de hij de buren beter dan wij. Van ande
ren begrepen we dat hamsters minder
leuk zijn, omdat die je 's nachts een rad
voor ogen draaien. Reptielen in grote
bakken en vissen in kommen zijn leuk
om te zien, maar je hebt er zo weinig
aan. Huisdieren hebben van mensen
trouwens ook weinig plezier.
Katten zijn eigenzinnig, denk je als je ze
niet begrijpt. Nee, dan heb je toch het
meeste contact met een hond. Dus wij
ook een hond, een border collie. Zo'n
werkhond drijft het liefst schapen op. In
de stad moet je hem dus afleren honden
en fietsers mee naar huis te nemen. Hij
is nu bijna vijf en vanaf het begin een
trouwe, gehoorzame makker. Dat hij na
elke zwembeurt in het mulle zand rolt
geeft niet. Als hij eenmaal opgedroogd
is, vegen wij het zand gewoon van de
bank. Vechten doet hij alleen met hon
den die zelf beginnen. Maar dat zeggen
ook al die andere baasjes, waardoor we
meestal tot een „onbeslist" besluiten.
Het voordeel van een hond is dat je als
man niet achterdochtig wordt bekeken
als je lange tijd in een park of bos wilt
wandelen. Iemand met een hond kan
geen kwade bedoelingen hebben, zo den
ken zelfs de meest appetijtelijke jongeda
mes. Jong en oud stort zich onbevreesd
in een gesprek, vooral degenen die zelf
ook een viervoeter bij zich hebben.
Hondebezitters zijn ook nooit boos als
zij met hun schoenen wegzakken in een
blafverse hoop.
Binnen een jaar ken je bijna alle honde
rassen en weet je van iedereen dat wat
de experts over hun ras schrijven onzin
is. „Want ik voed mijn hond gewoon zo
en zo op", zeggen ze dan met trots,
waarop ze prompt hun volgevreten lie
veling van een piepende reu moeten af
halen.
Keuze
Een van de veertien geleerde sprekers
morgen tijdens het congres „Gezelschap
met een staartje" is drs. ing. W.J. Netto.
In het laboratorium voor vergelijkende
fysiologie van de Rijksuniversiteit
Utrecht, biologie-afdeling sociale etholo
gie, houdt Netto zich met de energie van
een werkezel bezig met het sociale ge
drag van dieren, en momenteel in het
bijzonder met het gedrag van honden.
Vooruitlopend op zijn lezing over de
ontwikkeling en keuze van puppies, ver
telt hij: „De ontwikkeling van een pup
kent uiterst belangrijke en kritieke perio
den, zowel bij de fokker als bij de koper.
Men maakt zich vaak te laat zorgen om
de opvoeding van honden. Dat kost la
ter veel moeite en tijd om te herstellen,
als dat nog lukt".
„Bij een bepaalde persoonlijke situatie",