FILM
BLIK
Buddy Rich
overleden
Ik had niet
de bedoeling
om satirisch
te zijn
Zielesmart met
een knipoog
Eddie Murphy in verdrukking
Veel onbenutte kansen in
Wiet doen Sneeuwwitje''
Nauwelijks belangstelling
voor Scandinavische muziek
Vs contra Rusland in Cinematheek
Kinnesinne rond Oscar
van Fons Rademakers
ROBERT
EASTON
Rutger Hauer:
spraakles van
prof. Higgins
FILM/KUNST
£eidóc<3ou4a/nt
VRIJDAG 3 APRIL 1987 PAGINAP-
DAVID BYRNE OVER TRUE STORIES":
9?
LOS ANGELES Een
portret op de omslag van
bladen als Time of
Newsweek is doorgaans
een graadmeter voor de
populariteit van een per
soon. Slechts zelden ver
schijnen popsterren op
de voorkant en dan nog
alleen als hen iets bijzon
ders kan worden toege
dicht.
Onlangs was de beurt aan
David Byrne, leider van de
groep Talking Heads, die
werd gelauwerd als „Man
van de Rock-Renaissance".
De man die „de popmuziek
nieuw leven inblaast" vindt
deze eer nogal overweldi
gend maar beschouwt het
ook als een moeilijke taak om
deze rol te blijven vervullen.
„Vraag is hoe je met deze
buitensporige vleierij om
gaat. Het is fantastisch, maar
het brengt je ook van je
stuk," meent David Byrne.
Byrne staat met de Talking
Heads al 11 jaar in de belang
stelling, maar voor het film
publiek is hij vooral de man
van „True Stories". Hij is de
David Byrne op
de set van „True
stories"
co-auteur, verteller, regis
seur, acteur en producent en
tevens produceerde hij samen
met de Talking Heads de mu
ziek. De groep zelf is overi
gens slechts een enkele, zeer
bescheiden keer te horen in
de film.
Het maken van een film is
nooit een van zijn grote am
bities geweest, zegt Byrne.
„Ik heb altijd gemeend dat ze
door competente professio
nals werden gemaakt en dus
lagen films buiten mijn be
reik".
Toch is de wereld van foto
grafie en video hem niet echt
vreemd. Behalve dat hij zelf
werkt aan de video-clips van
Talking Heads, werkte Byrne
met regisseur Jonathan Dem-
me samen bij de concertfilm
over de Talking Heads „Stop
Making Sense" uit 1984, die
volgens velen wordt gezien
als de beste concertfilm ooit
gemaakt.
Idee
Het idee voor „True Stories"
kreeg vorm toen hij verhaal
tjes uit kranten begon te ver
zamelen over „alledaagse"
gebeurtenissen. Byrne
smeedde deze verhaaltjes aan
elkaar en liet ze plaatsvinden
in een kleine stad aan de
vooravond van een groot
feest. David Byrne schreef
het verhaal en werkte met
Pulitzer-prijswinnaar Beth
Henley en schrijver-acteur
Stephen Tobolowsky samen
aan het script. Na twee jaar
van „improviseren en her
schikken" was men klaar om
te gaan filmen.
Het gevoel dat hij daarbij
kreeg omschrijft Byrne met
een citaat van Orson Welles
die na „Citizen Kane" zei dat
het regisseren van een film
„het beste speelgoed is dat
een jongen zich kan wensen".
Byrne: „Het is als een gigan
tische modelspoorbaan. Je
kunt de trein laten rijden
wanneer je wilt en je kunt bij
wijze van spreken naar wens
de huisjes neerzetten. Maar
de film werd wel redelijk
goedkoop gemaakt dus moest
ik in plaats van de huisjes
zelf neer te zetten, ze gaan
zoeken".
Beperkingen
„Ik denk dat het een goede
zaak was om gedwongen te
worden met beperkingen te
werken. Je staat er wat lan
ger bij stil en denkt: „Wat is
hier werkelijk aan de hand".
Byrne kwam terecht in
Texas en hij filmde op locatie
even buiten Dallas waar hij
de fictieve plaats Virgil cre
ëerde. Virgil wordt bewoond
door mensen die namen heb
ben als „Cute Woman",
„Computer Guy", „Lazy Wo
man". Allemaal excentrieke
figuren met hun eigenaardig
heden.
De grote verrrassing voor
Byrne was wel dat de film
komischer is geworden dan
hij aanvankelijk had bedoeld.
„Dat was wel een plezierige
verrassing. Ik had niet de in
tentie om erg satirisch te zijn.
Het is gewoon leuk en soms
kun je lachen over iets wat
gebeurt. Maar het is niet het
lachen zoals je doet als je an
dere mensen voor de gek
houdt," aldus Byrne.
De 34-jarige Byrne is niet het
prototype van een „gemid
delde popster". Hij praat rus
tig, is beschroomd, weegt zijn
woorden zorgvuldig af als
een diplomaat en zijn ant
woorden zijn scherpzinnig.
Byrne werd in het Schotse
Dumabarton geboren en ver
trok met zijn familie naar
Hamilton in Ontario, Canada
en later naar Baltimore. Hij
ging naar de kunstacademie
van Maryland en later naar
de Rhode Island School of
Design. Met studiegenoot
Chris Frantz, zijn vrouw
Tina Weymouth en Jerry
Harrison vormde hij in 1975
Talking Heads en maakte
muziek die weinig gemeen
had met de heersende punk
golf. De groep groeide uit tot
een sensatie, maar het succes
verpestte het talent van By
rne niet.
Museum
Zijn video's zijn opgenomen
in de collectie van het Mu
seum of Modern Art. Hij
componeerde de muziek voor
Twyla Tharps ballet „The
Catherine Wheel" en „The
Knee Plays" voor Robert
Wilsons „The Civil Wars". Is
Byrne niet bevreesd dat hij te
veel hooi op zijn vork neemt?
„Jazeker. Dus ga ik eerst uit
rusten. Mijn batterijen weer
opladen en me weer eens
verdiepen in een aantal za
ken in plaats van ze direct
naar buiten te brengen. Als
ik nu weer direct een film
zou gaan maken, zou ik me
zelf gaan herhalen, in routine
vervallen. En niet dat ik een
goed weldoordacht en sa
menhangend idee heb".
LAK-theater (Leiden): De giftige ap
pel apeelt „Niet doen Sneeuwwitje"
van Anton Koolhaaa. Regie: Jetty
Coppene. Gezien op donderdag 2
april.
De giftige (of vergiftigde?) ap
pel is een initiatief van en
aantal Neerlandici, maar in
veel meer vakgroepen werden
student-acteurs gezocht om
Anton Koolhaas' toneelversie
van Sneeuwwitje op de plan
ken te brengen. Het stuk van
Koolhaas is rijk aan stijlen en
humor, en neemt vaak relati
verend en ironisch een loopje
met de toneelwerkelijkheid.
Het biedt dus volop mogelijk
heden tot het maken van een
avond gevarieerd toneel. He
laas heeft deze appel, geregis
seerd door Jetty Coppens, veel
kansen onbenut gelaten.
„Niet doen Sneeuwwitje" kun
je zien als een uitgebreid com
mentaar op het sprookje. De
personages worden op hun ge
weten aangesproken, de the
matiek van liefde en jaloezie
staat centraal: het gif in de ap
pel is de jaloezie die de liefde
en dus het leven zuur maakt.
Denk ik, geholpen door het
programma. De in het alge
meen vlakke en vaak onver
staanbare manier waarop de
spelers in het algemeen hun
zinnen zeiden maakte het voor
de pauze erg moeilijk ook
maar iets uit de tekst op te ma
ken. De duidelijkste uitzonde
ringen op die matheid waren
Jaap Metzlar als Wim (een
nieuw personage bij Koolhaas),
Hetty van Enk als de figuur
(ongeveer de rol van het ge
weten) al sprak ook zij vaak te
snel, en de jagers (Bart van
Bezooijen en Pieter Franke).
De oudste was houterig, maar
verstaanbaar, en had iets char
mants, de jongste stelde zich
als een bronstige idioot aan.
Die laatste en bijna alle andere
personen moffelden lettergre-
fien weg alsof het een lieve
ust was.
Na de pauze kwamen de ka
bouters (Daniëlla van Iterson,
Nicolette van Welie en Marie
ke Dijkshoorn) en vielen er
steeds meer doden, wat het
spel gelukkig een stuk leven
diger maakte. Ook vulde de
regie plotseling de tekst a
De slachtoffers van de wul
en wrede koningin (Sas
Eland; zij kon wel goed k
zijn, maar niet woedend) en
zelfmoordenaar Wim b\e\
op om de verdere gebeurtei -l
sen te volgen. Zij roepen de
tel van het stuk ook uit, als p
prinsesje de hap van de apt"
wil nemen'. Helaas blonk f0,
prins (Heino Walbroek, c'
stevige, maar niet mini:
sportieve versie van Will^
Alexander) weer uit in kenfr-
lijke ongeïnteresseerdheid, j""
De regisseuze had daar vU
aan kunnen doen. Het mi||
male decor vormde ook e
Krobleem: na elke scène ml
et bos worden veranderd
paleis en dat gebeurde dij
vijf tweeluiken vol bomen j
te draaien tot tweeluiken
stenen. Zo na de achtste k|
begon dat onbedoeld komij.
te werken. Maar dat was n
het grootste bezwaar. Dat \j
dat het in „Niet doen, Sneeii'
witje" meestal ontbrak aan *-
thousiast spel en een visie
tekst en handeling.
DICK VAN TEYLING:
Scandinavisch» muziek door Vaug-
han Schlepp (piano) en Greta Ró-
molingh (zang). Donderdag 2 april
gezien en gehoord in de Kapelzaal
van K&O, Leiden.
In het kader van het Scandi-
navië-festival, dat van 9 maart
tot 9 april in Leiden gehouden
wordt, was er gisteravond in
Kapelzaal van K&O Scandi
navische muziek te horen.
Jammer, dat er maar zo wei
nig mensen (ongeveer twintig
bij elkaar) de moeite hadden
genomen om hiernaar te gaan
luisteren, want deze muziek is
bepaald niet dagelijks te be
luisteren, en zeker niet binnen
één programma. Bovendien
zijn de pianist Vaughan
Schlepp en de zangeres Greta
Römelingh, die deze avond
verzorgden, uitstekende vak
mensen, die op een plezierige
manier ook nog achtergrond
informatie over hun program
ma geven.
Het grootste deel van het reci
tal bestond uit liederen met pi
anobegeleiding. Twee van de
componisten die op het pro
gramma stonden, zijn bij ons
algemeen bekend: de Noor Ed-
vard Grieg, en de Fin Jean Si
belius; maar Stendhammar,
Rosenberg, Rangström en Sin-
ding (allen 19e/20e eeuw) zijn
nog niet zo diep tot onze con
treien doorgedrongen. In het
algemeen zitten er in deze 1|
deren veel elementen uit 11
Scandinavische volksmuzi(
zij ademen een sterk Scani'
navische geest: het zijn min
tuurtjes, nooit groots of zi
uitbundig, maar steeds ei
beetje terughoudend, so I
weemoedig, en ook wel
heimzinnig, mysterieus.
Greta Römelingh trof het K*
rakter van de liederen goel
Voorzover dat aan de hai
van de vertalingen te volgij
was, bracht zij de betekeif)
van de tekst goed tot uitdriie
king. Mooi kwam bijvoorbetp
de merel naar voren in 2p
mernacht van RangströM
Carnaval der Zieleamart mat het
Trio Cor Witje», de Berini'a, Het
Groot Niet Te Vermijden Dan» En
Showorkeat en Anneke Grönloh.
Presentatie: de Tune». Gezien op
donderdagavond 2 april in hat Leid»
Vrijetijdacentrum. Ook nog van
avond in da Boerderij in Zoetermeer
en morgenavond in het Paard van
Troja, Den Haag.
Het levenslied is uit de dood
opgestaan. En dat zullen we
weten ook. De Zangeres Zon
der Naam scoort zowaar weer
eens een top 10-hit met „Mexi
co". Paradiso en een bomvol
Olympisch stadion lagen reeds
aan haar voeten. Een syndi
caat van jongerencentra volg
de deze nieuwste ontwikkelin
gen rond de smartlap op de
voet. Zo werd het idee geboren
van Het Carnaval der Zieles-
mart, een soort van rondrei
zend circus met vertolkers van
het levenslied, dat gisteravond
voor het eerst het LVC aan
deed. Thuisblijvers kunnen de
komende dagen nog terecht in
de Boerderij te Zoetermeer en
het Paard van Troje in Den
Haag.
Er zijn er die beweren, dat het
levenslied onze tegenhanger is
van de Blues. Daar zit wat in,
maar dan moet je het woord
Blues toch wel erg ruim inter
preteren. Daarvoor spelen dit
soort optredens zich toch in
een te grote sfeer van vrijblij
vend af. Zielesmart met een
knipoog. De avond werd geo
pend door het Rotterdamse
Trio Cor Witjes, het enige trio
dat voortdurend de tel kwijt
raakt doch nooit de maat. Met
zijn vijven staken ze het toege
stroomde publiek van pottekij-
kers in hun broekzak. Als er
een figuur is die de veronder
stelde link tussen de smartlap
en de blues weet te leggen dan
is het Pierre van Duyl, alias
Cor Witjes wel. Obscure roc
kers worden afgewisseld met
wijsjes uit het oud-Hollands
liedjesboek.
Nog meer Rotterdams vertier
bij de Berini's. Een bazig me
vrouwtje op contrabas en een
onderdanig motorisch gestoord
heertje op de ukelele. Met de
blik op oneindig en het ver
stand op nul gaf deze laatste
omstandig uitleg over de her
komst van de groepsnaam. Dat
bleek een brommermerk te
zijn, waarna het dolkomische
„Oostvoorne Here We Come
volgde". Later in het program
ma zou de vooraf als ster van
de avond geafficheerde Anne
ke Grönloh het nog verder
zoeken middels „Kansas City
Here We Come". Na een moei
zame start kreeg deze diva de
zaal er toch nog onder. Dat
was voornamelijk de verdien
ste van het haar begeleidende
Groot Niet Te Vermijden Dans
En Show Orkest, dat ook op
eigen houtje de ene na de an
dere evergreen uit de mouwen
wist te schudden. Dit stelletje
prettig gestoorden deed zijn
naam alle eer aan. Eenmaal op
het podium waren zij er niet
meer vanaf te slaan. Overbo
dig misschien om te vermel
den, dat ook zij Maasstedelin
gen zijn. Nergens hebben ze
het levenslied immers zo goed
onder de knie als in Rotter
dam, waar een hele nieuwe
kring van vertolkers is opge
staan. Het bonte publiek, me
rendeels bestaande uit mensen
die er normaliter geen stuiver
voor zouden geven, genoot
zichtbaar. Als Blues voor ver
maak staat, dan was dit Blues.
De thuisblijvers kregen weer
eens ongelijk, het voyeuristi
sche kijkersgedrag van sommi
gen ten spijt.
ROBBERT TILLI
LOS ANGELES Buddy Rich, de legendarische jazz-
drummer en bandleider, is gisteren aan de gevolgen
van een beroerte overleden. Hij is 69 jaar geworden.
Vorige maand onderging hij een langdurige operatie,
waarbij een hersentumor werd verwijderd.
Buddy Rich heeft gespeeld met groten als Count Basie, Dizzy
Gillespie en Benny Goodman. Twintig jaar geleden richtte hij
zijn eigen band 'op. Zijn entree op de planken maakte hij al toen
hij, anderhalf jaar, optrad in de komediantenshow van zijn ou
ders. Toen hij 15 jaar oud was verdiende hij al 1000 dollar in de
maand, maar later liet het fortuin hem in de steek. In 1968
moest hij zijn huis laten veilen om de achterstallige belasting te
betalen. De Buddy Rich Band maakte tal van internationale
tournées, waarbij ook ons land werd aangedaan. Vorig jaar was
de band nog op het North Sea Jazz Festival in Den Haag. Hoe
wel de meeste bandleden tientallen jaren jonger waren, weiger
de Rich de rol van „grootvader": hij bleef spelen in het duize
lingwekkende ritme dat zijn kenmerk was geworden. Per jaar
trad hij wel 250 keer op, een tempo dat hij ook de laatste jaren
ondanks problemen met zijn hart volhield.
Charles Dance en Eddie Murphy: Goed tegenover Kwaad In
„The golden child".
„The golden child" met
Eddie Murphy, Charlotte
Lewis en Charles Dance.
Regie: Michael Ritchie.
„The golden child" is Eddie
Murphy's eerste film in het
exclusieve (miljoenen)contract
voor vijf speelfilms dat hij met
Paramount Pictures gesloten
heeft na het succes van „Be
verly Hills Cop". Een verras
sende keus, die film, want Ed
die Murphy haalt er nergens
de toppunten van energie, ver
bale gevatheid en los-uit-de-
polse humor die frem zo popu
lair maakten. „The golden
child" is een hoop onzin, en
dat is dan nog het minste ver
wijt,- maar de magische poes
pas en de visuele effecten van
George Lucas Industrial Light
Magic belemmeren Murphy
hevig in zijn filmpersoonlijk
heid. Die is gebaseerd op de
brutale straatjongen die slim
mer is dan iedereen denkt en
die met veel bravoure dwars
door culturele, sociale en
kleur-barrières heenspringt.
Murphy is (nog) een „entertai
ner" en geen acteur. Eentje die
zijn faam met én en hetzelfde
soort rol (de kleine jongen die
de bonzen in z'n zak steekt)
heeft opgebouwd. En voor dat
„image" laat „The golden
child" veel te weinig ruimte.
Murphy speelt een sociaal
werker in Los Angeles die
verdwenen kinderen opspoort.
Hij wordt door een wonder
schoon Oosters meisje (ex-mo
del Charlotte Lewis uit „The
pirates") gevraagd voor een
klus ihet wereldwijde beteke
nis: Hij moet het Gouden Kind
opsporen, een soort mini-Dalai
Lama zonder wie Het Goede
uit de wereld zou verdwijnen.
Een duizendjarig medium in
de achtrekamer van een Chi
nees restaurant heeft Murphy
als De Uitverkorene aangewe
zen voor die taak. Kinderen
opsporen is zijn dagelijks
werk, hij is goed en hij is bru
taal genoeg om het op te ne
men tegen het veile brein ach
ter dat alles: acteur Charles
Dance als een Satan-achtige
verschijning (in net zo'n lange
leren jas als Jeroen Krabbé in
„No Mercy" aanheeft) die zich
bij de eerste de beste confron
tatie in een draak met vleugels
verandert. Eddie maakt kans
op succes maar dan moet hij
eerst een magisch mes uit Ne
pal gaan halen om dat te rui
len voor het kind.
Met Nepal zitten we voorgoed
in de avonturen en de horror a
la Indiana Jones en blijft er
van Murphy niets meer over
dan een marionet die het vij
haal naar een goed einde m| r
brengen. De speciale effect
zien er mooi uit, maar ze wi
den er zo plichtmatig Nbij|>
sleept dat het simpelweg v|
velend om weer een z s
opensperrende afgrond inl
kijken. Eddie Muprhy kan i j
verhaal maar af en toe, en d
vooral in puur-verbale c<jj
frontaties, naar zich toe tre j
ken: Zoals wanneer hij plotjj
ling een scratchende diskjlj
key imiteert en wanneer L
een op zijn eigen gekwëbh
verliefde tv-presentator in e
live-uitzending lik op st)
geeft. Dat is even de od j
Murphy, „street smart", v<jj
.geen gat te vangen. De fiK
van regisseur Michael Ritqt
toont daar teleurstellend wi.
nig van. Het wachten is-1®
„Beverly Hills Cop numn|£
BERT JANSllj
Gisteren werd er nog hard
gewerkt aan de vitrines van
het Haags Filmhuis. Het lijkt
er een kleurrijke culturele
oorlog te worden tussen Rus
land en de Verenigde Staten.
De Pravda naast de New
York Times. Dostojewski
naast Mickey Spillane. Het
Haags Filmhuis draait tussen
nu en 29 april in de Cinema
theek namelijk het program
ma „Van Tolstoi tot Heming
way, Russische en Ameri
kaanse literatuurverfilmin
gen". Elke dag een ^pder
meesterwerk, al mag je wat
dat betreft bij Mickey Spilla
ne een vraagteken zetten. Zo
maar een greep uit het aan
bod: Joseph von Sternbergs
Amerikaanse verfilming van
Dostojewski's „Misdaad en
straf" (of als u wilt: „Schuld
en boete") „Anna Karenina"
van Zarki (om te vergelijken
met de tv-serie), „De idioot"
van de Rus Pyriev en het
zelfde boek in de visie van
Kurosawa. De meest vrije
verfilmingen zijn gewoonlijk
de beste. Zoals „Piano Meca-
nique" van Nikita Mikhalkov
(broer van Andrej Koncha-
lovsky) met de essentie van
Tsjechov. Jammer trouwens
dat zijn Oblomow-verfilming
er niet bij is.
Bij de Amerikanen komen de
meest succesvolle literatuur-
verfilmingen van Mike Ni
chols („Catch 22"), Sidney
Pollack („This property is
comdemned"). Bij de VS koos
het Filmhuis terecht ook
voor thriller-verfilmingen uit
de hard boiled detective-
school. John Hustons klassie
ker „The Maltese falcon"
(naar Hammett) ontbreekt
niet, evenals de late, Britse
Chandler-verfilming van
Dick Richards „Farewell my
lovely".
Een aardige filmtopconferen
tie. Meneer Gorbatsjov zou er
vrede mee kunnen hebben.
Robert Mitchum en Charlotte Rampling In „Farewell i
ly" (Cinematheek Filmhuis).
door Bert Jansma
Heeft u het allemaal gevolgd
van die Oscars op de tv? In
het Nederlands, in het En
gels, in het Duits. Elk land
maakte er weer een heel
chauvinistisch showtje van.
Wij bij de Tros rond Mulisch,
want Fons van „De Aanslag"
zat te ver weg. De Britten
(BBC ontbijt tv) juichten
zichzelf toe en wisten zelfs
van de meeste Amerikanen
nog wel te vertellen dat ze
ooit in Londen geweest wa
ren. Toen Fons Rademakers
in beeld kwam begon de
Duitse commentator daar on
middellijk door heen te pra
ten. Nou is dat bij onze lingu-
aphobische Oosterburen ge
bruikelijk, maar de tekst was
dit keer onthullend: „Ja, die
Niederlande haben diesmal
gewonnen, maar in New
York en een aantal grote ste
den loopt die en die Duitse
film op het ogenblik met zéér
veel succes". Heeft er dus
niks mee te maken, dacht ik.
Van corresppondent Bob van
Huet hoorde ik telefonisch
uit Parijs dat de Fransen ook
nog al met „De Aanslag" in
hun maag zaten. In Parijs
hadden de media al hevig ge
preludeerd op een prijs voor
„37.2 le matin" oftewel „Bet
ty Blue". De programma's
rond de film lagen bij wijze
van spreken al klaar. En
komt daar die verdraaide
Aanslag van die muizekaas-
koppen in beeld. „Ah, mais
oui" aldus de Franse com
mentator, „de oorlogsspekta
kels zijn op het ogenblik he
laas weer in de mode". Het
boek van Mulisch is dan in
Parijs toch niet goed genoeg
gelezen, dacht ik. De culture
le EEG lijkt nog ver weg.
HENRY HIGGINS OF HOLLYWOOD, INC.
(213)463-4811
THE DIALECT DOCTOR
Accents Cured Dialects Strengthened
jbyn a lass, br/w"l-ourii llsley-.
-aston, hector elizondo, ron ely, lind
,-eldshuh, lupita ferrer, linda fiorentino,
!er, nina foch, jane fonda, tony francioi.
een freeman, terrigarber, christopher geo!
hn gielgud, robert ginty, alexander goduno*
shelley hack, gene hackman, veronica ham
ianks, rutger hauer, mariel hemingway,
lton heston. jon-erik hexum ai>'wp HPV>
Cony
Rutger Hauer: les bij professor Higgins
Het wachten is op Rutger Hauers laat
ste Amerikaanse film „Wanted: dead o
alive". Daar speelt hij een op en top1'
Amerikaan in. Hèt moment om te luise
teren hoe het met zijn Amerikaan
staat. Geen spoortje meer van een acl
cent? Zou niet moeten, want Rutgei11
heeft van ene Robert Easton spraakles f
„The Henry Higgins of Hollywood
Inc." noemt Easton zich. Hij adverteer
de pagina-groot in het Amerikaans!
vakblad Variety. Mét al de namen val
zijn leerlingen. Niet alleen buitenlan
ders hoor, pas op. Rutger Hauer staat e
geflankeerd door pure Amerikanen
Zoals Gene Hackman, Veronica Hamel v
Tom Hanks en Mariel Hemingway j
Wat voor dialect zouden die gesproker
hebben? Of moesten ze er juist een óari
leren?