„Ik ben nu mijn
eigen slavendrijver"
final
naie
Motorsportseizoen start met
een nieuwe dimensie
RIA STALMAN:
Elleke
Ccidóc Sowiant
ZATERDAG 28 MAART 1987
VlSTERDAM - Aan het eind
n het gesprek leunt Ria Stalman
ig eens lekker achterover in haar
oderne, in alle richtingen be-
;egbare bureaustoel. Een kwart-
j naar rechts en haar uitzicht op
n smetteloze marmeren werktafel
randert in een blik op een troe-
le Amsterdamse gracht. De han-
n achter het hoofd ineen vou-
;nd en na een korte pauze zegt
35-jarige ex-atlete: „Ja, ik ben
genlijk best wel heel tevreden met
ijn leventje van nu". Waarbij het
dit moment haar voornaamste
irg is het door het fraaie grachten-
nd banjerende kattenduo ervan
weerhouden de flora aan te kna-
n. „En verder heb ik het lekker
met m'n werk".
:t is een groot contrast met haar situa-
van kort na de Olympische Spelen in
54. Op haar gouden discusmedaille
Igde, na een verblijf van zeven jaar in
Verenigde Staten, de terugkeer in Ne
land. In een kille flatwoning in Kat-
k verwerkte ze eenzaam de haast on-
-mijdelijke post-olympische depressie,
et was herfst. Ik zat maar tegen die
uwe wolken aan te staren. Je mag
tst weten dat ik toen vaak heb gedacht
aar weer te gaan sporten. Maar ja, dat
ju uitstel van executie zijn geweest",
rijwel meteen na haar gouden worp
/er 65,36 meter in het Coliseum be-
öot de Delftse er de brui aan te geven,
k heb sinds Los Angeles geen discus
eer aangeraakt. In het recreatie-niveau
id ik absoluut geen zin. Dat kon ik
ouwens lichamelijk ook niet opbren-
m. Het voornaamste was dat ik m'n li-
laam moest terugbrengen tot normale
•oporties. Ik heb daarvoor niet afge-
aind. Het grappige was dat het min of
eer vanzelf ging. Tijdens de Spelen
oog ik 97 kilo en binnen drie maanden
aren er vijftien kilo's vanaf. Achteraf
Kjk ik dus toch een normaal mens te
jn. Maar toen gaf mijn aanblik aanlei-
lem echin6 tot allerlei verhalen", spreekt ze be-
wij gaa#chtzaam, doelend op vermeend do
ft we patoggebm'k- „Mijn mening daarover is
ïkend. Het is haast onmogelijk top-
an Moe)ort te bedrijven zonder iets te nemen
om voo111 de trainingsarbeid te ondersteunen,
geld aa/aar bet moet verstandig gebeuren en
r de hunder begeleiding van een arts. Het is
>rde Fre-bt niet nodig iets te nemen om de
was efestatie zelf. té ondersteunen. Die pres
ide volgt uit goede training", luidt haar
>r Ik aPe- »Maar ik zeg niet dat ik gebruikt
maar ipb"> waarschuwt ze, ineens fel. „Waar-
k tp yiii111 aiet? Omdat een positief antwoord
(en. Daerboden is!"
r de pro
TedXEURSLIJF
ertuiger'
n zittena de donkere dagen na de Spelen pro
een opperde de medaillewinnares nog wel in
hygiéniCweging te blijven met wat trimmen,
lodgaaniaar echt van harte ging dat niet. „Opk
id gerriardlopen moet je leren en ik kwam niet
aar lancoor dip fase heen. De motivatie kon ik
teld daiiet vinden. Het werd een worsteling en
g gehold was juist zo blij dat ik aan dat keurs
en kunijf van de atletiek was ontsnapt".
:ens eeA>°ral nü realiseert Ria Stalman zich
n valt"lat haar leventje als topsporter toch wel
EERDjrg veel beperkingen met zich heeft mee-
jebracht. „Als je erin zit, merk je het
^^^jiet eens zo. Dan is het gewoon routine,
^^^^oor topsport moet je nou eenmaal elke
lag trainen. Verslappen kan eenvoudig-
ïren, o^e8 niet. En dan die angst voor blessu-
ten vod"! Jongen, je weet niet hoe erg het is
Iets aids je geblesseerd bent. Dat is niet te har-
teit we[en- Je wilt zo snel mogelijk weer terug,
ie mogfn je gunt jezelf niets. Ik heb me heel
tandsaffel ontzegd".
ïavik apevraagd naar een voorbeeld meldt ze:
;n Am&lk beb vijf jaar in Arizona gezeten,
hij opti'ierhonderd kilometer van de Grand
tellingePanyon. Maar die heb ik nog nooit ge-
zien! Ik ga dit jaar op vakantie in Ameri
ka. Misschien dat ik dan -voor het eerst
die Grand Canyon zie. Je maakte je zó
.overdreven bezorgd. Voor elke uitspat
ting moest je boeten. In de zon zitten
deed een paar dagen pijn en van een
keertje doorzakken had je ook zeker
twee dagen naweeën".
Haar enige drijfveer was „succes". „Niet
zo zeer die olympische medaille. Méér
succes behalen, daar ging het om. Toen
ik bij de wereldkampioenschappen in
'83 in Helsinki zevende werd, ondanks
een rugblessure, wist ik dat ik 't kon.
Toen werd m'n streven: een olympische
plak. Later, toen het Oostblok afhaakte
heb ik het doel omgezet in goud".
Centimeters
Met haar zesde en laatste worp in LA
overtrof ze als enige de 65-metergrens,
waarmee ze haar gulden ideaal vervuld
zag. „Nee, absoluut niet", antwoordt ze
dan ook op de vraag of ze spijt heeft van
haar sportcarrière. In een opwelling
voegt ze eraan toe: „En ik had ja gezegd
als ik tweede was geworden. Inderdaad,
een kwestie van vijftig centimeter".
Even later volgt een nuancering: „Vanaf
1975 ben ik intensief met atletiek bezig
geweest. En als ik op die totale periode
terugkijk heb ik eigenlijk ook geen spijt.
Maar ik had wel een héél vervelende
nasmaak overgehouden als het in Los
Angeles niet was gelukt".
Een ietwat somber beeld voor de huidige
en toekomstige generatie atleten, met
wie Ria Stalman ambtshalve nog veel
vuldig in contact staat. „Of ik ze een
sportloopbaan kan aanraden?", herhaalt
ze. Er volgen een zucht en een blik op
het kabbelende grachtwater. „Tja".
„Ik zou in elk geval zeggen: denk goed
na. De kans op succes is immers heel
klein, want er is altijd maar één win
naar". Er zijn zelfs mensen die Ria Stal
man nog als verliezer beschouwen, zo
haalt ze zelf aan. „Want het Oostblok
was er niet, zeggen ze dan. Maar een
sportcarrière kan de moeite waard zijn.
Hoewel Nederland natuurlijk wel een
heel slecht voorbeeld is. Het gaat in dit
land alleen maar om je eigen idioterie.
Ik ben zelf ook hartstikke gek geweest.
Het kost meer geld dan het oplevert en
er is nauwelijks begeleiding".
Waarmee ze automatisch belandt op
haar stokpaardje. Onlangs „kopte" haar
column in het Algemeen Dagblad zelfs:
„Ik zou een functie in de bond moeten
hebben". Sinds ze in Nederland haar
draai heeft gevonden, verdient Stalman
haar brood onder meer als freelance
journaliste. „Dat heeft wel een zekere af
gunst gewekt. In Amerika had ik ontdekt
dat ik wel aardig kon schrijven. Natuur
lijk zal ik niet ontkennen dat ik voordeel
heb van mijn naam. Maar ik zou toch
gek zijn als ik daarvan géén gebruik zou
maken. Er zijn er al genoeg ten onder ge
gaan en die moeten nu vreselijk sappe
len".
Slavendrijver
Stalman bestrijdt stellig dat ze volledig
onvoorbereid in de schrijversbranche
belandde. „Door de sport was ik tot het
standpunt gekomen dat alles te leren is.
Ik wilde in de States massacommunica
tie gaan studeren en had alle voorberei
dingen achter de rug. De studie kwam er
uiteindelijk niet van, maar de journalis
tieke basis was er". Ze voorziet het AD,
Sport International en het bondsblad
AW (Atletiek Wereld) van haar penne-
vruchten. „Ik werk nog gewoon met een
tikmachine. Als freelancer ben je je eigen
slavendrijver. Ik heb vaak m'n eigen
nachtdiensten, werk hard, maar ik doe
het graag omdat ik veel thuis kan zijn".
Daarnaast runt de ex-atlete haar eigen
„eenvrouwsbureau". „Advieswerk voor
bedrijven, hoofdzakelijk op het gebied
van sport", omschrijft ze. „Noem het
maar sportmarketing".
Door die functie kan ze ertoe bijdragen
dat de huidige topatleten wat beter in
hun slappe was komen te zitten. „D'r is
geen geld", constateert ze niet als eerste.
„De KNAU heeft helemaal geen feeling
met de topatleten. Nu loopt iedereen
zich flink op de borst te slaan. Maar dat
is het resultaat van het werk van indivi
duele trainers. Ik houd mijn hart vast
voor de toekomst. Want er is talent zat.
Maar d'r is geen beleid".
Waarop de conclusie volgt dat de kop
boven haar eerder genoemde column
een verkapte sollicitatie betekende. „Nee
hoor, ik moet er zelfs niet aan dénken.
Door die kop werd het verhaal nogal uit
z'n verband getrokken. Ik pleitte alleen
voor het aantrekken van mensen die zelf
uit de topsport komen. Ik word er zo
treurig van als ik zie dat iemand als Arie
Kaufmann als technisch coördinator
wordt binnengehaald. Die kent zelfs de
mensen niet eens".
Haar aan het papier toevertrouwde aan
val op het KNAU-bestuur damt ze wat
in: „Er zullen best wel bekwame be-
stüürsmensen bij zitten. Maar het lijkt er
soms op dat ze meer gebrand zijn op het
groeien van zestig- naar tachtigduizend
leden in plaats van de topsport te stimu
leren. Het staat voor mij als een paal bo
ven water dat goede prestaties van top
sporters als voorbeeld dienen. Dan
groeit het vanzelf uit in de breedte". Dus
sinds 1984 heeft het discuswerpen een
grote vlucht genomen? „Nee, dat niet
bepaald. Ik denk dat er geen mens méér
is gaan discuswerpen vanwege mijn gou
den plak".
ROB LANGEVELD
fVoeni
wet htt
iken dj
n de
ns
DaariL,
Als dL,
r)DEN HAAG - Als morgen op het
kom"iricuit van Suzuka (Japan) het
uit da&rand-Prix-wegseizoen voor 500
w moecc-motoren. van start gaat, staan de
et autofavorieten voor de wereldtitel Ed-
positiyje Lawson en Freddie Spencer
'l "Noor het eerst sinds twaalf maan-
rendiepen weer a's kemphanen tegenover
NAVtelkaar. Vorig seizoen veroverde
nucleaiLawson voor de tweede keer in zijn
loopbaan de wereldtitel. Volgens
kenners was dat vooral een gevolg
moeijfe" bet uitvallen van Spencer, die
,'TO,door een ernstige virusinfectie het
hevig/seizoen vrij snel voor gezien moest
i l'KDhouden. Lawson krijgt dit jaar de
kans de critici de mond te snoeren
hebbaen Spencer ;n een rechtstreeks duel
verslaan.
:ra ver
Mi&Enige weken geleden leek de confronta-
aat w<tie tussen beide Amerikanen opnieuw te
^oumoeten worden uitgesteld. Tijdens de
intenvoorberejding 0p het wegseizoen tuimel-
anddde Spencer, die in 1985 opzien baarde
met wereldtitels jn de 250 en 500 cc, in
en onjDaytona van de motor en brak daarbij
utspra-een sleutelbeen. Volgens de Honda-te-
lomenigjHjgjjjHg js jg drievoudige wereldkam-
1 in "pioen echter op tijd fit voor de eerste
ver^dGrand Prix. Voor de motorliefhebbers
PM. meevaller, want vorig jaar was de
icht t<strjjd om de wereldtitel door het ontbre-
noeteükgn van Spencer weinig spectaculair.
["et "'Lawson won maar liefst zeven van de elf
at wijraces. Alleen in Nederland bleef de 29-
inaemjarige Yamaha-coureur zonder punten.
uurnj^Door een valpartij in Assen moest hij
"ïr f t vr°egtijdig de strijd staken.
iKeiijï jjet gevecht om de wereldtitel krijgt dit
ais a« jaar nog een extra dimensie: het aantal
wedstrijden is opgevoerd van elf tot zes-
aan tjen jsfigt alleen voor de coureurs een
unnen fünke belasting, maar tevens voor de
monteurs' die minder tijd krijgen om de
machines te prepareren. Ook de start-
procedure is veranderd. De coureurs
u 1 hoeven hun snelheidsmonsters niet meer
Vorig seizoen won Eddie Lawson maar liefst zeven van
de elf Grand-Prixwedstrijden. Voor Yamaha was er dus
geen reden om veel aan de machine te veranderen.
te duwen, maar verschijnen met draai
ende motoren aan de startlijn. De loterij
bij de start lijkt daarmee voorbij. Het
voordeel van de snelle starters, zoals
Freddie Spencer, wordt hierdoor sterk
beperkt.
Voor het eerst
Wereldkampioen Eddie Lawson, die na
vorig jaar eigenlijk had willen stoppen,
bracht zijn voorbereidingsperiode voor
namelijk door in Japan en Spanje. Het
Europese Yamaha-team, naast Lawson
bestaande uit de Brit Rob McElnea en
de Japanner Taira, testte de motoren op
de circuits van Suzuka en Jerez. Beide
banen zijn dit jaar voor het eerst opge
nomen in de WK-cyclus.
Lawson was tevreden over het één jaar
oude circuit in Jerez, maar klaagde over
de veiligheid van de omloop in Suzuka.
„Het blijft een gevaarlijk circuit. Er zijn
verbeteringen aangebracht, maar vooral
in de bochten zijn die onvoldoende
doorgevoerd", verduidelijkte hij zijn
klachten.
Yamaha heeft in tegenstelling tot de
Honda-stal weinig aan de motoren ver
anderd vergeleken met vorig jaar. Law
son: „De stroomlijn is verbeterd. Verder
hebben de technici het koelprobleem
verholpen. Daar is het zo'n beetje bij ge
bleven". Bij Honda is hard gesleuteld
aan een nieuw frame, dat vorig jaar niet
al te sterk bleek te zijn. Ook de vering
functioneerde niet al te best, zodat de
Japanse constructeurs in de wintermaan
den druk hebben geëxperimenteerd.
Nieuwe machine
Wayne Gardner, vorig jaar nummer
twee in het WK-klassement, toonde zich
net als stalgenoot Freddie Spencer tevre
den over de nieuwe machine. De Austra
liër bereidde zich in eigen land voor op
het nieuwe seizoen. Vorig seizoen boekte
hij drie GP-zeges. Voormalig wereld
kampioen Kenny Roberts probeerde
Gardner in zijn Yamaha-team op te ne
men, maar de winnaar van de TT in As
sen besloot op het laatste moment nog
een jaar bij Honda te blijven. „Ondanks
de problemen met de motor won ik vo
rig jaar drie GP's. Met de nieuwe machi
ne moet ik het Lawson dit seizoen aar
dig moeilijk kunnen maken", verklaarde
de coureur zijn onverwachte keuze.
Ook Randy Mhmola is een serieuze kan
didaat om Lawson van zijn derde we
reldtitel af te houden. De Amerikaan wil
eindelijk van zijn wilde imago af. Team
leider Kenny Roberts heeft er vorig jaar
alles aan gedaan Mamola's rijstijl te ver
anderen. Vooral het bochtenwerk van de
Yamaha-coureur was voor verbetering
vatbaar. De kennis en ervaring van Ro
berts, zelf van 1978 tot 1980 wereldkam
pioen, leverden resultaat op. Mamola
boekte op het natte circuit van Francor-
champs in Belgiè zijn eerste Grand-Prix-
zege voor Yamaha. In het eindklasse
ment eindigde hij op de derde plaats
door als enige coureur in alle races WK-
punten te verzamelen. Mamola werd ge
volgd door zijn team- en landgenoot
Mike Baldwin, die deze klassering dank
te aan zijn regelmatige rijden, j
Of de concurrenten werkelijk een bedrei-
flng voor Eddie Lawson vormen zal in
uzuka blijken. Tot de kanshebbers opl
de overwinning kan daar ook Tadahiko
Taira worden gerekend. De teamgenoot
van Lawson kent het gevaarlijke circuit
op zijn duimpje. De van de kwart- naar
de halve-literklasse overgestapte Japan
ner trainde de afgelopen maanden vrij
wel continu op zijn thuiscircuit en zou
dat voordeel morgen wel eens kunnen
uitbuiten.
De Nederlanders zullen zich in elk geval
niet in de 500 cc-strijd mengen. Het tijd
perk Boet van Duimen is voorbij. Zijn
opvolgers Mile Pajic en Henk van der
Mark hebben door financiële beperkin
gen een stapje terug moeten doen.
door Frank Werkman
Het risico nemend door een aantal uwer
ter verantwoording te worden geroepen of
zelfs krachtdadig terechtgewezen wil ik
het ditmaal wéér over voetbal en met
name Ruud Gullit hebben.
Ik voel me gesterkt door het argument
dat de overgang van de man in kwestie
ook vele buitenlandse tongen in beweging
heeft gebracht. Waarom zou ik dan niet
op dit smalle plekje nog eenmaal kunnen
terugkomen op de affaire?
Om voetbalhaters niet op voorhand af te
schrikken heb ik boven dit stukje de
naam gezet van de dame, die een
aardige rol heeft gespeeld in de hele
zaak, Elleke van Doorn.
Elleke had precies een week geleden
dienst bij de NOS om Journaal 8 te
presenteren. Dat doet ze heel gedegen. Ze
mist de persoonlijke aanpak van Joop
van Zijl, maar heeft meer
evenwichtigheid dan Harmen Siezen. Ik
mag Elleke wel. Na vorige week zaterdag
heeft ze misschien zelfs wel een streepje
voor. De manier waarop ze het hot item
van die dag aanpakte was, zoals ze dat
in recht-voor-de-raaps sportjargon
noemen, namelijk klasse.
Elleke telefoneerde met Ruud Gullit, van
wie ze even eerder de transfer van
Eindhoven naar Milaan had
aangekondigd. Van de Stadsschouwburg
naar de Scala, van de toren van de
Stadskerk naar de Dom van de Milanese
kathedraal zal ik maar zeggen. Kortom,
in alle opzichten onvergelijkbare
Niet echter voor Elleke, die voor de op
één na duurste voetballer uit de
geschiedenis de standaard-procedure
toepaste, de u-vorm. Daar kun je je geen
buil aan vallen, menen kritikasters. Dat
is fatsoenlijk, stel ik daar tegenover.
Elleke hield de sportwereld, waar de
ouwe-jongens-krentebrood-mentaliteit
hoogtij viert, even de spiegel voor. In die
branche is het bon ton om een
gesprekspartner maar meteen
onmiddellijk te tutoyeren. Maar dan ook
weer niet iedereen. Want Michels blijft
een meneer en Van der Louw een u. Het
typeert het tweeslachtige van onze
volksaard.
Die ook in de politiek blijkt. Onder het
genot van een borrel pleegt men elkaar
daar met de voornaam aan te spreken.
Maar zodra een camera of microfoon op
de heren is gericht gaat het sein op
afstandelijkheid. Ook bij politici aie
elkaar publiekelijk voor rotte vis
uitmaken. Die ledigen even later
gezamenlijk weer onder een gez>
kout een kelkje. Maar over dat
onderwerp moet mijn collega op de
parlementaire pagina maar een keer
uitweiden.
Ik wil het slechts over Elleke hebben. Of
liever over degenen die over haar heen
tuimelden na haar telefonische
interviewtje met de meest besproken
sportman van dit jaar. Van mij krijgt
Elleke slechts lof. Hetgeen overigens niet
geldt voor het medium dat zij
vertegenwoordigt. Want onder leiding
van ae nieuwe hoofdredacteur Peter
Brusse mag het Journaal dan een face
lift hebben ondergaan, inhoudelijk is het
nog steeds behelpen geblazen met de
meest bekeken rubriek op de buis. Maar
dat is al vastgesteld op een andere plek in
deze krant, aus daarop behoef ik niet
nader in te gaan.
Het gaat mij om de manier waarop het
thema sport door de NOS wordt begeleid.
Daar is heel wat op aan te merken. Er
moet nogal wat aan de hand zijn voor
het Journaal aandacht besteedt aan een
sport-onderwerp. Ja, een wielerklassieker,
aie 's middags in extenso in beeld is
gebracht, wordt uit den treure herhaald.
De voetbaluitslagen komen ook op kaart,
maar verder is het treurigheid troef.
Met één uitzondering: dammen en
schaken. Die bezigheid kan zich
kennelijk in een voorkeur van de NOS-
redactie verheugen. Er hoeft maar ergens
in den lande een steen of stuk te worden
verplaatst op een bord met zoveel velden
qf net Journaal maakt er melding van.
Gebeurt het omdat 't dénksporten zijn?
Geeft dat deze onderwerpen het vereiste
elitaire karakter om te worden vermengd
met de kommer en kwel, die doorgaans
- ook door Elleke - over ons worden
uitgestrooid?
Neen, dan de Belgen. Die doen het veel
beter. Zij begrijpen dat het journaal een
televisierubriek is, waarin zo veel
mogelijk beelden dienen te worden
getoond. Onze „8" wekt zo af en toe de
indruk een pagina uit een leesboek met
portretjes te zijn. De Belgen geven sport
de plaats en de presentatie, aie zij
verdient. De reguliere aanprater staat
zijn stoel af aan een redacteur die
verwantschap heeft met dat terrein. Een
man of vrouw die voor paar minuten
sportzendtijd kan bepalen wat belangrijk
is. En daar hoort bij onze zuiderburen
slechts zelden het al of niet open Belgisch
kampioenschap dammen of schaken bij.
Ook het land waar Peter Brusse
jarenlang heeft gewoond, Engeland, past
de Belgische aanpak toe. Sport in de
juiste proporties, maar als onderdeel van
het totale nieuws. Zo hoort het ook. Als
Brusse weer eens een nieuwe strik om
zijn rubriek knoopt, laat hij dan ook eens
En kan pakweg Heinze Bakker gewoon
René tegen Van der Gijp zeggen. Hoewel
ik bang ben dat zo'n item het angstzweet
pas echt doet uitbreken bij de huidige
kritikasters van Elleke.