querulant heeft soms gelijk K £eidóe@owo/nt' Voor het eerst in zijn bestaan heeft de Reclame Code Commissie zijn zittingen openbaar gemaakt. Even leuk als de politierechter? Nee. „Alles wordt vrij serieus bekeken en beargumenteerd", zegt secretaris mevrouw mr. A. E. de Gelder. Toch kwamen er meteen op de eerste openbare zitting al letterlijk billen bloot. Een rapportage over de lange tenen van Nederland. AMSTERDAM - Wat moet een Nederlander op een druilerige och tend met zeeën vrije tijd om han den en alle bioscopen nog dicht? Hij zou zich, om iets te noemen, een zitplaats kunnen uitkiezen op de publieke tribune bij de politie rechter teneinde gratis te genieten van de kostelijke voorstellingen die daar gegeven worden. Welnu: Deze vorm van kosteloos vertier heeft zojuist een uitbreiding ondergaan. Voortaan zijn ook de zittingen van de Reclame Code Commissie openbaar en dus voor Jan Pubhek toegankeüjk. De eerste keer dat de deuren van het ka pitale pand aan de Amsterdamse Wes- termarkt uitnodigend gaapten, had het al meteen raak kunnen zijn. Er stonden, met permissie, billen op het programma. Maar was het even leuk als de politie rechter? Eerlijk gezegd: nee. De klacht die de Reclame Code Com missie die ochtend behandelde, betrof een schoonheidsinstituut en ging over de goede resultaten die met een bepaalde methode te bereiken zouden zijn. Foto's van voor en na de aangeprezen behande ling waren het bewijs. Klaagster echter weigerde te geloven dat die foto's op werkelijkheid berustten. Volgens haar hadden de billen van voor de behande ling aan een andere vrouw toebehoord dan de billen van na de behandeling. Het schoonheidsinstituut bestreed dit ui teraard. Ze zouden wel gek zijn om be loftes te doen die niet waargemaakt kon den worden. Wat had je aan ontevreden klanten? De billen waren wel degelijk van één en dezelfde vrouw geweest. Mis schien had klaagster zich laten misleiden door het verschil in belichting. Tja, soms schijnt de zon en soms niet. Maar het litteken dan dat op de ene foto wel en op de andere niet viel waar te ne men? Nou, die andere bil was van opzij genomen. Enzovoort. De vijfkoppige commissie ondertussen hoorde niet al leen aandachtig toe, maar droeg met het stellen van indringende vragen zelf bij tot het bloot krijgen van de naakte waar heid. Schriftelijke uitspraak over vier weken of daaromtrent. „Openbaarheid Code Commissie onthult de ernst van ons volk", meldde het vakblad voor re clame Adformatie naar aanleiding van de eerste publieke zitting. Daar waren ze kennelijk ook een beetje teleurgesteld. Luiers „Dolle pret moeten de mensen bij ons niet verwachten", geeft mevrouw mr. A. E. de Gelder, secretaris van de commis sie, desgevraagd toe. „Alles wordt se rieus bekeken en beargumenteerd. Zelfs dat met die billen ging vrij ernstig". Is het dan nooit leuk? De reclame staat er toch nauwelijks om bekend een grap of grol te schuwen? Kan ze zich echt geen smakelijk voorval herinneren? Over de vraag moet bedenkelijk lang worden na gedacht, maar uiteindelijk breekt er toch een glimlach door. „O ja. Dat ging over luiers. Over de vraag in welke mate ba bybilletjes droog bleven. De fabrikant deed hier ter plaatse een proef. Hij had twee dichte dozen meegebracht met daarin een gat. hij goot twee bekertjes water naar binnen en toen moest er ge voeld worden. Ik zie nog onze voorzitter met zijn handen in de dozen gaan. Die handen die in die dozen gingen en het gezicht daarbij, dat vergeet ik nooit meer, haha. Overigens halen dergelijke experimentjes niets uit, hoor. De com missie oordeelt namelijk nooit over de kwaliteitsvraag van aangeprezen produk- ten". Wat doet de commissie dan wel? En waarom deed de commissie dat tot dus ver in het geheim? Een klein college. Sinds 1963 bestaat er in Nederland een Stichting Reclame Code waarin tien or ganisaties deelnemen die op enigerlei wijze bij reclame of bij het maken ervan betrokken zijn. Deze stichting heeft ge dragsregels opgesteld waaraan alle recla me-uitingen moeten voldoen. Een uit zondering vormt de reclame op televisie en radio. Daarover gaat de Reclameraad en die zit in Haarlem. Deze Reclame raad is in 1965 bij wet ingesteld, „ver moedelijk", aldus mevrouw De Gelder, „omdat de overheid de televisie zo'n in dringend medium vond dat ze er een vinger in de pap wilde hebben". De Re clameraad is dus een van hogerhand op gelegd geweten, terwijl de Stichting Re clame Code een geweten is waaraan de gedrukte media zich op basis van vrij willigheid onderwerpen. Maar binnen kort, wanneer de Eerste Kamer de me diawet van minister Brinkman zal heb ben goedgekeurd, komen de twee teza men. Dan zal de Reclameraad opgaan in de Stichting Reclame Code en moeten klachten over televisie- of radioreclame niet meer, zoals een STER-spotje nu nog aanspoort, naar Haarlem worden opge stuurd, maar naar Amsterdam. Een bij komend voordeel is dat ook de behande ling van klachten over de STER-reclame daarmee, in tegenstelling tot de huidige gang van zaken, openbaar wordt. Geheimzinnig Die eeuwige geheimzinnigheid. Vanwaar toch? „De controle op de naleving van onze gedragsregels", probeert mevrouw De Gelder uit te leggen, „berust bij de Reclame Code Commissie. Iedereen die meent dat een reclame-uiting in strijd is met de gedragsregels, kan daar een klacht indienen. Welnu, het feit van zo'n klacht vond men in de reclamewereld vervelend. Het werd als schadelijk voor de naam van de adverteerder ervaren. We oefenen zelf al toezicht uit op onze handel en wandel, luidde ongeveer de re denering, waarom zouden we onze vuile was dan ook nog eens buiten gaan han gen? Maar wat gebeurde er? De gesloten deuren ten spijt begon de publiciteit zich de laatste jaren steeds meer met het werk van onze commissie te bemoeien. Een groeiende hoeveelheid klachten en uitspraken kwam ook zonder onze tus senkomst wel in het nieuws. Denk aan die klacht over een aantal folders waarin kindervuurwerk werd aangeprezen als ZATERDAG 28 MAART 19E Wal 13 >74 j ki De zittingen T cl van de Reclamt Code Commissie zijn onschuldig, beslist zeer ongevaarlijk, kan door kleintjes worden vastgehouden. Die haalde terecht de voorpagina's. Wel nu, gezien deze ontwikkeling zou het een beetje krampachtig zijn wanneer we nog langer vasthielden aan ons oude, nogal besloten beleid. Bovendien wordt heel de moderne maatschappij gekenmerkt door een grote mate van openheid. Dat vergemakkelijkte voor ons het zetten van de stap". waliteit Ondanks de handen van de voorzitter in de dozen met luiers buigt de Reclame Code Commissie zich, als gezegd, nooit over kwaliteitsvragen. Misleiding echter, daar is men fel op. Artikel 7 van de code: „Een reclame-uiting mag geen en kele misleiding bevatten, met name om trent de prijs, de inhoud, de herkomst, de samenstelling, de eigenschappen of de doelmatigheid van een aangeboden arti kel of dienst. De desbetreffende informa tie behoort zo duidelijk en volledig mo gelijk te zijn. In reclame-uitingen die kennelijk bestemd zijn voor het grote publiek, dienen wetenschappelijke ter men, statistieken en aanhalingen met grote omzichtigheid te worden gebruikt teneinde begripsverwarring te voorko men. Indien van statistieken met een be perkte geldigheid gebruik wordt ge maakt, moet die beperking duidelijk blij ken. Het in reclame-uitingen vermelden of aanhalen van getuigschriften, attesten of verklaringen behoort op juistheid en waarheid te berusten en mag niet op misleidende of verwarring stichtende wijze geschieden, ze dienen met name in overeenstemming te zijn met recent aan vaarde inzichten van wetenschap en techniek". Zo gaat het nog ettelijke alinea's door. Hoe dat nu uitpakt in de praktijk? Wan neer de zittingen van de Reclame Code Commissie eerder openbaar waren ge weest, had de argeloze binnenwipper van het volgende voorbeeld kennis kun nen nemen. In een advertentie is een be tegeld bad afgebeeld op de rand waarvan een telefoontoestel staat. Boven een op het bad wijzende pijl vraagt een tekst: „Kan ik van hieruit vergaderen?". Goed fout, vondt een klager. Immers: „De ad vertentie kan worden gezien als een sti mulans om vanuit het bad te telefone ren, terwijl de rand van een badkuip zo smal en doorgaans zo glad is dat het toe stel in het bad kan glijden en vervolgens het bad onder stroom kan zetten waarna de badende persoon geêlectrocuteerd wordt". Men ziet: er wordt weinig aan de verbeelding overgelaten. Toch had de Code Commissie veel verbeelding nodig om de klacht gegrond te verklaren. Kort maar krachtig: „In de advertentie wordt ten onrechte de indruk gewekt dat het niet op wettelijke bezwaren stuit en dat het bovendien mogelijk en ongevaarlijk is om vanuit het bad te telefoneren. Strijd met artikel 1 en 7". Goede smaak Misleiding dus, maar ook nog iets an ders. Artikel 1: „Elke reclame-uiting be hoort te zijn in overeenstemming met de wet, de waarheid en met de eisen van goede smaak en fatsoen". Hier wordt een wel zeer breed pad betreden. Want wie maakt dat uit, goede smaak en fat soen? Ter toetsing een advertentie mee genomen en aan mevrouw De Gelder voorgelegd die onlangs verscheen op de pagina bedrijfsleven/overheid van een toonaangevend landelijk avondblad. Hij was geplaatst door een accountantsbe- drijf dat medewerkers zocht. „Dwarslig gers gevraagd", stond er boven. Daaron der, bij wijze van blikvanger, een foto van een stuk spoorrails met overdwars de liggende figuur van een man. Goede smaak? Fatsoenlijk? En zo er over deze advertentie al geen klacht binnen was gekomen, 'zou de Reclame Code Com missie dan wellicht op eigen initiatief tot actie zijn overgegaan? Mevrouw De Gelder blijkt de betrokken pagina niet onder ogen te hebben gehad. Maar toch springt er bij haar een lichtje op rood. Ze gaat zoeken in het archief en komt triomfantelijk terug. „Hier heb ik hem. Een advertentie met de foto van een stuk spoorrails waarop oude geluids boxen zijn vastgebonden. Reken af met slecht geluid; ga eindelijk eerste klas luisteren, staat erbij. Daar is indertijd wel een klacht over gekomen. En die heeft de commissie gegrond geacht. Ci taat. De in de advertentie gedane sugges tie om geluidsboxen - in het geval men deze kwijt wil - op een treinrails te plaatsen, heeft niet alleen het risico in zich dat daardoor gevaarlijke situaties geschapen worden, doch door het doen van een dergelijke suggestie wordt ook het vertrouwen in de reclame geschaad. Het is bekend dat zich een groot aantal zelfdodingen op een vergelijkbare wijze voltrekt en dat de gevolgen daarvan ook voor de machinisten die dit meemaken, niet zelden zeer ernstig zullen zijn. Daar hebt u uw antwoord. Heel onsmakelijk, zo'n advertentie met een man op de rails. De Code Commissie handelt zel den uit eigen initiatief, maar ik acht het niet uitgesloten dat we in dergelijke ge vallen tot actie zouden besluiten, klacht of geen klacht". Papieren tijger Het klinkt behoorlijk manhaftig. In de praktijk echter heeft de Reclame Code Commissie iets van een papieren tijger. Sancties kent het instituut niet. Volstaan wordt met een aanbeveling aan de ad verteerder om een gewraakte reclame-ui ting voortaan achterwege te laten. „Maar als het om een ernstig geval gaat", aldus mevrouw De Gelder, „of wanneer een adverteerder in zijn fout terugvalt, dan maken we zo'n aanbeveling openbaar. Hij gaat naar de media en die hebben zich verplicht om de betrokken reclame uiting in die vorm niet meer op te ne men". Zou er dan ten minste gesteld mogen worden dat het werk van de commissie een beschavende invloed op de samenleving heeft? Ook dat niet. „Ik denk dat daar onze taak niet ligt. De code is indertijd bijvoorbeeld nauwelijks ingesteld omdat er schandalige dingen op het gebied van de reclame gebeurden. Veeleer lag er een algemeen gevoelen bij de media, bij de adverteerders, bij de consumentenorganisaties aan ten grond slag dat een zekere mate van regelgeving geen kwaad zou kunnen. Er bestonden al regels van de Internationale Kamer van Koophandel en die hebben we toen overgenomen". Het gaat er volgens mevrouw De Gelder om dat de mensen hun advertenties meer bewust en met wat meer zorg op stellen dan ze zouden hebben gedaan wanneer er geen code was geweest. Ie dereen wil een klacht voorkomen, want het geeft maar rompslomp - die sfeer. Van haar kant betracht de Code Com missie bij het oordelen over goede smaak en fatsoen de grootste omzichtig heid. „Want welke maatstaf moet ik aanleggen? Die bestaat niet. Het ligt voor iedereen anders. Klachten over bloot? Dat valt heus wel mee, hoor. Zo idoot veel bloot is er niet. En de klach ten over bloot die we hebben gehad, zijn, voor zover ik me kan herinneren, niet gegrond verklaard". Klopt. Wan neer de zittingen van de commissie eer der openbaar waren geweest, had de ar geloze binnenwipper getuige kunnen zijn van een klacht betreffende een op haar buik liggende naakte vrouw tegen achtergrond van een azuurblauwe zecfP' op de voorgrond was een viertal cosmejr tische produkten afgebeeld. „Waar he*8. tonen van vrouwelijk of ander naakt' vonniste de commissie, „noch in zijn al, gemeenheid noch in de onderhavige ad? vertentie als in strijd met de eisen vaP goede smaak en fatsoen is aan te mer ken, is van strijd met deze criteria geer sprake. Ongewilde confrontatie met eeri- afbeelding als de onderhavige doet de revA clame-uiting niet in strijd zijn met de" goede zeden". Een per dag ird Hoeveel klachten de commissie bereij,eil ken? Vorig jaar waren dat er 353 ofwe£t bijna één per dag, zon- en feestdagei^ meegerekend. e Nederland telt meer lange tenen dai£n men zou denken. En terecht, vond dLj commissie, want ze liet de helft van de klachten in het voordeel van de klagel uitvallen, inclusief een aanmerking ot^=g het dokterachtige optreden Sjoukjü5 Hooymaayer uit Zeg 'ns Aa in een reda-ffi me voor een knoflookpreparaat. Om|U met een vorige voorzitter te spreken!! „Ook een querulant heeft soms gelijk"!B Opvallend is dat de Reclameraad dir~ over veel indringender geachte televisie-, reclame gaat, nog niet de helft van del2 klachten haalde waarover de Code Com missie zich moest buigen, namelijk 153,'an Is Loekie de Leeuw zoveel keuriger ofinj zegt het juist iets over de vluchtigheid; p van het medium? Hoe dat zij, in een na-jn bije toekomst worden ook deze klachtei^el naar de Code Commissie overgeheveldet Die krijgt het dus anderhalf maal zoer druk en zal bijgevolg, vreest mevrouw^ De Gelder, moeten gaan omzien naaiett een ruimere behuizing. Voor de open-, R baarheid levert dat een pluspunt op.r Meer klachten, dat betekent meer struc-nr tuur in het schema van de zittingen; op; het ogenblik gaat het wat lukraak en» dient er telefonisch te worden geinfor-?* meerd naar het tijdstip waarop de com-'JKl missie bijeen denkt te komen. En meer, ruimte, dat betekent een grotere publie-'ro ke tribune. Toen het besluit tot het houïa den van openbare zittingen gevallen1'01 was, toog mevrouw De Gelder naar het®n bekende slimme warenhuis, teneinde er' snel vijftien klapstoeltjes aan te schaffen. Meer pasten er niet in het zaaltje. Wel licht zal ze binnenkort een nieuwe gange» naar dat warenhuis dienen te onderne- mei1' PIET SNOEREN^ ,3: De volgende zin tref je steevast aan in elk medisch artikel over afvallen. „Dik ke mensen houden meestal met de be handeling op. Degenen die zich wel laten beharidelen vallen meestal niet af; en de genen die wel afvallen komen meestal weer op hun oude gewicht terug". Wie dit gezegd heeft is niet duidelijk (het ci taat wordt dan eens aan Stunkard toege schreven en dan weer aan Stuart en Da- vies), maar aan de boodschap twijfelt tot op heden niemand: er bestaat geen enkel middel om af te vallen, en als het helpt, dan helpt het maar even. Gelukkig zijn eigenlijk maar weinig mensen echt te zwaar, strikt medisch ge zien dan. Maar daar begint de grote ver warring, want wat is precies medisch te dik? Daarvoor worden verschillende maatstaven gehanteerd. En dan ook nog eens andere ten aanzien van mannen en vrouwen. Bovendien schijnt een beetje overgewicht niet schadelijk te zijn, al weet niemand precies waar de grens ligt tussen een beetje, en een beetje te veel. Echt veel overgewicht - daar is iedereen het wel over eens - verlaagt de levens kansen. Volgens de Duitse internist prof. dr. Berger (ik pak maar een willekeurige deskundige) is dat bij acht tot tien pro cent van de bevolking het geval. Afvallen zóu hen goed doen, al weet nie mand hoe je dat zou moeten aanpakken. De wanhoop van deze mensen wordt geëvenaard door de wanhoop van de be handelende artsen: ze hebben krasse me thodes uitgedacht. In het Engelse medi sche vakblad de Lancet kon je lezen hoe ene Rodgers bij zeventien mensen de bovenkaak met een staaldraad aan de onderkaak vastnaaide. Vijf van hen hiel den er voortijdig mee op (twee ongeluk- kigen knipten zelf de draad door), de rest viel behoorlijk af maar kwamen la ter („zoals verwacht") weer uit op het oude gewicht. Nog drastischer is het operatief weghalen van een stuk maag of dunne darm. Een behandeling voor de echt wanhopigen. Je valt er wel van af, al moet je een niet meer te herstellen ontsporing van de spijsvertering op de koop toe nemen. Daarbij is de zeer om Mooi in 1900, advertentie voor een mestkuur. (Rechterplaatje toont het gewenste resultaat). streden operatie niet altijd ongevaarlijk. Een overzicht van de afdeling middeltjes en diëten stemt je nauwelijks vrolijker. Meestal hebben ze een carrière als een vuurpijl: een hevige knal in de dames bladen en dan stilte alom. Wie herinnert zich nog Dr. Vos' Brooddieet, het af- slanknieuwtje van 1984? De enige se rieuze middelen zijn Equiline en Modi- fast, ook wel bekend als het „laatste- kansdieet", en het eetlustremmende Ka- taline. Ponderal en Teronac. Maar ook daar is wat mee loos. In 1983 verbaasde de toenmalige staatssecretaris Van der Reijden (wat mis ik die man) de medi sche wereld met zijn uitspraak dat het „laatste-kansdieet" gevaarlijk zou zijn: in Amerika vielen door het dieet zestig doden. Door de extreem lage voedings waarde van het dieet zou het lichaam zijn eigen eiwitten (de hartspier onder meer) gaan aanspreken. De Gezond heidsraad moest dat van de staats maar eens uitzoeken. Welnu. „Gezonde dikke mensen" (geen diabetes, geen ziekten aan hart, bloedvaten, nieren of lever) kunnen deze diëten zonder gevaar vier tot zes weken gebruiken. Maar het is niet geschikt voor mensen die een paar pondjes boven hun gewicht zitten en de 14. tui Raad is „over het succes op langere ter-,0] mijn niet optimistisch". Resten de eetlustremmende middelen.jn3 De meeste mensen willen afvallen „voorj^] de mooi" en niet om medische redenen:,^ per jaar komt een op de tien Nederlan-|je ders op dat idee. De meeste huisartsen^ zijn dan desgevraagd bereid eetlustrem-jg! mende middelen voor te schrijven alsjj' Kataline, Ponderal of Teronac. Leggen[tr die middelen gewicht in de schaal? Inter-;e[ nist O. Cluysenaer en apotheker M.ju Tjoeng vlooiden de medische literatuur^ na op zoek naar gegevens en deden een^2 eigen bescheiden onderzoekje. Het ver-{e| haal wordt eentonig. De middelen hel-Jp( pen beter dan een foppil, dat wel, maar na staken van de kuur is het resultaat- snel verdwenen. Daarbij is de gewichts-^ daling medisch gezien niet interessant,jj zodat de kuur alleen iets kan betekenen|j „voor mensen die - doorgaans om wei-K nig gewichtige redenen - er een bepaal-jj de periode wat aantrekkelijker willenfl uitzien". Huwelijksreispillen dus. B Elk pondje komt door het mondje - hetir duo zegt het wat ingewikkelder, maarV daar komt het op neer. Eten is gedrag, en vraatzucht, aldus onze Nationale Psy-D< choloog prof. Piet Vroon „is niets andersla dan een gewoonte, uitgelokt door deap aanblik van voedsel en de smaak daar-:o van". Men heeft heel lang de illusie ge-bo had dat eetlustremmende middelen hetD< eetgedrag van de mensen zouden veran-4 i deren. Dat blijkt niet zo te zijn. Wie wilde afvallen heeft een fikse wilskracht nodigt en geen pilletje. C<

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 26