mogen m !e Zonder Lubbers was NAVO- dubbelbesluit direct aanvaard N WILLIBRORD FREQUIN: ZATERDAG 28 MAART 19* HILVERSUM - Hij is de enige Nederlandse journalist die de Suri naamse legerleider Bouterse voor de microfoon kreeg. Ook de enige die de paus interviewde tijdens zijn bezoek aan Nederland. Hij maakt veel reportages over de ellende in de Derde Wereld, maar incasse ringsvermogen is niet grenzenloos, en de dag nadert waarop het niet meer lukt al het leed dat hij voor ogen krijgt te verwerken: Willi- brord Frequin, die ook wel „de beul" van KRO's Brandpunt wordt genoemd. Hij komt zoals hij het zelf noemt uit „een vrolijke roomse familie". Veel fa milieleden baden ariftig dat hij priester mocht worden. Deze roeping had Willi- brord echter niet. Ook de journalistiek trok hem niet aan, ofschoon zijn vader hoofdredacteur van de Gelderlander was. „Ik wilde filmregisseur worden. Maar dat was een volstrekte utopie. Toen wilde ik naar de toneelschool. Ik moest na de middelbare-schooltijd ech ter wachten op mijn diensttijd". De tus sentijd werd overbrugd bij de KRO waar hij als manusje van alles in dienst kwam. Dit baantje had hij eigenlijk aan zijn vader te danken die destijds de po pulaire rubriek „Gastenboek" voor de KR O-televisie verzorgde. Willibrord Frequin werd gevraagd na zijn diensttijd bij de KRO terug te ko men. „Toen wilden die oude rakkers als Aad van den Heuvel, Ed van Westerloo, Ad Langebent en Frits van der Poel een rubriek maken, Brandpunt Senior, waar in ze heel diep wilden graven in de pro blematiek van de wereld en toen zochten ze jonge talentvolle heren en daar was ik er één van. Zo is het gekomen, een echte journalistieke opleiding had ik niet". Frequin heeft nooit spijt gehad van zijn keuze voor de journalistiek, „maar je wordt wel een verschrikkelijke zenuwpa tiënt hè. Neem nu Bouterse. Je gaat daar naar toe en iedereen verwacht dat je een interview met Bouterse krijgt, maar dat moet je allemaal regelen. Kijk, Hugo van Rhijn is er ook naar toe geweest en zonder Bouterse teruggekomen. Dat geeft een enorme spanning. Zelfs los van Bouterse: je weet dat het een hoop geld kost om daar naartoe te gaan. Maar wat kun je er maken?". Frequin slaagde er ook in om de paus ré interviewen. „Ek had toen een vrije op dracht van de JKRO om de paus eens te interviewen, althans te proberen. Dan zoek je dus naar wegen om de paus te benaderen. Via de RVD en andere offi ciële kanalen lukt dat natuurlijk niet". Hoe kom je dan wel bij de paus? „Je moet met veel mensen praten, vertellen hoe aardig ze zijn. Proberen mensen voor je te winnen, zodat je toch steeds dichter bij die paus komt". Via allerlei slinkse wegen wist Frequin in het Jaar beursgebouw te Utrecht bij de paus te komen. De laatste hindernis was een agent bij de deur van de kamer waarin de paus zich bevond. Zijn cameraman leidde de aandacht van de agent af en Frequin glipte naar binnen. Hij liep naar kardinaal Alfrink toe, die hij kende1 en die daar ook binnen was. Alfrink stond toen toe dat de cameraman ook binnen kwam. „Afijn, Alfrink uitleggen aan de paus wie ik dan wel was. De paus zei daarop (op dat moment verstond ik dat „De K van KRO is feitelijk niet meer dan een overblijfsel uit het verleden". Kort voordat mgr. J.M. Gijsen, bisschop van Roermond, deze en andere uitspraken deed in zijn bisdomblad De Sleutel en daarmee nogal wat beroering wekte, spraken we met een van de verslaggevers van KRO's Brandpunt, Willibrord Frequin. Niet over zijn katholiciteit of die van de omroep waarbij hij in dienst is, maar over de manier waarop hij werkt. Een portret van een KRO-verslaggever. echter niet): „Ja, ik ken hem wel dat is mijn achtervolger". Later mocht ik als enige bij een geheime ontmoeting zijn tussen de paus en Alfrink bij Alfrink thuis". Bouterse „Ik had al vier jaar gevraagd of ik Bou terse mocht interviewen. Nooit iets ge hoord. Telegrammen gestuurd, gebeld, iedereen gesproken behalve Bouterse zelf; ik hoorde hem op de achtergrond roepen dat hij mij niet te woord wilde staan. Maar de keer dat ik zelf uit Para maribo gebeld werd, had ik er niets voor gedaan. Via de telefoon hoorde ik dat ik een visum had en mijn spullen kon pak ken". Na een speech van Bouterse op een plein in Paramaribo probeerde Frequin fiem te interviewen, maar hij werd weg getrokken door de militairen. „Toen hoorde ik van iemand van de ambassa de dat er feest was bij de politieke afde ling van de Vijfentwintig Februari Bewe ging (de club van Bouterse). We konden redelijk makkelijk naar binnen komen. Tegen de cameraman zei ik: „Gelijk draaien". Daar was echter geen sprake van, want de mensen daar wilden er niets van weten. We moesten inpakken. Nou ja, ik denk almaar: Bouterse, Bou terse, Bouterse moet ik hebben want er waren toch een heleboel vragen over de moordpartijen in Oost-Sunname. Op een gegeven moment zie ik Bouterse dansen met een heel grote forse vrouw en ik loop naar ze toe. Ik denk: wat kan mij het schelen. Nu of nooit. Ik zeg: „Bevelhebber, dit is zo historisch, ik mag niet filmen maar dit moet ik even opnemen". „Okee joh", zegt hij, „ik heb geen bezwaar". Doordrammen en toch vriendelijk blij ven; dat leverde Frequin uiteindelijk zijn interview met Bouterse op. „Ik ben een enorme volhouder. Ik stop een kluif in mijn bek en zorg dat ande ren daar niet bijkomen. Waarom? Ik weet het niet. Ik ben niet ijdel. Ik ben niet onaardig. Maar neem zo'n situatie als in Suriname. Ik slaap dan maar drie uur per nacht. Ik eet nauwelijks. Door de meeste cameramensen word ik de beul genoemd, want bij mij hebben ze nooit iets te eten. Ik heb geen rust voor iets af is". Stress noemt hij iets waar hij niet zonder kan. „Dat is een soort opi um voor mij intussen". Lieve heer Frequin heeft veel reportages gemaakt in de Derde Wereld. Onder meer in de Sa- hel. „Een jaar voor die ramp in Ethiopië ben ik daar geweest om een reportage te maken als waarschuwing. Kenners zei den dat er een ramp op komst was. Dat slaat totaal niet aan. Niemand heeft daar enige belangstelling voor. Die is er alleen als daar twintig lijken liggen". Toen de hongersnood een feit was, was Frequin er opnieuw. „Dan kijk ik vaak echt naar boven en dan zeg ik: Onze lie ve Heer, doe er eens wat aan. Ik ben geen spijt van dat hij journalistiek als vak heeft gekozen. „Maar je wordt er wel zenuwpatiënt van". door de Sahel wel erg droevig gewor den". Volgens Frequin leek de situatie in het verzorgingstehuis van Moeder Theresa nog wel erger dan in Dachau. Hij zag daar mensen die niet meer waren dan botten met een vel eroverheen. „Ik denk dat Onze lieve Heer best eens zou mo gen ingrijpen om heel veel leed te voor komen, maar andere mensen die er ver stand van hebben, van theologie en zo, die zeggen: het is de schuld van de men sen. Waarop ik dan weer zeg: Nou luis ter eens, een aardbeving, daar doen mensen niets aan en de mensen kunnen er ook niets aan doen dat er geen regen valt". „Als ik dan in Holland terug ben en ie mand om het minste of geringste ruzie maakt, dan zeg ik: vriend waar maak jij je eigenlijk druk om. Ik word er ook wel agressief door". Vorig jaar was hij ook bij de aardbevingsramp in Mexico. Kun je als mens al die ellende wel verwerken? „Het eind van het opnemingsvermogen om al die ellende te zien, nadert. Joh, het lijkt zo uitzichtloos soms hè en ik ben nogal een figuur die zich dat per soonlijk aantrekt. Dus ik loop met zo'n buil van de problemen van de hele we reld op mijn rug. Je wordt er natuurlijk niet vrolijker op. Ik merk dat er een eind komt aan het incasseringsvermogen, eer lijk gezegd. Mijn vrouw weet dit zelfs nog niet eens". In Ethiopië maakte de KRO-reporter de volgende geschiedenis mee. Na een reis per auto van meer dan tien uur komt Frequin bij een paar hutjes. Er komt een man op hem af die hem gebaart mee te gaan. „Wij spreken die hele taal niet. We stappen toch uit en kijken naar binnen in de hut. We zien niks want het is pik kedonker. Die man sleept zijn vrouw en zoals later bleek zijn kindje naar buiten. Nou jongen, ze zaten onder de zweren. Ik ben geen dokter, maar zelfs ik kon wel zien: dat wordt niks. Nou daar sta je dan. We moesten opnames maken, maar ik zeg tegen de cameraman: „Luister, één ding is zeker, we gaan niet verder. We zoeken eerst naar oplossingen". Ik zeg tegen die chauffeur: „Weet jij nog de nonnen van moeder Theresa te vin den?". Maar we hadden een man van de overheid bij ons die ons wilde verbieden naar die zusters op zoek te gaan. We moesten eerst die opnames maken want hij was bang dat we op weg naar de zus ters de weg zouden kwijtraken. Ik zeg: „Nee, we gaan eerst die mensen helpen". Nou, we hebben toen echt ruzie gehad tot bijna op de vuist. Ik heb hem echPB1 bij zijn strot gepakt. Zo van: wij gaai?c"t: eerst hulp zoeken en dan maken we paPSg* onze reportage". ïken Gelukkig vonden ze de zusters van Moe501^ der Theresa. Ze gaven hen geld om voo31 d die zieke mensen te zorgen en geld aaraar de chauffeur om de zusters naar de hu3der te brengen. In Addis Ababa hoorde Fre?ht quin telefonisch dat het gelukt was efe.st2 dat die mensen gered waren. (ll.e 1 „Ik ben echt een roomse rakker. Ik ge niet meer naar de kerk en zo, maar iPö probeer op mijn manier katholiek te ziji01, n door dit soort reportages te maken. Daert>0 is mijn katholiek zijn. Ik probeer de pro blemen in de Derde Wereld te laten zie^" en daar een stukje oplossing te bieden\ü Ik probeer mensen ervan te overtuiger dat je mensen zo niet moet laten zitten^ de Een simpele waterpomp kan al een opeerd lossing zijn. De pomp brengt hygiëniewe: waardoor kinderen niet meer doodgaan->aar Door de pomp kan een stuk land gefripd' geerd worden waardoor vruchtbaar lan<por ontstaat. Ik zeg altijd maar: gesteld da{iet jij het bent dan zou je ook graag geholk wï pen willen worden en die mensen kunüfv nen er niets aan doen dat er opeens ee/°or aardbeving is of dat er geen regen valt''p h GERRIT GEERDS^v ->'e' *01 delingen zo in. het openbaar voeren, ofeS de publieke opinie in het Westen vod®8*.- het eigen standpunt te winnen. Iets aiJ'sJ{ ders is de vraag of al die publiciteit we{en-, kelijk veel invloed uitoefent op de mogén J lijkheid een middellange-afstandsaK,ee' koord te bereiken. Als zelfs een havik aPevi Richard Perle (onlangs afgetreden Am&Jk rikaanse onderminister) zegt dat hij optfJer' mistisch is, dan zijn de doelstellingen311] dus heel duidelijk. Alleen de weg daa naartoe vertoont nog wat hobbels. MaaHH met enige politieke wil moet ook daarui te komen zijn". DEN HAAG - Liefhebbers van de vaderlandse politiek zullen die de- cembemacht in 1979 niet licht ver geten. In de Tweede Kamer was het zogeheten dubbelbesluit van de NAVO aan de orde. Er zouden 572 nieuwe atoomraketten in West-Eu ropa worden geplaatst, tenzij de Verenigde Staten en de Sovjet- Unie een wapenbeheersingsak- koord zouden bereiken. Een meer derheid in de Kamer was niet erg ingenomen met dat dubbelbesluit en botste daardoor met de regering die loyaliteit aan de NAVO voorop stelde. Na een worsteling van vele, vele uren ging premier Van Agt door de knieën. Hij stemde er mee in dat Nederland vooralsnog niet akkoord zou gaan met plaatsing op zijn grondgebied van 48 kruisraket ten. CDA-defensiespecalist Ton Frinking, hoewel op dat moment pas twee jaar ka merlid, speelde een belangrijke rol in die discussie. Hij behoorde niet tot de tien „loyalisten" die niets moesten hebben van de nieuwe atoomwapens, maar sa men met zijn strijdmakker Joep de Boer, eveneens voormalig beroepsofficier, was hij wel woordvoerder van een vrij grote „middengroep". „Wij vonden dat het besluit over plaat sing pas mocht vallen als het resultaat van de onderhandelingen met de Russen bekend was en niet eerder. Maar vergis je niet, in de gehele CDA-fractie leefde een grote weerstand tegen het steeds ver der opvoeren van de atoombewape ning", zegt de thans 56-jarige Frinking. CDA-fractieleider was in die tijd drs. Ruud Lubbers. Van hem herinnert men zich voornamelijk dat hij in die tijd wanhopig probeerde zijn mensen op één lijn te krijgen. Die desperaatheid was des te groter omdat ook het CDA, dat offi cieel nog niet eens bestond, in stukken uiteen dreigde te vallen. Qe „vertrek punten" waarmee Lubbers het kabinet naar de NAVO stuurde, werden dan ook door vrijwel niemand echt serieus geno men. Men beschouwde die alleen als een vir tuoos maar daarom niet minder wonder lijk compromis. Wat Lubbers zelf van de rakettenkwestie vond, vroeg eigenlijk niemand zich af. Menigeen meende zelfs dat de fractieleider op dit terrein geen ei gen' gedachten had. Maar vorige week onthulde Lubbers dat dit een ernstige vergissing was. Zijn verzet tegen het be leid van het kabinet-Van Agt/Wiegel op het punt van de kruisraketten zou wel degelijk ook van binnenuit gekomen zijn. Hij zou nooit een voorstander van meer atoombewapening zijn geweest. Vraag aan Ton Frinking: was dat toen- dertijd ook te merken? Frinking: „Ja, Joep de Boer en ik hebben Een deel van CDA-fractie tijdens het debat in de Tweede Kamer over het NAVO-dubbelbesluit. Rechts Lubbers, die toen de fractie leidde en twee bankjes voor hem links defensiespecialist Frinking. CDA-DEFENSIESPECIALIST TON FRINKING: altijd respons gekregen van Lubbers. Als dat niet zo geweest was, dan zou Neder land direct in 1979 het dubbelbesluit hebben geaccepteerd. Dan zou dat voor behoud nooit gemaakt zijn. Ruud hield duidelijk rekening met onze bezwaren tegen die nieuwe atoomwapens, zowel de politieke als de militaire. Daardoor ging het kabinet „om" en ontstond er spanning tussen Nederland en de NAVO. Wat mij betreft is de instelling van Ruud nooit een vraag geweest. Hij heeft altijd goed aangevoeld dat het be ter was de onderhandelingen centraal te stellen dan door middel van een besluit zomaar even nieuwe wapens in te voe ren. Hij had daar twee redenen voor. Ten eerste was hijzelf een groot voor stander van wapenbeheersing en ten tweede zag hij met lede ogen aan dat die discussie over de kruisraketten de Ne derlandse samenleving verscheurde". Vanuit die instelling heeft hij ook als premier geopereerd? In feite dus als bondgenoot van De Ruiter en als tegen stander van Van den Broek? „Je kunt niet zeggen: hief stond Van den Broek en daar stond De Ruiter. Van den Broek was degene die de buitenlandse aspecten moest wegen. De bondgenoot schappelijke eenheid vond hij erg be langrijk. Bovendien schatte hij de kans op een akkoord niet hoog in. De Ruiter keek ook naar de zinnigheid van de zaak. Hij vroeg zich af: waar zijn we mee bezig? Niet alleen in eigen land maar ook in de gehele NAVO. Waren die nieuwe raketten misschien nog ont- koombaar?". „Lubbers was in het kabinet steeds dege ne die in de gaten had dat niet het ver werven van een parlementaire meerder heid centraal moest staan maar het be reiken van een wapenbeheersingsak- koord. Daarna zou het immers veel makkelijker zijn een meerderheid in de Kamer achter zich te krijgen. En hij heeft zijn kans ook gewaagd, zwaar tegen de verdrukking in. Ja, ik denk datje rus tig kunt zeggen dat de zorg om de ver dergaande bewapening en de irrationali teit van de kernbewapening hem zeer aansprak en dat hij daarvoor zijn nek wilde uitsteken. Want dat heeft hij toch gedaan door dat besluit van juni '84, waarbij de plaatsing in Nederland afhan kelijk werd gesteld van de houding van de Sovjets". Waarom komt Lubbers nu pas naar bui ten met dit soort gedachten? „Ik denk dat hij zich nu vrijer voelt. Er is nu eindelijk uitzicht op een akkoord over de middellange-afstandswapens. Tot dusver moest Lubbers vrezen dat hij bij gebrek aan zo'n akkoord die 48 kruis raketten zou moeten aanvaarden. Hij zou dat uiteraard gedaan hebben, maar wel met grote tegenzin". Lubbers voelt zich vrijer, zegt u, omdat er een akkoord op handen is. Maar in zijn antwoorden op de kamervragen van Ria Beckers was hij toch een stuk voor zichtiger. „Ja, Ruud is natuurlijk ook een realist. Hij weet heel goed, zeker als het gaat om buitenlandse politiek, hoe moeilijk het is je intenties in de praktijk te verwezenlij ken. Je hebt het dan immers niet alleen voor het zeggen. Buitenlandse politiek is per definitie een afweging tussen wat je zelf wilt en wat anderen ook interessant vinden. En er liggen natuurlijk toch nog wat hobbels op weg naar een akkoord". Niet fluitend U moet nog zien dat het akkoord tussen Russen en Amerikanen er komt? „We gaan volgens mij wel naar een ak koord toe. Maar ik denk niet dat dat fluitend zal gebeuren. Er liggen nog aar dig wat obstakels. Bijvoorbeeld het vol gende: wat hield het NAVO-dubbelbe sluit precies in? Die 572 nieuwe INF- wapensystemen bestaan niet alleen uit kruisraketten maar ook uit 108 Pers- hings-2, ter vervanging van de Pershing- 1A. Maar als je nu al die wapens weg- onderhandelt, hoe moet het dan met die vervanging van de Pershing-IA? Daar over gaat nu de discussie. Je hoort gelui den uit Moskou en uit de VS. In Was hington zegt men die „IA" moeten we compenseren door middel van een 1B", gezien het grote overwicht van de Russen op het gebied van de korte-af- standsraketten. Zo'n besluit kun je ech ter pas nemen los van het besluit over de INF, in een aparte onderhandeling over de korte-afstandswapens. Dat staat los van elkaar en dat wil men ook zo houden. Maar de zaak wordt gecompli ceerd door het Amerikaanse idee dat de Pershing-2 omgebouwd zou kunnen worden tot Pershing-IB. Ikzelf vind dat niet zo'n goed idee. Het lijkt mij onbe vredigend enerzijds af te spreken wapens te verwijderen en anderzijds langs een omweg diezelfde wapens in een andere vorm weer op te voeren. Ik kijk daar wat raar tegenaan". U deelt de verontwaardiging in het Kremlin? „Die verontwaardiging plaats ik toch lie ver in een andere categorie. Ik vind het misplaatst dat de Russen de onderhan Kerntaken Als die 48 kruisraketen niet in Woens drecht geplaatst worden, hoe moet ht dan met die twee andere kerntaken df Nederland wil afschaffen, die van de 1 16-straaljager en die van het Orion-mari nevliegtuig? „Heel simpel. U hoeft er alleen het rep£ geerakkoord maar op na te lezen. DaariL staat: als de kruisraketten er niet komertr dan ziet de wereld er zo anders uit da^1"2 we die andere kerntaken opnieuw moeCC-i ten overwegen. We zullen dus niet autofavt matisch terugvallen op de oude positing Mijn opvatting is dat je dan moet bezieiyQQ in hoeverre onze kernwapens allemaaj nog even functioneel zijn. Bovendier™ hebben wij op verzoek van de NAVCelK» aanvaard dat onze artillerie een nucleaiLa\ re taak zou houden". loo De VVD denkt er heel anders over. Als kruisraketten er niet komen, dan moetei, alle huidige kerntaken gehandhaafd wor19c den. Zoniet, dan zal Nederland hevigsei2 kritiek krijgen van de NA VO, zegt VVDhox minister Van Eekelen. kar „Ach, Van Eekelen en de VVD hebberen voor elkaar gekregen dat, in geval du kruisraketten niet komen, er geld zor worden uitgetrokken voor een extra ver sterking van de luchtverdediging. Mi&j;nj, schien is dat wel zo belangrijk, dat w(tje j dat sowieso moeten doorzetten. We zoumoi den dat kunnen financieren door intertvoc (binnen de defensiebegroting, RH) andere re prioriteiten te stellen". mel „Kortom: er is een aantal redenen onj)a, op dit moment geen al te harde uitspraeen' ken te doen. Wc hoeven op dit momenlam ook nog helemaal geen standpunt in t<pj0 nemen. Niet de huid van de beer verkoQn pen voordat hij geschoten is. We moeteteen ons alleen realiseren dat we wellicht t(strj zijner tijd de koppen bij elkaar moeten^ steken om in een politiek gesprek met dej^ VVD een afweging te maken. Wat wijrao als CDA in dat geval verstandig vinden,jarj zal dan blijken. Maar het is natuurlijk j)0 wel zo dat wij als CDA altijd de lijn hebvro ben gehad dat we minder afhankelijk pje, van kernwapens moeten worden. Als dc;aa] onderhandelingen in Genève leiden tofwe) het afschaffen van kruisraketten, dantjei blijft de vraag hoe we die lijn kunnen^ vasthouden. Doen we niets, dan zouden mo we na acht jaar nog in precies dezelfde ma situatie zitten als in 1979". nrf RIK IN 'T HOUT {j^ £eidóc(Bou4cmt'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 24